Door de kerk is het beeld gevormd, dat de Farizeeërs, Sadduceeërs en schriftgeleerden oftewel de (religieuze) leiders van Gods volk, allemaal slecht waren en Gods volk met allerlei wetten en regels belastten, wat niet naar Gods wil was. Zodra er in de kerk dingen worden besproken, die in de wet worden omschreven als zonde en die tegen Gods wil ingaan, duiken meteen de Farizeeërs, Sadduceeërs en schriftgeleerden weer op en wordt er gezegd, dat Jezus hen aanviel op hun religie en leer. Hierdoor worden vele zonde in de gemeente toegelaten en geaccepteerd. Maar is dit waar? Waarom viel Jezus de leiders van Gods volk aan, wat deden zij verkeerd? En hoe zit het met de huidige leiders van Gods volk oftewel de leiders van Gods Gemeente? Verschillen zij zoveel van de religieuze leiders, die in de tijd van Jezus leefden of hebben zij meer gemeen dan men denkt? Wat zijn de overeenkomsten tussen de leiders van Gods volk toen en nu?
Wat zei Jezus over de leer van de schriftgeleerden en Farizeeën?
Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet. Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren (Mattheüs 23:1-4).
Op zich was er helemaal niets mis met de leer van de Farizeeën en schriftgeleerden.
Jezus droeg het volk van God en Zijn discipelen op, om datgene te doen en onderhouden wat de schriftgeleerden en Farizeeën hen opdroegen om te doen. Aangezien zij zich hadden gezet op de stoel van Mozes.
Wat zij echter niet moesten doen, waren de werken van de schriftgeleerden en Farizeeën navolgen oftewel zij moesten niet leven zoals zij leefden.
Want alhoewel zij de woorden van Mozes verkondigden, leefden zij niet naar de woorden, die zij verkondigden.
En eigenlijk is er in al die tijd helemaal niets veranderd. Want ook in deze tijd zijn er veel leiders, die zich vroom voordoen en vrome woorden spreken en de gelovigen vanaf de kansel vroom adviseren, instrueren en allerlei dingen opdragen om te doen, terwijl zij zichzelf niet houden aan de woorden, die zij verkondigen.
Velen van hen hebben verborgen levens en doen datgene, wat zij de mensen verbieden om te doen, aangezien het tegen Gods wil ingaat.
Wat zei Jezus over de houding van de Farizeeërs en Sadduceeërs?
Al hun werken doen zij om in het oog te lopen bij de mensen, want zij maken hun gebedsriemen breed en hun kwasten groot, zij houden van de eerste plaats bij de maaltijden en van de erezetels in de synagogen, en van de begroetingen op de markten en om door de mensen rabbi genoemd te worden (Mat 23:5-7).
Alhoewel de Farizeeërs, Sadduceeërs en schriftgeleerden formeel in dienst van God stonden, stonden hun levens niet in dienst van God, maar van hunzelf.
Zij zochten aandacht van de mensen en wandelden in aanzien. Zij wilden gezien, aanbeden en verhoogd worden door de mensen. En daarom verhoogden zij zichzelf als mens en verhieven zich boven het volk en deden zich voor als god. Zij pronkten met hun intellect en hun status en de mensen bewonderden hen en plaatsen hen op een voetstuk.
Ook dit fenomeen gebeurt nog steeds. Er is een groot ontzag voor religieuze leiders. Soms hebben Christenen een groter ontzag voor religieuze leiders dan voor God.
Veel Christenen rennen achter (bekende) religieuze leiders aan, aanbidden hen en plaatsen hen op een voetstuk. Zij geloven de woorden van voorgangers, dominees, theologen, priesters, profeten, evangelisten en leraars van de Gemeente, boven het Woord van God.
De woorden, meningen en ervaringen van religieuze leiders worden als de waarheid beschouwd en aangenomen, ook al gaan deze tegen de woorden en de wil van God in.
