Want het is [des] [Vaders] welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, [zeg] [ik], alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn (Kolossenzen 1:19-20 SV)
Nadat God de mens naar Zijn beeld had geschapen, gaf God aan de mens de heerschappij over de vissen der zee, het gevogelte des hemels, over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. Er was een geestelijke eenheid tussen God en de mens. God wandelde met de mens en had een relatie met de mens.
Maar door een halve waarheid; een subtiele leugen van de duivel, die tot de mens in de gedaante van een slang kwam, werd de mens verleid en zorgde ervoor dat de mens viel van zijn positie als zoon van God en heerser over de aarde (Genesis 1:26-28, 3, Lucas 3:38).
De natuurlijke -en geestelijke hiërarchie verstoord
Vanaf het moment, dat de mens ongehoorzaam werd aan het gebod van God en zondigde, werd de natuurlijke – en geestelijke hiërarchie in de hemelen en op aarde verstoord en de relatie tussen God en de mens verbroken.
De mens was niet langer meer een zoon van God en heerser over de gehele aarde, maar de gevallen engel Lucifer, die ook de duivel en satan wordt genoemd en vanuit de hemel door zijn rebellie op aarde was geworpen, roofde door zijn leugen de heerschappij van de mens, zodat hij de overste van de wereld werd en nam de plaats van God in en werd de vader van de gevallen mens.
Maar gelukkig had God een plan om wat verbroken en verstoord was te herstellen. God had de wereld zo lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gaf, zodat niemand verloren zou hoeven gaan, maar dat een ieder, die in Hem zou geloven, gered zou worden en door het geloof en de wedergeboorte in Jezus Christus eeuwig leven zou hebben (Johannes 3:16).
En zo zond God de Vader Zijn Zoon, Jezus Christus naar de aarde, om de werken van de duivel te vernietigen en de macht van de duivel te verbreken en vrede te brengen, door de mens te verlossen van de heerschappij van de duivel en te verzoenen met God.
Jezus kwam, om wat de duivel had verbroken en verstoord in de hemel en op aarde te herstellen en de heerschappij, die de duivel onder valse voorwendselen van de mens had geroofd, rechtmatig terug te nemen.
Vrede door het bloed Zijns kruises
Door het offer van Jezus Christus aan het kruis en door Zijn bloed werden alle dingen in de hemel en op aarde verzoend met God. God had door Zijn Zoon afgerekend met het zonde probleem, dat scheiding maakte tussen de mens en God en de mens door het vlees, waarin de zondige natuur aanwezig is, in gebondenheid aan de duivel hield.
Jezus herstelde de verstoorde geestelijke hiërarchie en nam rechtmatig terug, wat de duivel van de mens had geroofd in het hof van Eden en gaf al het gezag en de macht terug aan diegenen, die door Zijn bloed en de wedergeboorte een nieuwe schepping waren geworden en tot Zijn Lichaam, de Gemeente behoorden
Alles was volbracht door- en in Jezus Christus, die het beeld van God is, de Eerstgeborene van de schepping en Hoofd van Zijn Lichaam; de Gemeente (Lees ook: Jezus is het beeld van de onzichtbare God en de Eerstgeborene van de hele schepping’ en ‘Jezus is het Hoofd van Zijn Lichaam; de Gemeente’)
Na het volmaakte werk aan het kruis en door het bloed van Jezus en door het geloof en de wedergeboorte in Hem, werd de mens verzoend met God en was het mogelijk voor de mens om een persoonlijke relatie met God te hebben, in plaats van te communiceren met God via profeten, priesters etc. zoals in het Oude Verbond.
De verlossing in Jezus Christus
Jezus Christus heeft de gevallen mens verlost van zijn zondige natuur (de oude mens) door de wedergeboorte in Hem.
Als jij bent wedergeboren in Hem en tot Zijn Lichaam, de Gemeente, behoort, dan ben jij heilig en rechtvaardig gemaakt en verzoend met God. Niet door jouw werken en door het volgen van wetten, (leef)regels, inzettingen, opleidingen, cursussen etc., maar door de genade van God; door het verlossende werk van Jezus Christus en Zijn bloed.
Jezus Christus, in Wie al de volheid van de Godheid woont, is de Middelaar tussen de mens en God. Hij vergoot Zijn bloed en verzoende en verzoent nog steeds diegenen, die in Hem geloven en wedergeboren worden in Hem, met God.
Jezus Christus is de Middelaar van het Nieuwe Verbond
Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus, want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem (en gij zijt in Hem volmaakt SV), die het Hoofd is van alle overheid en macht (Kolossenzen 2:8-10)
Er is géén andere manier om verlost te worden van de macht van de duivel en verzoend te worden met God, dan door Jezus Christus, de Zoon van God. In Hem woont (voorgoed) al de Godheid lichamelijk. Jezus Christus is de Weg, de Waarheid en het Leven.
Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij (Johannes 14:6)
Alleen door Jezus Christus en Zijn bloed kan een mens door het geloof en de wedergeboorte verzoend worden met God.
