En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen (Genesis 3:15)
Nadat de mens was gevallen van zijn positie en de sleutels had overgedragen aan de duivel, profeteerde God over de slang, de duivel, wat er met hem en zijn heerschappij zou gebeuren. De duivel dacht in zijn hoogmoed dat zijn missie, om te worden als God, was geslaagd. Hij had immers een deel van de engelen van God zich toegeëigend en was de overste van de wereld en de vader van de gevallen mensen geworden. Maar zijn heerschappij, die hij door zijn leugens had verkregen, zou niet voor eeuwig zijn. Want God had gezegd, dat het Zaad van de vrouw de kop van de duivel zou vermorzelen.
De kop van de duivel
Na de val van de mens van zijn positie, was de mens niet meer de heerser op aarde, maar had dit door zijn ongehoorzaamheid aan God en zijn gehoorzaamheid aan de duivel overgedragen aan de duivel. De duivel was de heerser op aarde geworden en had samen met zijn engelen het hoogste gezag op aarde. De duivel was de vader van de mens geworden en elk mens zou met zijn natuur geboren worden, aangezien het kwaad in het zaad van de mens was binnengekomen en daardoor aanwezig was in het zaad van de mens.
Om zijn positie veilig te stellen, deed de duivel er alles aan om te voorkomen dat het Zaad van de vrouw hem de kop zou vermorzelen.
Dit begon al bij Abel, die door zijn gehoorzaamheid aan God en zijn rechtvaardige werken getuigde, dat de werken van zijn broer Kaïn slecht waren.
Kaïn werd daardoor boos op zijn broer Abel en ondanks dat God hem waarschuwde, om geen gehoor te geven aan zijn boosheid, luisterde Kaïn niet naar God en Zijn woorden, maar naar zijn vlees en handelde naar de wil van zijn vader de duivel en doodde zijn broer Abel (Gen 4, Heb 11:4, 1 Joh 3:12, Jud 1:11).
Elk zaad, dat geboren werd en in gehoorzaamheid aan God wandelde, vormde een bedreiging voor de duivel en werd daarom gehaat door de duivel en de zonen van de duivel. En zo werden vele priesters en profeten vermoord omwille van hun gehoorzaamheid aan God en hun rechtvaardige werken.
De duivel deed er alles aan, om te voorkomen dat het Zaad, waarover God had geprofeteerd, hem de kop zou vermorzelen. Maar wat de duivel ook deed, hij slaagde er niet in om te voorkomen, dat de woorden van God in vervulling zouden gaan.
Het Zaad van de vrouw
Aangezien het zaad van de mens door het kwaad was aangetast en de zonde en de dood regeerde in de mens was geen enkel mens in staat om de heerschappij van de duivel op een rechtmatige manier te ontnemen. En daarom plantte God Zijn Zaad in de vrouw, de maagd Maria, zodat het Zaad van de vrouw de heerschappij van de duivel rechtmatig zou terugnemen en datgene zou herstellen wat de duivel had verstoord.
En zo kwamen de woorden van God tot leven en kwam Jezus, de Zoon van God; het Levende Woord in de gelijkenis van de mens naar de aarde met als doel om de kop van de duivel te vermorzelen oftewel de macht van de duivel te ontnemen en wat gebroken was te herstellen (Lu 1:35, Joh 1:1-18; 3:16, Rom 8:3. 1 Tim 3:16, Heb 2:14, 1 Pe 3:18, 1 Joh 4:2).
Jezus getuigde van God en wandelde in gehoorzaamheid aan God en in de kracht van de Heilige Geest op aarde. Hij maakte al datgene, wat door het kwaad was aangetast en was verstoord weer heel.
De duivel deed er alles aan om ook dit Zaad aan te tasten met het kwaad. En zo probeerde de duivel Jezus door het vlees te verleiden met zijn leugens. Maar doordat Jezus gehoorzaam bleef aan de wil van de Vader en niet luisterde naar Zijn vlees kon de duivel Hem niet tot zonde verleiden.
Judas hief zijn hiel op tegen Jezus
Ik spreek niet van u allen; Ik weet wie Ik heb uitgekozen; maar het schriftwoord moet vervuld worden: Hij, die Mijn brood eet, heeft zijn hiel tegen Mij opgeheven (Joh 13:18).
Alhoewel de duivel Jezus niet tot zonde kon verleiden, had hij wel een andere manier gevonden om van Jezus af te komen en te voorkomen dat zijn kop vermorzeld zou worden.
Het hart van één van Jezus Zijn discipelen was namelijk niet volledig toegewijd aan Hem.
Er was één liefde in het leven van deze discipel, die een grotere plaats innam dan zijn liefde voor God en voor Jezus en dat was zijn liefde voor geld.
En zo kon de duivel het hart van deze discipel binnenkomen en kon hij zijn plan volvoeren.
De naam van deze discipel was natuurlijk Judas Iskariot, die tevens ook een dief en beheerder van de kas was (Joh 12:6; 13:29).
In ruil voor dertig zilverlingen hief Judas zijn hiel op tegen Jezus en verraadde Judas zijn Meester Jezus en leverde hem over aan de priesters. Jezus werd gevangen genomen, verhoord, gegeseld en uiteindelijk gekruisigd.
De duivel dacht dat zijn plan geslaagd was en dat hij de voetstappen van Jezus had uitgewist, met andere woorden, dat hij de hiel van Jezus had vernietigd door hem te kruisigen.
De hiel van Jezus vermorzeld
Nochtans, onze ziekten heeft hij op Zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden Hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is onze genezing geworden (Jes 53:4-5)
Maar het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen (Jes 53:10)
God hield het lijden en de weg van het sterven van Jezus Christus niet tegen.
God had dit immers meerdere malen Zelf voorzegd en door de mond van Zijn profeten gesproken. En daarom moest de hiel van Jezus vermorzeld worden (Lees ook: ‘De lijdensweg en bespotting van Jezus Christus’ en ‘De ware betekenis van het kruis‘).
Door de geseling en kruisiging van het vlees kon God de ongerechtigheden en de zonde van de wereld op Jezus leggen en werd Jezus als Lam van God geofferd voor de mensheid (Joh 1:29, 36).
Doordat Jezus de zonde en de ongerechtigheden van de mensheid droeg, kon Jezus rechtmatig het dodenrijk binnenkomen, waar Jezus drie dagen verbleef.
De kop van de duivel vermorzeld
Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd (Kol 2:15)
Maar de dood was niet sterk genoeg om Jezus in het dodenrijk te houden. Want na drie dagen stond Jezus, door de kracht van de Heilige Geest, als Overwinnaar op uit de dood (Mat 12:40, Mar 14:58, Joh 2:19, Rom 10:7, Heb 2:7-18, Efe 4:9).
Op het moment, dat de duivel door zijn zaad de hiel van Jezus vermorzelde, kon Jezus Zijn missie volbrengen en vermorzelde het Zaad van de vrouw; Jezus, de kop van de duivel.
Jezus, de trouwe Getuige van God en de Eerstgeborene uit de dood, had de dood overwonnen en de sleutels van de dood en het dodenrijk rechtmatig teruggenomen (Kol 1:18, Ps 89:28, Op 1:5).
En zo had Jezus de kop van de duivel vermorzeld en de sterke zijn macht ontnomen.
‘Wees het zout der aarde’