In de vorige blogpost heb je kunnen lezen over het moderne evangelie van overvloeiende genade, waarbij niets hoeft maar alles mag. Alles is toegestaan en alles wordt geaccepteerd omwille van de zogenaamde liefde en genade van God. Het is allemaal genade. Daarom hoef je niet te veranderen, maar mag jij blijven zoals jij bent en leven zoals jij zelf wilt. Maar wat is genade eigenlijk? Wat betekent genade voor het leven van wedergeboren Christenen? En wat zegt de Bijbel over genade? Als je door de genade van God inderdaad niet hoeft te veranderen, waarom spraken de profeten, apostelen en Jezus dan over een bekering en riepen zij de mensen op tot verandering en een heilig leven?
Welke genade verkondigde de apostelen?
De apostelen leefden in dezelfde dispensatie van genade als dat wij leven. In hun brieven, die zijn geschreven na de dood en opstanding van Jezus Christus en na de komst van de Heilige Geest, staan niet enkel lovende en bemoedigende woorden, maar vooral correcties, vermaningen, het wegdoen van zonde, de oude mens afleggen, de heiliging en een oproep tot een heilig leven. (Lees ook: Hoe leg je de oude mens af?)
In het Boek Openbaring, dat is geschreven na de dood en opstanding van Jezus en na de komst van de Heilige Geest, sprak Jezus niet enkel positieve woorden over -en tegen Zijn Gemeente. Maar Jezus confronteerde de gelovigen, die tot de zeven gemeenten behoorden, met hun gedrag en wandel oftewel hun werken en riep hen op tot bekering. (Lees ook: Wat betekent de oproep tot bekering?).
Waren Jezus en de apostelen leugenaars?
Als de genade van God inderdaad zo zou zijn als vandaag de dag wordt voorgespiegeld en verkondigd, dan betekent dit, dat de apostelen en Jezus leugens spraken tot de gelovigen, die samen de Gemeente; het Lichaam van Christus, vormden.
Want als Christenen na de wedergeboorte niet hoeven te veranderen, waarom confronteerden Jezus en de apostelen hen dan wel met hun werken? Waarom geboden zij hen dan wel om hun gedrag en wandel te veranderen? Wie spreken hier de waarheid: Jezus en de apostelen of de huidige moderne predikers en leraars?
Als Gods genade alles goedvindt en alles tolereert, inclusief zonde, en de mens niet aansprakelijk stelt voor zijn woorden en daden oftewel zijn werken, dan zouden Jezus en de apostelen de gelovigen van de gemeenten ook niet hebben hoeven corrigeren en hadden zij enkel hoeven zeggen, “Ga vooral zo door!”.
Maar de apostelen en Jezus zeiden dit niet! Zij waarschuwden en confronteerden de gelovigen met hun werken en leven.
De apostelen spraken vaak harde woorden tot de gemeenten, net zoals Jezus harde woorden sprak tijdens Zijn wandel op aarde, na Zijn opstanding en tijdens de openbaring aan Johannes.
Aan de woorden van Jezus tijdens Zijn wandel op aarde en na Zijn dood en opstanding en Zijn koningschap, kunnen wij zien, dat als iemand Jezus toebehoort en Jezus wil volgen, hij of zij niet kan blijven leven naar het vlees en in zonde mag blijven volharden en niet hoeft te veranderen en mag blijven doen wat hij of zij zelf wil.
Want er komt een dag, dat iedereen, inclusief de gelovigen, voor Zijn troon zullen staan en geoordeeld zullen worden op basis van … hun werken (2 Korintiërs 11:15, Openbaring 20:12-15).
Dit betekent dus, dat de werken die iemand doet wel degelijk belangrijk zijn. Het maakt wel degelijk uit hoe men leeft en wat men doet.
Maar wat betekent genade van God, waar zoveel over gesproken wordt, dan wél? Om te voorkomen dat deze blogpost erg lang wordt, zal het onderwerp genade in meerdere blogposts behandeld worden.
Wat betekent genade?
Wat betekent genade? In het Nieuwe Testament is genade vertaald vanuit het Griekse woord ‘χάρις’ (no 5485 SC) en heeft de volgende betekenissen: genade, de staat van vriendelijkheid en gunst naar iemand toe, vaak met een focus op een voordeel dat aan het object wordt gegeven; door uitbreiding: geschenk (gave), voordeel; tegoed; woorden van vriendelijkheid en voordeel: dank, zegen; – genade, gunst, dank, genoegen, acceptatie, voordeel, geschenk (gave), genadig, vrijgevigheid, bedanken, dankbaar.
