In Mattheüs 24:37-39, sprak Jezus over de tekenen van Zijn terugkomst en de voleinding der wereld. Jezus zei onder andere, dat Zijn komst zou zijn als in de dagen van Noach. Wat bedoelde Jezus hiermee? Wat gebeurde er precies in de dagen van Noach? Wij weten dat de zonde groot was op de aarde. Ook weten wij, dat Noach een rechtvaardige prediker was. En dat Noach in gehoorzaamheid aan God een ark bouwde, waardoor Noach en zijn gezin en de dieren werden gered van de zondvloed, die God over de aarde deed komen. Maar wat is nog meer kenmerkend voor de dagen van Noach? Wat gebeurde er in de tijd van Noach, wat wij ook in deze tijd zien gebeuren?
In de dagen van Noach was de zonde groot
Toen de Heere zag, dat de boosheid des mensen groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Heere, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte (bedroefde) Hem in zijn hart. En de Heere zeide: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb. Maar Noach vond genade in de ogen des Heeren (Genesis 6:5-8)
De boosheid van de mensen was in de dagen van Noach zo groot, dat het God berouwde, dat Hij de mens op de aarde had gemaakt.
Niemand was meer rechtvaardig en niemand wandelde met God, behalve Noach.
In de rest van de mensheid regeerde het kwaad. Omdat de overleggingen van het hart van de mensen boos waren, wandelden zij in hun boosheid en deden alles wat kwaad was in de ogen van God.
De zonde was zo groot, dat God geen andere keuze had, dan de aarde te verdelgen. Door hun eigen keuzes en hun gedrag hadden zij zelf het onheil over zich heen gehaald. (Lees ook: Het onheil dat de mens over zich heen haalt’ en ‘‘De rampspoed, die zal komen’).
In de dagen van Noach was de aarde verdorven
De aarde nu was verdorven voor Gods aangezicht, en de aarde was vol geweldenarij. En God zag de aarde aan, en zie, zij was verdorven, want al wat leeft had zijn weg op de aarde verdorven. (Genesis 6:11-12)
Nee, er was géén global warming in de dagen van Noach. En dus was de staat van de aarde; de verdorvenheid van de aarde en de vloed niet het natuurlijke gevolg van een global warming effect.
Maar de verdorvenheid van de aarde had een geestelijke oorzaak, namelijk de zonde van de mens.
De zonde was zo groot en daarom was de aarde zo vol van geweldenarij, dat de aarde verdorven was.
Heft uw ogen op naar de hemel en aanschouwt de aarde beneden; want de hemel verdwijnt als rook, de aarde vergaat als een kleed en haar bewoners sterven als muggen, maar Mijn heil duurt eeuwig en Mijn gerechtigheid wordt niet verbroken (Jesaja 51:6)
In de huidige tijd is de staat van de aarde er behoorlijk aan toe. Wij zijn allemaal getuigen dat de aarde aan het opslijten is als een kleed. Zoals in bovenstaande profetie staat geschreven.
De natuurlijke wetenschappers kunnen er een natuurlijke oorzaak aan geven. Maar aangezien Gods Woord de waarheid is, is de werkelijke oorzaak een geestelijke oorzaak. De werkelijke oorzaak is de zonde en ongerechtigheid van de mens, net als in de dagen van Noach.
De aarde treurt en wacht op het openbaar worden van de zonen van God (zowel mannen als vrouwen). Maar waar zijn de zonen van God gebleven?
In de dagen van Noach werden de zonen van God ontrouw aan God en verruilden de Geest voor het vlees
Toen de mensen zich op de aarde begonnen te vermenigvuldigen en hun dochters geboren werden, zagen de zonen Gods, dat de dochters der mensen schoon waren, en zij namen zich daaruit vrouwen, wie zij maar verkozen. En de Heerde zeide: Mijn Geest zal niet altoos in de mens blijven, nu zij zich misgaan hebben; hij is vlees; zijn dagen zullen honderd twintig jaar zijn. De reuzen waren in die dagen op de aarde, en ook daarna, toen de zonen Gods tot de dochters der mensen kwamen, en zij hun (kinderen) baarden; dit zijn de geweldigen uit de voortijd, mannen van naam (Genesis 6:1-4)
De zonen van God behoorden God toe en bezaten de Geest van God. Want God zei, nadat de zonen Gods de dochters van de mensen tot vrouwen hadden genomen, dat Zijn Geest niet meer altoos in de mens zou blijven en zou twisten met de mens (vanuit moreel opzicht), aangezien de zonen Gods zich misdragen hadden.
