De oude mens heeft een vleselijk denken en wordt geleid door zijn zintuigen, gevoelens en emoties. De oude mens is hoogmoedig en denkt het vaak beter te weten dan anderen. De oude mens is halsstarrig en houdt niet van correctie(s) en wil daarom niet luisteren naar anderen, maar vertrouwt op zijn eigen inzicht en doet zijn eigen wil. Maar wat is het gevaar van niet luisteren? Het gevaar is, dat als de oude mens niet openstaat en niet wil luisteren naar anderen en de waarschuwing en/of het advies van anderen in de wind slaat, omdat de persoon het anders ziet, er vriendschappen worden aangegaan en verbonden gesloten, die desastreuze gevolgen kunnen hebben in het leven van de persoon en de omgeving, die door te luisteren voorkomen hadden kunnen worden.
Gedalja, de gouverneur van Juda
Neem bijvoorbeeld Gedalja, de zoon van Achikam, die door de koning van Babel over de steden van Juda was aangesteld en hem belast had met het toezicht op de mannen, vrouwen en kinderen en de armen van de bevolking van het land, die niet naar Babel waren weggevoerd.
Toen al de legeroversten, die in het veld waren met hun mannen, hoorden, dat Gedalja door de koning van Babel over het land Juda was aangesteld, vertrokken zij naar hem in Mispa.
Toen de legeroversten Ismaël (Jismaël), de zoon van Netanja, Jochanan en Jonatan, de zonen van Kareach, Seraja, de zoon van Tanchumet, de zonen van Efai, de Netofatiet en Jezanja, de zoon van de Maäkatiet en hun mannen bij Gedalja aankwamen, zwoer Gedalja en zei tot hen, “Gij behoeft er niet voor te vrezen om de Chaldeeën onderworpen te zijn; blijft in het land wonen en weest de koning van Babel onderworpen, dan zal het u wèl gaan. En ik zelf, zie, ik blijf te Mispa als vertegenwoordiger bij de Chaldeeën die tot ons zullen komen; doch gij, zamelt wijn, vruchten en olie in en doet die in uw vaten en blijft wonen in uw steden, waar gij u vestigt”.
Toen de Judeeërs, die in Moab onder de Ammonieten, in Edom en in alle landen verbleven, hoorden, dat de koning van Babel aan Juda een rest had overgelaten en dat hij over hen Gedalja had aangesteld, keerden zij uit alle plaatsen, waarheen zij zich verstrooid hadden, terug en kwamen in het land van Juda tot Gedalja te Mispa. En zij verzamelden wijn en vruchten in overvloed.
Jochanan en de legeroversten waarschuwden Gedalja
Toen kwamen Jochanan, de zoon van Kareach en al de legeroversten, die te velde waren geweest tot Gedalja te Mispa en zij zeiden tot hem, “Weet gij wel, dat Balis, de koning van de Ammonieten, Ismaël, de zoon van Netanja, heeft afgezonden ten einde u om het leven te brengen?”
Maar Gedalja geloofde hun woorden niet.
Jochanan sprak vervolgens in het geheim tot Gedalja en zei tot hem, “laat mij toch heengaan en Ismaël ombrengen, zonder dat iemand het weet; waarom zou hij u om het leven brengen, zodat geheel Juda, dat zich tot u verzameld heeft, verstrooid wordt en het overblijfsel van Juda te gronde gaat?”
Maar Gedalja zei tot Jochanan, “doe het dat niet, want wat gij van Ismaël zegt, is een leugen.”
En zo gebeurde het, dat Ismaël de zoon van Netanja, de zoon van Elisama, een man van koninklijken bloede, een van de koninklijke bevelhebbers, met tien mannen bij zich, kwam bij Gedalja te Mispa.
Gedalja wilde niet luisteren,
waardoor het onheil over hem en het volk kwam
Terwijl zij tezamen brood aten, stond Ismaël, de zoon van Netanja, met de tien mannen, die bij hem waren, op en zij sloegen Gedalja met het zwaard. En zo doodde Ismaël Gedalja volgens de woorden van Jochanan en de legeroversten. Ismaël doodde vervolgens al de Judeeërs, Chaldeeën en de krijgslieden, die bij hem te Mispa waren.
