Veel kerken hebben leiders aangesteld, die het volk van God terugleiden naar Egypte oftewel de wereld. Er zijn leiders aangesteld in de kerk, die met allerlei leringen komen, die afwijken van het Woord en ervoor zorgen dat de mensen niet veranderen, maar blijven zoals zij zijn en blijven leven in zonde, in plaats dat zij het heiligingsproces ondergaan en hun leven volledig aan Jezus geven en Hem volgen. Het is net als in het Oude Testament bij de kinderen van Israël, die in het land Egypte onder de verdrukking van Farao leefden en waren bevrijd door God. God had hen verlost, maar onderweg naar het beloofde land, waren zij het niet eens met Mozes, de leider die door God was aangesteld en Zijn woorden gehoorzaamden en Zijn weg ging. Gods volk wilde een nieuwe leider aanstellen, die hen terug zou leiden naar Egypte.
Gods volk wilde een nieuwe leider aanstellen, die het volk van God zou terugleiden naar Egypte
En zei zeiden tot elkander: laat ons een hoofd aanstellen en naar Egypte terugkeren (Numeri 14:4)
Het volk van God was op weg naar het beloofde land en trok vanuit Hazeroth naar de woestijn Paran. Toen zij in de woestijn Paran waren aangekomen beloofde God aan Mozes, dat Hij Canaan aan de kinderen van Israël zou geven. God gaf aan Mozes de opdracht om van elke stam één man, als vertegenwoordiger van de stam, uit te zenden, om het land Canaan te verkennen. Op Gods Woord zond Mozes de 12 verspieders, die de 12 stammen van Israël vertegenwoordigden, uit om het land te verkennen.
Toen de 12 mannen na 40 dagen terugkeerden, bevestigden zij, dat het land Canaan inderdaad overvloeide van melk en honing. Echter rapporteerden zij ook dat de mensen, die er woonden, sterk waren en dat de steden zeer groot en ommuurd waren. Toen het volk deze woorden hoorden werden zij onrustig.
De twaalf mannen hadden hetzelfde aanschouwd, echter kwam hun eindoordeel niet overeen. Kaleb geloofde namelijk dat zij wel in staat waren om het land in bezit te nemen. Hij probeerde het volk tot bedaren te brengen tegenover Mozes en instrueerde om op te trekken en het land in bezit te nemen. Maar de andere mannen dachten daar anders over. Zij zeiden, dat zij niet waren opgewassen tegen het volk, omdat het reuzen waren en zij sterker dan hen waren. Zij verspreidden onder de Israëlieten een kwaad gerucht omtrent het land, door te zeggen: “Het land dat wij zijn doorgetrokken om het te verspieden, is een land dat zijn inwoners verslindt, en alle mensen die wij daar zagen, waren mannen van grote lengte. Ook zagen wij daar de reuzen, Enakieten, die tot de reuzen behoren, en wij waren als sprinkhanen in onze eigen ogen en ook in hun ogen” (Numeri 13:31-33).
Het volk luisterde niet naar wat Kaleb zei, maar luisterde naar het kwade gerucht. Want toen het volk het negatieve kwade gerucht van deze mannen hoorden, begonnen zij het uit te roepen en huilden die nacht.
Gods volk begon te jammeren en te klagen
Gods volk liet zich niet leiden door de woorden en de belofte van God en door de woorden van Kaleb. Maar het volk liet zich leiden door de woorden van deze mannen, die hun vertrouwen op hun eigen kunnen hadden gesteld, in plaats van op God. Meteen begon Gods volk weer te jammeren en te klagen bij Mozes en Aaron. De mensen vroegen waarom God hen niet had kunnen laten sterven in het land van Egypte of in de woestijn. En waarom God hen had gebracht naar een land, waar zij geveld zouden worden door het zwaard en waar hun vrouwen en kinderen een prooi zouden zijn.
Doordat zij geloofden in de woorden van mensen, hadden zij een doom scenario in hun hoofd gehaald, die niet overeenkwam met Gods scenario.
God had hen het land Canaan beloofd en dat zij het land zouden innemen. Dat was de belofte, die God aan Zijn volk had gegeven. Maar het volk geloofde de woorden van de mannen boven de woorden van God. De mensen luisterden en vertrouwden op hen, in plaats dat zij luisterden en vertrouwden op God. Doordat Gods volk door angst werd geleid, wilde het volk een nieuwe leider aanstellen, die het volk terug zou leiden naar Egypte.