Genade wil zeggen, dat je iets ontvangt zonder dat je er iets voor hebt hoeven doen. Omdat je er niets voor hebt hoeven doen, kun je het ook niet verdienen. Daarom is genade een onverdiende gunst. Want zodra je het verdiend, omdat je er iets voor hebt gedaan en er dus voor hebt gewerkt is het geen genade meer, maar een eigen verdienste door jouw werken (Romeinen 11:5-6).
Dit geldt ook voor de genade van God. De genade van God laat ons de goedheid van God en Zijn liefde voor de mens zien en heeft betrekking op het volmaakte verlossingswerk van Jezus Christus en het herstel van de gevallen mens oftewel de redding van de gevallen mens, die door de wedergeboorte verzoend is met God en toegang heeft gekregen tot het Koninkrijk der Hemelen.
Alléén door het geloof kun je deelhebben aan de genade van God. Door het geloof in Jezus Christus en Zijn werk en door de bekering en wedergeboorte ben jij gerechtvaardigd.
Jij bent niet gerechtvaardigd door jouw eigen werken, maar door het werk van Jezus Christus en door de wedergeboorte heb je deel gekregen aan de Goddelijke natuur (Rom 4:16-17, Ti 3:5-7, 2 Pe 1:4).
Ieder mens heeft een vrije wil ontvangen om een keuze te maken en deel te hebben aan de genade van God of niet.
De genade van God; de belofte van de komst van de Messias
In het hof van Eden, lezen wij voor het eerst over God’s genade; Zijn goedheid. Nadat de mens had gezondigd en daardoor gevallen was van zijn positie deed God een belofte van herstel aan de gevallen mens en zijn zaad (nageslacht), namelijk dat het Zaad van de vrouw de kop van de duivel zou vermorzelen en God daardoor de geestelijke staat van de gevallen mens zou herstellen (Gen 3:15). Met het Zaad wordt Jezus Christus bedoeld.
Door Zijn belofte betoonde God Zijn genade; Zijn goedheid, aangezien de mens het niet verdiende. Het is belangrijk om te weten dat Adam niet tot het vleselijke volk Israël behoorde. Hij was de zoon van God, de eerstgeboren mens en de vader van de gevallen mensheid.
Want door zijn daad van ongehoorzaamheid aan de woorden van God, viel hij van zijn positie, die God hem had gegeven, waardoor zijn geest, die hem verbond met de Vader, stierf en daardoor werd hij geestelijk van God gescheiden.
Aangezien de geest van de mens was gestorven werd de mens een levende ziel en bezat alleen nog maar een lichaam en een ziel (vlees). Diegene, die uit zijn zaad geboren zou worden, zou daarom ook als gevallen mens; als zondaar worden geboren. Niemand was uitgezonderd! Vandaar dat God zei, dat het Zaad van de vrouw, de kop van de duivel zou vermorzelen. Aangezien niemand, die geboren zou worden uit het zaad van de gevallen man (zondaar) in staat zou zijn om de kop van de duivel te vermorzelen oftewel het gezag van hem te ontnemen. Want iedereen, die als zondaar wordt geboren leeft onder heerschappij van de duivel (gevallen aartsengel) en is beneden de engelen gesteld.
In het hof van Eden beloofde God een herstel van de gevallen mensheid en een verzoening tussen God en de mens. De mens verdiende het niet en zou het ook nooit kunnen verdienen, maar God beloofde het hen. En door Zijn grote liefde en goedheid zond God Zijn eniggeboren Zoon Jezus Christus naar de aarde en gaf Hij Hem om door Zijn gehoorzaamheid de gevallen mens te verlossen en de positie van de gevallen mens te herstellen (Johannes 3:16 (Lees ook: De strijd in het hof)).
Genade kun je niet verdienen
Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld als zoenmiddel door het geloof, in Zijn bloed, om Zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden – om Zijn rechtvaardigheid te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardigt, die uit het geloof in Jezus is (Romeinen 3:23-26)
Een ieder, die uit het zaad van de man wordt geboren, wordt geboren als zondaar. Er is niemand uitgezonderd. Ieder mens, die geboren wordt op deze aarde, wordt geboren in het vlees en heeft verlossing van zijn zondige natuur, die in het vlees aanwezig is, nodig, inclusief diegene die tot het vleselijke volk van God behoren. Want dat is de belofte, die God eerst aan Zijn vleselijke volk en vervolgens aan de heidenen heeft gegeven (Jesaja 56, Hosea 2:22, Romeinen 9:24-29).
De ziel van de gevallen mens leeft in het lichaam, maar de geest van de gevallen mens (zondaar) is dood en blijft dood.