De dag nadat Ismaël Gedalja had omgebracht en niemand daarvan op de hoogte was, kwamen er 80 mannen uit Sichem, Silo en Samaria, met afgeschoren baarden en met gescheurde kleding, terwijl zij zich de huid hadden opengekorven. Zij hadden spijsoffer en wierook bij zich om die naar het huis des Heeren te brengen.
Ismaël, de zoon van Netanja, ging uit Mispa hen tegemoet, al wenend voortgaande en toen hij bij hen kwam, zeide hij tot hen, “komt tot Gedalja!”
En toen zij luisterden naar zijn woorden en hem volgden en midden in de stad gekomen waren, maakte Ismaël hen af. En Ismaël wierp hen samen met zijn mannen in de put, die koning Asa had gemaakt met het oog op Basa, de koning van Israël.
Tien mannen bevonden zich echter onder hen, die tot Ismaël zeiden, “Dood ons niet, want wij hebben verborgen voorraden in het veld, tarwe, gerst, olie en honing”. Toen liet hij hen ongemoeid en doodde hen niet met hun metgezellen.
Daarop voerde Ismaël de gehele rest van het volk, die in Mispa was, gevankelijk weg. En hij trok heen om naar de Ammonieten uit te wijken.
Maar toen Jochanan en al de legeroversten hoorden over al het onheil dat Ismaël had aangericht, namen zij al de mannen en trokken uit om tegen Ismaël te strijden.
Zij troffen Ismaël aan bij het grote water in Gibeon. Toen het volk hen zag waren zij verheugd en al het volk dat Ismaël van Mispa in gevangenschap had weggevoerd, keerde om en voegde zich bij Jochanan. Maar Ismaël ontkwam met zijn acht man en ging naar de Ammonieten (Jeremia 40 en 41).
Een verbond aangaan met de vijand
Gedalja ging een verbond aan met de legeroversten en had het beste met hen voor. Hij zag – en behandelde hen vanuit zijn eigen gezindheid. Daarom geloofde hij in hun goedheid en dat zij geen kwaad in de zin hadden, net zoals hij geen kwaad met hen in de zin had. Gedalja beloofde, dat hij hen niets zou aandoen en gaf hen zelfs gaven.
Maar Gedalja wist niet, dat zij niet allemaal zo waren en dachten als hij. Hij wist niet, dat zijn vijand, die het op zijn leven had gemunt, zich onder de legeroversten bevond.
Gedalja zag niet, wat Jochanan en de andere legeroversten, behalve Ismaël, zagen. En toen bij Jochanan en de legeroversten bekend was, dat Balis, de koning van de Ammonieten, Ismaël had gezonden en dat hij het op het leven van Gedalja had gemunt, gingen zij naar Gedalja toe om hem te waarschuwen.
Zij vroegen toestemming aan Gedalja om af te rekenen met het kwaad, voordat het kwaad zou afrekenen met Gedalja.
Wat is het gevaar van niet luisteren en de waarschuwingen verwerpen?
Maar Gedalja geloofde niet in de woorden van Jochanan en de legeroversten en verwierp de woorden van Jochanan en de legeroversten en oordeelde de situatie naar wat hij zag van Ismaël. Gedalja zag geen kwaad in de man, die hem van het leven wilde beroven. Nee, anders had hij wel toestemming gegeven aan Jochanan en de legeroversten.
Zelfs toen Jochanan voor een tweede maal tot Gedalja kwam om hem te waarschuwen, geloofde Gedalja zijn woorden niet en wilde hij niet luisteren.
In plaats dat hij in zijn woorden geloofde, beschuldigde Gedalja Jochanan, dat hij een leugenaar was, want Ismaël was niet zoals Jochanan hem beschreef.
En doordat hij niet luisterde naar de woorden van Jochanen en zijn woorden verwierp en op zijn eigen inzicht vertrouwde, ging Gedalja zijn ondergang tegemoet.
Het verraad
Net zoals Judas, die zich als vriend van Jezus voordeed maar in werkelijkheid Zijn vijand was, plaatsnam aan de tafel van Jezus en deelnam aan Zijn maaltijd en de duivel; het kwaad in hem voer en hij zijn plan volvoerde, zo nam Ismaël, die zich als vriend voordeed en het vertrouwen van hem door leugens had gewonnen, maar in werkelijkheid Gedalja zijn vijand was, ook plaats aan de tafel van Gedalja. En tijdens de maaltijd volvoerde het kwaad in hem zijn plan uit en bracht hij Gedalja om het leven met het zwaard.
