“Wij zijn niet meer onder de wet, maar onder de genade” wordt vaak gebruikt door gelovigen, om zich vrij te pleiten van hun plicht en verantwoordelijkheden om de geboden van Jezus en Zijn opdracht te vervullen en als zonen van God te wandelen naar de geest en een heilig leven naar God’s wil te leiden. Zodra je een persoon confronteert met iets, dat tegen Gods Woord en Zijn wil ingaat, dan kun je erop rekenen dat de persoon o.a. Romeinen 6:14 zal gebruiken, om datgene wat niet goed is, goed te keuren. Maar kun je onder de genade blijven zondigen?
Kun je onder de genade blijven zondigen?
Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade (Rom 6:14)
Ook zijn er veel voorgangers, die o.a. Romeinen 6:14 gebruiken, om al het gedrag en al datgene wat tegen God’s Woord en Zijn wil ingaat te vergoelijken en te tolereren en om niet te hoeven veranderen en te kunnen blijven leven als de wereld. Het maakt volgens hen niet uit hoe je leeft en wat je doet, omdat je onder de genade bent. Jezus heeft voor eens en voor altijd afgerekend met de zonde van de wereld en alle zonden weggenomen en daarom kun je niet meer wandelen in zonde. Er bestaan geen zonde meer voor diegene, die geloven in Hem en overgeplaatst zijn vanuit de duisternis naar het Koninkrijk van God.
Want Jezus heeft niet alleen afgerekend met alle zonde uit het oude leven, maar ook met de zonde waarin iemand blijft volharden in het nieuwe leven. Daarom hoeft niemand zijn zonden meer te belijden, want dit veroorzaakt alleen maar schuldgevoelens en dat is volgens hen niet de wil van Jezus, aangezien je door Hem bent vrijgemaakt van alle schuld en alle veroordeling. Er is al genoeg veroordeling in de kerken, gemeenten en de wereld en daarom mag een Christen in de liefde en genade van God in ‘vrijheid’ leven en doen wat hij/zij zelf wil en hoeft zich niet te onderwerpen aan wat er geschreven staat in de Bijbel, want dat is wettisch, achterhaald en niet meer van deze tijd.
Door deze verkondiging, waarbij de waarheid van God vermengd is met leugens van mensen, houden zij iedereen te vriend, ontvangen eer van mensen en behoeden zij zichzelf voor de weerstand en vervolging van de wereld.
Maar waar lezen wij dit allemaal in de Bijbel? Waar staat geschreven dat er géén zonde meer is en dat een mens niet meer kan zondigen? Waar staat geschreven dat je niet hoeft te veranderen? Waar staat geschreven dat het niet uitmaakt hoe je leeft? Waar staat geschreven dat de nieuwe mens mag blijven volharden in zonde? Maar bovenal, waar staat geschreven dat God de zonde tolereert en goedkeurt? Want als het voor God toch niet uitmaakt hoe je leeft en Hij het prima vindt dat Zijn kinderen blijven volharden in zonde, waarom moest Jezus dan naar de aarde komen om af te rekenen met de zondige natuur van de (gevallen) mens? Waarom had God dan geen genoegen kunnen nemen met het offeren van dieren om zo tijdelijk verzoening te brengen voor de zonde van de vleselijke mens, aangezien de mens daarna toch weer zou vervallen – en blijven volharden in zonde?
Oproep tot heiliging en wegdoen van zonde
Maar zoals al besproken in de vorige blogposts, die over de genade gaan, maakt het volgens het Woord wel degelijk uit hoe je leeft en lezen wij wel degelijk dat in het nieuwe verbond, dat bezegeld is met het kostbare bloed van Jezus, Jezus en de apostelen de gelovigen oftewel de heiligen opriepen tot heiliging en het wegdoen van de zonde uit hun leven (Lees ook: ‘Verloren in de zee van genade‘, ‘Wat betekent genade?’ en ‘Wat is het verschil tussen de wet en de genade?’).
Want wat er in de geestelijke wereld had plaatsgevonden, namelijk dat zij in Christus een nieuwe schepping waren geworden en verlost waren van hun vlees, waarin de zondige natuur aanwezig is, moest ook zichtbaar worden in de natuurlijke wereld, door het afleggen van de oude mens (vlees) en het aandoen van de nieuwe mens (geest).