De gevallen mens (zondaar) leeft onder de heerschappij van de duivel en is niet in staat om door zijn eigen werken onder de heerschappij van de dood uit te komen.
Iedereen heeft verlossing nodig van de zondige natuur, die in het vlees aanwezig is, om zo onder de heerschappij van de duivel; de dood uit te komen en het eeuwige leven te ontvangen.
En er is maar één weg en één manier en dat is door geloof in Jezus Christus en door de wedergeboorte in Hem.
Jezus Christus heeft afgerekend op de geselplaats en aan het kruis met de zonde en het zondige vlees van de gevallen mens. Hij is de Plaatsvervanger geworden van de gevallen mens. Want op Jezus Christus was het lot gevallen en Hij zou de Plaatsvervanger van de gevallen mens worden en de doodstraf, die op de zonde staat op Zich nemen. Hierdoor zouden diegene, die in Hem geloven, zich bekeren en door de wedergeboorte gered worden van de dood en rechtvaardig en heilig worden en het eeuwige leven ontvangen (Romeinen 3:24, Efeziërs 1:4-12, Titus 3:5, 1 Petrus 3:18).
Daarom moest Jezus gelijk worden aan de mens (identificeren met de mens), zodat Jezus de Plaatsvervanger van de mens kon worden. Alleen wanneer jij je identificeert met Jezus Zijn dood en opstanding, zul je vrede met God hebben en het eeuwige leven ontvangen.
Door het geloof in Jezus Christus gerechtvaardigd
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Heere Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen (in het geloof) tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods (Romeinen 5:1-2)
Door het geloof in Jezus Christus, de Zoon van God en in het volmaakte werk, dat Jezus heeft volbracht aan het kruis, zijn diegene, die in Jezus Christus geloven en zich hebben bekeerd en zijn wedergeboren, gerechtvaardigd en van de dood verlost (1 Korintiërs 1:4, Romeinen 5:1-2, Romeinen 5:15, Tit 3:5).
Door de wedergeboorte hebben zij hun zondige vlees, waarin de zonde leeft en hen continue deed zondigen, gekruisigd en door de kracht van de Heilige Geest is hun geest uit de dood opgewekt en daardoor zijn zij verlost uit de macht van het koninkrijk der duisternis en overgeplaatst in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde Jezus Christus (Kolossenzen 1:13-14).
De belofte van God is ook voor de heidenen
Wat betekent genade? Het is genade van God, dat de belofte van God niet alleen is bedoeld voor het vleselijke volk van God Israël en dat God niet alleen aan haar de mogelijkheid heeft gegeven om gered te worden van de dood door de verlossing van de zondige natuur, maar dat de belofte van God ook voor de heidenen is. God heeft ook aan de heidenen de mogelijkheid heeft gegeven om gered en verlost te worden van de macht van de duivel, die regeert in de zondige natuur van het vlees en door Jezus Christus en door de wedergeboorte verzoend te worden met God en de mogelijkheid hebben gekregen om zonen van God te worden. Een ieder heeft de mogelijkheid om door de besnijdenis in Christus te behoren tot Gods volk (Johannes 1:12-13, Handelingen 4:33-34, Romeinen 15:15-16, Efeziërs 3:6, Kolossenzen 1:6, 2 Timotheüs 1:9-10, Titus 3:4:7, 1 Petrus 1:10-11 (Lees ook: Wat betekent de besnijdenis in Christus?)).
Door Jezus Christus ben je een nieuwe schepping; de nieuwe mens geworden en heb je deel gekregen aan Zijn Goddelijke natuur door de inwoning van de Heilige Geest.
Het is genade, dat je door geloof in Jezus Christus gerechtvaardigd bent en vrede hebt met God (Rom 5:1-2).
Het is genade dat je door Zijn werk de (geestelijke) erfenis hebt ontvangen, namelijk Zijn Heilige Geest.
Jij hebt de Heilige Geest niet ontvangen door wat jij hebt gedaan, nog omdat jij het hebt verdiend (Handelingen 20:32, 1 Korintiërs 1:4-5, Galaten 1:3-5).
Want aangezien de zondige natuur in het vlees aanwezig is, is al het werk dat uit het vlees voorkomt zondig. Daarom kan het vlees nooit God behagen door zijn werken. De mens kan dus nooit een rechtvaardige status verdienen door zijn werken.
Door de genade van Jezus Christus is Hij, die rijk was, arm geworden, zodat jij door Zijn armoede (geestelijk) rijk zouden worden (2 Korintiërs 8:9 (Lees ook: Wat betekent wij zijn rijk door Zijn armoede?)).