De zonen van God bleven God niet trouw. Maar de zonen van God werden ontrouw aan Hem. Zij verruilden hun positie, om hun vleselijke lusten en begeerten te bevredigen met vrouwen, die waarschijnlijk waren geboren uit het zaad van Kaïn.
Net zoals de zonen van God in de tijd van Noach zich misdroegen en ontrouw werden aan God en geleid werden door hun zintuigen en de schoonheid (het uiterlijk) van de (heidense) vrouwen en zich door de lusten en begeerten van het vlees vele vrouwen tot zich namen en daardoor de Geest verruilden voor het vlees, zo vindt in deze tijd precies hetzelfde plaats.
De ontrouw van de zonen van God in deze tijd
In de huidige tijd worden vele zonen van God geleid door hun zintuigen en de lusten en begeerten van het vlees, in plaats dat zij geleid worden door de Geest en trouw blijven aan Jezus Christus; het Woord.
Hun ogen zijn niet gericht op Jezus Christus en Zijn wil en de eeuwigheid. Maar hun ogen zijn gericht op hun eigen wil, vrouwen (mannen en zelfs kinderen) en het tijdelijk bevredigen van hun vleselijke lusten en begeerten.
En zo ruilen velen hun geboorterecht als zoon van God in voor tijdelijke pleziertjes en plegen overspel en/of gaan huwelijken aan met ongelovigen, omdat zij verblind zijn door – en gericht zijn op de uiterlijke schoonheid.
Maar deze keuzes zullen consequenties hebben voor hun leven, net zoals dat bij o.a. Ezau het geval was (Lees ook: ‘Jouw geboorterecht verkopen voor tijdelijk genot’)
Acteurs van het leven, die een dubbel leven leiden
Er zijn Christenen, die wekelijks een kerk bezoeken, een taak hebben in de kerk en/of een leiderschapsfunctie bekleden, maar eigenlijk acteurs van het leven zijn en achter de schermen een dubbel leven leiden.
Deze Christenen hebben zich niet geïdentificeerd met de dood en opstanding van Jezus Christus. Zij zijn niet wedergeboren en/of hebben hun eigen wil en hun vlees nog niet afgelegd. Maar het vlees, waarin hun wil en de zonde regeert is nog springlevend en regeert in hun leven.
Zij zijn niet geestelijk en volgen niet Gods Woord en Gods Geest. Maar zij volgen hun eigen gedachten, zintuigen, gevoelens en emoties. En zij laten zich leiden door de lusten en begeerten van hun vlees, wat leidt tot (seksuele) onreinheden en zonde. En deze zijn, in de tijd waarin wij leven, net als in de dagen van Noach, enorm groot.
Al belijden veel Christenen, dat zij geloven dat God bestaat en zeggen zij, dat zij verlangen naar de terugkomst van Jezus en roepen en zingen daarover, zij leven alsof God niet bestaat en Jezus nooit terugkomt.
Zij doen stiekem dingen, die voor het oog van de vleselijke mens verborgen zijn en waarvan zij denken dat God niets ziet. Maar God is almachtig en Hij ziet alles. Niets is verborgen voor God! En God openbaart de werken en confronteert de mens met zijn zonden door de Heilige Geest.
De zondaren haten de rechtvaardigen
Daarom kunnen diegenen, die in zonde leven, niet in de nabijheid zijn van de ware zonen van God, die rechtvaardig zijn gemaakt door het bloed van Jezus en de Heilige Geest bezitten en naar de Geest rechtvaardig wandelen. Want in hun nabijheid worden zij geconfronteerd met hun slechte werken; hun zonden. Aangezien de Heilige Geest in hen getuigt van hun slechte werken. Net als o.a. bij Noach en Jezus het geval was.
Omdat de zonden en ongerechtigheden op de aarde zo groot zijn en vele gemeenten hebben aangetast en vele zonen van God ontrouw zijn geworden, en God en Zijn Woord, die Zijn wil vertegenwoordigt, en de Geest hebben verruild voor het vlees, is dit gedrag van de zonen Gods ook een kenmerk, dat wij in de dagen van Noach leven.