Diegenen, die o.a. Romeinen 6:14 gebruiken om alles wat tegen God’s wil ingaat te tolereren, goed te keuren en te accepteren en om naar hun vlees te kunnen blijven wandelen, vergeten vaak om teksten in de juiste context te lezen en te bestuderen. Daarnaast zijn zij ongeestelijk en hebben hun eigen denkbeelden en meningen over bepaalde zaken, dat voornamelijk is gevormd door de wijsheid en kennis van de wereld. Om hun denkbeelden en meningen te bekrachtigen en bevestigen, halen zij her en der teksten aan uit de Bijbel en halen deze uit hun context. Dat geldt ook voor Romeinen 6:14. Want de gedeelten, die voor – en na dit gedeelte geschreven staan, worden nooit benoemd. Laten wij daarom eens kijken naar de context van Rom 6:14 en wat er nog meer geschreven staat in de Bijbel over de genade en of je na de wedergeboorte, als je onder de genade bent, kunt blijven volharden in zonde.
Dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus
Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan Zijn dood, zullen wij het ook zijn (met hetgeen gelijk is) aan Zijn opstanding; dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn; want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.
Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven, daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem.
Want wat Zijn dood betreft is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven; wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wėl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus.
Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienst van de zonde, maar stelt u ten dienst van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade (Rom 6:1-14)
Jezus heeft laten zien wat zonde met het leven van een mens doet: zonde leidt tot de dood. Door het volmaakte werk van Jezus Christus is Hij voor eens en voor altijd gestorven voor de zonde, uit de dood opgestaan en gezeten aan de rechterhand van God. Door Zijn werk en Zijn bloed heeft Jezus verlossing gebracht voor een ieder, die in Hem gelooft en zich op grond van Zijn werk bekeert van de zonde, zijn eigen leven aflegt en Hem volgt.
Door de wedergeboorte ben je gedoopt in Christus Zijn dood en daardoor ben je, net als Hem, voor eens en voor altijd gestorven voor de zonde.
De zonde, die als koning heerste en heerschappij voerde in het vlees; de zondige natuur van de oude mens, die gebonden was aan de wet, bestaat door de wedergeboorte niet meer. Want de oude mens (vlees), waarin de zonde en de dood heerst en waarvoor de wet van de zonde en de dood bedoeld was, is medegekruisigd en gestorven in Christus.
Daarom kun je niet meer wandelen naar de begeerte van het vlees en blijven volharden in zonde, omdat jouw vlees dood is. Pas als jouw vlees dood is, ben je dood voor de zonde.
Maar je hebt door de doop in Christus niet alleen deelgehad aan Zijn dood, maar ook aan Zijn opstanding. Door de kracht van de Heilige Geest is jouw geest uit de dood opgewekt en ben je levend gemaakt voor God. Je bent een nieuwe mens; een zoon van God geworden en hebt toegang gekregen tot het Koninkrijk van God en bent verzoend met Hem.
Omdat God rechtvaardig is en jij uit Hem bent geboren (door de wedergeboorte) zul je Hem gehoorzamen en wandelen in rechtvaardigheid naar de geest. Zolang je in Jezus Christus; het Woord blijft en leeft naar de geboden van Jezus, die ook de geboden van God zijn en blijft wandelen naar de geest, zul je wandelen in rechtvaardigheid en de vrucht van de Geest dragen (1 Joh 2:28-29, 1 Joh 3:1-7, 9).
Slaaf van de zonde of gerechtigheid?
Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet! Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moeten gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is; en, vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid. Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees.
Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging. Want toen gij slaven waart der zonde, waart gij vrij van de gerechtigheid. Wat voor vrucht hadt gij toen? Dingen, waarover gij u nu schaamt; immer, het einde daarvan is de dood. Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heere (Rom 6:15-23)
Als een persoon zegt wedergeboren te zijn, maar blijft wandelen naar het vlees en de begeerten van het vlees blijft gehoorzamen en bevredigen en daardoor blijft volharden in zonde en deze niet wil wegdoen, dan bewijst dit dat het vlees van de persoon niet is gekruisigd in Christus, maar nog springlevend is.
Zolang het vlees nog springlevend is, is het vlees niet dood en daarom is de persoon niet verlost van het vlees en dus nog steeds een zondaar. Want een zondaar, wandelt naar het vlees, doet de werken van het vlees en blijft volharden in zonde.
Zolang een persoon blijft wandelen naar het vlees en volharden in zonde, blijft de persoon gebonden aan de wet van de zonde en de dood. De werken van de persoon; de zonde bewijzen dat de persoon een zondaar; een zoon van de duivel is en het koninkrijk van de duisternis toebehoort (Joh 8:44, 1 Joh 3:7-8). Want de zonde, die voorkomt uit de zondige natuur van het vlees, waarin de zonde en de dood heerst, regeert nog steeds als koning in het leven van de persoon.
Aangezien de vrucht van de dood de zonde is, is de persoon dus helemaal niet verlost van de zonde en ook niet van de dood.
