Door heel de Bijbel heen, zien wij de samenwerking tussen God de Vader, het Woord; Jezus Christus en de Heilige Geest. Ondanks de éénheid van Wezen en continue samenwerking, zien wij wel een duidelijk verschil in rol. Wij kunnen de Bijbel onderverdelen in drie dispensaties. Wat zijn de drie dispensaties in de Bijbel? De drie dispensaties in de Bijbel zijn de dispensatie van God de Vader (Jehovah), de dispensatie van God de Zoon Jezus Christus (het Woord) en de dispensatie van God de Heilige Geest.
De schepping
De Bijbel begint in Genesis met het scheppingsverhaal, waarin El-Elohim (God (Jehovah), het Woord; Jezus en de Heilige Geest) de hemel en de aarde schiep en al wat daarin is. El-Elohim schiep de mens naar Zijn evenbeeld en bestond uit een geest, ziel en lichaam. Deze drie elementen vormden een eenheid, net als God en werd mens genoemd. Deze mens was volmaakt en wandelde naar de geest.
God (El-Elohim) had de mens geschapen met een vrije wil. De mens had dus de mogelijkheid om elk moment zijn eigen weg te gaan, door ongehoorzaam te worden aan God. En dat deed de mens ook, toen de mens werd verleid door de woorden van de duivel.
Door nieuwsgierigheid en twijfel aan Gods woord, werd de mens ongehoorzaam aan God. De mens geloofde de duivel boven God en door zijn handeling verkoos de mens de duivel boven God.
Het gevolg was dat de geest in de mens stierf en het vlees begon te heersen. Op dat moment werd de relatie tussen God en de mens verbroken.
De mens was niet meer geestelijk maar vleselijk. Dit werd in de natuurlijke wereld zichtbaar door het feit dat Adam en Eva bewust werden van hun lichaam en zagen dat zij naakt waren.
Vanaf het moment dat de mens ongehoorzaam werd aan God en de geest in hen stierf, heerste de duivel, de dood in de vleselijke mens.
Maar God had een plan om de relatie tussen de mens en God weer te herstellen. Er moest een nieuwe schepping komen, aangezien de oude schepping was aangetast door het kwaad en corrupt was.
Het plan van God bestond uit de komst van Zijn Zoon Jezus Christus, die af zou rekenen met de zondige natuur in de oude schepping en de dood en de komst van de Heilige Geest, die de geest uit de dood zou doen opstaan en zou wonen in de nieuwe schepping; de nieuwe mens.
In de tussentijd had God een ‘noodoplossing’ om een relatie met de mens te kunnen hebben, namelijk door het offeren van dieren en het bloed van dieren, dat tijdelijk verzoening bracht voor de zonden en ongerechtigheden van de gevallen zondige mens.
De dispensatie van God (Jehovah)
De eerste dispensatie van de Bijbel loopt vanaf Genesis t/m Maleachi. In deze dispensatie staat God centraal en zien wij de relatie tussen God (Jehovah) en Zijn volk Israel. Wij lezen over de relatie en al de werken, die God deed voor Zijn volk, die nog de oude mens waren. God sprak door de mond van Zijn profeten tot Zijn volk en leidde hen de weg, die zij moesten gaan. God gaf hen de wet, via Mozes Zijn dienaar en Zijn vertegenwoordiger en maakte Zijn wil aan hen bekend.
Maar het volk van God wilde niet altijd naar Hem luisteren en gingen vaak hun eigen weg. Ondanks de waarschuwingen van God, gingen zij hun eigen weg en maakten concessies met de wereld, omdat zij net als hen wilde leven.
Maar iedere keer wanneer zij hun eigen weg gingen en de gebruiken van de goddelozen overnamen en toepasten in hun leven, kwamen zij zwaar in de problemen terecht. Dit kwam omdat God Zijn hand van hen aftrok.
Het volk had er zelf voor gekozen om afvallig van God te worden. Zij maakten de keuze om te willen leven als de wereld en andere goden te dienen. Het volk verbrak de relatie en niet God.
Door het hele Oude Testament heen zien wij een continuïteit van afvalligheid en toewijding. Het ene moment diende de koning en het volk de Heere en het volgende moment werden zij afvallig. Totdat er weer iemand uit het volk opstond, de wet van God voorlas en het volk aanspoorde om zich te verootmoedigen voor de Heere, zich te bekeren van hun wandel en Hem weer te dienen. Als dit gebeurde keerde God ook weer terug naar Zijn volk en zorgde voor Hen.
In deze dispensatie zien wij de grote rechtvaardige liefde van God en Zijn barmhartigheid, goedertierenheid en trouw en naar Zijn volk toe. Wij zien Zijn almacht en de vele wonderwerken, die Hij deed. Maar wij zien ook in deze dispensatie de samenwerking tussen God (Jehovah), het Woord; Jezus en de Heilige Geest.
God profeteerde door de mond van Zijn profeten over de komst van de Messias: Jezus de Christus en de komst van de Heilige Geest.
