Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid in Christus is (maar het lichaam is van Christus sv (Kolossenzen 2:16-17 ))
Jezus Christus heeft afgerekend met de heerschappij van de overheden en machten van het koninkrijk der duisternis, die regeren over de gevallen mens. Jezus heeft hen ontwapend en van hun gezag ontdaan door de Plaatsvervanger van de (gevallen) mens te worden en de zonde van de mens op zich te nemen en een vloek te worden aan het kruis, waardoor Jezus in de hel kwam en na drie dagen als Overwinnaar opstond uit de dood met de sleutels van de dood en het dodenrijk (hel) en vervolgens plaatsnam op de troon aan de rechterhand van de Vader.
De nieuwe mens is gerechtvaardigd in Jezus Christus en leeft in het Nieuwe Verbond
De zonde, die scheiding brengt tussen de mens en God en samen met de dood regeren in het vlees, heeft Jezus in Zijn vlees gedragen en veroordeeld. Zijn bloed heeft verzoening gebracht voor al de zonde en ongerechtigheden van de mens, die door het geloof in Christus wedergeboren is en een nieuwe schepping is geworden.
De nieuwe mens leeft niet in het Oude Verbond, waar de wet van Mozes, de wet van de zonde en de dood, in het vlees regeert. Maar de nieuwe mens, waarvan het vlees is gestorven en de geest is opgestaan uit de dood, is vrijgemaakt van de wet van de zonde en de dood en leeft in het Nieuwe Verbond, waar de wet van de Geest van het leven in Christus regeert.
De nieuwe mens wordt geleid door de Geest en niet meer door het vlees en heeft niet allerlei inzettingen, feestdagen (heilige dagen), offerwetten, drinkwetten, voedselwetten en rituelen nodig om het vlees te bevredigen en te rechtvaardigen en om behouden te worden.
De nieuwe mens is gerechtvaardigd door het bloed van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk en niet door de wet. Het vlees, waarin de wet van de zonde en de dood regeert, is gestorven in Christus.
Zolang de nieuwe mens in Christus blijft en Zijn geboden onderhoudt, blijft de mens behouden (Lees ook ‘Eens gered, altijd gered?’).
De wet van Mozes, de wet van de zonde en de dood, waardoor diegenen, die tot Gods volk (Israël) behoorden, behouden konden worden, geldt niet meer in het Nieuwe Verbond, aangezien de wet van de zonde en de dood van toepassing was op (de staat van) de oude mens en zijn zondige vlees.
Het enige wat van de wet nog steeds van toepassing is in het Nieuwe Verbond is de wil van God. Het morele gedeelte van de wet, wat God goed vindt en wat God niet goed vindt, de gerechtigheid en zonde, die God kenbaar heeft gemaakt door Zijn geboden, zullen altijd blijven gelden, aangezien deze al voor de komst van de wet gold. De wet van God en de gerechtigheid en de zonde bestonden immers al voor de wet (Lees ook: ‘Is de zonde door de wet gekomen of bestond de zonde voor de wet?’).
Maar alle inzettingen, heilige dagen (feestdagen), offerwetten, drinkwetten, voedselwetten, rituelen etc. die betrekking hadden op het vlees, voor de bevrediging van het vlees en de verzoening en behoudenis van het vlees zijn niet meer van toepassing, aangezien het vlees is gestorven in Christus.
Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat
Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid in Christus is (Kolossenzen 2:16-17)
Paulus waarschuwde de heiligen, dat zij in Christus moesten blijven en zich door niemand moesten laten oordelen inzake eten en drinken of een stuk van een feestdag (heilige dagen), nieuwe maan en de sabbat, die golden in het Oude Verbond en bedoeld waren voor Gods volk, die tot de generatie van de oude schepping behoorde, aangezien deze slechts een schaduw waren van hetgeen komen moest en een heenwijzing waren naar Jezus Christus (o.a. Hebreeën 8 en 10).
Paulus wilde voorkomen, dat zij zouden terugkeren naar het vlees naar het Oude Verbond en onderwerpen zouden zijn aan de wereldgeesten.
De oude mens was ongeestelijk en gescheiden van God en had in zijn gevallen staat en door zijn gevallen natuur leefregels, offerwetten, voedselwetten, feestdagen (heilige dagen) en rituelen nodig om zich af te scheiden van de wereld en heilig en rechtvaardig te wandelen in de wil van God.
Door de zwakheid van het vlees was de mens niet in staat om de wet van God te vervullen, aangezien het vlees zich niet onderwerpt aan God en Zijn wil. Daardoor moest er afgerekend worden met het vlees. En dat heeft God gedaan door het zenden van Zijn Zoon Jezus Christus in het vlees en door Zijn verlossingswerk.
Maar de nieuwe mens, die niet meer vleselijk is maar geestelijk en heel gemaakt is (genezen) en de natuur van God heeft en de Heilige Geest bezit, is bekend met de wil van God, aangezien de wet van God staat opgeschreven in het hart van vlees van de nieuwe mens, en zolang de nieuwe mens in Christus naar de Geest wandelt, leeft de nieuwe mens in de wil van God.
Het Lichaam is van Christus
Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één titel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der Hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der Hemelen. Want Ik zeg u: Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeën, zult gij het Koninkrijk der Hemelen voorzeker niet binnengaan (Mattheüs 5:17-20)
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods. Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees – God heeft, door Zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest (Romeinen 8:1-4)
Jezus kwam niet om de wet te vernietigen (ontbinden), maar om te vervullen, aangezien de wet de natuur en wil van God vertegenwoordigde. Daarom is Jezus de vervulling van de wet en diegenen, die in Hem wedergeboren zijn en tot Zijn Lichaam, de Gemeente, behoren en Jezus Christus de Messias, Hogepriester en Koning toebehoren, zijn door de wet van de Geest des levens in Christus, vrijgemaakt van de wet der zonde en des dood en zij zullen net als Jezus, door te wandelen naar de Geest, de gerechtigheid van de wet oftewel de eis van de wet vervullen.
‘Wees het zout der aarde’