Waarom sloeg God géén acht op het offer van Kaïn, maar sloeg God wél acht op het offer van Abel? Wat was het verschil tussen Kaïn en Abel en hun beide offers? Waarom had God geen behagen in Kaïns offer? Was de wijze waarop Kaïn het offer bracht niet correct? Was de offergave niet naar de wil van God of draaide het niet om het offer, maar was er een andere reden waarom God geen acht sloeg op het offer van Kaïn?
Kaïn was een landbouwer
Toen zond de Heere God hem weg uit de hof van Eden om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken.
De mens nu had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij werd zwanger en baarde Kaïn; en zij zeide: Ik heb met des Heeren hulp een man verkregen. Voorts baarde zij zijn broeder Abel; en Abel werd schaapherder, Kaïn landbouwer (Genesis 3:23-4:2)
Toen God Adam en Eva had weggezonden uit de hof van Eden, had God aan de mens de opdracht gegeven om de aardbodem te bewerken. Adam was een landbouwer en bewerkte de aardbodem zoals God had opgedragen om te doen.
De eerste mens, die door de gemeenschap tussen een man en een vrouw werd geboren was Kaïn. Kaïn was een landbouwer, net als zijn vader en deed wat God had opgedragen om te doen, namelijk de aardbodem bewerken. Het was dus overeenkomstig het gebod en de wil van God, dat Kaïn landbouwer was.
Wat was er verkeerd aan het offer van Kaïn?
Na verloop van tijd nu bracht Kaïn van de vruchten der aarde aan de Heere een offer; ook Abel bracht er een van de eerstelingen zijner schapen, van hun vet; en de Heere sloeg acht op Abel en zijn offer, maar op Kaïn en zijn offer sloeg Hij geen acht. Toen werd Kaïn zeer toornig en zijn gelaat betrok (Genesis 4:3-5)
Waarom sloeg God geen acht op het offer van Kaïn? Zou de reden kunnen zijn, dat Kaïn niet op de juiste wijze het offer bracht of zou de reden kunnen zijn, dat Kaïn niet de juiste vruchten offerde? Er staat niets over de wijze van het offeren beschreven. Er staat ook niet aangegeven of Kaïn van de eerstelingen van de vruchten van de aarde offerde. Er staat geschreven, dat Kaïn van de vruchten van de aarde aan de Heere offerde.
In tegenstelling tot het offer van Kain, staat bij het offer van Abel wel aangegeven, dat Abel van de eerstelingen van zijn schapen een offer bracht.
Maar het is onmogelijk om dit als reden vast te stellen, aangezien dit slechts een aanname is.
Als Kaïn wél van de eerstelingen van de vruchten van de aarde geofferd zou hebben, zou God dan wel acht geslagen hebben op het offer van Kaïn? Of als de offergave verkeerd zou zijn geweest en Kaïn een schaap zou hebben geofferd van de eerstelingen van Abel, had God dan wel een behagen in Kaïns offer gehad?
Waarschijnlijk niet. Aangezien het hoogstwaarschijnlijk niet ging om het offer van Kaïn en zijn offergave, maar om Kaïns leven.
Waarom sloeg God geen acht op het offer van Kaïn?
Door het geloof heeft Abel Gode een beter offer gebracht dan Kaïn; hierdoor werd van hem getuigd, dat hij rechtvaardig was, daar God getuigenis gaf aan zijn gaven, en hierdoor spreekt hij nog, nadat hij gestorven is (Hebreeën 11:4)
De reden dat God geen acht sloeg op het offer van Kaïn, was hoogstwaarschijnlijk, omdat Kaïn onrechtvaardig (slecht, boos) was en niet rechtvaardig zoals Abel. Door het offer werd zichtbaar in wie God een welbehagen had en in wie God geen welbehagen had.
Door acht te slaan op het offer van Abel liet God zien, dat God een welbehagen in Abel had en zijn rechtvaardige werken. Het offer, dat geaccepteerd werd door God, getuigde, dat Abel rechtvaardig was. En door geen acht te slaan op het offer van Kaïn liet God zien, dat God geen welbehagen had in Kaïn en zijn boze werken.
Kaïn was uit de boze en luisterde niet naar God en verwierp Zijn woorden en wandelde niet in de wil van God, maar was rebels en deed zijn eigen wil, en door zijn goddeloosheid sloeg God geen acht op Kaïns offer (o.a. 1 Johannes 3:12 (Lees ook: Wie durft er nog te werken in de wijngaard?)).
