Hoe vaak beloven mensen iets te doen, maar komen hun beloften niet na? Zij beloven van alles, maar van al die mooie beloften, die op het moment oprecht en betrouwbaar lijken, komt niets van terecht. Hoe betrouwbaar zijn de woorden en de beloften van mensen eigenlijk? Hoe betrouwbaar zijn de woorden en de beloften van Christenen in deze tijd? Hoe zit het met jou? Doe jij wat jij zegt en kom jij jouw beloften na of beloof jij het één, maar doet het ander? In Mattheüs 21:28-32 lezen wij de gelijkenis van de twee zonen. Wat wilde Jezus daarmee zeggen? Wat is de betekenis van de gelijkenis van de twee zonen?
Waarom vroeg Jezus of de doop van Johannes uit de hemel of uit de mensen was?
Terwijl Jezus de mensen onderwees in de tempel, kwamen de overpriesters en ouderlingen van het volk tot Jezus en vroegen Hem door welke macht Hij de dingen deed en wie Hem deze macht had gegeven. Jezus antwoordde hen, dat Hij hun vraag zou beantwoorden, als zij Zijn vraag zouden beantwoorden. En zo stelde Jezus hen de vraag of de doop van Johannes uit de hemel of uit de mensen was.
De overpriesters en ouderlingen overlegden met elkaar. Want indien zij zouden zeggen uit de hemel, dan zou Jezus hen vragen, waarom zij hem niet hebben geloofd?
Want als zij hadden geloofd, dat de doop van Johannes uit de hemel was en dus van God afkomstig was, dan zouden zij geloven dat Johannes de Doper door God gezonden was en hadden zij zijn woorden gehoorzaamd en zich laten dopen (Lees ook: ‘Johannes de Doper, de man, die niet boog‘).
Maar zij hadden zich niet laten dopen. Zij geloofden dus niet dat de doop van Johannes uit de hemel was, maar uit de mensen.
Maar indien zij zouden zeggen, dat de doop uit de mensen was, dan zouden zij de mensen over zich heen krijgen, aangezien de mensen geloofden, dat Johannes een profeet was.
Dus hielden de overpriesters en oudsten van het volk hun mond uit vrees voor de mensen en antwoordden Jezus, dat zij niet wisten of de doop uit de hemel of uit de mensen was.
Aangezien zij de vraag van Jezus niet hadden beantwoord, beantwoordde Jezus hun vraag ook niet, maar Jezus vertelde hen wel de gelijkenis van de twee zonen (Mattheüs 21:23-27).
De gelijkenis van de twee zonen
Wat dunkt u? Iemand had twee kinderen. Hij ging naar de eerste en zeide: kind, ga en werk vandaag in de wijngaard. En hij antwoordde en zeide: Ja, heer, maar hij ging niet. Hij ging naar de tweede en sprak evenzo. En deze antwoordde en zeide: ik wil niet, maar later kreeg hij berouw en ging toch. Wie van de twee heeft de wil van zijn vader gedaan? Zij zeiden: De laatste. Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, de tollenaars en de hoeren gaan u voor in het Koninkrijk Gods. Want Johannes heeft u de weg der gerechtigheid gewezen en gij hebt hem niet geloofd. De tollenaars en de hoeren echter hebben hem geloofd, doch hoewel gij dat zaagt, hebt gij later geen berouw gekregen en ook in hem geloofd (Mattheüs 21:28-32)
Jezus vertelde hen, dat een man twee zonen had en aan beide zonen de opdracht gaf om die dag te werken in de wijngaard. De ene zoon beloofde zijn vader, dat hij zou gaan, maar hij ging niet. De andere zoon wilde niet, maar kreeg later berouw en ging uiteindelijk toch.
Jezus vroeg hen, wie van de twee zonen de wil van de vader had gedaan, waarop zij Hem antwoordden, de laatste.
Jezus zei tot hen, dat Johannes hen de weg der gerechtigheid had gewezen, maar dat zij Johannes niet hadden geloofd. Maar de tollenaars en de hoeren geloofden wel de prediking van Johannes (en gehoorzaamden zijn woorden en bekeerden zich en lieten zich dopen). En alhoewel zij dit zagen, hadden zij niet alsnog berouw gekregen en ook in hem geloofd (en zich laten dopen).
Alhoewel de overpriesters en oudsten van Gods volk waren aangesteld in het ambt en in dienst van God stonden en Zijn wil behoorden te doen, deden zij niet de wil van God en lieten zich niet dopen (Lees ook: ‘Wat zijn de overeenkomsten tussen de leiders van Gods volk toen en nu?’ en ‘Wat is het verschil tussen Jezus en de religieuze leiders?’).
