Generatievloeken is een fenomeen, waar veel Christenen in geloven. Als iemand weerstand en/of gebrek ervaart in zijn leven en de dingen niet zo gaan als de persoon zou willen of als iemand geteisterd wordt in het denken en dezelfde zonden bedrijft als de ouders, dan wordt er vaak gedacht dat de persoon onder een generatievloek leeft. Maar bestaan generatievloeken in het Nieuwe Verbond? Kun je generatievloeken erven volgens de Bijbel? Of is de leer van generatievloeken een dwaalleer, die veel Christenen om de tuin leidt? Waar spreekt Jezus over generatievloeken en een generatievloek verbreken? Waar verbreekt Jezus een generatievloek? Wat zegt de Bijbel over generatievloeken?
Wat zegt de Bijbel over generatievloeken in het Oude Verbond
In het Oude Testament staat veel geschreven over vloeken, maar aangezien dit blog over generatievloeken gaat en niet over vloeken in het algemeen, zullen ook de teksten behandeld worden, die betrekking hebben op generatievloeken.
Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de Heere, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enig gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Heere, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden (Exodus 20:1-6)
En de Heere daalde neer in een wolk, stelde Zich daar bij hem en riep de naam des Heeren uit. De Heere ging aan hem voorbij en riep: Heere, Heere, God, barmhartig en genadig, lankmoedig en trouw, die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft; maar (de schuldige) houdt Hij zeker niet onschuldig, de ongerechtigheid der vaderen bezoekende aan kinderen en kindskinderen, aan het derde en vierde geslacht (Exodus 34:6-7)
De Heere is lankmoedig en groot van goedertierenheid, vergevende ongerechtigheid en overtreding, hoewel Hij zeker niet ongestraft laat, maar de ongerechtigheid der vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht (Numeri 14:18)
Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de Heere, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen en aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, en die barmhartigheid doe aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden onderhouden (Deuteronomium 5:9-10)
De leer van generatievloeken is voornamelijk gebaseerd op bovenstaande schriftgedeelten uit de Bijbel. In deze schriftgedeelten sprak God, dat diegenen, die uit het zaad van Jakob (Israël) tot het volk van God behoorden en in het verbond leefden en ongehoorzaam werden aan de geboden van God, God hun ongerechtigheid zou bezoeken aan de kinderen tot aan het derde en vierde geslacht van hen die God haatten.
Als de vaders dingen deden, die tegen de wil van God ingingen, dan zouden zij door hun daden laten zien, dat zij God niet liefhadden met heel hun hart, ziel, verstand en kracht, maar dat zij God haatten. Want zij onderwierpen zich niet aan God en hielden zich niet aan de geboden van God, die Zijn wil vertegenwoordigden. Maar zij gingen hun eigen weg en leefden in rebellie naar God.
Hun ongerechtigheid zou vervolgens overgaan op hun kinderen en hun kleinkinderen (derde geslacht) en achter kleinkinderen (vierde geslacht).
De kinderen, kleinkinderen en achter kleinkinderen moesten dus als het ware boeten voor het gedrag van de vaderen, die God haatten en niet deden wat God hen had geboden en hun ongerechtigheid dragen.
De vloeken van God
In Deuteronomium 28 en Leviticus 26 lezen wij over de vloeken, die over diegenen zouden komen, die door de natuurlijke geboorte tot het verbond behoorden, maar weigerden te luisteren naar de stem van de Heere en zich niet wilden onderwerpen aan Hem en daarom niet Zijn geboden en inzettingen onderhielden, maar ongehoorzaam werden aan God.
Deze vloeken waren afkomstig van God en God’s Koninkrijk en niet van de duivel en zijn koninkrijk. Dus hier waren geen demonische machten in het spel, maar engelen, die door God waren gezonden.
Het belijden van de ongerechtigheid
Alhoewel in Leviticus 26 wordt gesproken over de vloeken, die over het volk zouden komen als zij ongehoorzaam aan God zouden zijn, wordt er ook gesproken over het opheffen van de vloek, die door de ongerechtigheid en ongehoorzaamheid van de vaderen op de kinderen van het volk rustte.