De mensen wilden iemand aanstellen, die hen weer terug zou brengen naar hun oude vertrouwde leven, dat zij zo misten. Zij wilden liever in slavernij onder de verdrukking en heerschappij van Farao leven en vreemde goden dienen, in ruil voor de lusten en begeerten van hun vlees, dan dat zij afhankelijk van God wilden zijn en in vrijheid naar Zijn Woord en wil zouden leven.
Leiders aanstellen, die de gelovigen terugleiden naar Egypte
En dat is precies wat er vandaag de dag ook gebeurt met de gemeente van God. De mensen zijn door het geloof in Jezus Christus en door de wedergeboorte een nieuwe schepping geworden in de geestelijke wereld. De gelovigen zijn vrijgekocht door het bloed van Jezus en vrijgemaakt van de zondige natuur en daardoor bevrijd van de macht van de duivel en de duisternis, die door zonde heerst in de levens van de mensen. Maar… door de liefde voor de wereld en zichzelf willen veel gelovigen de nieuwe mens niet aandoen (Lees ook: De nieuwe mens aandoen).
Zij kunnen in vrijheid leven, maar velen kiezen ervoor om in gebondenheid te blijven leven. Dit komt, omdat veel Christenen zich niet willen onderwerpen aan het Woord en niet willen afsterven aar het vlees.
Zij willen blijven vasthouden aan hun oude vertrouwde leven en de oude mens en zijn natuur. (Lees ook: Wat zegt de Bijbel over de oude mens?)
Hierdoor komen veel Christenen niet op de plaats, die God voor hen heeft voorbereid.
Zij groeien niet op in het zoonschap Gods. Maar zij blijven de oude mens, die naar het vlees blijft leven onder heerschappij van de duivel en zich laat leiden door de zwakke en armelijke wereldgeesten.
Maar in de tijd, dat gij God niet kende, hebt gij goden gediend, die het in wezen niet zijn. Nu gij echter God hebt leren kennen, ja, meer nog, door God gekend zijt, hoe kunt gij thans terugkeren tot die zwakke en armelijke wereldgeesten, waaraan gij u weder van meet aan dienstbaar wilt maken? (Galaten 4:8-10)
Bekeerd voor het oog, maar niet in het hart
En onze vaderen wilden hen niet gehoorzamen, maar stieten hem van zich en wendden zich in hun hart naar Egypte (Handelingen 7:39)
Veel Christenen zijn voor het oog bekeerd, maar niet in hun hart. Zij denken dat door het bezoeken van een kerk en het doen van humanistische werken zij gered te zijn, maar hun hart blijft onveranderd. Zij willen niet luisteren naar het Woord, laat staan zich onderwerpen aan het Woord. Nee, zij willen hun eigen leven leiden met het idee in hun hoofd, dat zij na de natuurlijke dood de hemel zullen ingaan. Daarom geloven zij in Jezus, laten zich dopen en bezoeken wekelijks of regelmatig een kerk en hebben een bediening of taak in de gemeente.
Maar doordat de werkelijke bekering van hun hart uitblijft, blijft hun hart onveranderd en verwerpen zij het Woord en keren telkens terug naar hun oude gewoonten en hun oude leven.
Zij zoeken leiders uit, die naar hun oren en naar de wens en wil van hun onbekeerde hart prediken. Zodat zij niet hoeven te veranderen, maar hun eigen leven kunnen blijven leiden.
Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren (2 Timotheüs 4:3)
Zij zoeken, net als het volk Israel, naar leiders, die hen als het ware terugbrengen naar Egypte; de wereld, in slavernij van de duivel. Zodat zij kunnen blijven leven naar de lusten en begeerten van hun vlees en doen wat zij zelf willen, net als de wereld.
Zij willen niet door het Woord gedisciplineerd, geconfronteerd en gecorrigeerd worden op hun gedrag en hun leven. Zij willen niet hun vlees afleggen en de prijs betalen om afgewezen en vervolgd te worden door de wereld en de mensen om hun heen. Maar zij willen aardig gevonden worden door de wereld en een ‘onbezorgd’ en een zo’n comfortabel mogelijk leven leiden, net als de wereld.
