Op een overtreding staat een straf, dat is algemeen bekend. Als jij sneller rijdt dan de aangegeven snelheid op de verkeersborden en de snelheidslimiet overschrijdt, dan overtreed jij de wet en bestaat de kans dat jij een boete opgelegd krijgt. Er zijn mensen, die klagen als zij een bekeuring ontvangen. Maar zij vergeten één ding. En dat is, dat zij zélf een keuze hebben gemaakt om de snelheidslimiet te overschrijden en daarmee de wet te overtreden. Daarom zijn zij zelf verantwoordelijk als zij een bekeuring ontvangen en een boete moeten betalen. Zo zijn er tal van regels, die opgeschreven staan in de wet. Door de wet weten mensen wat wel -en wat niet is toegestaan. De wet schept duidelijkheid en als iedereen zich aan de wet zou houden, eensgezindheid. Maar natuurlijk zijn er altijd mensen, die rebelleren en zelf de dienst willen uitmaken en zich niet willen onderwerpen aan de wet, maar zich verheffen boven de wet. Zij bepalen zélf bijvoorbeeld hoe hard zij willen rijden en/of door rood licht rijden of parkeren zonder te betalen. Zij hebben lak aan snelheidsborden, verkeerslichten, verkeersregels en parkeermeters en maken zelf de dienst uit. Zij geven de politie en/of parkeerwachters de schuld van hun rebelse gedrag, terwijl zij geen recht hebben. Want als zij zelf beslissen om de wet niet te gehoorzamen, maar om hun eigen wil te doen en daardoor de wet te overtreden, dan zullen zij ook zelf de consequenties van hun besluit moeten dragen en de prijs moeten betalen. Dit geldt ook voor het Koninkrijk van God en het overtreden van het gebod van God door de ongehoorzaamheid van de mens, waardoor iedereen de prijs voor de zonde moet betalen. De vraag is, wie gaat de prijs betalen voor de zonde? Jij of …
De wet van het Koninkrijk van God
Elk koninkrijk heeft een wet, die de wil van de regeerder(s) van een land vertegenwoordigen. Het Koninkrijk van God heeft ook een wet, die de wil van God vertegenwoordigt. Jezus is Koning van het Koninkrijk van God. Hij is het Hoofd en de Gemeente, die Zijn lichaam is, behoort de wet van het Koninkrijk van God te gehoorzamen, te vertegenwoordigen en uit te voeren, zodat Zijn wil, wat ook de wil van de Vader is, wordt uitgevoerd op aarde.
Elke Christen is zelf verantwoordelijk voor zijn daden en maakt zelf de keuze of hij/zij Gods wil uitvoert of niet.
In de gemeente zijn leiders aangesteld, die de wil van God behoren te vertegenwoordigen, uit te voeren en bekend te maken bij de gelovigen.
De leiders van de gemeente behoren de gelovigen te onderwijzen in de waarheid van het Woord, te corrigeren, orde te houden in de gemeente, de gemeente te beschermen etc.
Zij zijn niet verantwoordelijk om wekelijks interessante (historische) feiten te delen uit de Bijbel, maar zij zijn verantwoordelijk voor de levens van de gelovigen en om hen op te voeden naar het evenbeeld van Christus. Het geloof is meer dan geloven in (historische) feiten, het is een leven om te leiden.
De geboden, die Jezus aan Gods volk gaf
Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden. Ik niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen (Mattheüs 5:17)
Als iemand zegt, dat Jezus geen geboden had en niemand opdroeg om zich te houden aan de wet van God, dan kent de persoon de Bijbel niet en spreekt niet de waarheid. Want alhoewel God Zijn wil al door het morele gedeelte van de wet had bekendgemaakt, maakte ook Jezus Zijn wil bekend, door het volk van God de wil van de Vader bekend te maken en te bevestigen door Zijn werken.
Jezus zei zelfs tot het volk, dat zij de woorden van de schriftgeleerden en Farizeeën moesten opvolgen, echter moesten zij niet hun werken opvolgen. Aangezien hun werken niet overeenkwamen met de woorden, die zij beleden (Mattheüs 23:3).
Jezus bevestigde niet alleen de wet van Zijn Vader, maar Hij scherpte de wet van Zijn Vader zelfs aan en voegde nog meer geboden toe (Lees ook: de geboden van God en de geboden van Jezus).
Dit kwam, omdat Jezus de Eerstgeborene van de nieuwe schepping was en wist waartoe de nieuwe schepping toe in staat zou zijn als hij/zij God lief zou hebben boven alles en iedereen.
Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven (Romeinen 6:22)
De nieuwe schepping is gestorven in Jezus Christus door het afleggen van het vlees, waarin de zonde regeert en is daardoor van de zonde en de dood verlost, die tot de dood in het vlees regeert (Romeinen 5:21, Romeinen 6:3-10). De nieuwe schepping is overgebracht vanuit het koninkrijk van de duisternis, waar de dood regeert, naar het Koninkrijk van God, waar het Leven regeert (Kolossenzen 1:12-14).
