Toen Jezus aan het kruis hing en de zonde van de wereld droeg, die de Vader op Hem had gelegd, werd Jezus gescheiden van de Vader en kwam onder heerschappij van de duivel en zijn koninkrijk. Aangezien Jezus Christus tot zonde gemaakt was en de duivel heerschappij over Hem voerde, kwam Jezus, nadat Hij was gestorven, in de hel terecht, waar Jezus drie dagen verbleef. Maar de dood was niet sterk genoeg om Jezus in de hel; het koninkrijk van de dood, vast te houden. Door de kracht van God, door de Heilige Geest, stond Jezus op uit de dood met de sleutels van de hel (dodenrijk, Hades) en de dood (Openbaring 1:18). Jezus Christus had Zijn missie volbracht en de kracht van Zijn opstanding uit de dood zou zichtbaar zijn in de levens van Zijn discipelen.
De kracht van Zijn opstanding
Veel mensen weten verstandelijk wel, dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood, maar zijn geestelijk onwetend over de werkelijke betekenis van Zijn opstanding uit de dood. Hierdoor blijven vele mensen, die zeggen gelovig te zijn, leven in onwetendheid in de duisternis in gebondenheid aan de zonde, zoals Gods volk leefde in het Oude Verbond, en dragen allerlei excuses aan – en komen met allerlei dwaalleringen, die de zonde promoten en vergoelijken, door de zonde te ‘legaliseren’ en goed te keuren door God.
Maar het Woord is duidelijk over de wil van God en de zonde. De waarheid staat voor eeuwig vast en daar kan geen enkel mens wat aan veranderen. Elk mens heeft de keuze in het leven om de waarheid van God aan te nemen en te gehoorzamen of de waarheid van God te verwerpen.
Als Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht en zijt gij nog in uw zonden
Indien nu van Christus gepredikt wordt, dat Hij uit de doden is opgewekt, hoe komen sommigen onder u ertoe te zeggen, dat er geen opstanding der doden is? Indien er geen opstanding der doden is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof. Dan blijken wij ook valse getuigen van God te zijn, want dan hebben wij tegen God in getuigd, dat Hij de Christus opgewekt heeft, die Hij toch niet heeft opgewekt, indien er geen doden opgewekt worden. Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigse van alle mensen (1 Korintiërs 15:12-19)
In de gemeente in Korinthe waren er sommigen, die Christus wel predikten, maar ondertussen zeiden, dat er geen opstanding van de doden was, waarop Paulus zei, dat als er geen opstanding van de doden zou zijn, Christus ook niet zou zijn opgewekt en dat hun geloof en prediking zonder inhoud zou zijn en zij valse getuigen van God waren.
Zonder de opstanding uit de dood zou het werk van Jezus aan het kruis voor niets geweest zijn en zou het geloof en de prediking van het kruis geen enkele kracht bezitten.
Zonder de opstanding uit de dood, zou de dood blijven regeren over de hele mensheid en zou de mens voor altijd in gevangenschap van de zonde en de dood gescheiden van God blijven leven.
Als Jezus niet uit de dood was opgestaan, zou Zijn lijden en sterven hetzelfde geweest zijn als het lijden en sterven van de profeten en al diegenen, die in het Oude Verbond, omwille van hun geloof in God en hun trouw en gehoorzaamheid aan God werden vervolgd en gedood.
Maar Jezus Christus bleef niet dood, Zijn ziel werd niet verlaten in de hel en Zijn lichaam heeft geen ontbinding gezien, omdat de kracht van God sterker was dan de kracht van de dood. Zijn geloof en vertrouwen op God de Vader en Zijn volkomen gehoorzaamheid aan het gebod en de woorden van Zijn Vader, lieten Hem niet beschaamd, want de Vader deed, wat Hij Hem had beloofd. En zo stond Jezus Christus als Overwinnaar op uit de dood.
Jezus Christus is Hogepriester en Koning
Opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve de Geest van wijsheid en van openbaring om Hem recht te kennen: verlichte ogen (uws) harten, zodat gij weet, welke hoop Zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is Zijner erfenis bij de heiligen, en hoe overweldigend groot Zijn kracht is aan ons, die geloven, naar de werking van de sterkte Zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door Hem uit de doden op te wekken en Hem te zetten aan Zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw. En Hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld en Hem als Hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt (Efeziërs 1:17-23)
Na Zijn opstanding, voerde Jezus na veertig dagen ten hemel en bood Zijn eigen bloed aan de Vader aan en nam plaats op de troon, de stoel van genade, aan de rechterhand van de Vader in de hemelse gewesten, boven alle overheid, macht, kracht, heerschappij en alle naam. Alles had God de Vader onder Zijn voeten gesteld en Jezus Christus als Hoofd, boven al wat is, gegeven aan de gemeente.
Jezus Christus was Hogepriester en Koning geworden en Hij zou de Hogepriester en Koning zijn voor al diegenen, die in Hem zouden geloven en zich zouden identificeren met Zijn dood en Zijn opstanding uit de dood en door de wedergeboorte in Hem een nieuwe schepping; een zoon van God zouden worden.
Het bloed van Jezus bracht verzoening. Alle overtredingen van de oude mens zouden, door het sterven van het vlees, onder het bloed zijn en vergeven en vergeten zijn door God (Kolossenzen 1:11-15 (Lees ook: ‘De besnijdenis in het Nieuwe Verbond’).
De opstanding van de nieuwe schepping uit de dood
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als Eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens is ook de opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden (1 Korintiërs 15:20-22)
Door de ongehoorzaamheid van Adam stierf de geest van de mens en kwam onder heerschappij van de dood, waardoor een ieder, die uit het zaad van Adam was geboren onder heerschappij van de dood als zondaar zou leven.
