Er zijn heel veel mensen, die met wrok naar anderen toe leven en anderen de schuld geven, voor wat hen is aangedaan. De herinneringen en gedachten over het onrecht dat hen is aangedaan beheerst hun denken en daardoor hun leven. Zij meten zich een slachtofferrol aan en maken iedereen, die zij tegenkomen, deelgenoot van hun leed. Zij zijn teleurgesteld en verbitterd en zitten vol boosheid en soms zelfs haat en kunnen de ander(en) maar niet vergeven. Omdat zij weigeren om te vergeven, leven zij niet in vrijheid in het heden, maar leven zij in gebondenheid als slaaf van het verleden. Dit fenomeen komt helaas niet alleen onder ongelovigen voor, maar ook onder Christenen. Dit komt omdat veel Christenen onwetend zijn omtrent het geheimenis van vergeving. Want als zij bekend zouden zijn met het geheimenis van vergeving, dan zouden zij anderen vergeven in plaats van te leven in onvergevingsgezindheid. Wat zegt de Bijbel over vergeving? Wat is het geheimenis van vergeving?
De bittere vrucht van onvergevingsgezindheid
Er zijn veel Christenen, die niet wandelen in vergevingsgezindheid, maar blijven volharden in onvergevingsgezindheid, waardoor zij niet in vrijheid leven, maar in gebondenheid. Zij zijn niet in staat om een ander of anderen te vergeven. En daardoor zijn zij niet in staat om het verleden los te laten. Zij beschuldigen anderen voor het leed en onrecht wat hen is aangedaan en dat kunnen zij of liever gezegd, dat willen zij, niet loslaten.
Maar is het niet ironisch, dat je wordt overspoeld met predikingen over de liefde en dat veel Christenen het woord ‘liefde’ en de boodschap van liefde, te pas en te onpas gebruiken en zelfs misbruiken om de zonden en ongerechtigheden van anderen te rechtvaardigen en te accepteren, maar dat zij zelf de boodschap van de liefde niet toepassen in hun eigen leven om een ander of anderen te vergeven?
Er is begrip voor mensen, die in zonden leven en dingen doen, die voor God een gruwel zijn en tegen Zijn wil ingaan, maar er is géén begrip voor mensen, die bewust of onbewust een fout hebben gemaakt en hen iets hebben aangedaan.
Het onrecht wat God wordt aangedaan, door te blijven volharden in zonde, is niet erg en moet niet gestraft worden, maar het onrecht wat de mens wordt aangedaan is wel erg en moet wel gestraft worden.
Dit gedrag bewijst wederom, de hoogmoed van de mens en dat de mens centraal staat in het moderne evangelie in plaats van God.
Het bewijst dat de mens, die zegt gelovig te zijn, niet wedergeboren is, maar nog behoort tot de oude generatie van de gevallen mens, die zelf op de troon van zijn leven zit en wandelt naar het vlees. Want het vlees is nog niet gestorven.
De persoon behoort niet tot de nieuwe generatie van de wedergeboren mens, waar Jezus op de troon zit in het leven en die wandelt naar de Geest. Want door deze handelingen, die voortkomen uit een verwerpelijk denken, schenkt de persoon bijval aan de zonden, waarin zondaren blijven volharden.
Iemand kan zeggen, dat hij/zij gelooft en een kind van God is, maar de werken van de persoon, zoals het accepteren van zonden en het leven in onvergevingsgezindheid bewijzen iets anders.
Jezus zegt, dat je aan de vrucht, de boom zal herkennen. Deze vrucht van onvergevingsgezindheid is geen vrucht van de geest, maar van het vlees. Als een persoon blijft wandelen in onvergevingsgezindheid, bewijst dit dat de persoon wandelt naar het vlees en zich laat leiden door zijn/haar gevoelens en emoties.
Onvergevingsgezindheid is als vergif, dat je zelf opdrinkt
Zij denken door het niet vergeven van een ander(en) de ander te duperen. Maar in werkelijk duperen zij zichzelf. Zonder dat zij zich ervan bewust zijn, zijn zij zelf het slachtoffer van de bittere vrucht, die zij dragen.
Er is een gezegde, dat zegt: “onvergevingsgezindheid is als vergif, dat je zelf opdrinkt, wachtende tot de ander sterft” En zo is het ook. Want door te leven in onvergevingsgezindheid, heb je er niemand mee, dan alleen jezelf. Want terwijl jij in boosheid leeft met een verbittert hart, gaat de ander vrolijk verder met zijn/haar leven en heeft nergens last van.