In de dagen van Noach wilden de mensen niet luisteren
En het doel van vermaning is liefde uit een rein hart, uit een goed geweten en een ongeveinsd geloof. Door dit spoor te verlaten zijn sommigen vervallen tot ijdel gepraat; zij willen leraars der wet zijn, zonder ook maar te beseffen wat zij zeggen of waarover zij zo stellig spreken. (1 Timotheüs 1:5-7)
Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal oordelen, met beroep zowel op Zijn verschijning als op Zijn koningschap: verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting.
Want er komt een tijd, dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren. (2 Timotheús 4:1-4)
In de dagen van Noach wilden de mensen niet luisteren naar de woorden van God. En ook in deze tijd willen de mensen niet luisteren naar de woorden van God. In plaats daarvan luisteren zij naar de kennis en wijsheid van de wereld en hebben hun eigen mening.
Zij willen niet luisteren naar mensen, die de waarheid van God verkondigen. En daarom maken zij het hen moeilijk en doen er alles aan om hun stemmen tot zwijgen te brengen.
En omdat in veel kerken, de geest van de wereld is binnengekomen en regeert in de levens van velen, die zeggen gelovig te zijn, willen ook deze mensen niet meer luisteren naar de onfeilbare woorden van God, die hen oproepen tot bekering, het wegdoen van zonde en een heilig leven.
Veel Christenen zijn hoogmoedig en willen niet luisteren naar de waarheid en gecorrigeerd worden.
Hierdoor hebben predikers, die de wereld toebehoren en in dienst van mensen staan i.p.v. God, de boodschap van het evangelie van Jezus Christus aangepast aan wat de mensen willen horen.
Predikers, die de wereldgeest bezitten, verkondigen wat mensen willen horen
Deze predikers, die in werkelijkheid zonen van de duivel zijn en de geest van de wereld bezitten en vaak zelf in zonde leven en/of bijval schenken aan de zonden van anderen en woorden spreken, die hun vlees pleas-en en versterken, hebben zij bijeengehaald.
Deze predikers verkondigen niet het Koninkrijk van God en roepen de mensen niet op tot een heilig leven. Maar zij verkondigen leugens van het koninkrijk der duisternis en laten de mensen begaan in hun losbandige leven of leiden hen naar een losbandig leven ver weg van God.
Aangezien zij de geest van de wereld bezitten, spreken zij dezelfde (motiverende) woorden als de mensen, die de wereld toebehoren en God niet kennen.
Zij zijn blinde wegwijzers, die wandelen in de duisternis. Zij zijn onzichtbare graven, die de mensen in banden van de dood houden en leiden naar de eeuwige dood. (Lees ook: ‘Vele herders leiden de schapen naar de afgrond’).
In de dagen van Noach hadden de mensen het te druk met hun eigen leven
Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn (Mattheüs 24:37-39)
In de dagen van Noach hadden de mensen het te druk met hun eigen leven en geen tijd voor God. Zij aten en dronken en trouwden en dat was de focus en het middelpunt van hun leven.
Net zoals dat voor velen in deze tijd het geval is. Zij hebben geen tijd voor Jezus Christus; het Woord en de dingen van het Koninkrijk van God, maar zijn alleen gericht op hun eigen leven en de dingen van de wereld.
Zij houden niet van verplichtingen en regels en willen niet gebonden zijn. Maar zij willen vrij zijn. Zij willen zelf de dienst uitmaken en vermaakt worden. Zij houden van fellowshippen en gezelligheid. En zo vermaken zij zich met de dingen, die de wereld en/of de kerk, te bieden heeft.
De velden zijn wit om te oogsten en Jezus zoekt naar arbeiders, maar velen hebben het te druk met hun eigen leven, het fellowshippen en hun eigen pleziertjes.
Wie wil Jezus gehoorzamen en wie kan Jezus vertrouwen en zenden? (Lees ook: Wie durft er nog werken in de wijngaard?)