En wie van u overgebleven zijn, zullen in de landen hunner vijanden wegkwijnen vanwege hun ongerechtigheid en ook vanwege de ongerechtigheden hunner vaderen zullen zij, evenals dezen, wegkwijnen. Maar belijden zij hun ongerechtigheid en die hunner vaderen, in de ontrouw waarmede zij tegen Mij ontrouw zijn geweest, en ook dat zij zich tegen Mij verzet hebben, -ook Ik verzette Mij tegen hen en bracht hen in het land hunner vijanden – of vernedert zich dan hun onbesneden hart en boeten zij dan hun ongerechtigheid, dan zal Ik Mijn verbond met Jakob gedenken; ook Mijn verbond met Isaak en ook Mijn verbond met Abraham zal Ik gedenken, en Ik zal het land gedenken (Leviticus 26: 39-42)
Als zij hun ongerechtigheid zouden gedenken en berouw zouden hebben over hun ontrouw aan God en hun verzet tegen God en deze zouden belijden, dan zou God Zijn verbond Met Jakob, Isaak en Abraham gedenken en het land gedenken.
De generatievloek in het Oude Verbond door God opgeheven
De vaders zullen niet om hun kinderen ter dood gebracht worden; ook zullen de kinderen niet om hun vaders ter dood gebracht worden; ieder zal om zijn eigen zonde ter dood gebracht worden (Deuteronomium 24:16)
Zodra hij het koningschap vast in handen had, bracht hij de dienaren om, die zijn vader, de koning, hadden gedood. Maar hun kinderen bracht hij niet ter dood, overeenkomstig hetgeen geschreven staat in de wet, in het boek van Mozes, waar de Heere geboden heeft: de vaders zullen niet sterven om de kinderen, en de kinderen zullen niet sterven om de vaders, maar ieder zal om zijn eigen zonde sterven (2 Kronieken 25:3-4)
In die dagen zal men niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten en de tanden der kinderen zijn sleeps geworden. Maar ieder zal om zijn eigen ongerechtigheid sterven; ieder die onrijpe druiven eet, diens tanden zullen slee worden (Jeremia 31:29-30)
“Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen”
Het woord des Heeren kwam tot mij: Hoe komt gij er toch toe, dit spreekwoord te gebruiken in het land Israëls: de vaders hebben onrijpe druiven gegeten en de tanden der kinderen zijn slee geworden? Zo waar Ik leef, luidt het woord van de Heere Heere, gij zult dit spreekwoord in Israël niet meer gebruiken. Zie, alle zielen zijn van Mij, zowel de ziel van de vader als die van de zoon is van Mij; de ziel die zondigt, die zal sterven. Wanneer nu iemand rechtvaardig is en naar recht en gerechtigheid handelt, op de bergen geen offermaaltijd houdt en zijn ogen niet opslaat naar de afgoden van het huis Israëls, de vrouw van zijn naaste niet onteert en geen gemeenschap heeft met een vrouw die haar maandelijkse onreinheid heeft, niemand onderdrukt, de schuldenaar zijn pand teruggeeft, geen roof pleegt, zijn brood aan de hongerige geeft en de naakte met kleding dekt, niet tegen rente uitleent noch woekerwinst neemt, zich van onrecht onhoudt, eerlijk bij geschillen de rechtvaardigheid betracht, naar Mijn inzettingen wandelt en Mijn verordeningen in acht neemt door trouw te betonen – zo iemand is rechtvaardig; hij zal voorzeker leven, luidt het woord van de Heere.
Maar verwerkt hij een zoon, die een rover is, een bloedvergieter, en die, helaas, één dezer dingen doet – hoewel hijzelf er geen van deed – ook op de bergen een offermaaltijd houdt, de vrouw van zijn naaste onteert, de ellendige en de arme onderdrukt, roof pleegt, het pand niet teruggeeft en zijn ogen opslaat naar de afgoden, gruwelen doe, tegen rente uitleent en woekerwinst neemt – zou zo iemand leven? Hij zal niet leven. Al deze gruwelen heeft hij gedaan; hij zal voorzeker ter dood gebracht worden. Zijn bloedschuld rust op hemzelf.