Daarom zal de nieuwe schepping, die leeft naar de Geest, de zonde niet langer gehoorzamen, maar weerstaan en over de zonde heersen. In plaats dat de zonde over de persoon heerst, zoals het geval is bij de oude mens, die leeft naar het vlees (Romeinen 6:16-22)
De nieuwe mens zal net als Jezus, niet de wet van de Vader ontbinden en dus opheffen, maar vervullen door het geloof (Mattheüs 5:17, Romeinen 3:31). Omdat door de doop met de Heilige Geest, de Heilige Geest in de nieuwe schepping woont en Gods wetten oftewel Zijn wil staan opgeschreven in het hart van de nieuwe schepping; de nieuwe mens. Hierdoor zal de nieuwe schepping spreken en wandelen naar Gods wil (Jeremia 31:33, Ezechiël 36:26-27, 2 Korintiërs 3:2-3, Hebreeën 8:10-12).
Het loon van de zonde is de dood
Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 6:23)
Elk persoon wordt als zondaar geboren en moet de prijs, die staat op de zonde, betalen, namelijk de dood. Want de dood is het loon van de zonde. Er is niemand uitgezonderd! Al denken sommigen van wel en denken dat zij de uitzondering op de regel zijn. Maar elk persoon heeft verlossing van het vlees en de werken van de oude mens nodig. Geen enkel mens, die uit het zaad van mannen is geboren, is heilig en rechtvaardig geboren.
Ook al ben jij opgegroeid in een Christelijk gezin, ga jij wekelijks naar de kerk en ben jij vriendelijk, meegaand, bewogen en kijk jij om naar jouw medemens en doe jij ‘goede’ (liefdadigheids) werken, al deze werken kunnen jou niet redden van de dood. Er is maar één manier om verlost te worden van de oude mens en dat is door Jezus Christus; de Zoon van God!
Alleen door het geloof in Jezus Christus en door het sterven van de oude mens (vlees) en de opstanding van de nieuwe mens (geest), zul jij verlost worden van de zonde en gered worden van de dood.
Daarom heeft God Zijn Zoon Jezus Christus als een genadegift naar de aarde gezonden om de prijs van de zonde voor zondaren te betalen.
Jezus Christus heeft de prijs betaald!
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft, door Zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest (Romeinen 8:1-4)
Jezus was volledig Mens en heeft de prijs van de zonde; de dood, betaald.
Alhoewel Jezus de prijs van de zonde niet verdiende en niet hoefde te betalen, heeft Hij de schuld van de zondaren en het loon van de zonde op Zich genomen en Zijn leven voor zondaren gegeven (2 Korintiërs 5:21, Hebreeën 2:14).
Jezus is de Plaatsvervanger geworden van die zondaren, die in Hem geloven, hun eigen leven (de oude mens, die leeft naar het vlees) afleggen, hun geest opstaat uit de dood en Jezus; het Woord en de Heilige Geest volgen.
Alleen in Jezus Christus kan een persoon worden bevrijd en dus verlost worden van de zonde en de dood, die regeren in het vlees, door het afleggen van het vlees.
Als jij het offer van Jezus Christus en de prijs, die Hij voor jou heeft betaald accepteert en jouw leven als zondaar aflegt en in Christus wedergeboren wordt, dan zul je de prijs, die op de zonde staat, niet hoeven te betalen. Aangezien Jezus Christus deze prijs voor jou heeft betaald en jij je hebt geïdentificeerd met Zijn lijden, sterven en opstanding.
Door het geloof en de wedergeboorte in Christus, ben jij geen zondaar meer, maar ben jij gerechtvaardigd. Daardoor zul jij ook wandelen in rechtvaardigheid (Romeinen 5:1; 18-19, 2 Korintiërs 5:20-21).
Als jij bent wedergeboren en leeft naar Gods wil, die staat beschreven in het Woord van God en staat opgeschreven in jouw hart, dan zul jij doen wat Hem behaagt en de Vader in de hemel verhogen met jouw leven.
De erkentenis van de waarheid
Voor iedereen, die is geboren op deze aarde, komt de dag dat zij tot de erkentenis van de waarheid zullen komen. De waarheid is dat Jezus Christus de Zoon van God is en dat Jezus Christus de Weg, de Waarheid en het Leven is. Jij kunt tot de erkentenis van de waarheid komen tijdens jouw leven hier op aarde of na jouw sterven op de Dag van het Oordeel, maar dan zal het te laat zijn.
Als jij tot de erkentenis van de waarheid komt tijdens jouw leven op aarde, door het geloof in Jezus Christus en je bekeert van jouw wandel naar het vlees in zonde en wordt wedergeboren in Hem en wandelt op de Weg in de waarheid van het Woord en naar de Geest, dan zul jij de dood niet zien en zal de dood aan jou voorbij gaan.
Op de grote Dag van het Oordeel zul jij, als jij staat opgeschreven in het Boek des levens, de beloning van de rechtvaardigheid ontvangen, namelijk het eeuwige leven (o.a. Openbaring 20:12, Openbaring 21:1-7, 27, Openbaring 22:3-5)
Maar als jij rebelleert tegen het Woord van God en blijft volharden in zonde en jij je niet wilt bekeren, maar blijft luisteren naar jouw vlees en de lusten en begeerten van het vlees blijft gehoorzamen, dan zal de dood jou komen halen als jij sterft.
Op de Dag van het Oordeel, wanneer jij niet opgeschreven staat in het boek des levens, zul jij erachter komen dat jij zelf de prijs moet betalen voor jouw zonden. Jij zult het loon van de zonde ontvangen en dat is de tweede dood. Jij zult door Jezus gedoopt worden met vuur, in de poel des vuurs, voor eeuwig (o.a. Openbaring 20:11-15, Openbaring 21:8).
‘Wees het zout der aarde’