In Lukas 16:19-32 lezen wij de gelijkenis van de rijke man en Lazarus. Maar waarom vertelde Jezus de gelijkenis van de rijke man en Lazarus? Wat wilde Jezus met deze gelijkenis duidelijk maken?
Jezus onderwees aan de hand van gelijkenissen
Voordat Jezus de gelijkenis van de rijke man en Lazarus vertelde, had Jezus al verschillende gelijkenissen gesproken tot Zijn discipelen en de schare die bij Hem waren. Deze gelijkenissen gingen o.a. over het hart van de Vader, het verloren schaap, de geldzucht van de mens en dat je niet twee meesters kunt dienen; God en de mammon.
Ook de Farizeeën, die geldgierig waren, luisterden naar het onderwijs van Jezus en de gelijkenissen, die Hij sprak,
Na het horen van de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester, haalden de Farizeeën hun neus op en bespotten Jezus.
Maar Jezus was niet geïntimideerd door de Farizeeën en trok zich er niets van aan.
In plaats dat Jezus zich terugtrok en zweeg, confronteerde Jezus de Farizeeën met het feit, dat zij zichzelf rechtvaardigden voor de mensen, maar dat God hun hart kende en dat wat hoog is onder de mensen een gruwel is voor God.
Jezus vervolgde, dat de wet en de profeten waren tot aan de komst van Johannes de Doper. Vanaf de komst van Johannes werd het goede nieuws van het Koninkrijk van God verkondigd en ieder dringt zich erin.
Maar de morele geboden van God, die golden in de wet, gelden nog steeds in Zijn Koninkrijk (ongeacht de mening en aanpassing van mensen).
De morele wetten van de Wet gelden nog steeds in Gods Koninkrijk
Jezus haalde de wet van echtbreuk aan, die behoorde tot de wet van Mozes, maar nog steeds geldt in het Koninkrijk van God.
Jezus zei, dat wie zijn vrouw wegstuurt oftewel wie het verbond met zijn vrouw verbreekt door echtscheiding, en een andere vrouw trouwt, die pleegt echtbreuk. En wie de vrouw, die is weggezonden door haar man, tot vrouw neemt en een verbond aangaat, pleegt echtbreuk.
Na deze woorden, vertelde Jezus de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus
Wat is de gelijkenis van de rijke man en Lazarus?
In de gelijkenis van de rijke man en Lazarus vertelde Jezus over een rijke man, die gekleed was met purper en zeer fijn linnen. Deze rijke man was vrolijk en leefde elke dag in luxe (overdadig).
Er was ook een bedelaar, die Lazarus heette. Lazarus lag voor zijn poort en zat onder de zweren.
Lazarus begeerde te eten van de kruimels, die van de tafel van de rijke man op de grond vielen. Maar in plaats dat hij van de kruimels kreeg te eten, kwamen de honden en likten zijn zweren.
De rijke man had alles wat zijn hart begeerde en vulde zich met de rijkdom en overvloed van de wereld. Maar Lazarus leed en ontving niets van wat hij begeerde.
Totdat de tijd aanbrak voor de rijke man en de arme Lazarus om de aarde te verlaten en het tij voor beiden keerden en de rollen werden omgedraaid.
Door de dood keerde het tij voor de rijke man en Lazarus en werden de rollen omgedraaid
Lazarus stierf en werd gedragen door de engelen in Abrahams schoot. Ook de man stierf en werd begraven. Alleen werd de rijke man niet door de engelen gedragen in Abrahams schoot, zoals bij Lazarus, maar hij opende zijn ogen in de hel.
Terwijl hij leed onder de pijnigingen in de hel, zag hij Abraham van verre met Lazarus in zijn schoot.
De rijke man schreeuwde, Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus, zodat hij de top van zijn vinger in water onderdompelt en mijn tong afkoelt, want ik word gekweld in deze vuurvlam.
Maar Abraham zei, Zoon, herinner u dat u het goede deel hebt ontvangen in uw leven en Lazarus evenzo het kwade. En nu wordt Lazarus vertroost en u lijdt pijn.
Omdat er tussen de rijke man en Abraham en Lazarus een grote kloof was aangebracht konden zij, die in het gedeelte waar Abraham en Lazarus waren, niet naar het gedeelte van de rijke man komen en omgekeerd.
