Veel Christenen geloven, dat de zonde niet uitmaakt en dat je in zonde kan leven en tegelijkertijd gered kan zijn. Zij spreken te pas en te onpas over de genade en gebruiken de genade als een dekmantel om de zonde te vergoelijken. Zij geloven en zeggen, dat je door het geloof in Jezus Christus en door het offer en het bloed van Jezus bent gerechtvaardigd en dat het dus niet uitmaakt hoe je leeft. Jij kan leven zoals jij zelf wilt, aangezien het offer en het bloed van Jezus ervoor zorgen dat je gered blijft. Maar natuurlijk is dit wederom een halve waarheid oftewel een leugen van de duivel, die veel Christenen zijn gaan geloven. Want wat zegt de Bijbel over het leven in zonde (volharden in zonde) en over de redding? Kun je in zonde leven en gered zijn volgens de Bijbel of niet?
Wat is de dwaalleer van de Nicolaïeten?
De Nicolaïeten oftewel de volgelingen van Nicolaüs, was zo’n groep, die hun leider Nicolaüs en zijn valse leer volgden en misleid werden en daardoor een dwaalweg opgingen, door te geloven dat zij onder de genade konden blijven zondigen. Want je leeft nou eenmaal in een zondig vlees.
En zo gebruikten zij de genade om niet te hoeven af te sterven aan het vlees en de oude mens af te leggen en de nieuwe mens aan te doen, maar de werken van het vlees te kunnen blijven doen, zonder schuldgevoel, denkende verlost te zijn en de straf, die op de zonde staat, te ontlopen.
Maar deze Nicolaïeten kenden Jezus niet persoonlijk. Zij hadden geen kennis van het Woord en bezaten de Heilige Geest niet, maar volgden blindelings de woorden van hun leider, die deze valse leer oftewel deze leugen verkondigde. (Lees ook: ‘Wie waren de Nicolaieten en wat waren de leer en werken van de Nicolaieten?).
Maar alhoewel zij zelf misleid waren en in hun dwaalleer geloofden en daarnaar leefden, haatte Jezus de leer en de werken van de Nicolaïteen.
De gemeente in Efeze haatte net als Jezus de werken van de Nicolaïeten.
Maar de gemeente in Pergamum, waar de troon van satan stond, had de leer van de Nicolaïeten binnengelaten, doordat sommigen in de gemeente vasthielden aan deze leer van de Nicolaïeten.
Jezus accepteerde deze leer en deze werken niet, die zijn gemeente deed wandelen in onreinheid, maar Jezus riep de gemeente in Pergamum op om zich te bekeren. Als de gemeente zich niet zou bekeren, dan zou Jezus spoedig komen en tegen de gemeente strijd voeren met het zwaard van Zijn mond. (Openbaring 2:6, 15-16 (Lees ook ‘De troon van satan’)
De duivel heeft vele gemeenten misleid met dezelfde leugen
Of de gemeente heeft geluisterd naar de woorden van Jezus en de woorden van Jezus heeft opgevolgd weten wij niet. Wat wij wel weten, is dat de duivel wederom de mensen heeft weten te misleiden met dezelfde leugen en dezelfde leer.
De duivel heeft velen, die zeggen Christen te zijn, misleid en doen geloven, dat het niet uitmaakt hoe jij leeft en dat jij mag blijven volharden in zonde, aangezien jij niet gered en gerechtvaardigd door jouw werken, maar jij gered en gerechtvaardigd bent door het verlossingswerk van Jezus Christus.
Dit is dus een halve waarheid, die wordt verkondigd. Want ja, jij bent inderdaad gered door het verlossingswerk van Jezus Christus. Het is Zijn bloed, dat jou heeft gereinigd van al jouw zonden en al jouw ongerechtigheden en jou heilig en rechtvaardig heeft gemaakt en waardoor jij gered bent. Niemand kan zijn verlossing en redding verdienen door zijn eigen werken. Tot zover klopt dit (o.a. Romeinen 5, 2 Korintiërs 5:21, Efeziërs 1:7, Kolossenzen 1:12-14, 2 Timotheüs 1:9).
Maar… Het bloed van Jezus is niet bedoeld als een vrijbrief voor de zonde en geeft géén enkel recht om te blijven volharden in zonde.