In de dagen van Noach was alléén Noach bezig met het werk van de Heere
Noach was onder zijn tijdgenoten een rechtvaardig en onberispelijk man; Noach wandelde met God (Genesis 6:9)
Toen zeide God tot Noah: Het einde van al wat leeft is door Mij besloten, want door hun schuld is de aarde vol geweldenarij, en zie, Ik ga hen met de aarde verdelgen. Maar u een ark van groferhout; met vakken zult gij de ark maken en haar van binnen en van buiten met pek bestrijken. (Genesis 6:13-14)
En zoals in de dagen van Noach de mensen het te druk hadden en bezig waren met hun eigen leven en het vervullen van hun vleselijke behoeften en genoten van hun tijdelijke pleziertjes en in zonde leefden en niet naar de waarheid van God wilden luisteren en zij niets van Zijn wil en Zijn rechtvaardigheid wilden weten en daardoor de aarde verdorven was, was er één iemand, die zich had afgezonderd van de boosheid van de mensen en zich had toegewijd aan God.
Één iemand, die wél luisterde naar God en trouw bleef aan God en Zijn wil en bezig was met Zijn werk. En die persoon was Noach.
Noach was een rechtvaardige en onberispelijke man. Noach wandelde met God, ondanks het feit, dat de hele mensheid rondom hem wandelde in zonde en ongerechtigheid en zich van Noach afkeerde.
Door het geloof heeft Noach, nadat hij een godsspraak ontvangen had over iets, dat nog niet gezien werd, eerbiedig de ark toebereid tot redding van zijn huisgezin; en door dat (geloof) heeft hij de wereld veroordeeld en is hij een erfgenaam geworden der gerechtigheid, die aan het geloof beantwoordt. (Hebreeën 11:7)
Noach geloofde in God en onderwierp zich daardoor aan God en Zijn Woord en deed wat God hem had opgedragen om te doen.
Noach gehoorzaamde de woorden van God en bouwde de ark
Ondanks het feit, dat er in de natuurlijke wereld nog niets zichtbaar was van een zondvloed, bouwde Noach in geloof in gehoorzaamheid aan God de ark en bleef zijn ogen daarop gericht houden.
Noach liet zich niet afleiden door de mensen in zijn omgeving en de dingen, die om hem heen gebeurden. Maar Noach bleef gericht op God. Noach luisterde naar God en gehoorzaamde Zijn woorden en liet zich door Hem leiden.
In de dagen van Noach maakte alleen Noach zich klaar voor de komst van de zondvloed
Noach deed wat God Hem had opgedragen om te doen en bereidde zich voor, voor de komst van de zondvloed. Noach werkte aan het behoud van zichzelf, zijn familie en diegenen, die naar Noach wilden luisteren. Echter wilde niemand naar de woorden van de rechtvaardige prediker luisteren, waardoor alleen Noach, zijn vrouw, zijn zonen en schoondochters en een deel van de dieren werden gered (Lees ook: Wie wil er nog luisteren?).
En zo zijn er in deze tijd weinigen, die net als Noach bezig zijn met het werk van God, het behoud van zichzelf en de redding en het behoud van anderen en zich voorbereiden op de terugkomst van Jezus Christus.
Er zijn maar weinigen, die geestelijk wakende zijn en naar Zijn wil leven en bezig zijn met het werk van Jezus Christus en Zijn Koninkrijk vertegenwoordigen, verkondigen en brengen op aarde, zodat zielen verlost worden uit de macht van het koninkrijk der duisternis en gered worden van de eeuwige dood. Zij zijn er wel, maar het zijn er niet veel.
Want er zijn niet veel mensen, die afgestorven zijn aan zichzelf en de waarheid durven te verkondigen. Dit komt omdat veel mensen, die de wereld toebehoren, niet willen luisteren naar de waarheid en zij daardoor weerstand ervaren. Hierdoor doen zij liever wat water bij de wijn, om zo de weerstand en vervolging van mensen te voorkomen.
De ware zonen van God zijn trouw aan Jezus en blijven staan op de waarheid van Gods Woord
Maar de ware zonen van God kennen Jezus Christus; het Woord. Zij blijven trouw aan Jezus en blijven de waarheid van God verkondigen ondanks de consequenties. De zonen van God doen geen water bij de wijn. Zij spreken geen leugens. Maar zij blijven standhouden op het Woord en wijken daar niet van af.
De zonen van God, die uit Hem geboren zijn, weten, dat je beter (tijdelijk) verworpen kunt worden door mensen, dan eeuwig verworpen worden door Jezus Christus en God de Vader op de Dag van het Oordeel.
Want op die Dag, zal een ieder geoordeeld worden naar zijn of haar werken en het eeuwige leven ingaan of de eeuwige dood. En niemand is daarvan uitgesloten.
‘Wees het zout der aarde’