De rijke man bad om Lazarus naar zijn broers te sturen om hen te waarschuwen voor de hel
Aangezien Lazarus niet bij de rijke man kon komen, bad de rijke man tot vader Abraham en vroeg hem om Lazarus naar het huis van zijn vader te sturen om te getuigen en zijn 5 broers te waarschuwen, zodat zij ook niet in dezelfde plaats van pijnigingen terecht zouden komen.
Maar ook dat was niet mogelijk. Abraham zei, dat zij Mozes en de profeten hadden en daar naar moesten luisteren.
De rijke man zei, Nee vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe zou gaan, dan zullen zij zich bekeren.
Abraham zei, dat als zij niet naar Mozes en de andere profeten luisterden, zij zich ook niet zouden laten overtuigen als iemand uit de doden zou opstaan en tot hen zou komen (Lucas 16:19-31).
Wat is de betekenis van de gelijkenis van de rijke man en Lazarus?
Er valt veel te zeggen over de gelijkenis van de rijke man en Lazarus, aangezien je deze gelijkenis van verschillende kanten kunt belichten. Maar waar de gelijkenis van de rijke man en Lazarus hoofdzakelijk om draait en wat Jezus met deze gelijkenis probeerde duidelijk te maken, was dat Gods zienswijze en maatstaven anders zijn dan de zienswijze en maatstaven van de mens (de wereld) en het gaat om gehoorzaamheid aan God.
God ziet niet zoals de mens ziet. De mens kijkt naar het uiterlijk en wat voor ogen is, maar God ziet het hart aan en wilt gehoorzaamheid aan Hem. Wat hoog is onder de mensen is een gruwel voor God. (o.a. 1 Samuël 16:7, Lukas 16:15).
De rijke man was zelfzuchtig en keek niet om naar Lazarus
Wie dan de goederen van de wereld heeft, en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn hart voor hem toesluit, hoe kan de liefde van God in hem blijven? (1 Johannes 3:17)
In de gelijkenis van de rijke man en Lazarus vergeleek Jezus de Farizeeën met de rijke man. De rijke man was vermogend en had een geweldig leven, maar hij onderhield niet de Wet en de profeten en leefde daarom niet naar de wil van God.
Hij was zelfzuchtig en hield alles wat hij bezat voor zichzelf en keek niet om naar de armen.
De rijke man keek niet om naar de arme Lazarus, die bij zijn poort lag en nodig had wat hij bezat en aan hem kon geven. Hij sloot zijn ogen en oren voor hem en zijn nood en liep aan hem voorbij zonder hem te geven wat hij nodig had en wat hij hem kon geven.
Alhoewel de rijke man een zoon van Abraham was en in het verbond was geboren, leefde hij niet in gehoorzaamheid aan de Wet en de profeten, maar verwierp deze. Net als de Farizeeën, die ondanks hun positie en kennis van de schriften en de verkondiging van de Wet en de profeten, niet leefden naar de Wet en de profeten.
De Farizeeën kenden de schriften, maar leefden niet in gehoorzaamheid aan Gods wil
De Farizeeën waren hoogmoedig, geldgierig en leefden naar hun eigen wil en de lusten en begeerten van het vlees. Zij hadden God niet lief met heel hun hart. Daarom ging hun hart niet uit naar God en het doen van Zijn wil en bekommerden zij zich niet om het welzijn van Gods kudde en droegen geen zorg voor de schapen.
De Farizeeën keken niet om naar de armen en de weduwen, maar zij aten de huizen van de weduwen (Mattheüs 23:14, Markus 12:40, Lukas 20:47).
De Farizeeën hadden enkel liefde voor zichzelf, macht en geld en hielden wat zij hadden voor zichzelf.
Zij waren uit op eigen gewin, een machtspositie en aanzien onder de mensen, en behandelden de schapen als koopwaar.
Maar alhoewel zij aanzien hadden bij de mensen en de mensen ontzag voor hen hadden en hen bewonderden, hadden zij geen aanzien bij God. Ongeacht het feit dat zij tot het huis van Israël behoorden en in de tempel waren aangesteld als leiders en leraars van Zijn volk.
God verachtten hen, omdat zij weigerden om zich te onderwerpen aan Hem, Zijn woorden te gehoorzamen, Zijn geboden te onderhouden en Zijn wil te doen.
Zij leefden vanuit hun boos en verdorven hart naar hun eigen wil, lusten en begeerten en bleven volharden in zonde en ongerechtigheid, terwijl zij zich heilig en rechtvaardig voordeden.