Het offer en het bloed van Jezus Christus is niet hetzelfde als het offer en het bloed van dieren, dat tijdelijke verzoening bracht voor de zonde van de mens. Het offer en het bloed van Jezus brengt niet tijdelijke verzoening voor de zonde, maar rekent af met de zondige natuur, die regeert in het vlees en waaruit de zonde voortkomt.
Het Oude Verbond
In het Oude Verbond, dat bezegeld was met het bloed van dieren, verviel Gods volk steeds in dezelfde zonde, omdat de geest nog onder heerschappij van de dood was en zij vleselijk waren.
Zij zaten gevangen in het vlees en werden geregeerd door het vlees, waardoor zij telkens weer moesten offeren om hun zonden en ongerechtigheden te bedekken onder het bloed, dat tijdelijke verzoening bracht.
Maar er veranderde niets in de mens en aan hun gevallen staat. Wat wél het geval is in het Nieuwe Verbond, dat bezegeld is met het bloed van Jezus Christus (Lees ook: Wat is het verschil tussen de offers van dieren en het offer van Jezus Christus?).
Het Nieuwe Verbond
In het Nieuwe Verbond behoort het niet zo te zijn dat diegenen, die tot Gods volk behoren, steeds in dezelfde zonde vallen en blijven volharden in zonde. Want zij zijn verlost van de macht van de zonde en de dood, wat niet het geval was in het Oude Verbond. Als zij dus blijven zondigen, zijn zij niet verlost van de macht van de zonde en de dood (o.a. Hebreeën 9, 1 Johannes 1:5-7).
In het Nieuwe Verbond is de mens door de wedergeboorte in Christus, wat inhoudt het sterven van het vlees en de opstanding van de geest uit de dood, een nieuwe schepping geworden (Lees ook: ‘De besnijdenis in het Nieuwe Verbond‘).
De nieuwe mens is geboren uit God en overgeplaatst vanuit de macht van de duisternis naar het Koninkrijk van God, waar Jezus Koning is en regeert.
Daardoor heeft de duisternis geen macht meer over de nieuwe mens.
Het vlees regeert niet meer, maar Christus regeert in de nieuwe mens. Aangezien het vlees dood is en de geest leeft.
Alleen wanneer het vlees is gestorven en de geest van de mens is opgestaan uit de dood en de nieuwe mens het Koninkrijk van God is binnengegaan en wandelt naar de Geest overeenkomstig de wet van dit Koninkrijk in het licht, zal de mens gered zijn.
Een ieder, die uit God geboren is en in Hem blijft zondigt niet
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen (Romeinen 6:1-4)
Een ieder, die in Hem blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend. Kinderkens, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is; wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. Hieraan zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels kenbaar; een ieder, die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als wie zijn broeder niet liefheeft (1 Johannes 3:6-10)
Iemand kan zich bekeren en zich laten dopen in water en de doop met de Heilige Geest ontvangen, maar als er géén verandering plaatsvindt in het leven van de persoon en de persoon de werken van het vlees en de duisternis blijft doen en blijft wandelen in ongerechtigheid in de duisternis, dan heeft de persoon zich niet bekeert en is niet wedergeboren in Christus, aangezien het vlees, waarin de zonde regeert en waaruit de zonde voortkomt, nog leeft en niet is afgestorven in Christus.
De persoon is géén nieuwe schepping geworden en heeft zich niet onderworpen aan Jezus Christus; het Woord en de Heilige Geest en doet niet wat Zij zeggen, maar de persoon is nog steeds de oude schepping en behoort nog steeds de duivel toe en leeft daardoor nog steeds in ongehoorzaamheid aan God en Zijn Woord naar de wil van het vlees in gehoorzaamheid aan de wil de duivel en de zonde en blijft daarom zondigen en/of valt steeds in dezelfde zonde (Lees ook: ‘De wil van God vs de wil van de duivel’ en ‘De wapenrusting van de duisternis‘).
