De zegen en vloek waren onderdeel van het Oude Verbond. Zolang de gemeente van God (het volk Israel) de wet van God gehoorzaamde en onderhield, leefde de gemeente onder de zegen van God. Maar als de gemeente rebels werd en haar eigen gang ging en weigerde om de wet van God te gehoorzamen en te onderhouden, dan kwam de gemeente onder de vloek van God te leven. Vandaag de dag, wordt de zegen en vloek nog altijd verkondigd en worden de bergen van zegen en vloek aangehaald. Maar bestaan de bergen van zegen en vloek nog wel in het Nieuwe Verbond? En kun jij in het Nieuwe Verbond onder de zegen van God en onder de vloek van God leven?
De vloek, die door de ongehoorzaamheid aan God over de aarde kwam
Na de zondeval voer de dood in de mens, waardoor de geest in de mens stierf en de mens (geestelijk) gescheiden werd van God. Ieder mens, die geboren zou worden uit het zaad van de mens zou bestaan uit een lichaam en ziel, aangezien de geest van de mens was gestorven en onder heerschappij van de dood was gekomen. Zo ook diegenen, die door God uitgekozen waren en door de natuurlijke geboorte tot Gods volk, Israël, behoorden.
Het volk Israël behoorde net als alle andere volken op aarde tot de generatie van de oude mens, waarin de zonde en de dood regeert en leeft in gebondenheid aan de dood in het koninkrijk der duisternis.
Het koninkrijk der duisternis, waarvan de duivel de overste is, regeerde, en regeert nog steeds, op aarde en er was geen enkele manier om dit koninkrijk te verlaten. De mens zat gevangen in het vlees en was een krijgsgevangene van het koninkrijk der duisternis en werd door de machten van de duisternis aangestuurd.
De zonde en de dood regeerde in-en vertegenwoordigde het koninkrijk der duisternis en de wil van de overste van dit koninkrijk.
De dood regeerde in een ieder, die het koninkrijk der duisternis toebehoorde. En daarom verhief de mens, die het koninkrijk der duisternis en de dood toebehoorde, zich boven God en rebelleerde tegen God en leefde in zonde.
Aangezien ieder mens op aarde leefde in het koninkrijk der duisternis en van nature zondigde, omdat de zonde en de dood heersen in het vlees, gaf God via Mozes de wet van de zonde en de dood aan Zijn uitgekozen volk. Deze wet had betrekking op de oude mens, die vleselijk is en waarin de zonde en de dood regeert (Lees ook: ‘Waarom zei God, gij zult niet… ‘ en Jezus, gij zult…?’)
De geboden van de wet, die God aan Zijn volk gaf, vertegenwoordigde Zijn wil en Zijn natuur en Zijn Koninkrijk.
God stelde het levitische priesterschap in en gaf geboden, leefregels, inzettingen, voedselwetten, offerwetten, feestdagen en rituelen, die Zijn volk moest onderhouden. Al deze geboden, inzettingen en rituelen waren bedoeld voor de oude mens, die ongeestelijk is en naar het vlees, waarin de zonde en de dood regeert, wandelt.
De zegen door gehoorzaamheid aan God en de vloek door ongehoorzaamheid aan God
Zie, ik houd u heden zegen en vloek voor: zegen, wanneer gij luistert naar de geboden van de Heere, uw God, die ik u heden opleg; maar vloek, indien gij naar de geboden van de Heere, uw God, niet luistert en afwijkt van de weg die ik u heden gebied, door het achterna lopen van andere goden, die gij niet gekend hebt. Wanneer nu de Heere, uw God, u gebracht zal hebben in het land, dat gij in bezit gaat nemen, dan zult gij de zegen uitspreken op de berg Gerizim en de vloek op de berg Ebal; liggen zij niet aan de overzijde van de Jordaan achter de westelijke heerbaan, in het land der Kanaänieten, die in de vlakte wonen, tegenover Gilgal bij de terebinten van More? Want gij staat op het punt de Jordaan over te trekken om het land in bezit te gaan nemen, dat de Heere, uw God, u geven zal, en gij zult het in bezit nemen en daarin wonen; dan zult gij naarstig onderhouden al de inzettingen en de verordeningen, die ik u heden voorhoud (Deuteronomium 11:26-32)
Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen; het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht, door de Heere, uw God, lief te hebben, naar Zijn stem te luisteren en Hem aan te hangen, want dat is uw leven en waarborg voor een langdurig wonen in het land, waarvan de Heere uw vaderen, Abraham, Isaak en Jakob gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou (Deuternonomium 30:19-20)
Alle geboden en inzettingen stonden beschreven in de Thora (Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium). Aan de wet van Mozes was de zegen en vloek verbonden. God had via Mozes het volk geboden, dat zodra zij het beloofde land in bezit zou nemen, het volk op de berg Gerizim de zegen moest uitspreken en de vloek op de berg Ebal (Deuteronomium 27:11-26; 28; 29; 30, Jozua 8:30-35).