Het offer van de goddelozen is de Heere een gruwel
Het offer der goddelozen is de Heere een gruwel, maar aan het gebed der oprechten heeft Hij welgevallen. De weg van de goddeloze is de Heere een gruwel, maar wie gerechtigheid najaagt, heeft Hij lief (Spreuken 15:8-9)
Het offer der goddelozen is een gruwel, hoeveel te meer, als hij het met boze bedoeling brengt (Spreuken 21:27)
Een mens kan offeren en geven wat hij wil, maar als het leven van de mens niet in overeenstemming met de wil van God is, maar de mens goddeloos leeft en in zonde blijft volharden, dan zullen al die offers een gruwel voor God zijn.
Christenen kunnen mooi bidden in het bijzijn van anderen en bidden volgens gebedsmethoden en technieken en de juiste woorden uitspreken, maar als het hart niet recht staat tegenover God en de mens niet naar God luistert en niet wandelt in gehoorzaam aan Zijn geboden, die ook de geboden van Jezus zijn, en die Zijn wil vertegenwoordigen, dan zal de Heere geen welbehagen in de gebeden hebben, maar zullen de gebeden voor God een gruwel zijn (o.a. Spreuken 28:9, Jesaja 1:11-20; 19:13, Ezechiël 8:15-18, Hosea 6:6-7, Zacharias 7:11-13, Mattheüs 15:8, Johannes 9:31).
God had een welbehagen in het offer van Jezus
Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om uw wil, o God, te doen.
In de aanhef zegt Hij: Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers hebt Gij niet gewild, noch daarin een welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden. (Doch) daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om Uw wil te doen. Hij heft het eerste op, om het tweede te laten gelden. Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus (Hebreeën 10:5-10)
Het leven van Jezus Christus was een welgevallig offer voor God, omdat Jezus wandelde in gehoorzaamheid in de wil van Zijn Vader.
Omdat Jezus in de wil van de Vader wandelde, vervulde Jezus de wet (Lees ook: Is een mens in staat om de wet te vervullen?).
Jezus was gehoorzaam aan de woorden van God tot aan zijn dood. Tot aan het moment, dat Jezus als een vlekkeloos Lam werd geofferd voor de mensheid, en Jezus de ongehoorzaamheid van de mens droeg en Jezus tot zonde werd gemaakt aan het kruis (Lees ook: Is de daad van overtreding van Adam sterker dan de daad van gerechtigheid van Christus?).
Maar door het rechtvaardige leven van Jezus Christus had God een welgevallen in het offer van Zijn Zoon en sloeg God acht op Jezus’ offer en Zijn bloed, dat redding brengt voor de gevallen mens. Dit werd zichtbaar door de opstanding uit de dood (o.a. Johannes 3:14-21, Romeinen 5. Efeziërs 5:1-2, Hebreeën 9:27-28).
Een welgevallig offer voor God
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene (Romeinen 12:1-2)
Net als Jezus, behoort het leven van Christenen een welgevallig offer voor God te zijn. Gelovigen behoren hun lichamen te stellen tot een levend heilig en Gode welgevallig offer, zodat Jezus Christus wordt verhoogd en de Vader wordt vereerd.
Door het offer van Jezus Christus, door Zijn bloed, ben je gerechtvaardigd en heilig gemaakt en behoor je God toe en niet meer de duivel en de duisternis. Omdat je rechtvaardig gemaakt bent in Christus en jij Gods natuur hebt ontvangen, zul je ook wandelen in rechtvaardigheid in de wil van God.
Jouw leven is een welgevallig offer voor God als je wandelt in de wil van God en dus Zijn geboden onderhoudt (Lees ook: Wat zijn de geboden van God en de geboden van Jezus? en De geboden van God versus de geboden van de duivel).
Als je Zijn geboden onderhoudt, dan zul je wandelen in de liefde. Wandelen in de liefde betekent niet bruggen slaan met de wereld en compromissen sluiten met de duisternis en de werken van de duisternis tolereren en goedkeuren, maar het betekent gehoorzaamheid aan God en Zijn geboden, zodat jij leeft in Zijn wil en jouw leven een welgevallig offer is voor God.
‘Wees het zout der aarde’