Wat zei Jezus over het gebruik van titels
Gij zult u niet rabbi laten noemen; want één is uw Meester en gij zijt allen broeders. En gij zult op aarde niemand uw vader noemen, want één is uw Vader, Hij die in de hemelen is. Laat u ook geen leidslieden noemen, want één is uw Leidsman, de Christus. Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn. Al wie zichzelf zal verhogen, zal vernederd worden en al wie zichzelf zal vernederen, zal verhoogd worden (Mattheüs 23:7-11)
De leiders van toen waren gesteld op titels. En vandaag de dag is ook daarin weinig veranderd. Men maakt nog steeds gretig gebruik van titels om zichzelf te bewijzen en aan anderen te laten zien wie zij zijn. Want titels maken indruk op de vleselijke mens. En zo verschuilen velen zich achter titels.
Maar in werkelijkheid zegt een titel helemaal niets. Een titel zegt niet wie jij bent (in Christus), maar het zegt alleen dat je een bepaalde studie hebt afgerond, de hoofdkennis bezit en/of een bepaalde positie in de gemeente hebt verworven.
Maar in het Koninkrijk van God draait het niet om titels. In het Koninkrijk van God gaat het erom of een persoon wedergeboren is en een nieuwe schepping is geworden en gezeten is in Christus en naar het Woord en de Geest in het gezag van Jezus Christus en de kracht van de Heilige Geest wandelt.
Er zijn veel leiders in de gemeente aangesteld, die de meest imponerende titels voor hun naam hebben staan en veel boeken hebben geschreven en daardoor aanzien en ontzag van mensen hebben verworven, maar de levende Jezus Christus niet persoonlijk kennen en de Heilige Geest niet bezitten.
Zij kennen de schriften in de Bijbel en hebben een schat aan hoofdkennis, want dat bewijst het papiertje, de titel(s) en de boeken, die zij schrijven, maar daar blijft het bij. Het blijft bij veel hoofdkennis, waardoor velen van hen opgeblazen en hoogmoedig zijn en zich verheffen boven anderen en wandelen in aanzien van mensen.
Daarom was Jezus voor velen niet geloofwaardig en moesten zij niets van Jezus weten. Want wie was Jezus nou? De zoon van een timmerman, die niet had gestudeerd en geen titels had. Daarom kon Jezus ook niet vele wonderen doen in de stad, waarin Hij was opgegroeid.
De reden dat er niet vele wonderen en tekenen werden gedaan lag niet aan de kracht van Jezus of de Heilige Geest. Maar de reden was, dat de mensen Jezus niet zagen als Zoon van God, Profeet en Verlosser, maar als de zoon van een timmerman, die zij hadden zien opgroeien en waar zij en/of hun kinderen mee omgingen.
Daarom kwamen niet velen, die hulp nodig hadden, naar Hem toe. Maar diegenen, die wel naar Hem toe kwamen hielp Hij en bevrijdde en genas Hij (Lees ook: ‘Waarom kon Jezus niet vele krachten doen in Zijn vaderstad?’)
Wat zei Jezus over de vrucht van de Farizeeërs en Sadduceeërs?
Voordat Jezus op het toneel verscheen, verscheen Johannes de doper op het toneel. Johannes de doper bereidde de weg voor de komst van Jezus voor. Johannes ging voor Jezus uit en riep de mens op tot bekering en het wegdoen van zonde, omdat het Koninkrijk van God nabij was gekomen.
Toen de Farizeeërs en Sadduceeën bij de doop van Johannes kwamen, noemde Johannes hen adderengebroed oftewel een generatie, die tot de adder (de slang) behoorden. Dit kwam omdat zij niet de vrucht voortbrachten, die aan de bekering beantwoordden.
Johannes stond in dienst van God en niet in de dienst van mensen en daarom sprak hij niet de mensen naar hun mond. Johannes was confronterend en sprak harde woorden tot deze religieuze leiders. Hij confronteerde en waarschuwde hen, dat als zij geen goede vruchten zouden voortbrengen, zij net als een boom, die geen goede vruchten voorbrengt, uitgehouwen zouden worden en in het vuur geworpen zouden worden (Mattheüs 3:1-11, Lucas 3:7-9).
