In de brieven aan Timotheüs geeft Paulus duidelijke instructies over de structuur van de gemeente. In 1 Timotheüs 5:22 instrueerde Paulus Timotheüs, dat hij niet te haastig mocht zijn, met iemand de handen opleggen. Maar wat bedoelde Paulus eigenlijk met iemand niet te haastig de handen opleggen? Want Jezus heeft de nieuwe mens oftewel de nieuwe schepping, de opdracht gegeven om o.a. zieken de handen op te leggen. Spreekt de Bijbel hier zichzelf tegen? Nee, de Bijbel spreekt zichzelf niet tegen en zal dit ook nooit doen. Want het Woord van God is de waarheid en daarom is de Bijbel betrouwbaar. Het Woord liegt niet. Maar het gaat erom, dat het Woord in de juiste context wordt gelezen en op een juiste manier wordt geïnterpreteerd.
Nogmaals, het Woord is een geestelijke handleiding voor de geestelijke mens oftewel de nieuwe schepping. Zolang de geest van een persoon nog niet uit de dood is opgewekt, zal diegene het Woord niet kunnen begrijpen, nog verstaan en tegenstrijdigheden vinden. Laten wij dus kijken, wat Paulus in dit gedeelte bedoelde met iemand niet te haastig de handen opleggen.
Wat betekent leg niemand overijld de handen op?
Leg niemand overijld de handen op, heb ook geen deel aan de zonden van anderen, houd u rein (1 Timotheüs 5:22)
Wanneer wij dit gedeelte in de context bekijken, heeft dit gedeelte niets te maken met zieken de handen opleggen. Want zoals eerder geschreven, gebood Jezus Zijn volgers, om o.a. zieken de handen op te leggen. Aangezien Paulus wandelde naar de Geest en het Woord, zou hij het Woord nooit tegenspreken nog ongehoorzaam zijn aan het Woord, maar het Woord bevestigen..
Paulus sprak in dit gedeelte niet over zieken, maar hij sprak over de oudsten, die hadden gezondigd en waarvan de zonde door twee of drie getuigen was bevestigd (Lees ook: ‘Waarom moest Timotheüs de zonde van de oudsten voor de gemeente bestraffen?‘)
Paulus bedoelde met iemand niet overijld de handen opleggen, dat Timotheus niet te snel moest zijn om:
- Iemand aan te stellen als oudsten in de gemeente
- Een oudste, die gezondigd had, weer in zijn oude ambt terug te zetten en dus opnieuw aan te stellen
Een persoon werd aangesteld door middel van handoplegging
Wanneer iemand in het ambt werd aangesteld, oftewel werd ingewijd, werden de handen op die persoon gelegd. Dit lezen wij o.a. in de volgende schriftgedeelten:
En dit voorstel vond bijval bij de gehele menigte, en zij kozen Stefanus, een man vol van geloof en Heilige Geest, Filippus, Prochorus, Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaus, een Jodengenoot uit Antiochie; hen stelden zij voor de apostelen, die na gebeden te hebben, hun de handen oplegden (Handelingen 6:5-6)
En terwijl zij vastten bij de dienst van de Heere, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij nu Barnabas en Saulus af voor het werk, waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en legden hun de handen op en lieten hen gaan (Handelingen 13:2-3)
Timotheüs mocht dus iemand, die had gezondigd, niet te snel opnieuw aanstellen in het ambt, door handen opleggen.
Hij moest eerst zeker weten, dat de persoon geschikt was om als voorbeeld en een (geestelijk) leider van de gemeente te fungeren en mocht dan pas de handen opleggen.
Timotheüs moest zeker weten dat de persoon, ten eerste vol van geloof en de Heilige Geest was en overeenkomstig het Woord van God een heilig leven leidde. Want een oudste van een gemeente mocht absoluut niet in rebellie naar God toe leven, dus niet in zonden wandelen. Want hoe kan een ambassadeur van het Koninkrijk van God tegelijkertijd wandelen in het koninkrijk van de duisternis en deze vertegenwoordigen?
Wanneer er zonde in het leven van de oudste aanwezig was en Timotheüs hem zou aanstellen als oudste, dan zou Timotheüs ook deel hebben aan deze zonde.
Dit gold voor die tijd en dit geldt nog steeds, voor alle bedieningen binnen het lichaam van Christus; de gemeente. Zonde betekent niets anders dan rebellie naar God en Zijn Woord toe. Wanneer jij bent wedergeboren, ben jij verlost van deze rebelse natuur, die zich verzet en verheft tegen het Woord van God.