En zie, hij verwekt een zoon, en deze ziet al de zonden die zijn vader doet; hij ziet ze, maar doet iets dergelijks niet: op de bergen houdt hij geen offermaaltijd en zijn ogen slaat hij niet op naar de afgoden van het huis Israëls, de vrouw van zijn naaste onteert hij niet, hij onderdrukt niemand, neemt geen pand en pleegt geen roof; hij geeft zijn brood aan de hongerige en de naakte dekt hij met kleding; hij onthoudt zich van onrecht, rente en woekerwinst neemt hij niet, hij voert Mijn verordeningen uit en wandelt naar Mijn inzettingen – deze zal niet sterven om de ongerechtigheid van zijn vader, omdat hij zich aan afpersing schuldig gemaakt, zijn naaste beroofd en te midden van zijn volksgenoten gedaan heeft wat niet goed is, zie, die zal sterven om zijn ongerechtigheid.
Maar gij zegt: Waarom draagt de zoon niet mede de ongerechtigheid van de vader? De zoon heeft immers naar recht en gerechtigheid gehandeld; hij heeft al Mijn inzettingen naarstig onderhouden; hij zal voorzeker leven. De ziel die zondigt, die zal sterven.
Een zoon zal niet mede de ongerechtigheid van de vader dragen, en een vader zal niet mede de ongerechtigheid van de zoon dragen. De gerechtigheid van de rechtvaardige zal alleen rusten op hemzelf en de goddeloosheid van de goddeloze zal alleen rusten op hemzelf.
Maar wanneer de goddeloze zich bekeert van alle zonden die hij begaan heeft, al Mijn inzettingen onderhoudt en naar recht en gerechtigheid handelt, dan zal hij voorzeker leven; hij zal niet sterven. Geen van de overtredingen die hij begaan heeft, zal hem worden toegerekend; om de gerechtigheid die hij betracht heeft, zal hij leven (Ezechiël 18:1-22)
In bovenstaande gedeelten, lezen wij, dat de zoon niet zal boeten voor de ongerechtigheid en de zonde van zijn vader, waardoor er dus géén generatievloek aanwezig is in het leven van de zoon.
Ieder zou zijn eigen ongerechtigheid dragen door de wijze waarop de persoon zelf koos te leven.
Is een generatievloek sterker dan de wedergeboorte in Christus?
Door occulte kennis, afkomstig van occultisten, die tot geloof zijn gekomen, die de gemeente heeft binnengelaten, is het Lichaam van Christus langzaam aangetast en bevuild. Diegenen, die werken met vloeken zijn voornamelijk occultisten (heksen, satanisten, voodoo beoefenaars, sjamans etc.) Vele bekeerde occultisten hebben met hun zielse kennis en ervaringen over de geestelijke wereld, waarin zij zich bewogen, het evangelie en de woorden van God bevuild (Lees ook: ‘De occulte kerk’ en ‘New age in de Gemeente?’).
Zij hebben door hun dwaalleringen, het evangelie en de kracht van Jezus Christus Zijn werk aan het kruis, Zijn opstanding uit de dood en Zijn bloed, krachteloos gemaakt.
Volgens hen is een generatievloek sterker dan een bekering en wedergeboorte in Christus. En daarom gaan vele gelovigen na hun bekering op zoek naar hulp om eventuele generatievloeken, die verantwoordelijk zouden zijn voor hun gebrek en de staat en wandel van hun ongelukkige leven, op te sporen.
Het probleem is echter, dat velen zich niet werkelijk hebben bekeerd en niet werkelijk zijn wedergeboren in Christus.
Velen hebben hun vlees, waarin de zondige natuur aanwezig is, niet afgelegd in Christus. Maar zij blijven wandelen naar het vlees in ongehoorzaamheid aan God en blijven zich voeden met de dingen van de wereld, waardoor onreine en kwade machten van het koninkrijk der duisternis werkzaam zijn en blijven in hun leven.
Wat zegt Jezus over generatievloeken?
Aangezien wij behoren te worden en te wandelen als onze Heer en Meester Jezus Christus is het belangrijk om te kijken wat Jezus zei over generatievloeken en hoe Jezus generatievloeken verbrak over de levens van mensen.
Hé, dat is vreemd… Jezus sprak nergens over generatievloeken. Ook sprak Jezus nergens over het verbreken van generatievloeken.
Sterker nog, toen de discipelen van Jezus tot Hem kwamen en Hem vroegen of de blindheid van de man, die vanaf zijn geboorte aanwezig was, een gevolg was van zijn zonde of de zonde van zijn ouders, zei Jezus, dat dit niet het geval was, maar dat het Koninkrijk van God geopenbaard moest worden in hem (Johannes 9:2-3).
