In 1 Johannes 5:6-8 schreef Johannes, dat er drie zijn, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest en deze drie zijn één. En er zijn drie, die getuigen op de aarde: de Geest, het water en het bloed, en de drie zijn tot één. Het is duidelijk, Wie de drie, die getuigen in de hemel zijn, maar hoe zit het met de drie, die getuigen op aarde? Wat is de betekenis van de Geest, het water en het bloed, die getuigen op aarde?
De drie, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest
Dit is Hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigen [in de hemel: de Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde]: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één (1 Johannes 5:6-8)
God is één en bestaat uit God de Vader, God de Zoon; het Woord en God de Heilige Geest. Door de hele Bijbel heen zien wij de samenwerking tussen de Vader, het Woord en de Heilige Geest. Want alhoewel het Nieuwe Verbond het Oude Verbond heeft vervangen en de geestelijke staat van de mens is veranderd, is God niet veranderd en is de samenwerking nog steeds hetzelfde.
In de drie dispensatie’s; de dispensatie van God, de dispensatie van Jezus Christus de Zoon en de dispensatie van de Heilige Geest, waarin wij nu leven, zien wij de samenwerking en de getuigenis (Lees ook: Wat zijn de drie dispensaties in de Bijbel?).
De Vader heeft getuigt van Zijn Zoon en Zijn Heilige Geest, De Zoon heeft getuigt van de Vader en van de Heilige Geest, en de Heilige Geest getuigt in de mens van de Zoon en de Vader (Genesis- Openbaring).
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest getuigen in de hemel. Maar hoe zit het met de drie, die getuigen op de aarde; de Geest, het water en het bloed?
De drie, die op de aarde getuigen; de Geest, het water en het bloed
Er is één verbinding tussen de Drie, die getuigen in de hemel en de drie, die getuigen op de aarde en dat is de Geest. De Heilige Geest getuigt in zowel de hemel als op de aarde.
De Heilige Geest is de Geest der waarheid en getuigt van Jezus, de Christus, de Zoon van de levende God, die kwam door water en bloed en volledig Mens was en een Getuige van God was op aarde en het volmaakte verlossingswerk van God voor de gevallen mens volbracht.
Jezus kwam door de Geest en werd geboren uit de maagd Maria (Jesaja 7:14, Mattheüs 1:18-24, Lucas 1:35).
Jezus was de Eerstgeborene van de nieuwe schepping, die geboren was uit God maar volledig Mens was. Daar getuigt niet alleen de Geest van, maar ook het water en het bloed (Johannes 19:34, Lees ook: Was Jezus volledig Mens?)
Voordat Jezus aan Zijn bediening begon, werd Hij gedoopt in water en ontving vervolgens de Heilige Geest. En voordat Jezus de aarde verliet, gaf Hij Zijn leven, Zijn bloed als een zond- en verzoenoffer voor de gevallen mens en verzoende Hij de mens met God.
En zo kwam Jezus door de Geest, het water en het bloed en getuigen de Geest, het water en het bloed van Jezus Christus, de Zoon van God en de Zoon des mensen.
De Vader gaf Zijn Zoon, de Eerstgeborene van de nieuwe schepping, zodat in Jezus Christus, vele andere zonen (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) van Hem geboren zouden worden. Zonen, die uit de Geest geboren zijn, door de Geest, het water en het bloed.
De nieuwe schepping is geboren uit God door de Geest, het water en het bloed en is een getuige van God op aarde.
De Heilige Geest, die in de nieuwe mens woont, verbindt de nieuwe mens met de Zoon en de Vader en getuigt van Hen. En zoals de Vader, het Woord en de Geest één zijn, zo is de nieuwe schepping, die bestaat uit de Heilige Geest, het water en het bloed ook één.