Gedalja wilde niet luisteren, maar vertrouwde op zijn eigen inzicht. Gedalja geloofde de verkeerde persoon en ging daardoor een verbond en vriendschap aan, met iemand, die van buiten zijn vriend leek, maar van binnen zijn vijand was.
Door de naïviteit van Gedalja, omdat hij zich door zijn zintuigen en gevoelens liet leiden en niets kwaads in Ismaël zag en daarom alle waarschuwingen in de wind sloeg en niet afrekende met het kwaad, rekende het kwaad met Gedalja af.
Het niet willen luisteren had niet alleen desastreuze gevolgen voor het leven van Gedalja, maar ook voor zijn omgeving; voor al de Judeeërs en de Chaldeeën, die aanwezig waren in Judah en de 70 man, die vanuit Sichem op weg naar Mispa waren en de rest van de inwoners van Judea, die gevangen werden genomen.
Inspelen op de emoties en gevoelens van de mens
Ismaël wist niet alleen hoe hij het vertrouwen van Gedalja moest winnen, maar ook van de 80 man uit Sichem, die onderweg naar Mispa waren. Al huilende kwam hij hen tegenmoet. Hij nam zich een slachtofferrol aan en sprak leugens om in te spelen op hun emoties en gevoelens. En zo misleidde hij de 80 mannen en door het gebruik van zijn emoties en zijn woorden leidde hen in de val en doodde 70 van hen.
De rest van het volk, dat in Mispa was, nam hij gevangen en voerde hij met hem en de anderen tien mannen mee.
Het vertrouwen van de vijand winnen en een vriend van de vijand worden
De vijand wist precies wat hij moest doen om af te rekenen met zijn vijand en te overwinnen. Namelijk door het vertrouwen van de vijand te winnen en een vriend van de vijand te worden. De vijand wist, dat zodra hij het vertrouwen van zijn vijand had gewonnen, hij zijn plan kon uitvoeren.
Jochanan waarschuwde Gedalja tweemaal, maar Gedalja wilde niet luisteren, waardoor hij veel ellende over zichzelf en het volk heen haalde.
En dit fenomeen komt nog steeds voor, zowel in de wereld, de gemeente als in de levens van mensen.
De meeste mensen zijn, net als Gedalja, hoogmoedig en wandelen naar het vlees .
Zij willen niet luisteren naar anderen, die hen waarschuwen voor gevaren. Maar zij denken het zelf beter te weten en bij het rechte eind te hebben en verwerpen daarom de waarschuwingen.
Zij vertrouwen op hun eigen mening en hun inzicht, die gevormd zijn door hun zintuigen; door wat zij onder andere horen en zien, hun emoties en gevoelens en de kennis en wijsheid van de wereld.
En zo worden velen om de tuin geleid en gaan verbonden en vriendschappen aan met diegenen, waarmee zij eigenlijk geen verbonden en vriendschappen zouden moeten aangaan.
Want alhoewel zij aan de buitenkant vriendelijk, charmant, goedgezind en oprecht lijken en positieve en vrome woorden spreken en het beste met hen voor lijken te hebben, zijn zij van binnen niet zo. Zij zijn van binnen niet zoals zij er van de buitenkant uitzien. Zij hebben zij geen goede bedoelingen, maar kwade bedoelingen in de zin.
Maar door de naïviteit van de oude mens, die door zijn zintuigen en gevoelens en emoties wordt geleid en omdat wij in een tijd leven, waarin de new age liefde de wereld heeft veroverd en je niet meer kritisch mag zijn, maar positief behoort te zijn en te spreken en elk gedrag behoort te accepteren, kan de duivel zijn grote slag slaan in zowel de geestelijke- als in de natuurlijke wereld (Lees ook: Is de missie van de duivel geslaagd?).
Christenen, die niet willen luisteren
Wij zien dit in de levens van Christenen, wanneer medegelovigen hun broeders of zusters waarschuwen voor (geestelijke) gevaren, maar zij niet willen luisteren. Deze Christenen zijn vaak vleselijk en willen niet luisteren naar medegelovigen, die hen waarschuwen voor (geestelijke) gevaren, dwaalleringen en/of de ware natuur van mensen, die geestelijk lijken maar in werkelijkheid niet geestelijk zijn, maar zij verwerpen de waarschuwingen en gaan hun eigen weg, net als Gedalja.