Het ware evangelie van Jezus Christus roept op tot bekering
En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, (en Hij zeide): De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie (Marcus 1:14-15)
En Hij zeide tot hen: Aldus staat er geschreven, dat de Christus moest lijden en ten derde dagen opstaan uit de doden, en dat in Zijn Naam moest gepredikt worden bekering tot vergeving der zonden aan alle volken, te beginnen bij Jeruzalem. Gij zijt getuigen van deze dingen (Luke 24:46-48)
Gij hebt nog niet ten bloede toe weerstand geboden in uw worsteling tegen de zonde, en gij hebt de vermaning vergeten, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht de tuchtiging des Heeren niet gering, en verslap niet, als gij door Hem bestraft wordt, want wie Hij liefheeft, tuchtigt de Heere, en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt. Als tuchtiging hebt gij dit te dragen: God behandelt u als zonen. Want is er wel een zoon, die door zijn vader niet getuchtigd wordt? Blijft gij echter vrij van de tuchtiging, welke allen ondergaan hebben, dan zijt gij bastaards, en geen zonen. Voorts, de tuchtiging van onze vaders naar het vlees hebben wij ondergaan en wij zagen tegen hen op: zullen wij ons dan niet nog veel meer onderwerpen aan de Vader der geesten en leven? Want zij hebben ons voor luttele dagen naar hun beste weten getuchtigd, maar Hij doet het tot ons nut, opdat wij deel verkrijgen aan zijn heiligheid. Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid (Hebreeën 12:5-11)
Het ware evangelie roept op tot bekering en vervolgens de heiliging en disciplineert en corrigeert en vermaant. Het moderne evangelie, dat geen evangelie is, bezit deze elementen niet, maar is een humanistisch evangelie (boodschap), die de oren en de gevoelens en emoties van de mensen streelt en waar iedereen welkom is en iedereen mag blijven zoals hij of zij is. Alles wordt geoorloofd en getolereerd, er is niets verkeerd. God houdt van iedereen zoals hij of zij is. En zo wordt de zonde omarmd in plaats van veroordeeld en verwijderd.
Want je moet een ander respecteren en vergeven en liefhebben in plaats van oordelen. Maar is dat zo?
Waar staat in de Bijbel, na de dood en opstanding van Jezus Christus en de uitstorting van de Heilige Geest, geschreven dat je de zonde moet accepteren en dat de zonde in de gemeente getolereerd moet worden? En dat je diegenen die in zonde leven met rust moet laten?
Waar staat geschreven, dat het niet uitmaakt als voorgangers, predikers, oudsten en andere leiders van de gemeente ongehoorzaam worden aan God en Zijn Woord omwille van de wil en de lusten en begeerten van hun vlees en vallen in zonde en/of blijven volharden in zonde? (Lees ook: ‘De geest van Eli’)
Dit staat nergens in de Bijbel vermeld, omdat zonde betekent rebellie en ongehoorzaamheid aan God en Zijn wil. En hoe kunnen diegenen, die zelf niet in de wil van God wandelen en ongehoorzaam zijn aan Zijn Woord, anderen in de wil van God onderwijzen en ervoor te zorgen dat zij het Woord gehoorzamen, zodat zij opgroeien naar het evenbeeld van Christus?
Diegenen, die zondigen en blijven volharden in zonde en daar geen afstand van willen doen, betonen door hun werken dat zij niet Christus maar nog steeds de duivel toebehoren en geen dienaars van de gerechtigheid zijn, maar dienaars van de zonde. Zij zijn vleselijk en luisteren nog steeds naar de duivel en doen zijn wil en dienen de duivel door hun vlees (Lees ook: ‘De geboden van God en de geboden van de duivel’).
God heeft Zijn geboden gegeven om Zijn wil en Zijn natuur en gerechtigheid bekend te maken en daardoor de zonde te openbaren. Jezus heeft de geboden van de wet nergens ontkracht, maar Jezus heeft deze vervuld door naar de Geest in de wil van de Vader in gerechtigheid te wandelen. En diegenen, die Jezus Christus toebehoren zullen net als Hem naar de Geest wandelen in plaats van naar het vlees, waardoor zij de gerechtigheid van de wet vervullen (o.a. Mattheús 5:17-18, Romeinen 3:31; 8:4 (Lees ook: ‘Is de mens in staat om de wet te vervullen?’))
“Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij”
Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een ieder, die de zonde doet is een dienstknecht der zonde (Johannes 8:34)
Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende zeide Hij tot hen: Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipel niet zijn. Wie niet zijn kruis draagt en achter Mij komt, kan Mijn discipel niet zijn (Lucas 14:25-27)
Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden (Mattheüs 16:24-25, ook Marcus 8:34-35, Lucas 9:23-24)
Jezus sprak nergens over het accepteren van mensen met een zondige levensstyle en verkondigde nergens dat zondaars in hun zonde mochten blijven en dus mogen blijven zoals zij zijn. Jezus was geen Promoter van zonde en sprak nergens over het respecteren en tolereren van zonde. Integendeel, Jezus zei, dat Hij de zonde haatte en riep de zondaars op tot bekering. Want een ieder, die de zonde doet is een dienstknecht van de zonde.
Jezus zei, dat zolang iemand zijn eigen leven nog liefheeft en zichzelf niet verloochend en Jezus niet boven alles plaatst, hij niet een discipel van Jezus kan zijn.
Jezus zei, dat als iemand tot Hem wil komen en Hem wil volgen, dat de persoon eerst zichzelf moet verloochenen en zijn kruis op zich moet nemen. Want als jij jouw leven in de wereld niet verloren doet gaan, dan zul je het leven niet vinden.
In het Boek Openbaring, zei Jezus niet tot de verschillende gemeenten, dat Hij respect had voor hun houding en de leer en werken van de duisternis.
Jezus omarmde niet de zonde, aangezien de zonde de wil van de duivel is, maar Jezus gebood de gemeenten om de zonde te verwijderen, want als zij dit niet zouden doen, dan zouden zij de consequenties van hun ongehoorzaamheid oogsten.
Vandaag de dag, zijn er vele gemeenten, waar alles is toegestaan en alles maar wordt getolereerd. Niet alleen van de gemeenteleden, maar ook van de voorgangers en leiders van de gemeente, die vleselijk zijn en de werken van het vlees blijven doen.
Liegen, bedriegen, frauderen, afgoderij (o.a. oosterse filosofieën, yoga, mindfulness, meditatie, martial arts, reiki, acupunctuur), toverij, waarzeggerij, overspel, buitenechtelijke affaires, echtscheiding, samenwonen, ongehuwde seks, porno, homoseksualiteit, en allerlei andere (seksuele) onreinheden, abortus, euthanasie, overmatig drankgebruik, etc. het is allemaal heel normaal geworden en wordt niet meer als zonde beschouwd.
Het geweten van vele Christenen is gebrandmerkt en zij hebben het niet eens door. Zij zijn verblind door de leugens van de duisternis en laten het allemaal maar toe.
Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet! Hoereerders, afgodendienaars, overspelers, schandjongens, knapenschenders, dieven, geldgierigen, dronkaards, lasteraars of oplichters, zullen het Koninkrijk Gods niet beërven (1 Korintiërs 6:9-10)
Dit bedoel ik: wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren vna het vlees. Want het begeren van het vlees gaat in tegen de Geest en dat van de Geest tegen het vlees – want deze staan tegenover elkander – zodat gij niet doet wat gij maar wenst. Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet. Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven (Galaten 5:16-21)
Maar het Woord is duidelijk en zegt, dat diegenen, die deze dingen bedrijven, niet uit God geboren zijn en God niet toebehoren en niet het Koninkrijk van God zullen beërven (o.a. Johannes 3:3-5, 1 Johannes 3:8-9; 5:18).
Veel Christenen staan in dienst van de duivel in plaats van God
Veel Christenen staan niet meer in dienst van God, maar staan in dienst van de duivel. Want in plaats dat zij de waarheid en het evangelie van Jezus Christus verkondigen en de mensen verzoenen met God, verkondigen zij leugens en leiden de mensen op dwaalwegen, die niet tot het eeuwige leven leiden, maar tot de dood (o.a. 2 Petrus 2, Judas (Lees ook: De werken van God vernietigen in plaats van de werken van de duivel).
De waarheid van God aanpassen aan de wil en de wensen van de mens en de waarheid van de wereld, bruggen slaan met de wereld en met andere religies en filosofieën, en de woorden van God aanpassen en verdraaien om de zonde te vergoelijken en compromissen te sluiten met zondaars, ja, daar zijn ze goed in.
