Lijden omwille van de Naam van de Heere is onderdeel van de levens van Christenen (de gemeente). Daar waar de Naam van de Heere is gevestigd en Zijn Naam wordt beleden en de mensen navolgers van Gods Woord zijn, daar is vervolging. Vanaf het begin der tijden heeft Gods volk (de gemeente van God) veel te verduren gehad en geleden. Waarom? Omwille van de Naam van de Heere. Degenen, die God toebehoren en Zijn Naam dragen zullen vervolgd worden in de wereld. Dit komt vanwege de haat van Gods tegenstander(s); de duivel en zijn legermacht in de geestelijke wereld (de gevallen engelen) en op aarde (de gevallen mens), naar God en Zijn Naam toe. Laten wij kijken naar wat de Bijbel zegt over het lijden omwille van de Naam van de Heere God en de Naam van de Heere Jezus Christus?
De vervolging en het lijden van Gods uitgekozen volk
Toen Jozef leefde was er niets aan de hand met de Israëlieten, die in Egypte woonden. Het zaad van Jakob leefde in Gozen in vrede en vrijheid. Totdat Jozef stierf en er een koning opstond, die Jozef niet kende en de Israëlieten als een bedreiging zag.
De Israëlieten waren voorspoedig en vermenigvuldigden zich en waren zeer talrijk. Farao en de Egyptenaren zagen hoe talrijk zij waren.
Zij waren machtiger dan de Egyptenaren en daarom waren zij bang, dat de Israëlieten zouden samenspannen met de omringende landen en Egypte zouden innemen. En dus vervolgden zij de Israëlieten.
God zag Zijn volk en het kwaad van Farao en de Egyptenaren. Hij was Getuige van de vervolging van Zijn volk.
Maar ondanks de vervolging van Zijn volk, stopte God de vervolging niet en rekende Hij niet meteen af met het kwaad van Farao en de Egyptenaren.
God stond de gevangenschap, de slavernij, het lijden en zelfs het doden van de pasgeboren zonen van Israël, (tijdelijk) toe.
In de tussentijd maakte God de verlosser van Zijn volk gereed om Zijn volk uit de gevangenschap en slavernij van Farao te bevrijden.
Op Gods aangestelde tijd, toen het geschreeuw en hulpgeroep van Zijn volk Hem bereikte, zond God de verlosser Mozes, die in de Naam van de Heere uitging en God vertegenwoordigde bij Farao, de Egyptenaren en de Israëlieten.
En zo betoonde God Zijn liefde voor Zijn volk en Zijn grootheid door de tekenen en wonderen, de verlossing en de overwinningen in de strijd (Exodus 1-20).
De heidense landen, wiens god de duivel was, vreesden en haatten het huis van Israël. Niet vanwege de mensen, maar vanwege de Naam van de Heere.
Gods volk vermengden zich met vreemde volken en hun culturen
Zolang Gods volk trouw bleef aan hun Heere, door het onderhouden van de Wet van Mozes, leefde zij onder Gods bescherming en streed Hij voor Zijn volk in de strijd. Maar zodra Gods volk afweek van Zijn woord en ontrouw werd aan God, trok God Zijn handen van Zijn volk af en stond Zijn volk er alleen voor.
In plaats dat Gods volk altijd trouw bleef aan God, kwam het veelvuldig voor dat de Israëlieten afweken van hun God en Zijn woorden en geboden verlieten.
Zij onderhielden wel de tempeldienst en bezochten trouw de tempel, maar de woorden en geboden van God, die gehoorzaamden zij niet.
En zo verlieten de Israëlieten hun God, omdat de Wet van Mozes niet in hun hart aanwezig was, maar hun hart vol was van hun eigen wegen.
Ondanks de waarschuwing van de Heere, lieten zij zich in met de heidense culturen en hun godsdienst en afgoden en vermengden deze met de woorden en inzettingen van God, waardoor zij de Naam en de heiligheid van God verontreinigden en God tot een bespotting maakten.
Zij hadden de goden en culturen van de heidenen verkozen boven God en Zijn Wet en leefden als de heidenen in rebellie en ongehoorzaamheid aan God.