Want zij weten het beter en vertrouwen op hun eigen inzicht en daarnaast denken zij vaak dat zij de uitzondering op de regel zijn.
En zo verwerpen vele Christenen de raad en het advies van medegelovigen en volgen bijvoorbeeld studies, die het tegenovergestelde van het geloof en het Woord verkondigen, waardoor zij steeds verder van Jezus; het Woord worden verwijderd en God niet meer nodig hebben en uiteindelijk het geloof verlaten.
Zo gaan Christenen, die wandelen naar het vlees, om met ongelovigen, die hen verleiden en hen onverschillig maken omtrent de zonde en hen meetrekken de wereld in.
En gaan Christenen, die wandelen naar het vlees, ondanks het advies van het Woord en medegelovigen, huwelijken aan met ongelovigen, die atheïst zijn of een andere religie of (oosterse) filosofie aanhangen en denken vaak nog dat God dit heeft gearrangeerd. Terwijl God heel duidelijk is in Zijn Woord en Zijn volk dit verbiedt. En zo halen zij door hun hoogmoed en rebellie naar het Woord het onheil over zichzelf heen. Want alhoewel hun verloofde aan de buitenkant charmant, aardig, liefdevol, meegaand etc. kan zijn, huist het kwaad binnen in hen en zal hun ware aard zich tijdens het huwelijk openbaren.
En zo zijn er nog vele voorbeelden te noemen, waarin gelovigen niet willen luisteren naar de waarschuwing(en) van anderen en niet gecorrigeerd willen worden, waardoor zij het onheil over zichzelf heen halen (Lees ook: Het onheil dat de mens over zich heen haalt).
Dit is een vrucht van de oude mens, zoals wij ook zien in het leven van Gedalja, die de oude mens was en geleid werd door zijn vlees en vertrouwde op zijn eigen inzicht.
De gemeente, die niet wil luisteren
In de gemeente vindt hetzelfde plaats met leiders van de gemeente. Er zijn leiders aangesteld in de gemeente, die goed op weg zijn, maar door omstandigheden en/of invloed van de wereld, familieleden of medegelovigen, die vleselijk zijn, een kant opgaan, die niet naar de wil van God is.
Zo voeden zij hun denken bijvoorbeeld met de kennis, wijsheid en de dingen van de wereld en/of laten zich in met (oosterse) filosofieën en elementen uit oosterse leringen, waardoor zij zich inlaten met boze geesten en wereldgelijkvormig worden en Jezus; het Woord verlaten. Zij begeven zich op (occulte) wegen, die tot chaos en vernietiging leiden.
Zij komen met dwaalleringen, die niet meer gericht zijn op Jezus Christus en om Zijn Koninkrijk te vertegenwoordigen en vestigen op aarde en om zoveel mogelijk zielen te redden van de dood, maar gericht zijn op hunzelf en het vlees van de mens en hun behoeften (Lees ook: Leringen van duivelen doden de kerk).
Zij spreken dezelfde boodschap als de wereld en zijn motiverende sprekers en levenscoaches geworden in plaats van geestelijke vaders en leiders, die de zielen opvoeden en corrigeren en leiden naar het eeuwige leven (Lees ook: Levenscoaches in plaats van geestelijke vaders?).
Het komt regelmatig voor dat leiders, die geestelijk lijken, maar in werkelijkheid naar het vlees wandelen en vertrouwen op hun eigen kennis, wijsheid en inzicht en geleid worden door hun zintuigen, gevoelens en emoties, zich inlaten met mensen, die verkeerde bedoelingen hebben en o.a. uit zijn op een positie in de kerk, een titel, roem, winstbejag en/of hun eigen leringen en (bovennatuurlijke) ervaringen willen verkondigen en promoten of … (vul zelf maar in).
Zij zijn manipulatief en doen zich vriendelijk, oprecht en geestelijk voor en proberen zo het vertrouwen van de leiders te winnen en vriendschappen met hen te sluiten, zodat zij hun verborgen agenda kunnen uitvoeren.
Zij beïnvloeden de leiders en zorgen ervoor, dat zij verkondigen wat zij willen horen en hun vlees versterken. En zo worden de maatstaven en de geboden van het Woord aangepast aan de wil en de lusten, begeerten en behoeften van het vlees van de mens (Lees ook: Zal God Zijn wil veranderen voor de lusten en begeerten van het vlees?).