Generatievloeken waren onderdeel van het Oude Verbond en had betrekking op de gevallen mens, die geboren was uit het zaad van Jakob (Israël), totdat God de generatievloeken ophief in het Oude Verbond en de kinderen niet langer meer verantwoordelijk waren voor de ongerechtigheid van de vaderen, zoals je in de bovenstaande schriftgedeelten hebt kunnen lezen (Leviticus 26: 39-42, Deuteronomium 24:16, 2 Kronieken 25:4, Ezechiël 18).
Elk persoon was zelf verantwoordelijk voor zijn eigen daden en leven.
Waar verbreken de apostelen generatievloeken?
Vanaf het Boek Handelingen tot aan het Boek Openbaring lezen wij ook niets over generatievloeken. Wij lezen nergens, dat de apostelen graafden in het verleden van de levens van mensen op zoek naar generatievloeken, die door hun (voor)ouders waren binnengekomen. En als zij de generatievloeken hadden opgespoord, na vele gesprekken, graven en onderzoek, dat zij deze verbraken door middel van gebed en de mens vervolgens al flierefluitend door het leven ging, zonder enige weerstand, gebrek en tegenslagen en alleen maar voorspoed ervaarde.
Nee, dit is een fabeltje, dat door mensen is bedacht, maar nergens staat beschreven in de Bijbel. Het is het beeld, dat door vele gemeenten is geschetst van het onbezorgde leven van een Christen (Lees ook: ‘Een evangelie zonder beproevingen?‘).
Maar de waarheid is, zodra jij wordt wedergeboren in Christus en de Heilige Geest ontvangt en Hij in jou woont, jij een vijand van de duivel en zijn koninkrijk bent geworden en jij weerstand zal ervaren van de wereld en de mensen om jou heen, die de geest van de wereld bezitten en naar het vlees wandelen in rebellie naar God.
Zij hebben Mij vervolgd, zij zullen ook jou vervolgen
Jezus zei niet, een slaaf staat boven zijn heer. Zij hebben mij vervolgd, maar jou zullen zij niet vervolgen.
Nee, Jezus zei, een slaaf staat niet boven zijn heer. Als zij Mij hebben vervolgd (wat ook het geval is geweest) zullen zij ook jou vervolgen (Johannes 15:20).
Er staat geschreven, dat je gezegend bent, wanneer je weerstand en vervolging omwille van de gerechtigheid ervaart in jouw leven (Mattheüs 5:10-12). Maar tegenwoordig denkt iedereen meteen dat een persoon onder een vloek leeft als het leven niet zo gaat, zoals de persoon wil.
Als generatievloeken zouden bestaan, dan …
Als generatievloeken zouden bestaan, dan zou elk mens daar onder lijden en niet enkelen. Maar niet ieder kind van een verslaafde ouder is zelf verslaafd. Niet ieder kind, die in armoede is opgegroeid, leeft nog steeds in armoede. Niet ieder kind, dat mishandeld is door zijn ouder zal zijn eigen kind mishandelen. En niet ieder kind van een ouder, die losbandig leeft en veelvuldig overspel heeft gepleegd, treedt in dezelfde voetsporen van de ouder.
Alleen in diegenen, die in rebellie naar God toe leven en hetzelfde denken en karakter hebben en hetzelfde gedrag vertonen als hun ouders, zullen dezelfde demonen werkzaam zijn. Door hetzelfde denken, spreken en handelen, nodigen zij de demonen uit om ook in hun leven te komen en hun vernietigende werk te laten verrichten.
Maar nogmaals, dit heeft niets te maken met generatievloeken. Aangezien de vloek, die beschreven staat in bovenstaande schriftgedeelten van God afkomstig was en niet van de duivel.
Gebrek aan kennis van Gods Woord geeft voet aan dwaalleringen
Het is door onwetendheid van de mens en het gebrek aan kennis van Gods Woord, dat deze dwaallering over generatievloeken is binnengekomen en tot op de dag van vandaag door velen wordt geloofd en in vele gemeenten wordt gepredikt.