De woorden van Johannes waren dezelfde woorden, die Jezus sprak. Want Jezus bevestigde zijn woorden, toen Jezus tot het volk sprak over de enge poort en de smalle weg, die tot het eeuwige leven leiden en de wijde poort, die tot het verderf leidt.
Jezus confronteerde en waarschuwde het volk voor de valse profeten, die in schapenvacht tot hen zou komen, maar in werkelijkheid roofgierige wolven waren.
De enige manier om hen te onderscheiden van de ware profeten van God was door te kijken naar de vruchten, die zij voortbrachten. Aangezien een goede boom geen slechte vrucht kan dragen en een slechte boom geen goede vrucht kan dragen (Lees ook: Wie zijn de wolven in schaapskleren die een ravage aanrichten?).
Iedere boom, die geen goede vruchten voortbrengt, zal uitgehouwen en in het vuur worden geworden (Mattheüs 7:13-20, Lucas 6:43-45).
De overpriesters en de Farizeeën, droegen niet de vruchten van het Koninkrijk van God. Daarom zei Jezus, dat het Koninkrijk van God van hen weggenomen zou worden en gegeven zou worden aan een volk, dat wel de vruchten van het Koninkrijk van God zou dragen (Mattheüs 21:43-46)
En zo zijn er ook in deze tijd vele kerkleiders, die zich niet onderwerpen aan God en God niet gehoorzamen. Zij wandelen niet naar het Woord en de Geest en dragen niet de vrucht van de Geest, maar zij wandelen naar hun vlees en dragen de vrucht van het vlees. Zij leven niet heilig (apart gezet van de wereld en toegewijd aan God) en doen niet de werken van gerechtigheid, maar zij behoren de wereld toe en doen de werken van de ongerechtigheid.
Alhoewel zij tijdens een dienst in de kerk of gemeente uit de Bijbel lezen en zich vroom voordoen, leven zij de rest van de week als de wereld en vullen hun denken met de dingen van de wereld. Velen wandelen in rebellie naar God toe in zonde en blijven daarin volharden, zonder zich daarvan te willen bekeren.
De schriftgeleerden en Farizeeën sloten het Koninkrijk der Hemelen voor de mensen
Maar wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij sluit het Koninkrijk der Hemelen toe voor de mensen. Immers, gij gaat er niet binnen en die trachten binnen te gaan, laat gij niet toe daarin te komen (Mattheüs 23:13)
De schriftgeleerden en Farizeeën hadden hun leven niet toegewijd aan God en waren niet bekend met het Koninkrijk der Hemelen. Zij zaten zelf nog op de troon van hun leven en leefden naar het vlees. Zij leidden de mensen niet naar het Koninkrijk der Hemelen, maar zij sloten het Koninkrijk der hemelen voor hen, zodat niemand binnen kon gaan.
In deze tijd zijn er vele leiders in de Gemeente aangesteld, die niet zijn wedergeboren en het het Koninkrijk der Hemelen niet zijn binnengegaan. Zij zijn niet overgeplaatst vanuit het koninkrijk der duisternis naar het Koninkrijk der Hemelen, maar zij behoren nog tot het koninkrijk der duisternis (het koninkrijk van de wereld).
Zij zijn vleselijk en vanuit het koninkrijk der duisternis voeden zij de gelovigen op met hun (dwaal)leringen, die voortkomen vanuit hun vleselijk denken en de wijsheid en kennis van de wereld, waardoor zij door hun (dwaal)leer de poorten van het Koninkrijk der Hemelen voor velen sluiten.
Door hun leer wordt het vlees van de mens gesterkt en sterft de geest van de mens, waardoor gelovigen in plaats van de vrucht van de Geest, de vrucht van het vlees dragen en daardoor vele onreinheden in de Gemeente plaatsvinden.