Het getuigenis van het bloed
Want de ziel van het vlees is in het bloed en Ik heb het u op het altaar gegeven om verzoening over uw zielen te doen, want het bloed bewerkt verzoening door middel van de ziel (Leviticus 17:11)
Daarom heb Ik tot de Israëlieten gezegd: Niemand van u zal bloed eten. Ook de vreemdeling, die in uw midden vertoeft, zal geen bloed eten. En ieder van de Israëlieten en van de vreemdelingen, die in uw midden vertoeven, die een stuk wild of gevogelte jaagt, dat gegeten mag worden, zal het bloed daarvan uitgieten en dat bedekken met aarde. Want, wat de ziel van alle vlees betreft – het bloed ervan is zijn ziel; daarom heb Ik tot de Israëlieten gezegd: Gij zult van generlei vlees bloed eten, want de ziel van alle vlees is het bloed: ieder die het eet, zal uitgeroeid worden. En ieder, hetzij geboren Israëliet of vreemdeling, die een gestorven of verscheurd dier eet, zal zijn klederen wassen, zich in water baden en onrein zijn tot de avond; dan zal hij rein zijn. Maar indien hij ze niet wast en zijn lichaam niet baadt, dan zal hij zijn ongerechtigheid dragen (Leviticus 17:12-16)
De ziel van het vlees oftewel het leven van het vlees zit in het bloed. Zowel na de zondvloed als tijdens het geven van de wetten aan Mozes, gebood God de mens om geen vlees met bloed te eten, aangezien de ziel van alle vlees het bloed is en de mens zich niet mocht verontreinigen.
Het bloed mocht niet gegeten worden, maar mocht enkel gebruikt worden op het altaar om verzoening over de zielen van het huis Israëls (Gods volk) te doen, aangezien het bloed verzoening bewerkt door middel van de ziel.
In de eerste dispensatie van God stond het bloed centraal. Het bloed van dieren vloeide rijkelijk door al de offers, die tijdelijke verzoening bracht voor de zonden en ongerechtigheden van de gevallen mens, die behoorde tot het huis Israëls, en de ziel (tijdelijk) zuiverde
Alhoewel het bloed van dieren zuiver was, kon het bloed van dieren niets doen aan de zondige natuur, die regeert in het vlees van de gevallen mens, omdat het vlees en bloed van dieren, ondanks zijn reinheid, anders is dan het vlees en het bloed van mensen. Hierdoor kon een dier nooit de plaats van een mens innemen en afrekenen met de zondige natuur van de gevallen mens, maar wel tijdelijk verzoening doen over de ziel. Er waren veel offers nodig om de rebellie en de overtredingen van Gods volk te verzoenen. Al deze offers staan beschreven in de Wet van Mozes, die behoort bij het Oude Verbond.
Maar voor de verzoening tussen de gevallen mens en God, waarbij er voor eens en voor altijd verzoening zou worden gebracht voor de zonden en ongerechtigheden van de gevallen mens en de mens verzoend zou worden met God, kwam Jezus Christus, de Zoon van God naar de aarde.
Jezus kwam in het vlees en werd gelijk aan de mens (vlees en bloed), zodat Jezus, de plaats kon innemen van de gevallen mens (Lees ook: De Auteur van eeuwige redding).
Als Jezus niet volledig Mens was geweest, zou Jezus niet het Zond- en Verzoenoffer kunnen zijn voor de gevallen mens en had God de zonde en de ongerechtigheden van de gevallen mens niet op Hem kunnen leggen en had God het offer van Zijn Zoon en Zijn bloed niet hebben kunnen aanvaarden.
Maar Jezus was wél volledig Mens en werd als Lam geofferd en droeg de zonde en de ongerechtigheden van de gevallen mens en bracht voor eens en voor altijd verzoening voor de mens, die Zijn offer en Zijn bloed aanvaardt en deel heeft aan Zijn vlees en bloed (o.a. Romeinen 5:10, 2 Korintiërs 5:18, Efeziërs 2:16, Kolossenzen 1:20, Hebreeën 2:14; 9:24-28).