Maar het zuivere evangelie van Jezus Christus verkondigen, om de zondaars op te roepen tot bekering en te verlossen van de macht van de zonde en de dood, en te staan op het Woord en standhouden op het Woord en het Koninkrijk van God vertegenwoordigen, verkondigen en brengen en in het gezag van Jezus Christus wandelen op aarde, daar hebben zij geen kaas van gegeten.
Vele voorgangers en oudsten (leiders) van gemeenten lossen de problemen niet op, maar laten de mensen begaan in hun zonden, omdat zij niemands gevoel willen kwetsen en zich er niet mee willen bemoeien en geen problemen willen veroorzaken. En zo laten zij alles op zijn beloop, hopende dat het allemaal zichzelf oplost. Maar problemen lossen zich niet vanzelf op, maar worden van kwaad tot erger (Lees ook: ‘Wat zegt de Bijbel over zonde in de gemeente?‘)
Jezus gaf Zijn leven om af te rekenen met het zonde probleem
Die zelf onze zonden in Zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door Zijn striemen zijt gij genezen. Want gij waart dwalende als schapen, maar thans hebt gij u bekeerd tot de Herder en Hoeder van uw zielen (1 Petrus 2:24-25)
Jezus heeft Zijn leven gegeven en heeft vreselijk geleden om af te rekenen met het zonde probleem. Het zonde probleem loste zich niet vanzelf op, maar het offer van Jezus Christus, de Zoon van God, was nodig om met het zonde probleem af te rekenen en de mens te verlossen van de zonde en de dood en de mens van zijn gevallen staat te herstellen en te verzoenen met God.
Jezus gaf Zijn leven voor de mens, zodat de mens vrij kon zijn van de macht van de zonde en de dood en in vrijheid kon leven. De zonde is gebondenheid en leidt niet tot het eeuwige leven, zoals de duivel veel Christenen heeft doen laten geloven. Maar de zonde leidt tot de dood.
Want zij die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest. Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen (Romeinen 8:5-7)
Iemand, die naar het vlees leeft en de gezindheid van het vlees heeft, blijft volharden in zonde.
Dus als iemand in zonde leeft, dan bewijst dit, dat de persoon de gezindheid van het vlees heeft en zich niet onderwerpt aan de Geest en de wet van God (de wet van de Geest), maar in vijandschap naar God toe leeft en God niet liefheeft en niet toebehoort, maar nog steeds de duivel en de dood toebehoort.
Want als jij God liefhebt, dan zul jij Zijn geboden onderhouden en zul jij niet hoogmoedig zijn en rebelleren en in ongehoorzaamheid aan Zijn Woord leven in zonde (o.a. Exodus 20:6, Deuteronomium 5:10, Johannes 14:15, 23).
De gezindheid van het vlees is de dood, want een ieder, die blijft volharden in zonde en de zonde blijft doen en zich daarvan niet bekeerd zullen de dood verdienen en niet, zoals in vele gemeenten wordt verkondigd, het leven (Romeinen 1:24-32)
Wat betekent niet meer onder de wet maar onder de genade leven?
Hoe vaak wordt er niet gezegd, “ik leef niet meer onder de wet, maar onder de genade.” Terwijl diegenen, die dit zeggen ondertussen in ongehoorzaamheid aan God en Zijn Woord naar het vlees net als de wereld in zonde leven. Wat wordt er bedoeld met niet meer onder de wet leven maar onder de genade? Wat staat er werkelijk geschreven in de Bijbel over niet meer onder de wet, maar onder de genade zijn?
Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid te dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is; en, vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid (Romeinen 6:12-18)
Want toen gij slaven waart der zonde, waart gij vrij van de gerechtigheid. Wat voor vrucht hadt gij toen? Dingen, waarover gij u nu schaamt; immers, het einde daarvan is de dood. Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 6:20-23)
Een ieder, die naar het vlees wandelt en de werken van het vlees blijft doen en dus blijft volharden in zonde, leeft onder heerschappij van de zonde en leeft dus nog onder de wet van de zonde en de dood, die regeert in het vlees.
De enige manier om ervoor te zorgen, dat een persoon niet meer onder de wet leeft maar onder de genade, is door het sterven van het vlees in Christus door de wedergeboorte in Hem en vervolgens de heiliging; het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens (Lees ook: ‘De oude mens afleggen‘ en ‘De nieuwe mens aandoen‘).