De geboden van Jezus zijn zwaar voor de oude mens
Jezus wandelde niet naar het vlees, maar naar de Geest en had het beste voor met de mensen, die tot God’s volk behoorden. Daarom onderwees Hij hen in Zijn geboden, die dezelfde geboden waren als de Vader. Jezus scherpte zelfs nog enkele geboden aan, omdat Hij wist waar de nieuwe mens toe in staat was en net als Hem de wet zou kunnen vervullen (Lees ook: ‘Is een mens in staat om de wet te vervullen?‘).
De geboden van God en Jezus zijn zwaar voor de oude mens, die ziels en ongeestelijk is en wandelt naar het vlees en daardoor zich laat leiden door zijn zintuigen, vleselijk denken, gevoelens, emoties en de armelijke wereldgeesten. Maar voor de nieuwe mens, die gezeten is in Jezus Christus; het Woord en wandelt in de kracht van de Heilige Geest naar de geest, zijn deze geboden niet zwaar (Lees ook: ‘De strijd en zwakheid van de oude mens’).
Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
Geef ons heden ons dagelijks brood; en vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren (Mattheüs 6:12)
Toen de discipelen, die overigens nog niet wedergeboren waren, aan Jezus vroegen om hen te leren bidden, benoemde Jezus ook het aspect vergeving.
Als jij het ‘onze Vader’ bidt, dan zeg je en beloof je, dat jij jouw schuldenaren, diegenen die jou onrecht of pijn hebben aangedaan en/of tegen jouw wil of verwachting iets hebben gedaan, vergeeft. Nu gaat het erom of jij jouw belofte aan God ook nakomt en uitvoert, wat inhoudt dat jij doet wat jij Hem belooft en anderen vergeeft.
Je kunt nog zoveel zeggen en beloven, maar het gaat erom of jij jouw belofte(n) nakomt. Van elk woord, dat jij uitspreekt zul jij rekenschap moeten afleggen op de dag van het oordeel (Mattheüs 12:36).
Wees daarom dus voorzichtig met de beloftes, die je maakt en niet nakomt. Want als jij niet doet wat jij belooft, dan ben je een leugenaar. En de eindbestemming van leugenaars is niet zo rooskleurig (Openbaring 21:8).
Als jij vergeeft, vergeeft jouw hemelse Vader jou
Want indien gij de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u vergeven; maar indien gij de mensen niet vergeeft, zal ook uw Vader uw overtredingen niet vergeven (Mattheüs 6:14)
Dit is een hard gezegde! Want Jezus zegt, dat als jij anderen niet hun overtredingen (naar jou toe) vergeeft, jouw hemelse Vader jouw overtredingen ook niet zal vergeven. Dit betekent, dat als jij anderen hun zonden (naar jou toe) niet vergeeft, maar toerekent, Jouw hemelse Vader jouw zonden (naar Hem toe) ook niet zal vergeven, maar zal toerekenen, waardoor jouw eindbestemming weleens heel anders zal kunnen zijn, dan dat jij denkt.
Want toen Petrus aan Jezus vroeg hoe vaak hij een persoon, die tegen hem gezondigd had, moest vergeven en vroeg of dat zeven maal was, antwoordde Jezus: “zeventig maal zeven maal”.
Jezus gaf hun een gelijkenis en zei, dat het Koninkrijk der hemelen te vergelijken is met een koning, die afrekening wilde houden met zijn slaven. Toen hij begon te rekenen, werd een voor hem geleid, die hem tienduizend talenten schuldig was. Omdat de slaaf niet bij machte was om hem te betalen, beviel zijn heer hem te verkopen, met zijn vrouw en kinderen al wat hij bezat, zodat er betaald kon worden.
De slaaf wierp zich neder als smekeling en zei: “Heb geduld met mij en ik zal u alles betalen”. De heer van die slaaf kreeg medelijden met hem en hij liet hem vrij en schold hem de schuld kwijt.
Toen die slaaf wegging, trof hij één van zijn medeslaven aan, die hem honderd schellingen schuldig was en hij greep hem bij de keel en zei: “Betaal wat gij schuldig zijt”. De medeslaaf nu wierp zich voor hem neder en bad hem dringend, zeggende: “Heb geduld met mij en ik zal u betalen”. Doch hij wilde niet, maar ging heen en zette hem gevangen, totdat hij het verschuldigde zou betaald hebben. Toen nu zijn medeslaven zagen, wat er gebeurd was, werden zij zeer verdrietig en gingen hun heer al wat er gebeurd was, mededelen.
