Door de jaren heen, is het evangelie en het geloof langzaam aangepast. Beetje bij beetje zijn er verkeerde leringen, oftewel dwaalleringen, in veel kerken, gemeenten en in de levens van de Christenen binnengekomen. Door deze verkeerde leringen kunnen veel Christenen de gezonde leer niet meer verdragen en wordt er alleen nog maar gepredikt naar de verwende oren en de wil van de mens. Veel predikers staan in dienst van de mens, in plaats van God. Zij doen er alles aan om de mens te behagen, zodat zij naar de kerk blijven komen. Want zij weten, dat als zij ook maar iets prediken, dat confronterend is en dat tegen de wil van de mens ingaat, de mens zich beledigd en aangevallen zal voelen en niet meer zal komen. Daarom wordt er maar nauwelijks over Jezus Chistus, het verlossingswerk aan het kruis, het bloed, de zonden en het wegdoen van de zonden, het afsterven aan jezelf en de heiliging gepredikt. En als erover gepredikt wordt, is de boodschap zo aangepast, dat de boodschap er nog steeds voor zorgt, dat de mens onveranderd oftewel de oude mens blijft en er geen verandering optreedt in de levens van Christenen. Daarom zei Jezus tot Zijn discipelen, dat als Hij terugkomt, zal Hij het geloof vinden op aarde? Zal Jezus het geloof vinden in de Gemeente? Zal Jezus het geloof vinden in de levens van Christenen?
Wat is er gebeurd met de kerk?
In plaats dat de kerk (de verzameling van gelovigen, die bij elkaar komen en het gezag van het Koninkrijk van God op deze aarde vertegenwoordigt) zich afscheidt van de wereld en daarmee zich afscheidt van de zonden, blijft de kerk wandelen in de zonden.
Velen luisteren niet, of nauwelijks, naar het Woord en passen het Woord daarom ook niet meer toe in hun leven.
Velen streven niet naar heiligheid en gerechtigheid en om heilig te wandelen, zoals Jezus gewandeld heeft; in volkomen gehoorzaamheid aan de Vader. Maar zij streven alléén naar de wonderwerken en de krachten, die Jezus deed en daarnaast naar acceptatie van de wereld. Zij doen er werkelijk alles aan, om in het vizier van de wereld te komen en door de wereld geaccepteerd te worden.
Er is bijna geen verschil tussen gelovigen en ongelovigen
Er is haast geen verschil meer tussen de wereldlingen, die de duivel dienen en hem gehoorzamen en tot vader hebben en de gelovigen, die zogenaamd Jezus dienen en God tot Vader hebben.
Één of twee keer in de week naar de kerk of gemeente gaan, een lidmaatschap en/of een taak verrichten in de kerk of gemeente, goede doelen ondersteunen en humanistische gedrag, maakt je nog geen Christen en geeft je géén toegang tot het Koninkrijk der Hemelen.
Er zijn vele mensen, die zeggen gelovig te zijn en die hun hele leven lang continue onder het gehoor zitten en vele seminars en conferenties bezoeken, zonder dat zij tot de erkentenis van de waarheid komen.
Want tot hen behoren zij, die zich in de huizen indringen en vrouwtjes weten in te palmen, die met zonden beladen zijn en gedreven worden door velerlei begeerten, die zich te allen tijde laten leren, zonder ooit tot erkentenis van de waarheid te kunnen komen (2 Timotheüs 3:6-7)
Is dit niet vreselijk? Dat je denkt gered te zijn en naar de wil van God leeft, maar je dit in werkelijkheid niet doet? Hoe komt dit?
Dit komt omdat vele gelovigen het Woord hebben verlaten, daarom kennen zij de waarheid niet. Zij kennen niet de ware Jezus Christus, het levende Woord. Maar zij hebben een denkbeeldige Jezus gecreëerd, die erg veel overeenkomt met hunzelf en leven daardoor in de leugen. Zij vullen zich met leugens, die hun leven een stuk aangenamer maken.