In plaats dat de leiders geïnspireerd worden door de Heilige Geest en het Woord en naar de Geest de boodschap van God prediken, luisteren en prediken zij naar de wensen en behoeften van de vleselijke mens en prediken de boodschap van een mens (Lees ook: Kan een mensenbehager een dienstknecht van Christus zijn?)
Het kan voorkomen, dat een leider de verkeerde en kwade bedoelingen van iemand niet tijdig signaleert, omdat de leider er midden in zit of door het vlees of de omstandigheden is verblind, maar dat een medegelovige het gevaar wel signaleert. Echter als de medegelovige de leider er op aanspreekt, wordt er niet altijd geluisterd door de leider,
Doordat veel leiders niet willen luisteren naar waarschuwingen en daarom de waarschuwingen verwerpen, halen veel leiders niet alleen het onheil over zichzelf heen, maar over de hele gemeente. Hierdoor is het licht in vele dorpen en steden gedoofd en zijn vele gemeenten gezeten in duisternis (Lees ook: De kerk gezeten in duisternis)..
En dat is precies wat de duivel wil. Want als het licht is gedoofd, zullen de mensen, die in de duisternis leven niet meer getrokken worden naar het licht en in zijn koninkrijk blijven.
Pas op voor wolven in schaapskleding!
Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven (Mattheüs 7:15)
Jezus zei niet, Pas op voor wolven. Want zo worden de duivel, demonen (gevallen engelen) en de zonen van de duivel (de ongelovigen) vaak gezien door Christenen. Wolven zouden makkelijk te herkennen zijn. Maar Jezus zei, Pas op voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Dat is heel wat anders.
Van de buitenkant zien deze valse woordverkondigers en misleiders er uit als schapen, waardoor zij aan de buitenkant moeilijk te herkennen zijn.
Aan de buitenkant zijn zij bijna niet te onderscheiden van de ware schapen, die tot de kudde van Jezus behoren.
Maar deze schapen behoren Jezus niet toe en luisteren daarom ook niet naar Zijn stem en leven niet naar de wil van God.
Zij hebben maar één doel en dat is chaos creëren, stelen (roven) en vernietigen, net als hun vader.
Een wolf, die buiten het hek staat kan weinig kwaad doen, want het hek brengt scheiding tussen de wolf en de schapen. Maar zodra de poort van het hek niet wordt bewaakt en niet goed wordt afgesloten of de wolf een andere manier vindt om de schaapskooi binnen te komen en zich onder de schapen bevindt, dan kan de wolf een grote ravage aanrichten en vele schapen doden. Want dat zit in de natuur van de wolf; schapen doden.
Zo is het ook in de geestelijke wereld. Als de poort van het leven van een persoon of de gemeente niet goed wordt bewaakt kunnen er zo maar valse christenen, leraren, profeten of apostelen in een leven of de gemeente binnenkomen, die door gebruik van hun (geestelijke) kennis, vrome en misleidende woorden, emoties en gevoelens het vertrouwen van de persoon en/of leiders van de gemeente winnen en veel chaos en leed veroorzaken (Lees ook: Wie zijn de wolven in schaapskleren, die een ravage aanrichten?).
De werken van de duivel zijn ons niet onbekend
De werken van de duivel zouden ons niet onbekend moeten zijn (2 Korintiërs 2:11). Maar tegenwoordig zijn zoveel Christenen slapende en verblind door de duisternis, dat er maar weinig Christenen zijn, die de werken van de duivel tijdig signaleren en herkennen en deze meteen een halt toeroepen.
Alleen diegenen, die wedergeboren zijn en niet geleid worden door het vlees, maar naar het Woord en de Geest wandelen en het onderscheid van goed en kwaad en van geesten hebben, zullen de werken van de duivel, die mensen gebruikt om zijn doel te bereiken, herkennen en ontmaskeren en voorkomen dat er verbonden worden aangegaan met de vijand.
Wees daarom niet hoogmoedig en halsstarrig en verwerp de waarschuwingen niet, maar luister naar de waarschuwingen. Neem de waarschuwingen serieus en toets deze aan de Bijbel; het Woord van God, zodat het kwaad géén voet krijgt en zijn vernietigende werk kan verrichten in jouw leven en in de gemeente.
‘Wees het zout der aarde’
