Bijna elke gelovige is bekend met het hoofdstuk van geloof, namelijk Hebreeën 11. Zij zijn bekend met de definitie van geloof en kunnen deze benoemen. Maar dat zij bekend zijn met de definitie van geloof en deze kunnen benoemen, wil niet zeggen dat deze woorden gestalte in hen heeft gekregen en zij er ook naar leven. Er zijn velen, die een schijngeloof aanhangen oftewel een geloof zonder inhoud.
Het niet zijnde tot aanzijn roepen
Want wie brengt Hebreeën 11:1 in het dagelijks leven in de praktijk? Wie gelooft de woorden van God boven de woorden van de wereld en wie roept de dingen, die naar de wil van God zijn, maar nog niet zichtbaar zijn in de waarneembare wereld tot aanzijn?
En wat nog belangrijker is, wie blijft standhouden op het Woord, als de dingen, die tot aanzijn geroepen worden niet meteen zichtbaar worden in de natuurlijke wereld? Zoals je ook hebt kunnen lezen in de vorige blog post ‘Zal Ik het geloof vinden op aarde?’
Hoevelen blijven staan in het geloof op het Woord oftewel de zekerheid van het Woord en wijken daar niet van af? En hoevelen raken teleurgesteld en/of beginnen te twijfelen aan de woorden van God, door de woorden van de wereld en dwalen af van het geloof in het Woord en doen concessies?
De woorden, daden en het gedrag van de gelovigen, bewijzen of zij werkelijk geloven in datgene wat zij belijden of niet.
Een geloof zonder inhoud
Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn (Mar 7:6-7)
Jij kunt nog zoveel belijden met jouw mond en nog zoveel teksten uit de Bijbel benoemen, maar als jij vervolgens door jouw spreken of jouw daden de woorden, die jij belijdt tegenspreekt, dan geloof je eigenlijk niet in datgene wat jij belijdt en heeft jouw geloof geen inhoud. Je wandelt in een geloof zonder inhoud, wat in werkelijkheid geen geloof is.
Velen mensen zeggen te geloven in God en in Jezus Christus, maar er zijn maar weinigen, die hun geloof in God en Jezus Christus bewijzen door hun leven.
Geloven is niet dat je ergens hoopt, dat wat er staat geschreven waar is en dat je ergens hoopt dat wat je uitspreekt tot stand gebracht wordt.
Nee, geloof is een zekerheid en een volledige overtuiging, dat wat er staat geschreven in de Bijbel waar is.
Het geloof betekent wandelen in het gezag van het Woord en bidden en wandelen als gezaghebbende, al verwachtende dat je het hebt ontvangen, in plaats dat je wandelt als bedelaar, die ergens iets hoopt te ontvangen.
De hoop, die in Hebreeën 11:1 staat vermeld, is niet een hoop zoals velen hoop definiëren, namelijk een zekere mate van verwachting en dat je graag wilt of wenst dat iets waar is, maar er niet helemaal zeker van bent, maar het is een overtuigende zekerheid en verwachting met zekerheid en een volkomen vertrouwen dat het zal gebeuren.
Jezus wandelde in het gezag van Zijn Vader
Jezus was de Eersteling van de nieuwe schepping, waardoor Jezus ons voorbeeld is. Hij is de Leidsman en Voleinder van het geloof en daarom behoren onze ogen gericht te zijn op Hem (Heb 12:2). Jezus kwam in de Naam van God, in Zijn gezag en wandelde in geloof in Zijn Vader (o.a. Mat 11:27, Lu 10:22; 22:29).
Jezus was bekend met de wil van Zijn Vader. Maar of Jezus de wil van Zijn Vader zou uitvoeren lag aan Jezus. Aangezien Jezus een vrije wil had ontvangen.
Er deden zich genoeg gelegenheden voor om gehoor te geven aan de lusten en begeerten van Zijn vlees en Zich te onderwerpen aan de duivel.
Maar Jezus hield van Zijn Vader en door Zijn grote liefde voor God bleef Jezus Zijn Vader trouw en wederstond de verleidingen van de duivel (Lees ook: Kun jij de verleidingen van de duivel weerstaan?)
Jezus zocht de dingen, die boven zijn en daarom spendeerde Jezus veel tijd in de Schriften en met Zijn Vader in gebed.
Nadat Jezus werd gedoopt in water en vervolgens de Heilige Geest ontving, ging Jezus uit om de wil van Zijn Vader en Zijn Koninkrijk te vertegenwoordigen, verkondigen en te brengen tot God’s volk.
De boodschap van bekering
En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, [en Hij zeide]: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie (Mar 1:14-15).
Jezus verkondigde niet een boodschap van valse liefde, zoals deze vandaag de dag door velen wordt verkondigd. Een boodschap die alles en iedereen accepteert, de zonde tolereert en compromissen sluit met de wereld.
Maar Jezus betoonde de liefde van God aan Zijn volk door de verkondiging van de boodschap van bekering en riep de mens op tot het wegdoen van zonde (Mat 4:17, Mar 1:14-15).
Net zoals God door de monden van de profeten, inclusief Johannes de Doper, Zijn volk opriep tot bekering (Lees ook: De oproep tot bekering en Johannes de Doper, de man die niet boog).
Het geloof van Jezus in Zijn Vader was een realiteit. Het was Zijn leven en geen toevoeging of bijkomstigheid op Zijn eigen leven.
Jezus had een persoonlijke relatie met Zijn Vader en wilde niet van Zijn Vader gescheiden worden. Echter wist Jezus, dat er een tijd zou komen, dat Hij gescheiden zou worden van de Vader (Lees ook: Hoe ontstaat het gevoel van afwijzing)
Maar tot die tijd, bleef Jezus Zijn Vader trouw door Zijn gehoorzaamheid en sprak Jezus de woorden van Zijn Vader en deed Hij alles wat Hij Zijn Vader had zien doen (Joh 5:30; 8:28, 38; 15:15).
