In Joël 2:28 gaf God de belofte, dat Hij Zijn Geest zou uitstorten op alle vlees. Er zijn velen, die door leringen van mensen geloven, dat de belofte van God uit het Boek Joël aangaande de uitstorting van Gods Geest op alle vlees nog moet komen en behoort tot de laatste dagen en wachten op die belofte van een machtige uitstorting van Gods Geest op alle vlees. Maar is dit Bijbels? Zal er nog een andere uitstorting van Gods Geest plaatsvinden op aarde? Of zijn de woorden van de profeet Joël aangaande de uitstorting van Gods Geest op alle vlees al vervuld en profeteerde Joël over de uitstorting van de Heilige Geest op de dag van Pinksteren?
“Daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft”
Daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft (alle vlees sv), en uw zonen en dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde, bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte (vreselijke) Dag des Heeren komt. En het zal geschieden, dat een ieder, die de Naam des Heeren aanroept, behouden zal worden, want op de berg Sion en te Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de Heere gezegd heeft; en tot de ontkomenen zullen zij behoren, die de Heere zal roepen (Joël 2:28-32)
Maar nu, hoor, o Jakob, Mijn knecht en Israël, die Ik verkoren heb. Zo zegt de Heere, uw Maker en van de moederschoot aan uw Formeerder, die u helpt: Vrees niet, Mijn knecht Jakob, en Jesurun, die Ik verkoren heb. Want Ik zal water gieten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal Mijn Geest uitgieten op uw nakroost en Mijn zegen op uw nakomelingen (Jesaja 44:1-3)
De profeet Joël was niet de enige, die over de uitstorting van Gods Geest profeteerde. Ook anderen, waaronder de profeet Jesaja, de profeet Ezechiël en natuurlijk Jezus Christus, profeteerden over de uitstorting van Gods Geest oftewel de komst van de Heilige Geest (o.a. Ezechiël 11:19-20; 36:26-27; 37:1-14, Johannes 14:16-26; 15:26-27; 16:7-16, Handelingen 1:8).
Maar alhoewel God de belofte aangaande de uitstorting van Zijn Geest had gegeven, vond deze niet meteen plaats.
Het is niet met zekerheid vast te stellen, wanneer het Boek van de profeet Joël is geschreven. De verschillende data van geleerden variëren van 835-200 BC*. Dus hoeveel jaar het precies was, voordat Gods belofte in vervulling ging, kunnen wij niet vaststellen. Maar wij kunnen wel vaststellen, dat het enkele honderden jaren duurde, voordat Gods belofte in vervulling ging, net als Gods belofte aangaande de komst van de Messias (Lees ook: ‘Wachten op de belofte van de Messias‘).
En zo leefde Gods volk in de verwachting van de belofte van de uitstorting van Gods Geest op alle vlees. Het volk wist niet wanneer dit zou plaatsvinden, maar dat het zou plaatsvinden was een waarheid en een zekerheid.
De uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag
En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken.
Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel; en toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs? En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kapadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de streken van Libië bij Cyrene, en hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als Jodengenoten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden Gods spreken. En zij waren allen buiten zichzelf en geheel met de zaak verlegen, en zij zeiden de een tot de ander: Wat wil dit toch zeggen? Maar anderen zeiden spottend: Zij hebben te veel zoete wijn gehad!
Maar Petrus stond met de elven op, en hij verhief zijn stem en sprak hen toe: Gij Joden en allen, die te Jeruzalem woonachtig zijt, dit zij u bekend en neemt Mijn woorden ter orde. Want deze mensen zijn niet dronken, zoals gij veronderstelt, want het is het derde uur van de dag; maar dit is het waarvan gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouderen zullen dromen dromen: ja, zelfs op Mijn dienstknechten en Mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. En Ik zal wonderen geven in de hemel boven en tekenen op de aarde beneden: bloed en vuur en rookwalm. De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige Dag des Heeren komt. En het zal zijn, dat al wie de Naam des Heeren aanroept behouden zal worden (Handelingen 2:1-21)
De Geest des Heeren, die in het Oude Verbond slechts op enkelen, die door God waren aangesteld en die trouw waren aan God en in Zijn Naam spraken, tijdelijk kwam, was nu uitgestort op alle vlees; een ieder, die door het geloof in Christus zich hadden bekeerd en zich hadden laten dopen en Jezus volgden en gehoorzaamden. De Heilige Geest, de andere Trooster, was op de dag van Pinksteren naar de aarde gekomen en had plaatsgenomen in de mens (Lees ook: ‘Wat gebeurde er 50 Dagen na Pascha?‘).