Het lijden en geduld van de profeten, die in de Naam van de Heere spraken
Mijn broeders, neem tot een voorbeeld van het lijden en van het geduld de profeten, die in de Naam van de Heere gesproken hebben. Zie, wij prijzen hen gelukzalig die volharden (Jakobus 5:10-11)
Alhoewel zij geboren waren uit het zaad van Jakob (Israël) en (misschien) de Naam van de Heere beleden, behoorden zij God niet toe.
Wanneer er een profeet opstond, die in de Naam van de Heere sprak en de Israëlieten aansprak op hun boze werken en hen opriep tot bekering, bekeerden de Israëlieten zich niet altijd.
In plaats dat zij door de confrontatie met hun rebelse gedrag en boze werken (zonde) berouw hadden en zich verootmoedigden en terugkeerden naar God en zich onderwierpen aan Hem en Zijn wil deden, legden zij de profeet het zwijgen op en vervolgden hun boze werken.
En zo werden de ware profeten van de Heere vervolgd en vaak gevangen gezet en gedood omwille van de Naam van de Heere.
De valse profeten waren geliefd en werden ontvangen en geprezen, maar de ware profeten van God hadden het zwaar en werden vervolgd. De profeten van de Heere leden omwille van Zijn Naam. Maar ondanks het lijden bleven zij trouw aan hun God en brachten Zijn woord.
Het lijden van Jezus
Op Gods vastgestelde tijd kwam Jezus, de Zoon van God en Verlosser van de (gevallen) mens naar de aarde. Jezus kwam in de Naam van de Heere en was de afspiegeling van God. Hij sprak Zijn woorden en deed Zijn werken en wandelde door het geloof in God (o.a. Lukas 10:22, Johannes 1; 3:16-21; 4:34; 5, Hebreeën 1:1-3).
Maar net als de profeten, die de woorden van God spraken en vervolgd werden door hun volksgenoten, werd ook Jezus vervolgd door zijn volksgenoten en leed Hij omwille van de Naam van Zijn Vader en Zijn woord dat Hij bracht.
Ook Jezus werd door Zijn volksgenoten afgewezen, verworpen, gevangengezet en gedood.
Zij dachten dat zij van Hem af waren, maar zij hadden het mis.
De dood verloor zijn macht over Jezus, aangezien de kracht van God sterker is dan de dood.
Na drie dagen in de hel, stond Jezus als Overwinnaar op uit de dood en werd Hij de Auteur en de Weg van redding voor de gevallen mens. (Lees ook: De lijdensweg en bespotting van van Jezus Christus).
De geboorte van de gemeente (de kerk)
Nadat Jezus naar de hemel was gevaren en plaatsnam aan de rechterhand van de Vader op de troon, zond de Vader de Heilige Geest naar de aarde, overeenkomstig het woord en de belofte van Jezus.
De Heilige Geest kwam op aarde en nam plaats in de mensen, die gedoopt waren in water en gerechtvaardigd waren door het offer en het bloed van Jezus. Samen vormden zij de gemeente van God, waarvan Jezus het Hoofd was geworden, en zij leefden in het Nieuwe Verbond, dat besprenkeld is met het bloed van Jezus.
Degenen, die door de wedergeboorte in Christus een nieuwe schepping waren geworden en behoorden tot de gemeente, vervulden de opdracht die Jezus aan Zijn navolgers en getuigen had gegeven.
Maar met de gehoorzaamheid aan het Woord en het leven overeenkomstig de wil van God en de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus ging ook vervolging gepaard.
De vervolging en het lijden van de gemeente
De heiligen, die de Heilige Geest bezaten en de Naam van de Heere verkondigden werden vervolgd door hun volksgenoten (die niet geloofden in Jezus de Christus en zich niet tot de Messias wilden bekeren). Zij werden opgedragen om te stoppen met de prediking van het evangelie en te onderwijzen in de Naam van Jezus.