De bergen van zegen en vloek waren verbonden aan de wet van de zonde en de dood, die was bedoeld voor de vleselijke mens, die uit het zaad van Jakob (Israël) was geboren en tot Gods volk Israël behoorde.
Zolang Gods volk Zijn wet gehoorzaamde was het volk gezegend door God. Maar zodra het volk ongehoorzaam werd aan Zijn wet, werd het volk vervloekt door God.
Het volk koos dus zelf om door gehoorzaamheid aan God gezegend te worden door God of door ongehoorzaamheid aan God vervloekt te worden door God.
Door het houden van de wet, liet het volk Israël zien, dat zij God liefhad boven al, inclusief zichzelf, en God toebehoorde en Hem alleen diende.
Gods volk was heilig; apart gezet van alle andere volken en toegewijd aan God. En door de gehoorzaamheid aan God bleef zij God toebehoren en onderscheidde het volk zich van de wereld.
En zo leefde het geheiligde volk van God gescheiden van de wereld, op de berg van de zegen in het (geestelijke) koninkrijk der duisternis en waren zij gezegend door God.
Jezus kocht de mens vrij met Zijn bloed
En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven. Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven. Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout (kruis) hangt. Zo is de zegen van Abraham tot de heidenen gekomen in Jezus Christus, opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof (Galaten 3:11-14)
Totdat de belofte van God, Jezus Christus, de Zoon van God, naar de aarde kwam en de wet vervulde door Zijn gehoorzaamheid aan de wil van God. Alhoewel Jezus Christus de wet vervulde en God met Hem was, werd Jezus als Lam geslacht en geofferd voor de generatie van de gevallen mens.
Jezus Christus nam de plaats in van de gevallen mens; de zondaar en droeg de zonde en ongerechtigheid en werd een vloek aan het kruis.
Door Zijn offer en Zijn bloed kocht Hij de mens vrij uit het koninkrijk der duisternis en verloste de mens van de macht van de zonde en de dood.
Als eerste kregen diegenen, die tot het volk van God (Israël) behoorden de mogelijkheid om gered te worden door het geloof in Jezus Christus en door Zijn bloed vrijgekocht te worden van de macht van de duisternis en door de dood van het vlees, waarin de zonde en de dood regeert, verlost te worden van het koninkrijk der duisternis en het koninkrijk der duisternis te verlaten en door de opstanding van de geest uit de dood, het Koninkrijk van God binnen te gaan.
Vervolgens, kwam het heil ook tot de heidenen en kregen ook de heidenen de mogelijkheid om door het geloof in Jezus Christus en door Zijn bloed en de wedergeboorte in Hem verlost te worden van de macht van de duisternis en het koninkrijk der duisternis te verlaten en het Koninkrijk van God binnen te gaan en tot Gods Gemeente te behoren.
De (geestelijke) overplaatsing van het koninkrijk der duisternis naar het Koninkrijk van God
Hij heeft ons verlost uit de macht van de duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden (Kolossenzen 1:13-14)
In de geestelijke wereld werd de mens door de wedergeboorte in Christus overgeplaatst vanuit het koninkrijk der duisternis (het koninkrijk van de wereld; de duisternis) naar het Koninkrijk van God (het Koninkrijk der Hemelen; het licht).
En zo werd door het sterven van het vlees, waarin de zonde en de dood regeert en de wet van de zonde en de dood van toepassing is, de mens verlost van de zonde en de dood en voerde de zonde en de dood geen heerschappij meer over de mens, zolang de mens naar de Geest in het Koninkrijk van God naar Zijn wil zou leven (Lees ook: ‘De wil van God vs de wil van de duivel‘).
De wet van Mozes; de wet van de zonde en de dood, waaraan de berg van de zegen en de berg van de vloek verbonden was, is vervangen door de wet van de Geest.
In Christus vrijgemaakt van de wet van de zonde en de dood
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft, door Zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in the vlees, opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest (Romeinen 8:1-4)
De nieuwe mens, die een zoon van God is, heeft Gods natuur ontvangen en is niet meer de oude mens; de gevallen mens, die een zoon van de duivel is en de natuur van de duivel heeft en door ongehoorzaamheid onder de vloek leeft.
De nieuwe mens is door Christus van de vloek bevrijd en de wet van de zonde en de dood regeert niet meer, doordat het vlees, waarin de zonde en de dood regeert, is gestorven in Christus.
De wet van de Geest regeert in de nieuwe mens, waardoor de geboden, die God aan Mozes heeft gegeven en Zijn wil vertegenwoordigden, staan opgeschreven in het hart van de nieuwe mens door de Heilige Geest en de nieuwe mens het onderscheid heeft van goed en kwaad (Lees ook: ‘Waarom schreef God Zijn wet op stenen tafelen?’).