De 120 discipelen van Jezus ontvingen als eerste de Heilige Geest en werden vervuld met de Heilige Geest. Vervolgens ontvingen ongeveer 3000 mensen, die tot het huis van Israël behoorden en het getuigenis van Petrus over Jezus Christus de Messias hoorden en zijn woorden geloofden en zich bekeerden en zich lieten dopen, de Heilige Geest (Handelingen 2:37-47).
De belofte van God en de komst van de Heilige Geest was niet alleen bedoeld voor het zaad van Jacob; Israël, maar ook voor de heidenen, die door het geloof in Christus zich zouden bekeren en zich zouden laten dopen. Want bij God is er géén aanneming des persoons, maar onder elk volk is wie Hem vereert en gerechtigheid werkt, Hem welgevallig.
En zo ontvingen als eerste heidenen Cornelius en zijn familie en beste vrienden, door het horen van de woorden van Petrus aangaande het getuigenis van Jezus Christus en door het geloof in Jezus Christus, de Heilige Geest en zij werden de nieuwe schepping (Handelingen 10).
De vervulling van de belofte van de uitstorting van Gods Geest door de profeet Joel
Petrus bevestigde, dat wat had plaatsgevonden op de dag van Pinksteren, datgene was waar de profeet Joël over had geprofeteerd. Daarmee waren de woorden van God, die Hij door de mond van de profeet Joël had gesproken, in vervulling gegaan.
Het laatst der dagen
Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laastst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen door wie Hij ook de wereld geschapen heeft (Hebreeën 1:1-2)
Petrus bevestigde met zijn woorden niet alleen, dat de profetie van Joël aangaande de uitstorting van Gods Geest op alle vlees in vervulling was gegaan, maar ook dat zij in de laatste dagen leefden.
Paulus, die hoogstwaarschijnlijk de schrijver van het Boek Hebreeën is, schreef ook, dat zij in de laatste dagen oftewel het laatst der dagen leefden.
Zij leefden in de laatste dagen en wij leven in de laatste dagen. En alles wat Jezus heeft voorzegd over het teken van Zijn terugkomst en de voleinding der wereld, zal plaatsvinden aan het einde van de laatste dagen (Lees ook: ‘De drie dispensaties in de Bijbel‘).
Zal er nog een andere uitstorting van Gods Geest komen in het laatst der dagen?
De woorden van Joël aangaande de uitstorting van Gods Geest zijn vervuld op de dag van Pinksteren. De Heilige Geest is op de dag van Pinksteren voorgoed naar de aarde gekomen en leeft in de zonen van God (zowel mannen als vrouwen), die Hem toebehoren en Jezus Christus gehoorzamen.
Er zal géén andere uitstorting van Gods Geest meer plaatsvinden, al zijn er vele dwaalleringen, die zeggen dat de woorden van Joël nog in vervulling moeten gaan en wachten op dé grote uitstorting van de Heilige Geest op alle vlees, wat volgens hen een ontzagwekkende manifestatie en geweldig spektakel moet zijn. En zo kijken zij uit naar iets, dat al lang heeft plaatsgevonden.
Dit komt hoofdzakelijk, omdat hun verwachting niet overeenkomt met de waarheid van Gods Woord.
Zij hebben door de woorden en leringen van mensen een beeld gevormd over de uitstorting van Gods Geest, die niet overeenkomt met de werkelijkheid. En dus wachten zij op iets, dat nooit zal komen (Lees ook: ‘De verwachting van de mens‘).
Net als vele Joden, die tot het volk Israël behoren, nog steeds wachten op Gods belofte aangaande de komst van hun Messias en uitzien naar Hem, terwijl de profetieën aangaande Zijn komst al lang in vervulling zijn gegaan en de Zoon van God Jezus Christus, de Messias, al lang gekomen is.
Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. Hij kwam tot het Zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen (Johannes 1:19-20)
Echter hebben velen Jezus niet herkend en niet erkend als hun Messias. Waarom? Omdat zij verhard en verblind zijn en zij God en de schriften niet werkelijk kennen en hun verwachting van de Messias anders was en is dan de realiteit en wie de Messias werkelijk was en is (o.a. Jesaja 29:9-12, Johannes 5:37-47; 12:37-41, Romeinen 11:7-10).
‘Wees het zout der aarde’
*Zondervan’s Pictorial Bible Dictionary