Het evangelie van Jezus is simpel en een kracht Gods. Maar door de zielse kennis van mensen en de wereldse wijsheid hebben de mensen het evangelie aangepast en moeilijk, onbegrijpbaar en krachteloos gemaakt. Er is vaak meer interesse voor de duivel en zijn demonen en geloof in zijn werken dan in de grootheid en kracht van onze Almachtige God.
De gelovigen moeten gericht zijn op Jezus Christus en zich vullen met het Woord, zodat het Woord gestalte krijgt in de levens van de wedergeboren gelovigen. Door het Woord zullen de leugens van de duivel zichtbaar worden en zullen zij de leugens en de werken van de duivel van de waarheid van God kunnen onderscheiden en deze neerhalen in plaats van binnenhalen.
De duivel vestigt zijn troon in veel levens door middel van leugens
De duivel komt niet aangekondigd binnen in een leven en zegt niet “Hallo! Daar ben ik, de duivel en ik ga jouw leven door mijn leugens in bezit nemen en ik zal regeren op de troon, die ik vestig in jouw leven en jij zal naar mij luisteren en mij dienen.”
Nee! De duivel is een dief en komt binnen als een dief. De duivel sluipt naar binnen door de onwetendheid van de mens en waarmee de mens zich inlaat. En zodra hij door zijn leugens binnen is, zal hij de mens steeds een beetje meer misleiden met zijn leugens, zodat hij uiteindelijk de mens van Gods weg heeft gehaald en op zijn weg doet wandelen.
Zolang jij je vult met de dingen van de wereld zal jouw denken onvernieuwd blijven en zullen de leugens en de geesten van de wereld (het koninkrijk der duisternis) regeren in jouw leven.
Onderwerp je aan God en biedt weerstand tegen de duivel
Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand tegen de duivel, en hij zal van u vlieden (Jakobus 4:7)
De Bijbel spreekt nergens over graven in het verleden en dat je op zoek moet gaan naar generatievloeken. Maar de Bijbel spreekt over het sterven van de oude mens en het afleggen van de oude mens oftewel het uittrekken van de oude mens.
De oude mens afleggen is iets dat iedereen zelf moet doen, met behulp van het Woord en de Heilige Geest. Jij behoort de oude mens uit te doen en jij behoort de nieuwe mens aan te doen. Niemand kan dat voor jou doen, zelfs niet God (Lees ook: De oude mens afleggen en De nieuwe mens aandoen).
Een gebed om een generatievloek te verbreken?
Jij kunt nog zoveel voor jou laten bidden en de handen laten opleggen om zogenaamde generatievloeken te verbreken. Maar als jij blijft leven als de oude mens naar het vlees en jij je door de wil, lusten en begeerten van het vlees laat leiden en jouw denken vult met de onreine dingen van de wereld, die voortkomen uit de onreine machten van het koninkrijk der duisternis, zul jij nooit vrijkomen van onreine gedachten, die onreine gevoelens en handelingen voortbrengen, die tegen de wil van God ingaan en zul je in rebellie naar God toe in de duisternis blijven wandelen.
Vrijheid in Christus
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods (Romeinen 8:1-2)
Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden: want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt (Galaten 3:13)
Diegenen, die geloven in generatievloeken in de levens van Christenen, geloven niet in het volmaakte werk van Jezus Christus. Zij geloven niet in het Woord, waarin staat geschreven, dat Christus al de zonden en ongerechtigheden heeft gedragen en ons heeft vrijgekocht van de vloek der wet en dat een ieder, die door het geloof zich bekeert en wedergeboren wordt in Christus een nieuwe schepping is geworden en dat het oude voorbij is gegaan en het nieuwe is gekomen (Jesaja 53:4-6, 2 Korintiërs 5:17). Want anders zouden zij niet gaan graven in het verleden van de oude mens, die gekruisigd is met Christus en niet meer leeft (Lees ook: ‘Val niet in het gat van je verleden’).
Als een mens zich werkelijk bekeert en wedergeboren wordt en zijn denken vernieuwd met de woorden van God en zich onderwerpt aan God en Zijn Woord en gaat wandelen in gehoorzaamheid aan God, Zijn Woord en Zijn wil, in plaats van naar het onveranderde denken en de gevoelens, emoties en de lusten en begeerten van het vlees, zal de mens niet gebonden zijn door onreine machten en in gevangenschap leven, maar vrij zijn en in de vrijheid van Christus leven.
‘Wees het zout der aarde’