De bergen van zegen en vloek behoorden tot het Oude Verbond
De bergen van zegen en vloek golden in de Thora en behoorden tot de wet van de zonde en de dood, die was bedoeld voor de oude mens, die leefde in het koninkrijk der duisternis. Maar aangezien de oude mens gestorven is in Christus en niet meer het koninkrijk der duisternis toebehoort, maar door de opstanding van de geest uit de dood de nieuwe mens is geworden en het Koninkrijk van God toebehoort, bestaan de bergen van zegen en vloek niet meer. De berg van de zegen en de berg van de vloek behoorden tot het Oude Verbond en behoren niet meer tot het Nieuwe Verbond.
Als jij bent overgeplaatst naar het Koninkrijk van God, ben jij gezegend in Christus.
Jij bent in Hem gezalfd oftewel in de positie gezet als zoon van God, door de dood van het vlees en de opstanding van de geest uit de dood en hebt Zijn Heilige Geest ontvangen, waardoor jij de erfenis in Christus hebt ontvangen. Dat is veel meer dan de aardse zegeningen van de berg van de zegen.
De oude mens, die door de natuurlijke geboorte automatisch behoorde tot de Gemeente van God (Israël), maar ongeestelijk was, doordat de geest dood was, had een keuze om door gehoorzaamheid aan God op de berg van de zegen Gerizim te leven in het koninkrijk der duisternis of door ongehoorzaamheid aan God op de berg van de vloek Ebal te leven in het koninkrijk der duisternis.
Maar de nieuwe mens heeft de keuze al gemaakt, om te geloven in Jezus Christus en Jezus te volgen en de wil van God te doen.
Een zoon van God leeft in gehoorzaamheid aan de wil van de Vader
Door het geloof en de wedergeboorte en jouw positie in Jezus Christus behoor jij niet meer het koninkrijk der duisternis toe en ben jij niet meer onderworpen aan de zonde en de dood, maar behoor jij het Koninkrijk der Hemelen toe en ben jij boven het koninkrijk der duisternis (koninkrijk van de wereld) gesteld en regeer jij in Christus in Zijn gezag over de zonde en de dood.
Zolang jij in Christus, in het koninkrijk van God blijft, door naar de Geest te wandelen in gehoorzaamheid aan de geboden van Jezus Christus, die voortkomen uit de geboden van de Vader, die Zijn wil vertegenwoordigen, zal jij blijven in Zijn liefde en heersen over de duisternis.
Als jij bent overgeplaatst en verlost bent van de macht van de zonde en de dood, zal jij daar niet in blijven wandelen.
Doe jij dit wel en blijf jij naar het vlees leven en volharden in zonde, dan ben jij nog niet verlost van jouw zondige natuur, die heerst in het vlees en/of ben jij nog niet overgeplaatst door de wedergeboorte in Christus en behoor jij nog steeds het koninkrijk der duisternis toe.
Want zolang jij de ongerechtigheden blijft doen en blijft volharden in zonde, heersen de gerechtigheid en het leven nog in niet in jou, maar de ongerechtigheid en de dood. Jouw daden bewijzen, wie jij bent en wie en welk koninkrijk jij toebehoort.
In het Nieuwe Verbond leef jij door de opstanding van de geest uit de dood in gemeenschap met God naar Zijn wil. Jij hebt Zijn natuur ontvangen en zal daardoor doen wat God behaagt. En mocht jij tijdens het heiligingsproces; het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens, onbewust iets doen wat tegen Zijn wil ingaat, dan zal de Heilige Geest, die in jou woont, jou daarmee confronteren en dan is het aan jou om je te onderwerpen, vergeving te vragen, te bekeren en jouw weg naar de Geest te vervolgen of niet.
In Christus gezegend
In het Nieuwe Verbond ben jij gezegend in Christus door God en bestaan er geen vloeken, die God jou, de nieuwe mens; de nieuwe schepping, oplegt, omdat jij, als kind van God, in gehoorzaamheid naar Zijn wil leeft. Tenzij jij zelf de keuze maakt om jouw eigen gang te gaan en naar de wil van het vlees te leven en Christus en Zijn Koninkrijk te verlaten.
Want jij kunt elk moment het Verbond verlaten en terugkeren naar het koninkrijk der duisternis en jouw oude leven oppakken en weer onder de vloek gaan leven naar het vlees in ongehoorzaamheid aan God en doen wat jou behaagt, maar God niet behaagt. Want ‘eens gered altijd gered‘ behoort niet tot het evangelie van Jezus Christus en bestaat niet in het Koninkrijk van God, maar is een verzinsel van mensen, dat is voortgekomen uit het ijdele denken en de gezindheid van het vlees van de mens.
‘Wees het zout der aarde’