Maar door de gehoorzaamheid van Jezus Christus en door de kracht van Zijn opstanding uit de dood, zou de geest van de mens, die onder heerschappij van de dood was, door het geloof en de wedergeboorte in Jezus Christus, in Christus opstaan uit de dood en zou de mens een nieuwe schepping worden.
De wedergeboren mens zou niet meer langer door het vlees gebonden zijn aan de dood en leven onder de heerschappij van de dood en de vrucht van de dood; de zonde dragen.
Maar de wedergeboren mens, zou door de opstanding van de geest uit de dood en de inwoning van de Heilige Geest, verlost zijn van de dood en daardoor niet meer de vrucht van de dood, de zonde dragen en na het leven op aarde niet naar de hel gaan, maar het eeuwige leven beërven.
De nieuwe mens, waarvan de geest is opgestaan uit de dood, zal in verbondenheid met God leven in gehoorzaamheid aan Hem en rechtvaardige werken doen en de vrucht van de Geest dragen (Efeziërs 2:1-10, Kolossenzen 1:13-23).
Allen, die voortdurend door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods
Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont. Derhalve broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. Want allen, die (voortdurend, constant) door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods (Romeinen 8:9-14)
De kracht van Zijn opstanding zal zichtbaar zijn in het leven van diegenen, die Jezus Christus toebehoren, volgen en gehoorzamen. Zij zullen niet meer leven naar het vlees onder heerschappij van de dood en de werken van het vlees blijven doen.
Maar door de opstanding van de geest uit de dood, keert het leven van God terug in hen en regeert het leven van God in hen, zodat zij niet meer in gebondenheid aan de dood naar het vlees zullen wandelen en de werken van het vlees; de zonde blijven doen en de dood toebehoren, maar zij zullen door de Geest de werken van het vlees doden en daardoor leven.
Want diegenen, die naar het vlees blijven wandelen en de werken van het vlees blijven doen, die zullen sterven.
Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheids des levens zouden wandelen (Romeinen 6:3-5)
Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade (Romeinen 6:12-14)
Jezus heeft de kracht van de dood, die in het vlees regeert, overwonnen, door de opstanding uit de dood.
En zo is de kracht van Zijn opstanding uit de dood zichtbaar in diegenen, die door de wedergeboorte in Hem; het sterven van het vlees en de opstanding van de geest uit de dood, levend zijn gemaakt in Hem en naar de Geest wandelen in Zijn wil naar Zijn geboden en door de kracht van de Heilige Geest de werken van het vlees doden.
Hierdoor voert de zonde geen heerschappij meer over hen, maar voeren zij heerschappij over de zonde.
De oude mens leeft naar het vlees in gebondenheid aan de dood
Zolang een mens nog niet wedergeboren is en de kracht van de Heilige Geest nog niet heeft ontvangen, door de doop met de Heilige Geest, zal een mens in zwakheid blijven wandelen naar het vlees en de werken van het vlees (de zonde) blijven doen, waardoor de mens nog niet is vrijgemaakt (Lees ook: ‘De strijd en zwakheid van de oude mens‘).
De oude mens, die naar het vlees wandelt, zal het vlees gehoorzamen en leven in gebondenheid aan de zonde en de dood in het koninkrijk der duisternis. De oude mens zal de dood toebehoren en zal niet leven in gerechtigheid en gelukkig zijn en rust, vrede en blijdschap ervaren, maar zal leven in ongerechtigheid en veroordeling, onrust, angst en droefheid (neerslachtigheid, depressie) ervaren.
Diegenen, die zijn verlost en Jezus Christus toebehoren onderscheiden zich van diegenen, die de wereld toebehoren, doordat zij leven en wandelen in de wil van God en leven in Zijn kracht en rechtvaardige werken doen.
Als iemand zegt, dat hij of zij Jezus Christus toebehoort en zegt vrijgemaakt te zijn, maar de werken van het vlees blijft doen, die staan beschreven in de Bijbel en dus voor niemand verborgen is, en blijft volharden in zonde en zich daarvan niet wil bekeren, dan behoort deze persoon niet Jezus Christus niet toe, maar de wereld en de overste van de wereld; de duivel en leeft naar zijn wil in rebellie naar Gods Woord (1 Johannes 3:1-10; 5:1-3, 18-21).
De persoon is niet verlost en vrijgemaakt en overgeplaatst vanuit het koninkrijk der duisternis naar het Koninkrijk van Jezus Christus, maar leeft nog steeds in rebellie naar God in ongehoorzaamheid aan Zijn Woord in gebondenheid in het koninkrijk der duisternis in gehoorzaamheid aan de zonde en de dood.
Indien jij met jouw mond belijdt, dat Jezus Heer is en met jouw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zal jij behouden worden
Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden; want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis (Romeinen 10:9-10)
Bekeer je daarom tot Jezus Christus en laat Jezus Christus jouw Verlosser en Heere worden. Laat de zonde niet langer meer regeren als koning in jouw leven, maar laat Jezus Christus; het Woord regeren als Koning in jouw leven.
Laat de kracht van Zijn opstanding zichtbaar worden in jouw leven, door het sterven van jouw vlees en de opstanding van jouw geest uit de dood, zodat jij niet meer zal leven als schuldenaar naar het vlees in zonde, maar als schuldenaar naar de Geest in gerechtigheid, waardoor Jezus Christus en de Vader door jouw leven en jouw rechtvaardige werken geëerd en verhoogd worden.
‘Wees het zout der aarde‘