Heb God lief boven al
Als jij wedergeboren bent en de natuur van God hebt ontvangen, dan onderwerp jij je aan het Woord en ben jij Hem gehoorzaam. Want jij hebt God lief boven al en wil niets doen, wat Hem verdrietig maakt of waarmee jij smaad en schade toebrengt aan het Koninkrijk van God.
Het enige wat jij wilt doen, is God behagen en Hem verhogen en dat doe jij door gehoorzaam te zijn aan Zijn wil; aan Zijn geboden.
Een wedergeboorte betekent, dat jij apart bent gezet door God en bent overgeplaatst van het koninkrijk der duisternis naar het Koninkrijk van God.
Al leef jij in de wereld, jij bent niet meer van de wereld. Jij behoort nu Jezus Christus en de Vader toe en daarom zal jij God en Zijn Woord gehoorzamen.
Hoe kon Timotheüs beoordelen of iemand een heilig leven leidde?
Dit kon Timotheüs op twee manieren beoordelen, namelijk door het onderscheid van geesten, dat Timotheüs bezat door de inwoning van de Heilige Geest en door de vrucht, die de persoon in zijn leven droeg.
Soms kan iemand in het zicht van anderen een heel vroom leven leiden, maar in het geheim dingen doen, die niet overeenkomstig de wil van God zijn en hierdoor rebelleert tegen Zijn Woord. Een persoon kan een soort verborgen dubbel leven leiden. In dit geval kan alleen de Heilige Geest jou openbaren of de persoon werkelijk zo vroom is, zoals hij of zij zich voordoet of niet.
Niets ligt verborgen voor God!
Want God is omnipotent en ziet alles! Niets ligt verborgen voor God. Elke schuilhoek in het leven van een mens is zichtbaar voor God. Wanneer mensen denken, dat God toch niet ziet wat hij of zij doet, bewijst alleen maar, dat de persoon God en het Woord niet kent.
De Heilige Geest weet wat er in het hart van de mens leeft. Hij alleen kan datgene, wat verborgen is voor het oog van de mensen, in de openbaarheid brengen. Daarom hebben wij de Heilige Geest zo nodig en is het noodzakelijk om naar de Heilige Geest te luisteren, zodat wij de geesten kunnen onderscheiden.
Wandelen naar het vlees
Wandelt door de Geest en voldoet niet aan het begeren van het vlees (Galaten 5:16)
Wanneer iemand, die in een bediening is aangesteld, zondigt en/of volhard in zonde, dan bewijst dit, dat de persoon niet naar de Geest wandelt, maar naar het vlees. Want als de persoon naar de Geest wandelt, zal de persoon niet meer ingaan op de begeerte van het vlees, dat tot zonde leidt.
Het vlees met al zijn lusten en begeerten is immers in Christus gestorven en leeft dus niet meer. Dus als iemand de werken van het vlees doet, bewijst dit dat het vlees niet gestorven is in Christus, maar nog springlevend is.
Een boos hart vol ongeloof
Het betekent, dat er onreinheid en dus kwaad aanwezig is, in het hart van de persoon. Want het Woord zegt:
Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, boosheid, list, onmatigheid, een boos oog, godslastering, overmoed, onverstand. Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein (Marcus 7:21-23)
Ziet toe broeders, dat bij niemand uwer een boos, ongelovig hart zij, door af te vallen van de levende God, maar vermaant elkander dagelijks, zolang men nog van een heden kan spreken, opdat niemand van u zich verharde door de misleiding van de zonde; want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze zekerheid tot het einde onverwrikt vasthouden (Hebreeën 3:13-14)
Een leider in de gemeente, heeft zijn/haar verantwoordelijkheid te dragen. En behoort een rein en heilig leven te leiden. Want als de leider geen heilig leven leidt en er onreinheid in zijn/haar leven is, brengt hij/zij deze onreinheid over op de gemeente (Lees ook: ‘‘Kun je medeplichtig zijn aan de zonde van medegelovigen?‘).
Daarnaast bewijst het, dat wanneer een oudste zondigt, de duivel macht heeft over zijn of haar leven. In plaats van weerstand te bieden aan de duivel heeft de oudste zich onderworpen aan de duivel en hem gehoorzaamt door te zondigen.
Het rein houden van de gemeente; het lichaam van Christus
Timotheüs had de taak om de gemeente; het lichaam van Jezus Christus rein te houden en geen onreinheden binnen te laten. Daarom gaf Paulus Timotheüs deze instructies en waarschuwde Paulus, dat hij niet te haastig moest zijn om iemand, die gezondigd had, weer opnieuw aan te stellen door middel van handoplegging.