De genade van God gebruiken voor de lusten en begeerten van het vlees
Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Heere, Jezus Christus, verloochenen (Judas 1:4)
Het gaat er niet om wat voorgangers en leiders verkondigen en wat zij door geestelijke openbaringen, visioenen, dromen, profetieën of door boodschappen van engelen ontvangen, het gaat erom wat het Woord van God zegt. Want het Woord van God is de waarheid en is betrouwbaar en zal uiteindelijk iedereen oordelen of veroordelen aan de hand van zijn werken (o.a. Joh 12:48-49, Rev 20:12-13).
Voorgangers kunnen zeggen dat het allemaal genade is en dat je niet hoeft te veranderen, omdat het niet uitmaakt hoe je leeft en wat je doet.
Zij kunnen de genade gebruiken om te blijven leven naar de lusten en begeerten van het vlees en daardoor de genade van God veranderen in losbandigheid, maar door dit te verkondigen, verloochenen zij Jezus Christus en bewijzen dat zij Hem niet kennen. Want het Woord zegt namelijk iets anders.
En omdat vele gelovigen niet meer zelf het Woord bestuderen en een persoonlijke relatie met het Woord; Jezus Christus hebben en daardoor een gebrek aan kennis van God’s Woord hebben, nemen zij klakkeloos de woorden van voorgangers en geestelijke leiders aan en geloven hun woorden.
Maar het Woord zegt, dat zolang een persoon blijft leven naar het vlees en blijft volharden in zonde, de persoon helemaal niet is verlost en vrijgemaakt van het vlees. Want als de persoon blijft volharden in zonde, die heerst in het vlees, waar is de persoon dan van vrijgemaakt en van verlost? Als zij gered zijn van de dood en de dood niet meer in hen zou regeren, dan zouden zij ook geen vrucht voor de dood; de zonde dragen (o.a. Rom 6, Rom 7:4-6, Rom 8, Gal 5:24, Efe 2:1-6).
Zolang een persoon blijft volharden in zonde en vrucht blijft dragen voor de dood, heeft de persoon zich niet bekeerd en is niet wedergeboren en geen zoon van God geworden, maar de persoon is nog steeds een slaaf van de duivel en van het vlees, waarin de zonde en de dood regeert (1 Joh 3:7-10).
Zoon van God of zoon van de duivel?
Want een persoon is een slaaf van diegene, die hij toebehoort en naar wie hij/zij luistert en gehoorzaamt. Een persoon leeft naar het vlees in het koninkrijk der duisternis onder de heerschappij van de duivel en is een slaaf van de zonde, die tot de eeuwige dood leidt of een persoon leeft naar de geest in het Koninkrijk van God onder de heerschappij van Jezus Christus en is een slaaf van de gerechtigheid, die tot het eeuwige leven leidt.
Kinderkens, laat niemand u misleiden. Wie de rechtvaardigheid doet, is rechtvaardig, gelijk Hij rechtvaardig is, wie de zonde doet is uit de duivel, want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou. Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad (Gods) blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren. Hieraan zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels kenbaar: een ieder, die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als wie zijn broeder niet liefheeft (let op: dit laatste ‘jouw broeder liefhebben’ houdt niet in de acceptatie van zonde. Lees ook ‘wandelen in de liefde’ en ‘de valse liefde‘ (1 Joh 3:7-10)).
In dit leven zijn er twee mogelijkheden: je kunt een zoon van God of zoon van de duivel zijn. Je kunt niet beiden zijn. Jouw daden en werken bewijzen, wiens zoon jij bent en wie je toebehoort.
Je kunt zeggen dat je gelooft en zeggen dat je een zoon van God bent, maar als je blijft volharden in zonde en datgene blijft doen wat tegen God’s wil ingaat en je niet wil onderwerpen aan het Woord, maar een vriend van de wereld wilt blijven en zijn boze werken doet en goedkeurt, dan ben je géén zoon van God, ook al beweer je dat wel te zijn. Want het Woord zegt, dat je een zoon van de duivel bent, als je de werken van de duivel doet en goedkeurt, namelijk de zonde.
De zonde is het tegenovergestelde van rechtvaardigheid en wie de rechtvaardigheid niet doet is niet uit God. Een ieder, die in Jezus Christus blijft zondigt niet. Het Woord zegt, dat een ieder, die blijft volharden in zonde Jezus niet heeft gezien en Hem niet heeft gekend.
Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid. En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij de zonden zou wegnemen, en in Hem is geen zonde. Een ieder, die in Hem blijft, zondigt niet; een ieder die zondigt heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend (1 Joh 3:4-6)
Leven als de oude mens
Er zijn heel veel gelovigen, die denken en zeggen wedergeboren te zijn en menen dat zij geestelijk zijn, omdat zij in het bovennatuurlijke wandelen, maar leven als de gevallen oude mens in zonde. Maar je hoeft niet wedergeboren te zijn om in het bovennatuurlijke te kunnen wandelen en profetieën, visioenen, openbaringen te ontvangen en wonderen en tekenen te verrichten (Lees ook: ‘De twee manieren om de geestelijke wereld te betreden‘).