Redding door genade
God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om Zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden -, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar (Zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus. Want door genade zijt gij behouden door het geloof, en dat niet uit uzelf; het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme (Efeziërs 2:4-9)
Het is genade van God, dat Hij jou in Christus Jezus levend heeft gemaakt en dat je behouden bent en jou een plaats in de hemelse gewesten in Jezus Christus heeft gegeven.
Nu mag jij in de genade van God leven en Zijn genade betonen aan de mensen om jou heen, door hen het kruis te verkondigen en de mensen de mogelijkheid geven om tot Jezus te komen, zodat zij verlost worden van hun zondige natuur en daardoor gered worden van de dood.
Door hun bekering mogen zij deel hebben aan de genade van God. Want dat is het evangelie van genade, dat iedere zondaar, wat hij of zij ook heeft gedaan in zijn leven, tot Jezus mag komen (Handelingen 20:24, 1 Petrus 4:10).
Het enige wat de persoon hoeft te doen is zich te bekeren van zijn oude leven. En door de wedergeboorte in Christus zijn eigen leven naar het vlees af te leggen, zodat de geest van de mens kan opstaan uit de dood. Want de geest van de mens kan niet eerder opstaan uit de dood, voordat het vlees is gestorven.
Niemand kan zijn redding verdienen. Niemand kan door ‘goede werken’ of liefdadigheidswerken te doen of door wekelijks een kerk te bezoeken en een lidmaatschap en/of zich aan de wet te houden gerechtvaardigd worden.
Alleen door de genade van God door het geloof in Jezus Christus en door de bekering en wedergeboorte kan een zondaar gered worden van de dood. En daarom is het belangrijk om deze boodschap van de genade van God; het kruis te blijven verkondigen.
Wat doe jij met de genade van God?
Laten wij derhalve, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehagelijke wijze met eerbied en ontzag, want onze God is een verterend vuur (Hebreeën 12:28-29)
Nu dat je genade hebt gevonden in Zijn ogen, wat inhoudt dat je door Hem bent gered en geaccepteerd bent door God in Jezus Christus en door de wedergeboorte Zijn zoon bent geworden, wat doe je met deze genade? (Efeziërs 1:5-7, Titus 2:11-14)
Wat doe je in jouw nieuwe positie als zoon van God en wat doe je met het Woord en de erfenis, die je in Hem hebt ontvangen?
Wat doe jij om jouw dankbaarheid aan Hem te betonen? Geef jij dank en verhoog jij Hem door middel van jouw leven door te wandelen in Zijn genade en naar Zijn wil? (2 Thessalonicenzen 1:12)
Of blijf jij leven voor jezelf, naar het vlees, en gebruik jij de genade en al datgene wat je van Hem hebt ontvangen voor jezelf en om jouw lusten en begeerten van het vlees te bevredigen en jouw eigen koninkrijk te bouwen?
Alhoewel jij niet door werken gerechtvaardigd en geheiligd bent, maar door de genade van God door het volbrachte werk van Zijn Zoon Jezus Christus, zullen rechtvaardige werken wel vanuit jouw nieuwe rechtvaardige staat voortkomen (Lees ook: Wat is het verschil tussen de offers van dieren en het offer van Jezus Christus?).
Omdat jij gelooft in Jezus Christus; het Woord en in Hem gerechtvaardigd bent, zul jij ook doen wat het Woord zegt om te doen en datgene wat je doet bevestigt jouw geloof. Want als jij zegt dat jij gelooft, maar niet doet wat het Woord zegt en dus ongehoorzaam bent aan het Woord, dan is jouw geloof, dat zonder werken gepaard gaat nietszeggend en dood (Romeinen 4:4-5, Jakobus 2:14-26).
Jij bent door genade van God gered en binnengekomen in het Koninkrijk van God, maar door datgene wat jij zegt en doet in jouw leven oftewel door jouw werken, maak jij zelf de keuze of je gered blijft en daardoor in het Koninkrijk van God blijft of niet (Lees ook: Eens gered altijd altijd?).
Jij kan niet gered worden door jouw werken, maar jouw werken bewijzen wel wie jij gehoorzaamt en toebehoort: Jezus, het Woord en het Koninkrijk van God of de duivel, de wereld en het koninkrijk der duisternis.
Wil je meer lezen over het onderwerp genade, klik dan op één van de onderstaande blogposts:
- Genade en werken, hoe zit dat ook alweer?
- De genade van God en het heiligingsproces
- Kun je onder de genade blijven zondigen?
- Hoe kun je de Geest van genade beledigingen?
- Wat is het verschil tussen de wet en de genade?
‘Wees het zout der aarde’