Maar God kende hun hart.
Iemand, die God toebehoort gehoorzaamt Hem en doet Zijn wil
Uit het hart komen de gedachten, woorden en werken voort, die getuigen wie iemand toebehoort en liefheeft.
Iemand, die God werkelijk toebehoort en geboren is uit Hem, heeft het denken van Christus en luistert naar Hem en gehoorzaamt Zijn woorden en doet Zijn werken en leeft naar Zijn wil in gerechtigheid.
Iemand, die de wereld toebehoort luistert naar de woorden van de wereld en denkt, spreekt en handelt als de wereld overeenkomstig de wil van de (gevallen) mens en leeft in ongehoorzaamheid aan God in ongerechtigheid.
Als de Farizeeën werkelijk besneden waren van hart en hun hart God toebehoorde, dan hadden zij geluisterd naar de woorden van Mozes en de profeten en deze opgevolgd in hun leven.
Als zij de woorden van Mozes en de profeten hadden gehoorzaamd en opgevolgd in hun leven, dan hadden zij Johannes de Doper erkend als door God gezonden en geluisterd naar zijn woorden en de oproep van bekering en zich bekeerd van hun zonde en zich laten dopen in water.
Zij zouden dan ook Jezus erkend hebben als de Zoon van God en de Messias en naar Hem geluisterd hebben en Zijn woorden geloofd en gehoorzaamd hebben.
Maar dat hadden zij niet.
De Farizeeën waren hoog in aanzien bij de mensen, maar in Gods ogen waren zij verwerpelijk
Ondanks het feit, dat zij bekend waren met de schriften en verkondigers van de Wet en de profeten waren, leefden zij niet naar de wet en de profeten, maar hadden de woorden van God, die door Mozes en de profeten waren gesproken, verworpen.
En omdat zij niet luisterden naar de Wet en de profeten, maar deze hadden verworpen, luisterden zij ook niet naar Jezus, die de woorden van de Vader sprak en Zijn werken deed, maar verwierpen Hem.
In hun eigen ogen en in de ogen van mensen waren de Farizeeën rechtvaardig, belangrijk, machtig, hoog in aanzien en rijk in kennis van de schriften en gezien als door God gezonden. Maar in de ogen van God waren zij verwerpelijk en zou hun bestemming zijn als de rijke man. (Lees ook: Het verschil tussen Jezus en de religieuze leiders).
Gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan God bepaalt de bestemming van mensen
In de hel kwam de rijke man erachter, dat gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan de Wet en de profeten, die de wil van God vertegenwoordigen, bepalend was voor de bestemming van de mens.
Daarom wilde de rijke man zijn broers waarschuwen voor de hel. Hij wilde dat Lazarus naar hen toe zou gaan en vertellen dat zij wél moesten luisteren naar de woorden van de Wet en de profeten, zodat hun bestemming anders zou worden dan de bestemming van hun broer, die in de vuurvlam werd gepijnigd.
Maar de gebeden van de rijke man en zijn hulpgeroep voor het zenden van Lazarus om zijn tong met water te koelen en het zenden van Lazarus naar zijn broers om hen te waarschuwen werden niet verhoord.
Jezus openbaarde de waarheid van God en het bestaan van de hel
Door de gelijkenis van de rijke man en Lazarus openbaarde Jezus de waarheid van God omtrent het leven, Zijn wil, Zijn zienswijze en oordeel, het leven na de dood, en het bestaan van de hel.
Degenen, die God liefhebben met heel hun hart, ziel, verstand en kracht, en zich onderwerpen aan Hem en Zijn woorden gehoorzamen en Zijn geboden onderhouden en naar Zijn wil leven in gerechtigheid, die zullen met Hem zijn.
Maar degenen, die zichzelf liefhebben en de rijkdom en macht van deze wereld en leven naar de wil, lusten en begeerten van het vlees in zonde en ongerechtigheid, die zullen naar de hel gaan.
Jij hebt een keuze om de woorden van Jezus te geloven en gehoorzaam te zijn aan God of Zijn woorden te verwerpen en ongehoorzaam te zijn aan God.
Voor de rijke man was het te laat om zich te bekeren en zijn leven te veranderen. Maar als jij dit leest is het niet te laat om je te bekeren en jouw leven te veranderen.
Jouw bestemming hangt af van de keuze die jij maakt in jouw leven op aarde. Kies daarom verstandig.
‘Wees het zout der aarde’