De priesters, schriftgeleerden en leiders van het huis van Israël voelden zich bedreigd door deze navolgers van Jezus Christus, die in hetzelfde gezag als hun Meester wandelden, dezelfde woorden spraken, Christus en het Koninkrijk van God verkondigden, de mensen confronteerden met hun zonden en hen opriepen tot bekering.
Zij vormden niet alleen een bedreiging voor hun positie, maar ook voor hun zondige leven.
Want alhoewel deze religieuze leiders er aan de buitenkant vroom uitzagen en oprecht leken, met betrekking tot de dingen van de Heere, waren zij van binnen roofzuchtige wolven, die wandelden in duisternis en leefden in zonde en de mensen tot zonde verleidden en leidden naar de hel.
Degene, die zij toebehoorden en die in hen woonde haatte de heiligen, die Jezus Christus en God de Vader toebehoorden en de Heilige Geest in hen hadden. En daarom haatten zij hen ook.
Hun haat naar de heiligen was zo groot, dat zij hen gevangen namen, mishandelden en vaak zelfs ter dood brachten. Net zoals zij bij de profeten en bij Jezus hadden gedaan. Enkel omwille van de Naam van de Heere.
Maar de heiligen en getuigen van Jezus Christus, die Zijn Naam droegen en beleden, waren niet geïntimideerd door hen, ondanks hun dreigementen en gebod om te zwijgen over Jezus Christus en te stoppen met het verkondigen van het evangelie tot de mensen en de mensen te onderwijzen in de Naam van Jezus en discipelen van Jezus te maken.
De heiligen onderwierpen zich aan hun Hogepriester en Koning Jezus Christus
Zij onderwierpen zich niet aan het gezag van de (hoge)priester(s), de leiders van het huis Israël en de koning, die regeerde in Israël. Zij gehoorzaamden hun woorden niet. Maar zij onderwiepen zich aan de Hogepriester en Koning van het Koninkrijk der Hemelen en gehoorzaamden Hem
Ondanks de dreigementen, veranderden zij niets aan hun boodschap. Ook stopten zij niet met de verkondiging van het evangelie, maar zij doorstonden de vervolging en het lijden omwille van de Naam van de Heere vanwege hun liefde voor God.
God had Zijn liefde voor de mens door Zijn Zoon Jezus en Zijn verlossingswerk betoond, nu betoonden zij hun liefde voor God met hun leven.
Door de vervolging in Jeruzalem trokken de navolgers van Christus de wereld in om het evangelie te verkondigen
De vervolging in Jeruzalem zorgden ervoor, dat zij de wereld ingingen om het evangelie te verkondigen en de natiën tot discipelen van Jezus te maken. Want dat was de opdracht, die Jezus (het Hoofd van de gemeente) aan Zijn gemeente had gegeven.
Zij gingen de wereld in en verkondigden het evangelie en riepen de mensen op tot bekering.
Terwijl zij het evangelie verkondigden en nieuwe gemeenten (kerken) stichtten in de huizen van mensen en de heiligen onderwezen, werden zij vervolgd en leden zij omwille van de Naam van Jezus.
Zij droegen de vervolging en het lijden omwille van hun Heere, omdat zij wisten dat hun Heere en Redder hetzelfde had ondergaan en leed omwille van de Naam van de Heere en omwille van hun redding.
Vele kerken werden gesticht in heidense landen
En zo trokken zij de donkere heidense landen in, waar de mensen wandelden in leugens, valse goden aanbaden, leefden in strijd met de wet van God (de wil van God) en de gruwelen van God bedreven.
In plaats dat zij gefascineerd waren door wat zij aanschouwden; hun cultuur, religie, heidense tempels, afgodsbeelden, kunst, afgoderij, toverij, rituelen, etc. en zich daarvoor openstelden en vermengden met hun boodschap, verkondigden zij Jezus Christus, de waarheid en de weg van redding, en waarschuwden zij de mensen en riepen hen op tot bekering en het wegdoen van hun afgoden en zonden.
Zij waren niet geïntimideerd door de mensen en hun werken. Ook schaamden zij zich niet voor de Naam van de Heere Jezus. Want waar moesten zij zich geïntimideerd door voelen of zich voor schamen?