Paulus wist, dat de kans groot was, dat de persoon, na een bepaalde tijd, weer terug zou vallen in dezelfde zonde of andere zonden zou bedrijven.
Het kruis betekent afscheidt nemen van het vlees; de zondige rebelse natuur, die zich niet kan onderwerpen aan God’s wil.
Wat betekent iemand niet te haastig de handen opleggen voor de kerk in deze tijd?
Ook in deze tijd, zouden de gemeenten niet te snel moeten zijn om iemand, die heeft gezondigd, weer opnieuw in een bediening aan te stellen. Daarnaast is het ook niet aan te bevelen om een pas gelovige aan te stellen in een bediening. Laat een persoon maar eerst opgroeien tot geestelijke volwassenheid. Laat hem of haar maar eerst de dingen doen, die Jezus iedere gelovige heeft opgedragen om te doen. Namelijk om het Woord te verkondigen, zieken de handen op te leggen, demonen uit te drijven etc.
Tegenwoordig vallen vele leiders, van gemeenten en kerken, in zonde.
Zij worden voor korte tijd uit hun ambt gezet en vervolgens al vrij snel weer opnieuw aangesteld in het ambt.
Vooral als deze oudste, een bekende of een vriend(in) of familie of gezinslid van de voorganger of leiders van de gemeente, de kerkenraad etc. is (Lees ook: ‘De geest van Eli‘)
De oudste, die gezondigd heeft, belijdt zijn zonden aan de voorganger, leiders of aan de kerkenraad en binnen niet al te lange tijd wordt de oudste weer opnieuw aangesteld.
Maar dit is niet, zoals het Woord ons instrueert om te gaan met een oudste, leider of voorganger, die gezondigd heeft.
In onze tijd wordt er zo makkelijk met de zonde omgegaan. Vele zonden worden vergoelijkt, geaccepteerd en als normaal ervaren. Want tsja, zeggen vele mensen, iedereen zondigt en tsja, we leven nu eenmaal in een andere tijd. Maar dat is een leugen van de duivel! En door deze leugen streven maar weinigen naar de volkomen heiligmaking in Jezus Christus (Lees ook: ‘Ben jij nog een zondaar?‘).
Terugvallen in oude zonden
Mensen zondigen en …. hups vragen weer vergeving. Vervolgens gaan zij weer verder met hun leven en vallen weer terug in dezelfde oude zonde. Er is geen werkelijk berouw meer, want anders zouden zij niet blijven terugvallen in dezelfde zonde, maar deze voorgoed wegdoen.
Daarnaast wordt de wortel van de zonde niet herkend nog erkend. Hierdoor valt een persoon na korte tijd weer terug in dezelfde zonde. Die onreine geest, die de mens tot zonde leidt wordt niet aangepakt. Vanuit het vlees probeert een persoon de zonde te overwinnen, maar dat zal hem of haar nooit lukken.
Als er in het leiderschap van vele gemeenten al zonden bedreven worden, hoeveel te meer zullen de gemeenteleden ook niet blijven wandelen in zonden?
Wat is zonde?
Zoals reeds eerder geschreven betekent zonde rebelleren tegen Gods Woord; Zijn wil. Het betekent, dat jij ongehoorzaam bent aan God en Zijn Woord niet opvolgt in jouw leven, maar dat jij Zijn Woord ombuigt en aanpast aan jouw wil en aan jouw lusten en begeerten. Kortom het Woord van God wordt aangepast aan de wil, de lusten en begeerten van de mens (Lees ook: ‘Zal God Zijn wil veranderen voor de lusten en begeerten van de mens?‘).
Als jij dit realiseert, dan moet jij eens nagaan, hoeveel voorgangers, oudsten en leiders van kerken en gemeenten wandelen in zonde en wandelen in rebellie naar God.
Zij denken in de waarheid te wandelen en God te behagen, maar in werkelijkheid dienen zij de god van de wereld en het vlees; de duivel, door het Woord te verloochenen en te aanpassen aan de wijsheid van de wereld en aan de wil, de lusten en begeerten van de mens.
Vele gemeenten zijn niet meer gefundeerd op het Woord, maar zijn gefundeerd op de kennis van de wereld en op eigen bevindingen, meningen en ervaringen. Maar kennis van de wereld, eigen bevindingen, meningen en ervaringen maken nog niet de waarheid. Alléén het Woord is en blijft de Waarheid.
‘Wees het zout der aarde’