En zo zijn er ook vandaag de dag veel Christenen, die beloften hebben gedaan aan God en beloofd hebben om Zijn wil te doen, maar hun beloften aan God niet nakomen en Zijn wil niet doen. En niet alleen aan God hebben zij beloften gedaan, die zij niet nakomen, maar ook aan mensen.
Wat zijn de beloften van Christenen nog waard in deze tijd?
Hoeveel Christenen zijn er wel niet, die een huwelijksverbond aangaan en beloven trouw te blijven aan hun man of vrouw, maar gaande op weg, de woorden, die zij hebben gesproken en de beloften, die zij hebben gedaan vergeten en hun beloften niet nakomen en de wil van God verlaten en hun huwelijksverbond verbreken en echtbrekers worden.
Hoeveel Christenen dragen hun kinderen op aan God en beloven God hun kinderen in de vreze des Heeren en in Zijn wil op te voeden, maar komen hun belofte niet na? Hoeveel ouders beloven hun kind(eren) van alles, maar komen al die beloften niet na.
Hoeveel Christenen doen beloften aan hun werkgever en tekenen een contract, maar komen hun beloften niet na en dragen allerlei excuses aan?
Hoeveel mensen zijn er wel niet, die tot bekering komen en zich laten dopen en beloven Jezus; het Woord te volgen en Hem te gehoorzamen en Zijn geboden te onderhouden, maar gaande op weg Zijn weg en Zijn geboden verlaten en niet doen wat zij beloofd hebben om te doen, maar hun eigen weg gaan en hun eigen wil doen. Wat betekenen beloften nog in deze tijd?
Er zijn veel Christenen, die van alles beloven aan God en aan anderen, maar uiteindelijk hun beloften niet nakomen. Terwijl zij wél van God en van andere mensen verwachten, dat zij doen wat zij zeggen en dat zij hun beloften nakomen, en anders teleurgesteld en boos worden en vaak boos blijven.
De Heere Jezus als Heere belijden, maar niet doen wat Hij zegt
Wat noemt gij Mij Heere, Heere, en doet niet wat Ik zeg? (Lucas 6:46)
Veel Christenen beloven om de wil van God te doen, terwijl er maar weinigen zijn, die werkelijk de woorden van God opvolgen en de wil van God doen in hun leven. Vaak komen beloften voort uit het vlees, vanuit een emotie, gevoel of bepaalde staat, waarin de persoon zich bevindt.
Zo kunnen bijvoorbeeld mensen een dienst bezoeken en door al de (uiterlijke) entourage, de sfeer, de verlichting, de muziek, uiterlijke manifestaties en meeslepende woorden, zo beïnvloed en aangeraakt worden in het vlees, dat de gevoelens en emoties het overnemen en zij vanuit die staat (beleving) een belofte doen, die zij bij thuiskomst al weer snel vergeten en uiteindelijk niet nakomen.
Als jij een zoon van God (dit geldt voor zowel vrouwen als mannen) bent geworden, dan heb jij een keuze gemaakt, om jouw eigen leven af te leggen en de wil van God te doen.
Jij hebt een belofte gedaan om Jezus Christus te volgen en Zijn geboden te onderhouden en daardoor zul jij doen, wat Hij heeft opgedragen om te doen.
Aan iedere zoon heeft God de opdracht gegeven om te werken in Zijn wijngaard, geen enkele zoon is van deze opdracht uitgesloten.
God haat leugenaars en echtbrekers. De ware zonen van God zijn geen leugenaars en echtbrekers, maar zij zullen zich houden aan hun beloften en de verbonden, die zij zijn aangegaan (o.a. Spreuken 6:16; 12:22, Maleachi 2:16, 1 Korintiërs 6:9-10, Openbaring 21:8).
God wil, dat Zijn zonen, net als Hij, trouw zijn en de waarheid spreken in plaats van liegen, zodat zij net als Hij betrouwbaar zijn.
Zij behoren eerst de kosten te bereken, alvorens een keuze te maken en een belofte te doen, zodat zij Jezus Christus en Zijn Koninkrijk niet tot een bespotting maken en God niet beschamen.
De zonen van God doen de wil van hun Vader
De zonen van God zullen net als hun Vader, zich aan hun beloften houden en doen wat zij zeggen. Zij zijn geen verbondsbrekers, maar zij zullen trouw blijven aan hun beloften, ongeacht wat het hen kost en wat de gevolgen zijn.
Wees dus, net als Jezus, een gehoorzame zoon, die misschien de woorden van God en Zijn opdracht in eerste instantie niet wil opvolgen, maar uit liefde voor Hem, de wil van God toch zal doen en Zijn geboden zal opvolgen en daardoor de liefde voor Jezus Christus en de Vader betoont en Hem verheerlijkt en verhoogt.
Want het gaat uiteindelijk niet om de beloften die jij hebt gedaan aan God, maar of jij Zijn wil hebt gedaan.
‘Wees het zout der aarde’