De leiders waarschuwen de mensen niet meer en roepen hen niet op tot bekering en het wegdoen van zonde, zoals o.a. de profeten, Jezus en de apostelen deden. Zij prediken niet de gekruisigde Christus, de wedergeboorte en de heiliging, zodat mensen gered worden en het Koninkrijk der Hemelen binnengaan en in het Koninkrijk der Hemelen blijven.
Nee, zij laten de mensen begaan in hun zonde en verkondigen leugens, waardoor zij de mensen beletten om door de Deur het Koninkrijk der Hemelen binnen te gaan. In plaats dat zij de mensen naar het eeuwige leven leiden, leiden zij de mensen naar de hel (Lees ook: ‘Vele herders leiden de schapen naar de afgrond.‘).
Wat zei Jezus over de schriftgeleerden en Farizeeën en het misbruiken van hun positie?
Wee u, schrifgeleerden en Farizeeen, gij huichelaars, want gij eet de huizen der weduwen op, terwijl gij voor de schijn lange gebeden uitspreekt. Daarom zult gij zwaarder oordeel ontvangen (Mattheüs 23:14).
De schriftgeleerden en Farizeeën waren geldgierig en maakten misbruik van hun positie en hun ambt door o.a. eigendommen van weduwen onder vrome voorwendselen zich toe te eigenen.
In deze tijd is daar ook niet veel in veranderd en zijn veel leiders ook geldgierig en misbruiken hun positie en het Koninkrijk van God om geld te ontvangen voor hun eigen koninkrijk.
Sommigen verkondigen vroom, dat je niet kunt oogsten, voordat je zaait. Daarom moet je eerst een bedrag geven om vervolgens gebed, genezing, een doorbraak, een zegen, een bijzonder gave of noem maar op te ontvangen.
Daarnaast zijn er sommigen, die allerlei dingen verkopen, die zogenaamd de kracht van God bezitten, zoals een stukje steen van het graf van Jezus, zalfolie, ingestraald water en andere ingestraalde objecten en ga zo maar door. En veel gelovigen, die wandelen naar het vlees, trappen hierin en geven veel geld uit aan deze kwakzalverij.
Wat zei Jezus over het discipelschap van de Farizeeën en schriftgeleerden?
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij trekt zee en land rond, om één bekeerling te maken, en wanneer hij het wordt, maakt gij van hem een kind der hel, tweemaal zo erg als gij het zelf zijt (Mattheüs 23:15)
De schriftgeleerden en Farizeeën trokken rond om één bekeerling te maken. En nadat zij iemand hadden gevonden, maakten zij van deze bekeerling een kind van de hel, die tweemaal zo erg was als dat zij waren.
Ook in deze tijd zijn er leiders, die de straat opgaan en bekeerlingen en volgers van zichzelf maken, in plaats dat zij bekeerlingen en volgers van Jezus Christus maken.
Zij onderwijzen hen met hun kennis en wijsheid, die voor een groot gedeelte afkomstig is vanuit hun persoonlijke (bovennatuurlijke) ervaringen, wijsheid en kennis in plaats van het Woord van God.
De voorspoed, welvaart en de tekenen en wonderen staan centraal en het Woord wordt aan de kant geschoven (Lees ook: Jezus volgen om de tekenen en wonderen).
Zij voeden de gelovigen niet op in het Woord en ondergaan niet het heiligingsproces, zodat zij de oude mens afleggen en de nieuwe mens aandoen. Maar zij leren hen methoden, technieken en formules om voorspoedig en welvarend te worden en zij zelf wonderen en tekenen kunnen verrichten.
Velen vertrouwen niet op God en doen de dingen niet vanuit hun relatie met Jezus en de Vader, maar zij vertrouwen op hun eigen bekwaamheid, methoden en technieken en de woorden (formules), die zij uitspreken.