Zij hadden immers de kracht van God in hen en droegen de Naam van de Allerhoogste, de Naam boven alle namen. En zij bezaten de geestelijke waarheid van het Koninkrijk. (Lees ook: Belijd jij Jezus voor de mensen of verloochen jij Hem?).
Zij bezaten de kennis en woorden van God om mensen te redden en verlossen uit de duisternis en te bevrijden uit de macht van de duivel, die hen in gebondenheid hield en kwelde
Zij wisten, dat deze mensen zonder hen en hun boodschap verloren zouden gaan.
Want zij wisten, dat als deze mensen, die de duivel toebehoorden en leefden in duisternis, zich niet zouden bekeren, zij na hun dood naar dezelfde bestemming zouden gaan als hun vader en meester (de duivel), die zij hun leven lang hebben geloofd, gehoorzaamd en gediend, namelijk de hel en de eeuwige poel des vuurs.
De navolgers van Christus brachten in vrijmoedigheid het evangelie
Met deze voorkennis, verkondigden zij in vrijmoedigheid het woord van God. Op grond van hun getuigenis gaven velen mensen gehoor aan hun oproep en bekeerden zich en werden wedergeboren in Christus.
En zo werden vele kerken geplant in de heidense landen en werd de wereld ingenomen voor Jezus Christus en het Koninkrijk van God.
Dit ging niet allemaal van een leien dakje, aangezien de vijand niet sluimert nog slaapt. Het evangelie en de werken van de heiligen gingen gepaard met vervolging en lijden omwille van de Naam van de Heere.
Het lijden van de kerken omwille van de Naam van de Heere Jezus
Al de kerken van God leden omwille van de Naam van van de Heere Jezus. Dit was normaal en bekend bij de heiligen, aangezien zij hun vijand kenden en zijn haat naar God toe.
Zij wisten dat Christus in hen was en dat zij Zijn Naam droegen en dat zij daarom ook gehaat werden door Gods vijand en al degenen die hem toebehoorden, zowel in de natuurlijke (zichtbare) als in de geestelijke (onzichtbare) wereld.
Maar in plaats dat zij daarover gingen jammeren en klagen, namen zij het zoals het is en droegen zij het lijden voor hun Heere in hun leven en zelfs velen van hen in hun vlees.
De vervolging en het lijden van de heiligen in Thessalonica
Want gij, broeders, zijt navolgers geworden van de gemeenten Gods in Christus Jezus, die in Judea zijn, omdat ook gij hetzelfde te verduren (geleden) hebt gehad van uw eigen volksgenoten als zij van de Joden, die zelfs de Heere Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd hebben, die Gode niet behagen en tegen alle mensen ingaan, daar zij ons verhinderen tot de heidenen te spreken tot hun behoud, waardoor zij te allen tijde (de maat) hunner zonden vol maken. De toorn is over hen gekomen tot het einde (1 Thessalonicenzen 2:14-16)
Overal waar een gemeente werd gevestigd, waarover de Naam van de Heere was uitgeroepen, en Jezus werd gevolgd en de vrucht van de Geest werd gedragen, vond vervolging door volksgenoten plaats.
De heiligen van de gemeente (kerk) in Thessalonica waren navolgers van de gemeenten van God in Christus Jezus in Judea. Omdat zij dezelfde werken deden als de gemeenten in Judea, droegen zij dezelfde vrucht en werden zij ook vervolgd door hun volksgenoten en leden zij omwille van de Naam van de Heere.
Hoe vervolgden zij de kerk? Door hen te verbieden om tot de volksgenoten en de heidenen Jezus Christus en de weg van redding en het eeuwige leven te verkondigen, zodat zij gered konden worden.
Maar de heiligen luisterden niet naar hun gebod en bedreiging en sloten geen compromissen. Door hun keuze om trouw te blijven aan de Heere en om Hem alleen te dienen, hadden zij het zwaar te verduren en leden zij omwille van de Naam van de Heere.