De dispensatie van Jezus Christus
De tweede dispensatie loopt vanaf Mattheüs t/m Handelingen 1:9. In deze dispensatie staat Jezus; het Woord centraal. Wij lezen over de komst van Jezus Christus, de Zoon van God. Jezus, het levende Woord dat in het vlees kwam, kwam naar de aarde als de Messias, zoals God had geprofeteerd door de monden van Zijn profeten. Wij zien de relatie tussen Jezus Christus en het volk van God (Israël).
In deze dispensatie zien wij Jezus Christus; het Woord in actie en de wonderen en tekenen, die Jezus in de kracht van de Heilige Geest deed onder het volk van Israel. Jezus vertegenwoordigde God de Vader en Zijn Koninkrijk en verkondigde en bracht dit Koninkrijk aan de oude mens; het volk van Israel.
Ondanks het feit, dat in deze dispensatie Jezus Christus; het Woord, centraal staat, zien wij de continue samenwerking tussen God de Vader, God de Zoon Jezus Christus en God de Heilige Geest.
Jezus kwam voor de verloren schapen van het volk van God
Jezus de Messias, kwam in eerste instantie voor de verloren schapen van het volk van God; Israel en niet voor de heidenen (Mattheüs 15:24). Hij vergeleek de heidense vrouw, die tot Hem kwam zelfs met een hond! Echter door haar grote geloof kreeg zij wel waar zij om had gevraagd (Mattheüs 15:21-28).
Vaak zeggen gelovigen, dat Jezus met tollenaars en hoereerders omging, om zo hun eigen omgang met goddelozen te vergoelijken en te kunnen leven als de wereld. Maar dit klopt niet helemaal met wat zij zeggen. Jezus ging inderdaad met tollenaars en hoereerders om, maar….
Ten eerste behoorden zij van nature tot het volk van God; Israel. Zij werden echter wel beschouwd als zondaren van het volk van God en daarom als heidenen behandeld, door hen buiten te sluiten van de gemeente van God. Maar naar het vlees behoorden zij tot het Joodse volk. Zij behoorden tot de verloren schapen van het volk van Israël.
Ten tweede bekeerden zij zich van hun werken op grond van Jezus Zijn woorden. De Farizeeërs zagen echter nog de tollenaars en hoereerders in hun oude staat als zondaar en daarom zeiden zij dat Jezus een vriend van zondaars was en daarmee gaven zij aan, dat volgens hen Jezus hun zonden accepteerden en goedkeurden. Maar dat was niet het geval. Want voor Jezus waren zij geen zondaars meer, omdat zij zich op grond van Zijn woorden hadden bekeerd en afstand hadden gedaan van hun zondige werken.
De verzoening tussen God en de mens
Enfin, Jezus kwam om de relatie tussen God en de oude gevallen mens te herstellen. Dit deed Jezus door af te rekenen met het kwaad; de zonde en ongerechtigheden (de zondige natuur), die in die in het zaad en vlees van de oude mens aanwezig is.
In deze dispensatie zien wij de komst en het verlossende werk van Jezus Christus en de verlossing van de oude mens.
Jezus profeteerde over de komst van de Heilige Geest. Daarmee kondigde Hij de komst van een andere Trooster aan. Net zoals de Vader de komst van Jezus Christus en de Heilige Geest had aangekondigd.
De dispensatie van de Heilige Geest
In de derde en tevens laatste dispensatie, die begint vanaf Handelingen 2, staat de Heilige Geest centraal. Wij zien de relatie tussen de Heilige Geest en de nieuwe mens. De nieuwe scheppingen vormen samen de gemeente van Jezus Christus. Ook in deze dispensatie zien wij de samenwerking met God de Vader, Jezus Christus; het Woord en de Heilige Geest. De Heilige Geest vertegenwoordigt de Vader en Jezus Christus; het Woord in de nieuwe mens.
De Heilige Geest getuigt van Jezus Christus. Net zoals Jezus Christus getuigde van Zijn Vader en Zijn werken deed. Zij zijn onlosmakend aan elkaar verbonden, net zoals de nieuwe mens bestaat uit een geest, ziel en lichaam, maar met elkaar zijn verbonden.
In deze dispensatie zien wij de werken van de Heilige Geest. Wij lezen over de wonderen en tekenen, die de Heilige Geest door de nieuwe mens heen deed. Net zoals Jezus wandelde op de aarde als de eerste nieuwe Mens, in de kracht van de Heilige Geest.
Zonder de Heilige Geest kan de nieuwe mens niets doen. De nieuwe mens is volkomen afhankelijk van Hem, net als Jezus.
De belofte en komst van de Trooster; de Heilige Geest was in eerste instantie bedoeld voor het volk van Israel; Gods volk naar het vlees. Maar door de grote genade van God, kwam het heil en de belofte ook tot de heidenen (Romeinen 11:11).
Een ieder, die geloofde in Jezus Christus de Zoon van God en bereid was om zijn eigen zondige leven af te leggen en God wilde dienen, had de mogelijkheid om door Jezus Christus, door de wedergeboorte in de geest, een nieuwe schepping te worden en tot Zijn lichaam te behoren.
En dat is nog steeds mogelijk. Een ieder, die door de wedergeboorte geënt is op Jezus Christus behoort tot het ware volk van God en bezit de Heilige Geest.
Deze dispensatie is nog steeds van kracht en zal blijven bestaan tot aan de voleinding der wereld.
‘Wees het zout der aarde’