De levens van deze discipelen blijven vaak onveranderd. Het enige wat veranderd is, is dat zij naast hun normale leven, tekenen en wonderen verrichten, zoals o.a. profeteren, demonen uitdrijven en zieken genezen. Maar je hoeft niet wedergeboren te zijn om in het bovennatuurlijke te wandelen (Lees ook: Moet je wedergeboren zijn om in het bovennatuurlijke te wandelen?‘).
Maar wie van hen, zijn werkelijk zonen van God, die wandelen in gerechtigheid naar de wil van God? Hoevelen van hen hebben een persoonlijke relatie met Jezus Christus en spenderen tijd met Hem en de Vader? Hoevelen van hen doen dit alles om Jezus te eren en God te verhogen of doen het om zelf gezien te worden en zichzelf te verhogen?
Vele leiders van Gods volk vinden de gave belangrijker dan de Gever
Wee u, blinde wegwijzers, die zegt: Heeft iemand bij de tempel gezworen, dat betekent niets; maar heeft iemand bij het goud van de tempel gezworen dan is hij gebonden. Gij dwazen en blinden, wat toch is meer, het goud of de tempel, die het goud geheiligd heeft? En heeft iemand bij het altaar gezworen, dat betekent niets; maar heeft iemand bij de gave, die daarop ligt gezworen, dan is hij gebonden. Gij blinden, immers, wat is meer, de gave of het altaar, dat de gave heiligt? Wie dus gezworen heeft bij het altaar, zweert daarbij en bij alles, wat erop ligt. En wie gezworen heeft bij de tempel, zweert daarbij en bij Hem, die erin woont. En wie gezworen heeft bij de hemel zweert bij de troon Gods en bij Hem, die daarop gezeten is (Mat 23:16-22).
Alhoewel de mensen opkeken naar de schriftgeleerden en Farizeeën en hen beschouwden als geleerde mensen, die alle wijsheid en inzicht van God bezaten, had Jezus een hele andere kijk op hen. Want alhoewel zij zoveel hoofdkennis bezaten, noemde Jezus hen dwaas, blind en blinde wegwijzers (Lees ook: Jezus te midden van blinde wegwijzers).
Zij begrepen niets van het Koninkrijk der Hemelen en de gerechtigheid en heiligheid van God. Aangezien zij de gave belangrijker vonden en daaraan meer waarde hechtten dan de Gever.
En zo zijn er ook in deze tijd veel leiders, die meer gericht zijn op de gave(n) dan op de Gever. Zij vinden deze belangrijker en hechten veel meer waarde daaraan, dan aan God de Vader, Jezus Christus; het Woord en de Heilige Geest.
Wat zei Jezus over de schriftgeleerden en Farizeeën en de gehoorzaamheid aan de wet?
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij geeft tienden van de munt, de dille en de komijn en gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw. Dit moest men doen en het andere niet nalaten. Gij blinde wegwijzers, die de mug uitzift, maar de kameel doorzwelgt (Mattheüs 23:22-24)
Alhoewel de schriftgeleerden en Farizeeën netjes hun tienden gaven, misten zij de essentie en de gerechtigheid van de wet. Daardoor hielden zij zich niet aan de geboden, die voor God belangrijk waren. Want zij leefden niet naar de woorden van God en leefden niet in gehoorzaamheid aan Hem in Zijn wil. Hierdoor herkenden en erkenden zij niet Jezus de Christus, de Zoon van de levende God (Lees ook: De geboden van God vs de geboden van Jezus).
Voor God is gehoorzaamheid aan Hem en Zijn Woord belangrijker dan offeren (o.a. 1 Samuël 15:22, Spr 21:3).
In deze tijd zijn er ook veel leiders, die niet wandelen in de wil van God, maar alleen bepaalde inzettingen en rituelen doen vanuit een overlevering (traditie) en/of in het bijzijn van mensen.