De kerk lijdt nog steeds om de Naam van Jezus
De gemeente (de kerk), die de Naam van de Heere Jezus draagt wordt nog steeds vervolgd. De mensen, die de wereld toebehoren en in duisternis leven, dwingen nog steeds Christenen om afstand te doen van hun geloof en compromissen te sluiten.
Zij dwingen Christenen om te zwijgen over Jezus en de verkondiging van de waarheid van God. Zij dwingen Christenen om hun geloof voor hunzelf te houden en in stilte te belijden en te stoppen met het opdringen van hun geloof op anderen.
Maar zelf zwijgen zij niet omtrent de leugen(s), die zij geloven en waar zij in wandelen.
Hun geloof (datgene waar zij in geloven) houden zij niet voor zichzelf en belijden zij niet in stilte. Maar zij zijn luidruchtig en dominant in de wereld en verkondigen hun leugens en dringen wat zij geloven op aan anderen en verkondigen en publiceren het overal waar zij kunnen.
Terwijl zij Christenen dwingen om anderen te respecteren en heidense religies, filosofieën en rituelen en zondig gedrag te accepteren, respecteren zij zelf de Christenen niet en accepteren hun geloof niet, maar moeten Christenen afstand doen van hun geloof en de Bijbel.
En zo maken zij kinderen van de duivel, onder het mom van new age liefde en humanisme. Zij dwingen iedereen om de leugens van de duivel te geloven en de werken van de duivel te accepteren. En als iemand weigert of een tegengeluid geeft, dan moet die persoon het ontgelden.
De gemeente draagt de Naam van de Heere. En degenen, die tot de gemeente behoren en doen wat Jezus zegt en de vrucht van de Geest dragen, die zullen vervolgd worden.
Als wij in de Bijbel lezen over al degenen, die God toebehoorden en Hem gehoorzaamden en werden vervolgd, en als Jezus voorzegd heeft dat Zijn discipelen gehaat en vervolgd zullen worden omwille van Hem, dan is dat zo.
De houding van de lafhartigen
Degenen, die vleselijk en lafhartig zijn, zullen geïntimideerd zijn door wat de wereld zegt en doen wat de wereld zegt. Zij zullen andere religies en filosofieën omarmen en heidense tempels en de werken van de duisternis in hun land toelaten.
De lafhartigen zullen de mensen, die in duisternis leven en op weg zijn naar de hel niet waarschuwen. Zij zullen niet de weg van redding bekendmaken aan hen, maar zij zullen hen laten begaan. Waarom? Omdat zij zich niet willen bemoeien met andermans leven en geen ongemak, afwijzing en vervolging wil ervaren in hun leven.
Dit lijkt misschien liefdevol en humanistisch, maar in werkelijkheid is het zelfzuchtig en kwaad. Aangezien zij niets geven om anderen en hun eindbestemming, maar enkel geven om hun eigen leven.
Ondanks de wetenschap, dat Jezus Christus voor hen heeft geleden, willen zij niet lijden voor Jezus en de Naam van de Heere.
Zij willen niet afgewezen en vervolgd worden door de wereld en lijden voor de Naam van de Heere Jezus. Maar zij willen aardig gevonden worden en geaccepteerd worden door de wereld.
Een leven in Christus gaat altijd samen met vervolging
Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld. Gedenkt het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. Maar dit alles zullen zij u aandoen om Mijn Naam, want zij kennen Hem niet, die Mij gezonden heeft (Johannes 15:18-21)
Maar een leven in Christus naar de Geest, zal nooit zonder vervolging zijn. Iedereen, die God toebehoort en de Naam van de Heere draagt en een navolger van Christus is, en in gehoorzaamheid aan Hem leeft, zal lijden omwille van Zijn Naam en haat en vervolging van volksgenoten ondervinden.
Gebeurt dit niet, dan worden de woorden van God niet gehoorzaamd en gesproken, de wil van God niet gedaan, de geboden van Jezus niet onderhouden, niet in het gezag van Jezus en de kracht van de Heilige Geest gewandeld, en de vrucht van de Geest niet gedragen.
‘Wees het zout der aarde’