En zo worden er vele voorgangers en leiders van kerken aangesteld, die ongeestelijk zijn en naar het vlees leven. Zij spreken geen woorden van God, die ervoor zorgen dat de mensen het beloofde land ingaan. Maar zij spreken de woorden van een mens, die ervoor zorgen dat de mensen teruggeleid worden naar Egypte; de wereld en in gevangenschap blijven leven onder heerschappij van de duivel en de zonde en de dood dienen. De mensen denken vrij te zijn, maar zijn dat in werkelijkheid niet.
Mozes was door God aangesteld als leider
Mozes was niet een leider, die door het volk was uitgekozen en aangesteld. Want als het aan het volk had gelegen, hadden zij liever iemand anders als leider uitgekozen en aangesteld. Iemand, zoals bijvoorbeeld Aaron, die zich door het volk liet intimideren en wél deed wat zij wilden (Exodus 32).
Maar God had Mozes uitgekozen en aangesteld als leider, om Hem te vertegenwoordigen.
Wat is er op uw weg gekomen?
Veel vurige Christenen, die goed en met een oprecht hart zijn begonnen, worden door de huidige moderne humanistische onderwijzingen lauw en passief voor Gods Koninkrijk. Zij kijken niet naar Jezus en hoe zij Jezus kunnen verhogen door hun leven en Gods Koninkrijk kunnen vertegenwoordigen en vestigen op deze aarde. Maar zij zijn gericht op zichzelf en kijken liever naar hun eigen koninkrijk en hoe zij zo welvarend en voorspoedig mogelijk kunnen zijn in deze wereld. Wat de wereld heeft, dat willen zij ook, alleen beter en meer.
In plaats, dat zij leven naar de Geest, keren zij steeds terug naar het vlees en leven onder heerschappij van de wereldgeesten, net als het volk Israel.
Wee de opstandige kinderen, luidt het woord des Heeren, die een plan maken, dat echter niet van Mij komt, en een verbond sluiten, dat echter niet uit Mijn Geest is, om zonde op zonde te stapelen; die op weg gaan naar Egypte zonder Mij te raadplegen, om toevlucht te zoeken onder de bescherming van Farao en om te schuilen in de schaduw van Egypte. Maar de bescherming van Farao zal u tot schande worden en het schuilen in de schaduw van Egypte tot smaad (Jesaja 30:1-3)
Een evangelie van de mens
Het evangelie is niet meer gefocust op Jezus, het kruis en het bloed, zielen redden uit de duisternis en de heiliging; het afleggen van de oude mens met zijn zonden en ongerechtigheden. Maar het evangelie is een humanistisch welvaart evangelie vol van menselijke genade geworden, dat gericht is op…… de mens (Lees ook: De oude mens afleggen).
Natuurlijk zegent God en zal Hij voorzien in alles en hoef jij je in géén ding bezorgd te zijn, want Hij zorgt voor jou. Maar tegenwoordig draait het alléén maar om materiële welvaart, rijkdom, voorspoed, geluk en de verrijking van de mens. Want dat is wat de gelovigen, die wandelen naar het vlees, willen horen.
De gelovigen willen niet gecorrigeerd worden door het Woord. Maar zij willen geëntertaind, gemotiveerd en gepamperd worden in de gemeente en heerlijke warme gevoelens ervaren. Zij willen geen afstand doen van de dingen waarvan zij houden, maar die voor God een gruwel zijn.
Daarom hebben gelovigen leiders aangesteld of zoeken zij een gemeente, waarin een leider is aangesteld, die voldoen aan hun wensen en die prediken naar hun vlees en hun wil.
Deze leiders zijn door mensen aangesteld en staan in dienst van de mens. Daarom prediken deze leiders naar wat de gelovigen willen horen. Want hoe meer gelovigen zij kunnen trekken met hun mooie opbouwende en motiverende woorden, des te groter is de kans, dat hun gemeente zal groeien. Deze leiders denken God welgevallig te zijn en Jezus te dienen. Zij beschouwen groei als een indicator dat zij op de goede weg naar de wil van God wandelen (Lees ook: De wil van God vs de wil van de duivel).
Maar in plaats, dat deze leiders het volk van God onderwijzen, corrigeren en opvoeden in het Woord zodat zij zullen opgroeien tot volwassenheid in het zoonschap Gods naar het evenbeeld van Jezus Christus en zorgen dat de gemeente heilig blijft, leiden deze leiders hen terug naar de wereld; de duisternis in gevangenschap van de duivel.
En zo zijn de Christenen niet meer het licht dat schijnt in de duisternis, maar zijn de Christenen één geworden met de duisternis.
‘Wees het zout der aarde’