Zij kennen niet het geheimenis van de wet en erkennen niet de heiligheid en gerechtigheid van God, want anders zouden hun levens er heel anders uitzien en zouden zij niet de zonde en ongerechtigheden tolereren en accepteren in de gemeente. Maar zij zouden net als God, Jezus en de Heilige Geest, die in de nieuwe schepping woont, de zonde en ongerechtigheden haten en deze wegdoen.
Wat zei Jezus over het hart en de natuur van de schriftgeleerden en Farizeeën?
Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij reinigt de buitenzijde van de beker en van de schotel, maar van binnen zijn zij vol roof en onmatigheid. Gij blinde Farizeeër, reinig eerst de inhoud van de beker; dan zal hij ook van buiten rein worden. Wee u schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij gelijkt op gewitte graven, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen vol zijn van doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo ook gij, van buiten schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol huichelarij en wetsverachting (Mattheüs 23:25-28).
Aangezien de mensen vleselijk waren en zich lieten leiden door hun zintuigen, zagen zij alleenn de buitenkant van de schriftgeleerden en Farizeeën.
De mensen zagen hun vrome houding en hoorden hun vrome woorden en gebeden, waardoor zij ontzag voor de leiders van Gods volk hadden.
Alhoewel Jezus in het vlees op aarde was gekomen, was Jezus niet vleselijk maar geestelijk (Lees ook: Was Jezus volledig Mens?).
Jezus wandelde niet naar wat Zijn zintuigen waarnamen en daarom liet Jezus Zich niet leiden door wat Hij zag of wat Hij hoorde, maar Jezus wandelde naar de Geest en liet Zich leiden door wat de Heilige Geest Hem openbaarde (Jesaja 11:1-3).
Jezus doorzag het hart en de ware natuur van de leiders van Gods volk. Jezus zag hun werken, die zij in het geheim deden en die voor het oog van mensen (de oude mens) verborgen lagen. Maar deze werken lagen niet verborgen voor de Heilige Geest.
De Heilige Geest openbaarde hun werken en deze werken getuigden wie zij waren, wie zij gehoorzaamden en door wie zij zich lieten leiden en wie zij toebehoorden.
Wat zei Jezus over het gedrag van de schriftgeleerden en Farizeeën omtrent de profeten en rechtvaardigen?
Wee u schriftgeleerden en Farizeeën, gij huichelaars, want gij bouwt de grafsteden der profeten en verfraait de gedenktekenen der rechtvaardigen, en gij zegt: Indien wij geleefd hadden in de dagen onzer vaderen, zouden wij met hen geen gemene zaak gemaakt hebben ten opzichte van het bloed der profeten. Gij getuigt dus van uzelf, dat gij zonen zijt van de moordenaars der profeten. Maakt ook gij de mat uwer vaderen vol! Slangen, adderengebroed (generatie van adderen), hoe zult gij ontkomen aan het oordeel der hel? Daarom, zie, Ik zend tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden. Van hen zult gij sommigen doden en kruisigen en van hen zult gij anderen geselen in uw synagogen en vervolgen van stad tot stad, opdat over u kome al het rechtvaardige bloed, dat vergoten werd op de aarde, van het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zacharias, de zoon van Berekja, die gij vermoord hebt tussen het tempelhuis en het altaar. Voorwaar, Ik zeg u: Al deze dingen zullen komen over dit geslacht (Mattheüs 23:29-36).
En zo worden ook in deze tijd de profeten, apostelen, de martelaren, vroege kerkvaders en bekende predikers, die overleden zijn verhoogd en geprezen, terwijl hun leer door de leer en levens van de huidige leiders wordt verworpen.
Diegenen, die gezonden zijn door God en Zijn woorden verkondigen, worden door vele leiders niet aangenomen, maar vervolgd en verworpen uit de Gemeente. Zij denken God te eren door hun daden, maar in werkelijkheid staan zij in dienst van de duivel, door de leer van mensen boven de leer van God te plaatsen en daardoor de zonde te accepteren en toe te laten in de Gemeente.