Zonder het bloed van Jezus is er geen vergeving van zonde en vindt er geen verzoening voor de ziel plaats
Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken, en door Hem, vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, alle dingen weder met Zich te verzoenen, door Hem, hetzij wat op de aarde, hetzij wat in de hemelen is (Kolossenzen 1:19-20)
En nagenoeg alles wordt volgens de wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving (Hebreeën 9:22)
Ieder mens wordt geboren als zondaar in een (geestelijke) gevallen staat en heeft vergeving, verlossing en verzoening met God nodig. En daarom heeft ieder mens het offer en het bloed van Jezus Christus nodig voor de vergeving van zonde en de zuivering, verlossing en verzoening van zijn ziel (Lees ook: Iemand moet de prijs betalen).
Jezus was de nieuwe schepping en kwam door de Geest, het water en het bloed.
De mens, die in Jezus Christus gelooft begint waar Jezus eindigde, namelijk met het bloed.
Zonder het bloed van Jezus is er géén vergeving van zonde.
Zonder het bloed van Jezus vindt er geen verzoening met God plaats en blijft de mens dood voor God en gescheiden van God door de zonde.
Daarom begint de bekering met het geloof in Jezus Christus en de acceptatie van het offer van Jezus Christus en Zijn kostbare bloed, dat heeft gevloeid in de hof van Getsemane, op de gijzelplaats en aan het kruis.
Het bloed van Jezus reinigt de mens van zijn zonden en ongerechtigheden en rechtvaardigt de mens.
Zolang de mens in het licht blijft wandelen in gemeenschap met God door de Heilige Geest, zal het bloed van Jezus de mens reinigen en geeft Zijn bloed getuigenis van de nieuwe mens (1 Johannes 1:6-7).
De bekering en de wedergeboorte van de mens begint met het bloed van Jezus, dat de zonde van de mens vergeeft en de mens reinigt van zijn zonden en ongerechtigheden, verlost van zijn zondige natuur en verzoent met God en rechtvaardigt.
Na het bloed voor de verzoening van de ziel, volgt het water voor het lichaam.
Het getuigenis van het water
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen (Romeinen 6:1-4)
De waterdoop is een getuigenis van de keuze die de mens voor Jezus en het volgen van Hem maakt. De doop in water in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest is een bewuste keuze, die de mens maakt om, na de reiniging van de zonde met het bloed van Jezus en de rechtvaardiging van de ziel, zich af te scheiden van de wereld en zich toe te wijden aan Christus en te leven voor Hem.
Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht; In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis, die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; Zijnde met Hem begraven in de doop, in welken gij ook met [Hem] opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft (Kolossenzen 2:9-12 sv)
De waterdoop is de besnijdenis in Christus en is bedoeld voor het lichaam, niet om het vlees te wassen, maar om het vlees af te leggen (Lees ook: Wat betekent de besnijdenis in Christus?).
De oude mens, die dood is voor God, maar levend voor de wereld en de duivel, de zonde en de dood en hen diende, die sterft in Christus Zijn dood en wordt begraven. Vervolgens staat de mens, die levend is geworden voor God en de gerechtigheid, maar dood is voor de wereld en de zonde en de dood, in nieuwheid des levens op als zoon van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen). Maar de mens is nog niet compleet.
Het getuigenis van de Heilige Geest
Zo bleven ook wij, zolang wij onmondig waren, onderworpen aan de wereldgeesten. Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, om hen, die onder de wet waren vrij te kopen, opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen. En, dat gij zonen zijt – God heeft de Geest Zijn Zoons uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader. Gij zijt dus niet meer slaaf, doch zoon; indien gij zoon zijt, dan zijt gij ook erfgenaam door God (Galaten 4:3-7)
Als de mens door het geloof in Christus zich heeft bekeerd en zijn ziel gereinigd heeft met het kostbare bloed van Jezus Christus en in Christus, in Zijn dood en opstanding gedoopt is en zijn vlees (waarin de zondige natuur heerst) heeft afgelegd en in nieuwheid des levens is opgestaan als zoon van God, volgt de doop met de Heilige Geest.