Er is géén andere weg en er zijn geen andere manieren, middelen, methoden, technieken, stappen en handelingen om heilig en rechtvaardig te worden en om datgene te herstellen, wat door de zondeval is verbroken en verstoord, en verzoend te worden met God.
God heeft een weg gemaakt, door het kruis en het bloed van Zijn Zoon en heeft zo de vijandschap tussen de mens en God weggenomen en de vrede tussen God en de mens hersteld.
Al de volheid woont in Jezus Christus
Maar het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen. Hij maakte Hem ziek. Wanneer Hij Zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heere zal door Zijn hand voortgang hebben. Om Zijn moeitevol lijden zal Hij het zien tot verzadiging toe; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, en hun ongerechtigheden zal Hij dragen. Daarom zal Ik Hem een deel geven onder velen en met machtigen zal Hij de buit verdelen, omdat Hij Zijn leven heeft uitgegoten in de dood, en onder de overtreders werd gesteld, terwijl Hij toch veler zonden gedragen en voor de overtreders gebeden heeft (Jesaja 53:10-13)
En Hij (God de Vader) heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem (Jezus Christus) als Hoofd boven al wat is, gegeven aan de Gemeente, die Zijn Lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt (Efeziërs 1:22-23)
Wat betekent dit: Hij is opgevaren, anders dan dat Hij ook nedergedaald is naar de lagere, aardse gewesten? Hij, die nedergedaald is, Hij is het ook, die is opgevaren ver boven alle hemelen, om alles tot volheid te brengen (in SV: opdat Hij alle dingen vervullen zou (Efeziërs 4:9-10))
Al de volheid van de Godheid lichamelijk woont in Jezus Christus. Hij heeft alles volmaakt in Hem. Daarom is alles wat jij nodig hebt in het leven in Jezus Christus.
Jezus is de Christus, de Verlosser van de gevallen mens en Hogepriester van het Nieuwe Verbond, dat bezegeld is met Zijn eigen kostbare bloed. Maar Jezus is niet alleen Verlosser en Hogepriester van het Nieuwe Verbond.
Want God de Vader heeft Zijn Zoon Jezus Christus uitermate verhoogd en boven de engelen gesteld en Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is en Hem aan Zijn rechterhand als Koning aangesteld in Zijn Koninkrijk.
Hij heeft Hem alle macht en al het gezag in de hemelen en op aarde gegeven. Hij heeft alles (engelen, krachten, machten, overheden, heerschappijen, etc.) onder Zijn voeten gesteld en Hem als Hoofd boven al wat is, gegeven aan de Gemeente, die Zijn Lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt (o.a. Handelingen 2:32-36; 5:31, Filippenzen 2:9-10, Kolossenzen 1:13; 3:1, 1 Timotheüs 1:17; 6:15-16, Hebreeën 1; 8:1-2, 1 Petrus 3:22).
De volheid verkregen in Jezus Christus
Die na mij komt, is vóór mij geweest, want Hij was eer dan ik. Immers uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen (Johannes 1:15-17)
Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het Hoofd is van alle overheid en macht (Kolossenzen 2:9-10)
Al de volheid woont in Jezus Christus, door Hem is alles vervuld. Als jij door de wedergeboorte een nieuwe schepping bent geworden en tot Zijn Gemeente Zijn Lichaam behoort, dan ben jij volmaakt geworden in Hem en woont al de volheid, die in Christus woont, in jou.
Want Hij, die God gezonden heeft, die spreekt de woorden Gods, want Hij geeft de Geest niet met mate. De Vader heeft de Zoon lief en heeft Hem alles in handen gegeven. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem (Johannes 3:34-36)
De Gemeente is de Ambassade van het Koninkrijk van God en de geestelijk heerschappij van Jezus Christus op aarde, waarin al de volheid van Christus woont. De Gemeente heeft al het gezag en alle kracht in Hem.
Aan een ieder, die wedergeboren is in Christus en een nieuwe schepping is geworden en verzoend is met God en tot Zijn Lichaam behoort, heeft God het gezag en de macht gegeven om zonen van God (zowel man als vrouw) te worden, in de geestelijke oorlogvoering stand te houden tegen de zonde en de duivel, en in de volheid van Jezus Christus te wandelen en het Koninkrijk van God te vertegenwoordigen, verkondigen en brengen op aarde.
Want het is de wil van God, dat Zijn zonen (zowel man als vrouw) standhouden en gehoorzaam blijven aan Hem en een heilig leven leiden, dat toegewijd is aan Hem en de zondaren, die gevangen zitten in de leugens van de duivel en de macht van het koninkrijk der duisternis, te bevrijden, door de prediking van de waarheid; het evangelie van Jezus Christus, het kruis en het bloed en de oproep tot bekering, zodat vele zondaren zich bekeren en door het bloed van Jezus Christus worden gereinigd van hun zonden en ongerechtigheden en door de wedergeboorte worden geheiligd, gerechtvaardigd en verzoend met God en wandelen in Zijn wil.
‘Wees het zout der aarde’