Toen ontbood zijn heer de slaaf en zei tot hem: “Slechte slaaf, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, daar gij het mij dringend hadt gevraagd. Hadt ook gij geen medelijden moeten hebben met uw medeslaaf, zoals ook Ik medelijden had met u?” En zijn meester werd toornig en gaf hem in handen van de folteraars, tot dat hij hem al het verschuldigde zou betaald hebben. Alzo zal ook mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet, een ieder zijn broeder, van harte vergeeft (Mattheüs 18:23-35)
God moet vergeven en vergeten, maar jij niet?
En wanneer gij staat te bidden, vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve (Indien gij echter niet vergeeft, zal ook uw Vader, die in de hemelen is, uw overtredingen niet vergeven (Marcus 11:25-26)
God moet maar vergeven, maar jij hoeft niet te vergeven? Dat klopt niet! De Bijbel zegt niets over voorrechtsposities en dat de mens boven God is gesteld. God is de Allerhoogste en als Hij vergeeft, dan behoren diegenen, die uit Hem geboren zijn en Hem toebehoren en Jezus volgen, ook te vergeven.
Als jij de nieuwe mens bent geworden en God’s natuur bezit door de inwoning van de Heilige Geest, dan zul je net als Hem anderen vergeven. Als een persoon jou vergeving vraagt, dan zul je vergeven.
Je zult niet meer leven in het verleden en tijdens een gesprek met de persoon steeds de kist van het verleden opendoen en de fouten van de persoon naar boven halen en steeds benoemen. Want vergeven betekent ook vergeten. En niet zoals velen zeggen: “ik vergeef je, maar ik vergeet het niet”. Want als je het niet kan vergeten, dan heb je de ander in werkelijkheid niet vergeven. Je kan het zeggen, maar als het nog in jouw hart en denken leeft, dan heb je niet vergeven.
Wat is het geheimenis van vergeving?
Een kist met veel inhoud weegt zwaar. Er zijn veel Christenen, die dagelijks een kist van het verleden aan een touw met zich meezeulen. Dit is niet naar de wil van God. Daarom gaf Jezus de opdracht om anderen te vergeven, zodat jij niet alleen vergeving ontvangt van jouw hemelse Vader, maar als jij een ander vergeeft en hier komt het grote geheimenis: als jij de ander vergeeft, dan pas zul jij verlost worden van het verleden en het verleden kunnen loslaten.
Als jij het verleden kan loslaten, dan pas zul jij in vrijheid leven. Jij zult niet meer teleurgesteld, bitter, boos en terneergedrukt zijn, maar jij zult blij, vreugdevol en hoopvol zijn en de vrede van God ervaren.
Laat los en jij zult losgelaten worden
Jij kan bidden wat jij wilt voor bevrijding van het verleden, maar God zal het gebed niet verhoren. Waarom niet? Omdat God jou de macht heeft gegeven om zelf af te rekenen met het verleden, door anderen te vergeven.
God heeft Zijn Woord gegeven, waarin alles staat beschreven over Zijn wil en het leven van de wedergeboren mens op aarde. De Bijbel is de handleiding voor de nieuwe mens. Als jij de woorden van God tot jou neemt en uitvoert in jouw leven en dus een doener wordt van het Woord, dan zal de uitwerking van elk geestelijk woord, zichtbaar worden in jouw leven (Lees ook: Voor wie de Bijbel bedoeld?).
God heeft jou Zijn Woord en Zijn Kracht gegeven en het is aan jou om daarin te geloven en op Hem te vertrouwen en datgene, wat Hij jou heeft opgedragen om te doen, toe te passen in jouw leven.
Vergeving is vertaald vanuit het Griekse woord ‘apoluō’, dat betekent: volledig vrij maken, dat wil zeggen (letterlijk) verlichten, loslaten, ontslaan (reflexief vertrekken), of (figuurlijk) laten sterven, gratie verlenen of (in het bijzonder) scheiden (Strong’s Concordance).
Als jij vergeeft, wat betekent dat jij los laat, zul jij ook losgelaten worden. Maar het is aan jou of jij luistert naar jouw vlees en het vlees gehoorzaamt en daardoor het touw met de zware kist blijft meezeulen of dat jij luistert naar het Woord en de Geest en Hen gehoorzaamt en het touw van de zware kist loslaat.
‘Wees het zout der aarde’