De doop met de Heilige Geest is nodig, aangezien zonder de Heilige Geest de mens niet compleet is en de mens niet als zoon van God kan wandelen op aarde.
Een baby, die in het vlees door water en bloed wordt geboren maar niet ademt, is niet levend maar dood. Het huilen van de baby is zowel het natuurlijke teken als het bewijs dat de baby leeft. En dat geldt ook voor de Heilige Geest.
Als je het bloed van Jezus Christus aanvaard hebt en je hebt laten dopen in water, maar de doop met de Heilige Geest nog niet hebt ontvangen, dan zegt het Woord, dat alhoewel je in nieuwheid des levens bent opgestaan, je nog niet tot geestelijk leven bent gekomen.
Pas als God Zijn adem in jou blaast en de Heilige Geest in jou komt, dan zul je tot leven komen. En als teken daarvan zul je niet gaan huilen, zoals bij de geboorte van een baby, al kan dit wel gebeuren. Maar je zult spreken in nieuwe tongen. Dat zal het teken zijn van de inwoning van de Heilige Geest (o.a. Marcus 16:17, Handelingen 2:4; 10:45-46; 19:6).
De Heilige Geest getuigt in de nieuwe mens van Jezus en de Vader en het zoonschap Gods
Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in Zijn lijden, is dat om ook te delen in Zijn verheerlijking (Romeinen 8:12-17)
De Heilige Geest verbindt de nieuwe mens met Jezus Christus en de Vader. Al wat de Vader tot de Zoon spreekt, spreekt de Zoon tot de Heilige Geest, die in de nieuwe mens woont.
De Heilige Geest getuigt in de nieuwe mens van Jezus de Christus en de Vader en getuigt van het zoonschap Gods.
Als je geboren bent uit God en de Heilige Geest in jou woont, dan weet je dat je God toebehoort en dat God jouw Vader is.
Het Woord zegt, dat wie twijfelt of hij of zij een kind van God is, de Heilige Geest niet bezit. Want de Heilige Geest getuigt niet alleen van Jezus Christus en de Vader, maar getuigt ook met onze geest dat wij kinderen van God (zonen van God) zijn en dus uit God geboren zijn en Hem toebehoren en Zijn Geest in ons woont.
God zei, Mijn Geest zal niet voor eeuwig met de mens twisten. En deze belofte van de Vader ging in vervulling op de dag van Pinksteren, waarop God, door het volmaakte zond- en verzoenoffer van Jezus Christus en Zijn bloed, de Heilige Geest naar de aarde zond om woning te maken in de verloste, gerechtvaardigde, gewassen en geheiligde nieuwe mens.
The nieuwe mens is gereinigd en gerechtvaardigd door het bloed van Jezus en geboren uit water en Geest.
Door de Geest is de mens verbonden met God en leven de Vader en de Zoon in de nieuwe mens en zijn samen één (o.a. Johannes 14:15-23; 15:9-10).
God getuigt in de hemel en de zonen van God getuigen op de aarde
En zo zijn er drie, die getuigen in de hemel; de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, en samen één zijn (God). En er zijn drie, die getuigen op de aarde; de Geest, het water en het bloed en de drie zijn tot één, (de nieuwe mens; zoon van God).
De Geest, het water en het bloed getuigen niet alleen van Jezus Christus, die de Eerstgeborene van de nieuwe schepping (de nieuwe Mens) is, maar ook van de andere nieuwe scheppingen, die geboren zijn in Hem door het bloed, het water en de Geest.
Jezus, de Zoon van God, werd aan de mens gelijk en werd de Zoon des mensen, zodat wij in Hem, zonen van God zouden worden.
‘Wees het zout der aarde’