Een ieder, die blijft zondigen is niet in Christus en is niet gered.
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods (Romeinen 8:1-2)
Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet (Galaten 5:18)
Een ieder, die in Hem blijft, zondigt niet; een ieder, die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend (1 Johannes 3:6)
Dus iemand kan zeggen niet meer onder de wet te zijn, maar onder de genade, maar als diegene nog steeds de zonde als koning laat regeren door de begeerten van het vlees te gehoorzamen en dus blijft volharden in zonde, dan leeft de persoon niet onder de genade, maar door naar het vlees te leven en de werken van het vlees te blijven doen, leeft de persoon nog steeds onder de wet.
Een ieder, die niet is levend gemaakt in Christus door de opstanding van de geest uit de dood, en niet wandelt naar de Geest, leeft nog onder heerschappij van de zonde en de dood en leeft dus nog onder de wet.
Een ieder, die door het geloof is wedergeboren in Christus en in Hem blijft, die zal niet zondigen. Sterker nog, er staat geschreven, dat een ieder die zondigt Jezus niet heeft gezien nog Hem heeft gekend.
Het Woord is duidelijk, dat diegenen, die de zonde als koning heeft laten regeren en de zonde heeft gehoorzaamd door te blijven zondigen, niet vrijgemaakt zijn en dus niet gered zijn, maar nog steeds leven onder heerschappij van de zonde en de dood en als eindbestemming het koninkrijk van de dood (de hel) zullen ingaan. Want de vrucht van de dood is de zonde en het loon van de zonde is de dood en niet het eeuwige leven.
Kun je in zonde leven en gered zijn?
Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt. De Joden antwoordden en zeiden tot Hem: Zeggen wij niet terecht, dat Gij een Samaritaan zijt en bezeten zijt? Jezus antwoordde: Ik ben niet bezeten, maar Ik eer Mijn Vader, en gij onteert Mij. Maar Ik zoek niet Mijn eer; Één is er, die haar zoekt en die oordeelt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien iemand Mijn woord bewaard heeft, hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen (Johannes 8:47-51)
Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte. Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde; en als de zonde volgroeid is, brengt zij de dood voort (Jakobus 1:14-15)
Ziet toe broeders, dat bij niemand uwer een ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding der zonde, want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid ott het einde onverwrikt vasthouden (Hebreeën 3:11-14)
En Hij sprak tot mij; Zij zijn geschied. Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens om niet. Wie overwint, zal deze dingen beërven, en Ik zal hem een God zijn en hij zal Mij een zoon zijn. Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood (Openbaring 21:6-8)
Kun je in zonde leven en gered zijn? Nee, alleen diegenen, die door de wedergeboorte in Christus uit God geboren zijn en een nieuwe schepping (zoon van God) zijn geworden en zich onderwerpen aan Jezus Christus en God de Vader en naar het Woord en de Heilige Geest luisteren en het Woord gehoorzamen en doen en wandelen naar de Geest, die zullen de dood niet zien, maar het eeuwige leven beërven.
Het feit is, dat de zonde regeert als koning in de mens tot aan de dood. Echter bepaalt de mens zelf tot aan welke dood dit is; de dood in Christus of de natuurlijke dood.
De mens kan de zonde als koning laten regeren tot aan de wedergeboorte in Christus, waardoor het vlees sterft in Hem en de mens door het sterven van het vlees verlost is van de macht van de zonde en de dood en ontbonden is van de wet van de zonde en de dood, en door de opstanding van de geest uit de dood, de zonde en de dood geen heerschappij meer voert over de mens, maar is vrijgemaakt, en de mens door naar de wet van de Geest te wandelen en door een overwinnend leven in Christus, het eeuwige leven zal beërven.
Of de mens kan de zonde zijn hele leven lang als koning laten regeren tot aan de natuurlijke dood, waardoor de geest van de mens zijn hele leven lang onder heerschappij van de dood blijft, en de mens niet het eeuwige leven zal beërven, maar het koninkrijk van de dood (de hel) zal ingaan en vervolgens de tweede dood zal ondergaan.
‘Wees het zout der aarde’