Elk persoon, die tot Jezus kwam met een behoefte of gebrek maakte Jezus heel. Alles wat Jezus deed, deed Jezus door het geloof in God en in Zijn Naam oftewel Zijn gezag en kracht (Lees ook: Heb geloof in God).
Jezus liet Zich niet intimideren door natuurlijke omstandigheden
Jezus wandelde in het geloof in God en liet Zich niet intimideren door de natuurlijke omstandigheden. Dit kwam omdat Jezus niet wandelde naar wat Hij waarnam met Zijn zintuigen. Hij liet Zich niet intimideren door de duivel, demonen, mensen, inclusief de religieuze leiders en schriftgeleerden, de weerstand, vervolging, hevige stormen, gebrek aan voedsel en andere natuurlijke elementen. Want Jezus geloofde in God en vertrouwde volkomen op Hem en wandelde naar de Geest.
Jezus liet Zich zelfs niet intimideren en veranderde Zijn boodschap niet omwille van de mensen en de omstandigheden.
Ondanks alles wat er om Hem heen gebeurde, ging Jezus gewoon door in het geloof met de verkondiging en het brengen van het Koninkrijk van God.
Op het moment van Zijn gevangenschap verborg Jezus Zich niet en rende Jezus niet weg, zoals Zijn discipelen, die nog de oude schepping waren.
Maar Jezus liet Zich gevangen nemen, aangezien Jezus de schriften en de wil van God kende en wist dat Zijn tijd was aangebroken om God’s taak te vervullen.
Door Zich volledig te onderwerpen aan God, volbracht Jezus door Zijn grote liefde voor Zijn Vader en door Zijn gehoorzaamheid aan Hem, Zijn taak op aarde en verzoende de mens met God en maakte de gebroken mens weer heel (Lees ook: De vrede, die Jezus herstelde tussen de gevallen mens en God en Jezus herstelde de positie van de gevallen mens.
Het Koninkrijk van God
Het Koninkrijk van God, dat zolang verborgen was voor de mens, werd zichtbaar door de komst van Jezus en door Zijn wandel. Maar het Koninkrijk van God stopte niet, op het moment dat Jezus naar de hemel voer en Zijn plaats innam op de stoel van genade aan de rechterhand van de Vader (Lees ook: Wat gebeurde er met Hemelvaart?).
Want net zoals Jezus was gezonden door de Vader en Hij deed, wat Zijn Vader Hem had opgedragen om te doen en wat Hij Zijn Vader had zien doen, evenzo zond Jezus ook Zijn discipelen uit en deden zijn discipelen, wat Jezus hen had opgedragen om te doen en wat zij Jezus hadden zien doen.
En zo verkondigden en brachten Zijn discipelen, die later Christenen werden genoemd, door het geloof in Jezus en door de gehoorzaamheid aan Zijn woorden, in Zijn Naam; in Zijn gezag en kracht, het Koninkrijk van God eerst tot God’s volk en vervolgens tot de heidenen.
Net als Jezus, lieten ook de Christenen zich niet intimideren door de mensen en omstandigheden; weerstand, vervolging, gevangenneming, stormen etc.. Waardoor velen in het geloof zijn gestorven als martelaren en getuigen van Jezus Christus.
Dezelfde Geest, die in Jezus woonde leeft in de nieuwe schepping.
Maar nu wij dezelfde Geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook (2 Kor 4:13)
Door het bloed van Jezus en de wedergeboorte in Hem ben je gerechtvaardigd. Jij bent gezalfd oftewel in de positie gezet als zoon van God en bezit de Heilige Geest van God. Jij bezit dezelfde Geest des geloofs als die in Jezus woonde, waardoor je in staat bent om te wandelen in geloof.
Wandelen in geloof betekent, dat je volkomen vertrouwt op God en Zijn Woord. Het betekent dat je zeker weet dat Zijn Woord de waarheid is. En daarom zul je de woorden van God beschouwen als de waarheid in het leven.
Als jij Zijn woorden beschouwt als de waarheid, dan zul je de woorden van God toepassen in jouw leven.
En als jij de woorden van God zal toepassen in jouw leven, dan zal jouw leven veranderen naar Zijn waarheid en zal Christus gestalte in jou krijgen.
Jij zult jezelf niet meer voeden met de woorden van de wereld en daardoor de woorden van de wereld spreken en wandelen in ongeloof. Maar jij zult jezelf voeden met de woorden van God en daardoor de woorden van God spreken en wandelen in geloof.
Jij zult je niet meer laten leiden door de wereld (het wereldsysteem), maar door het Woord van God. Want Jezus is jouw Leidsman en jij gelooft in de Naam van Jezus en alles wat Hij heeft gedaan.
Jij gelooft in het Woord en daarom zul je wandelen naar wat het Woord zegt en leven naar de wil van God, waardoor jij Zijn Koninkrijk vertegenwoordigt en brengt op aarde in plaats dat je het koninkrijk van de wereld versterkt door jouw woorden en daden.
Zolang jij in het Woord blijft, wat betekent dat je de woorden van God gehoorzaamt en opvolgt in jouw leven, zul je in Hem blijven en zul je beschermd zijn.
Als jij Hem gehoorzaamt en doet wat Hij jou heeft opgedragen om te doen, in plaats dat jij jouw vlees gehoorzaamt, zul jij jouw liefde voor Hem betonen en daardoor wandelen in de liefde. Want wandelen in de liefde houdt niets anders in, dat je leeft naar de geboden van God; naar Zijn wil en doet wat Hij zegt (2 Joh 1:6).
‘Wees het zout der aarde’