Daarom waarschuwde Jezus ook, dat in de eindtijd, vele valse Christussen (volgelingen van Jezus) en valse profeten zullen opstaan en in het bovennatuurlijke wandelen en grote wonderen en tekenen zullen verrichten (o.a. Mat 24:11, 24-28). Maar al verricht iemand nog zoveel tekenen en wonderen en ontvangt iemand nog zoveel bovennatuurlijke openbaringen, dan bewijst dit niet of iemand een zoon van God is en Jezus toebehoort.
Alleen aan de werken, die een persoon doet en de vrucht, die een persoon draagt in zijn leven en daarmee wordt natuurlijk niet bedoeld humanistische (liefdadigheids) werken, die de wereld ook doet, maar daarmee wordt bedoeld de werken van rechtvaardigheid en de vrucht van de Geest die men draagt, alleen daaraan kun je zien wie een persoon toebehoort: Jezus of de duivel (Mat 7:15-20, Joh 8:44).
Overgeplaatst vanuit de duisternis naar het licht
Als je vanuit de duisternis naar het licht bent overgeplaatst en vanuit de dood naar het leven, zullen jouw geestelijke ogen opengaan en zul je het kwaad van de zonde en de macht van de dood inzien en daar geen deel aan willen hebben. Maar zolang je blijft wandelen in de duisternis en gebonden blijft aan de dood, door te blijven wandelen naar het vlees, zul je geestelijk blind zijn en dit niet zien en daarom blijven wandelen in zonde en de zonde goedkeuren en tolereren
Zolang de gemeente zonde niet als iets kwaads en ergs ziet, maar als iets dat nou eenmaal bij het leven hoort en daarom accepteert en tolereert, dan bewijst dit, dat er iets goed mis is met de gemeente, het geloof en het evangelie dat wordt verkondigd. Want het evangelie dat zij aanhangen is niet het evangelie van Jezus Christus, dat oproept tot bekering en verlossing en leven voortbrengt, maar een evangelie van mensen, dat gebondenheid en de dood voortbrengt.
Wat gebeurd er als je moedwillig blijft zondigen?
Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis van de waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over, maar een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur, dat de wederspannigen zal verteren (Heb 10:26-27)
Je kunt de genade van God niet gebruiken om de begeerte en werken van jouw vlees te rechtvaardigen. Want de genade van God is geen vrijbrief om te blijven zondigen. Het Woord zegt, dat als je tot de erkentenis van de waarheid bent gekomen, maar moedwillig blijft zondigen, dat er geen offer meer voor de zonden overblijft, maar een vreselijk vooruitzicht.
Wie regeert als koning in jouw leven?
Maar de wet is er bijgekomen, zodat de overtreding toenam; waar evenwel de zonde toenam, is de genade meer dan overvloedig geworden, opdat, gelijk de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door Jezus Christus, onze Heere (Rom 5:20-21
Jezus is naar de aarde gekomen om voor eens en voor altijd af te rekenen met de zondige natuur van de mens. Hij kwam om de werken van de duivel te vernietigen, zodat een ieder, die in Hem gelooft, zich bekeert en wordt wedergeboren niet langer zal leven als slaaf van het vlees, waarin de duivel regeert door de zonde en de dood. De nieuwe mens is vrijgekocht door het bloed van Jezus en behoort niet meer de duivel toe, maar heerst in Christus over hem en de zonde en de dood. Daarom zal de nieuwe mens geen vrucht voor de dood meer dragen door te blijven volharden in zonde (Rom 7:5-6), maar vrucht voor God, door te wandelen in rechtvaardigheid.
De nieuwe mens heeft al het gezag en kracht ontvangen in Jezus Christus door de Heilige Geest om de wil van God te leren kennen en weerstand te bieden tegen de lusten en begeerten van het vlees. Zolang je in Hem blijft en naar de Geest blijft wandelen zul je in staat zijn om de zonde te weerstaan en daardoor een overwinnaar te zijn over de zonde en de dood. Niet in eigen kracht, wat wil zeggen de kracht van het vlees, door gebruik te maken van menselijke technieken en methoden, maar door de kracht van het Woord en de Heilige Geest.
Het Woord zegt, dat als je onder de genade bent, je niet kunt blijven zondigen, want je zult de werken van gerechtigheid doen. Als je blijft volharden in zonde betekent dit, dat je niet onder de genade bent. Want de zonde regeert nog als koning in jouw leven, in plaats dat de gerechtigheid als koning regeert.
Als je de gerechtigheid doet, zal de genade regeren in jouw leven en zul je onder de genade zijn.
‘Wees het zout der aarde’