De overeenkomsten tussen de leiders van Gods volk toen en nu
Maar net zoals niet alle (religieuze) leiders van Gods volk en de schriftgeleerden slecht waren, zijn niet alle leiders van de Gemeente slecht. Maar helaas onderwerpt het meerendeel van de leiders van de Gemeente zich net als de Farizeeërs, Sadduceeërs en schriftgeleerden niet aan God en Zijn Woord. Zij laten zich niet leiden door het Woord en de Heilige Geest, maar zij vertrouwen op hun eigen bekwaamheid en intellect en laten zich leiden door eigen hun bevindingen, ervaringen, mening, kennis en wijsheid en maken hun eigen regels en inzettingen.
Veel van de huidige leiders van Gods volk bezitten net als de Farizeeërs, Sadduceeërs en schriftgeleerden veel hoofdkennis van het geschreven woord en de inzettingen, maar missen de ware boodschap, de gerechtigheid en de relatie met het levende Woord; Jezus Christus.
Velen zijn niet geestelijk, maar vleselijk en bezitten de geest van de wereld. Daarom zijn zij niet trouw aan Jezus Christus; het Woord en verwerpen niet de kennis en wijsheid van de wereld, maar zij zijn trouw aan de wereld en slaan bruggen met de wereld en sluiten compromissen.
De huidige leiders van Gods volk doen water bij de wijn en passen de woorden van God aan, aan de wijsheid en leer van de wereld en aan de wil, lusten en begeerten van de oude mens en verwerpen hierdoor het Woord uit de gemeente (Lees ook: ‘Jezus verworpen uit de gemeente‘).
- De huidige leiders van Gods volk leiden de kinderen van God op tot kinderen van de duivel
- Zij leiden Gods volk niet naar de hemel, maar naar de hel
- Zij zijn niet in staat om in de behoefte en nood van de mens te voorzien, maar verwijzen hen door naar de wereld; het werkterrein van de duivel en het koninkrijk der duisternis
- Zij verkondigen hun eigen mening, ervaringen en filosofieën en vullen die hier en daar wat aan met teksten uit de Bijbel, die uit de context zijn gehaald
- Zij nemen leringen van andere religies en oosterse filosofieën over en verkondigen de leer van de wereld in plaats dat zij de leer van God en Zijn Woord verkondigen
- Zij maken hun eigen regels, in plaats dat zij zich onderwerpen aan de regels van God
- Zij staan in dienst van de mens, in plaats dat zij in de dienst van God staan
- Zij bezitten de geest van de wereld in plaats dat zij de Geest van God bezitten
- Zij zijn ongeestelijk en daardoor wandelen zij naar het vlees in plaats dat zij geestelijk zijn en naar de Geest wandelen
- Zij luisteren naar de wereld in plaats van naar het Woord
- Zij gehoorzamen de wereld in plaats van het Woord
- Zij leven naar de wereld in plaats van naar het Woord
- Zij verloochenen Jezus en Zijn werk en blijven volharden in zonde
- Zij verloochenen de Heilige Geest en Zijn kracht en vertrouwen op hun eigen bekwaamheid (vermogen)
- Zij hebben de wereld lief en al wat de wereld te bieden heeft en omarmen de werken van de wereld
- Zij keuren de werken van de duivel goed en noemen wat goed is kwaad en wat kwaad is goed
En zo kunnen wij nog wel even doorgaan met de lijst. Maar wij kunnen besluiten, dat er in al die tijd helemaal niets is veranderd in de generatie van de oude mens. Zolang een mens de oude mens blijft, zal de mens bovenstaand gedrag vertonen (Lees ook: Wat zegt de Bijbel over de oude mens?).
Daarom zullen de leiders van Gods Gemeente, die niet wedergeboren zijn en nog behoren tot de generatie van de oude schepping (de oude mens) dezelfde natuur hebben en hetzelfde gedrag vertonen als de religieuze leiders van Gods volk, die in de tijd van Jezus leefden.
‘Wees het zout der aarde’