Vele gelovigen begeven zich op zelfverkozen wegen
De bedroefde waarheid is, dat vele gelovigen Gods Woord en daarmee het geloof in Jezus; het levende Woord, hebben verlaten en op zelfverkozen wegen zijn gegaan. Velen gelovigen wandelen niet meer naar Zijn inzettingen en wandelen niet, als wedergeboren Christenen, naar de Geest, maar laten zich leiden door de wereld en hun vlees en leven naar hun lusten, begeerten en gevoelens en handelen naar de wil van zichzelf.
Wat de mens wil, dat gebeurt ook. Zij laten zich leiden door hun zintuigen, gevoelens, emoties, gedachten en begeerten.
Doordat zij de oude mens blijven en door hun vlees worden geregeerd, komen zij vaak in de problemen terecht.
Maar is het niet zo, dat je in Christus Jezus jouw eigen leven vrijwillig hebben afgelegd en bent afgestorven aan jezelf?
Dat het nu niet meer om jouw wil, maar om Zijn wil gaat? Ben je niet geplaatst in Hem, in de Hemelse Gewesten en zou je niet vanuit die positie Zijn wil moeten uitvoeren op deze aarde en zo het Koninkrijk van God naar de aarde brengen? In plaats, dat je het koninkrijk van de wereld; het koninkrijk van de duivel, versterkt door te blijven leven naar het vlees in zonden?
Jezus volmaakte werk verloochend
Hoe vaak gebeurt het niet, dat predikanten, voorgangers, dominees, pastors, apostelen, evangelisten, oudsten etc. zeggen te geloven in Jezus Christus en Zijn werk, maar zichzelf nog steeds als zondaar blijven zien. Omdat zij zichzelf als zondaar blijven zien, tolereren zij de zonden en blijven volharden in de zonden. Hoe kan dit? Het Woord zegt duidelijk, dat wij geen zondaren meer zijn, maar dat wij in Jezus Christus heilig en rechtvaardig gemaakt zijn. Zijn Geest is gegeven aan de nieuwe schepping; de nieuwe mens en woont in de nieuwe mens. Doordat de nieuwe schepping Zijn Geest heeft ontvangen, is het mogelijk om net als Jezus, als zoon van God te wandelen op deze aarde.
Zolang een mens blijft geloven, dat hij een zondaar blijft, geeft hij indirect aan, dat het werk van Jezus Christus aan het kruis niet genoeg was en dus niet volmaakt. Hij geeft aan, dat het bloed van Jezus Christus wat gevloeid heeft op de geselplaats en aan het kruis, niet krachtig genoeg was, om de mens te verlossen van de zonden en ongerechtigheden en te bevrijden van de zondige natuur.
De mens gelooft dus niet in Jezus Christus en Zijn verlossende werk.
Ja, wij worden allemaal als zondaren in het vlees geboren en ja, er is niemand uitgezonderd.
Ieder mens blijft een zondaar, totdat de zondaar Jezus aanneemt, als Verlosser en Heer en een nieuwe schepping wordt, door Zijn bloed, de waterdoop en de doop met de Heilige Geest.
Vanaf dat moment, heb jij jouw eigen leven vrijwillig ingeruild voor Zijn leven; jouw wil voor Zijn wil en is het aan jou om jouw kruis op te nemen en Jezus te volgen.
Het geloof wordt aangetast door leugens van mensen
Als wij iedere keer de woorden uit de Bijbel uit zijn context halen en een eigen interpretatie of een eigen mening eraan geven, dan wordt het een verdraaide waarheid en is het dus geen waarheid meer.
Laten wij als voorbeeld de gedeelten in de Bijbel nemen, waarin Jezus met de tollenaars en zondaren aanlag en met hen at en door de Farizeeën en schriftgeleerden hierop werd aangesproken (Mattheüs 8:9, Marcus 2:13 en Lucas 5:29).
Er wordt vaak gezegd: Jezus ging met tollenaars (hypocrieten mensen, leugenaars, plunderaars, afpersers, oplichters, fraudeurs, geld lustige) en zondaars om en was een vriend van tollenaars en zondaars (Luc 7:34), dus wij mogen ook omgaan met ongelovigen, daar is helemaal niets mis mee.
Ja, Jezus ging met tollenaars en zondaars om, maar zij behoorden ten eerste wel tot het volk van Israel, het uitverkoren volk van God naar het vlees en behoorden dus niet tot de heidenen.
Ten tweede geloofden deze zondaars in Jezus Christus en kwamen tot berouw, bekeerde zich en legden hun boze praktijken meteen af.
Zacheüs, de oppertollenaar, bekeerde zich en gaf zelfs de helft van zijn bezit aan de armen en was tevens bereid om diegene, die hij had afgeperst, het viervoudig te vergoeden:
Maar Zacheüs ging staan en zeide tot de Heere: Zie, de helft van mijn bezit, Heere, geef ik de armen, en indien ik iemand iets heb afgeperst, vergoed ik het viervoudig. en Jezus zeide tot hem: Heden is aan dit huis redding geschonken, omdat ook deze een zoon van Abraham is. Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te zoeken en te redden (Lucas 19:8-10)
Jezus tolereerde en accepteerde géén zonden. Hij ging niet met zondaren om, om deel te nemen aan hun boze praktijken, maar Hij bracht de zondaren (die tot het volk van God behoorden) tot bekering.
Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars tot bekering (Lucas 5:32)
Jezus heeft de mens lief,
maar niet de werken van de oude mens
Jezus had de mens lief, maar niet de werken (zonden) van de oude mens, die uit het vlees waren (hoererij, afgoderij, lust, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen ed).
Hij haatte de werken, die voortkwamen uit de natuur van Adam, omdat zij tegen de wil van de Vader ingingen. Jezus haat dit nog steeds, want Hij is onveranderd en daarom is Hij niet van Zijn standpunt afgeweken.
Jezus haat nog steeds de zonden, ondanks Zijn werk aan het kruis en Zijn bloed dat heeft gevloeid. Zijn werk en ZIjn bloed geeft de mens geen volmacht om te blijven zondigen, maar Zijn werk en ZIjn bloed geven de volmacht om een nieuwe mens; zoon van God te worden en samen met Jezus Christus te regeren.
Zal Ik nog geloof vinden op aarde?
Je kunt nog zoveel belijden met jouw mond, maar als jouw werken en daden niet overeenkomen met jouw belijdenis en jouw bekering, dan heeft jouw belijdenis geen enkele waarde.
Trouwens, de duivel en alle gevallen engelen (demonen) geloven ook in God, Jezus en de Heilige Geest, echter zijn zij niet gered. Hun eindbestemming is de eeuwige poel des vuurs, oftewel de hel.
Gij gelooft, dat God één is? Daaraan doet gij wèl, (maar)dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen (Jak 2:19)
Als jij zegt te geloven in Jezus Christus, dan zul je leven naar Zijn inzettingen en Zijn wil. Je zult doen, wat het Woord jou opdraagt om te doen. Je zult niet meer luisteren naar wat de wereld te zeggen heeft, deelnemen aan zijn boze werken en leven als de wereld. Maar je zult jezelf afscheiden van de wereld en jouw vertrouwen op Jezus stellen en luisteren naar God, Jezus en de Heilige Geest. Alleen wanneer je leeft naar het Woord, dus wanneer je doet, wat het Woord zegt, zul je wandelen in geloof.
Jezus kende de zwakte van de oude mens, die naar het vlees wandelt en behoort tot het ongelovige geslacht. Jezus wist, dat er in de eindtijd vele dwaalleraars en predikers zouden komen, die door hun filosofieën en eigen bedenksels, de zonden zouden tolereren en goedkeuren, de genade zouden misbruiken en zo het evangelie van Jezus Christus tot een bespotting zouden maken. Daarom stelde Jezus de vraag:
Doch als de Zoon des mensen komt, zal Hij dan het geloof vinden op de aarde? (Lucas 18:8)
‘Wees het zout der aarde’