De afgelopen jaren is er zowel binnen – als buiten de kerk veel gediscussieerd en gedebatteerd over het creationisme en het evolutionisme. Door de wetenschappelijke stelling van de wereld, die is voortgekomen uit het denken van mensen, die vleselijk zijn en de wereld toebehoren, zijn veel Christenen langzaam gaan twijfelen aan Gods Woord en afgeweken van de waarheid van het Woord, dat zegt dat God de Schepper is van de hemel(en) en de aarde en al wat daarin is en dat God de schepping in zes dagen heeft geschapen. Veel Christenen twijfelen en vragen zich af, Heeft God de hemel en de aarde in 6 dagen geschapen? of…
De vleselijke gelovigen willen niet als dom of dwaas worden bestempeld
Omdat vele gelovigen niet hun eigen leven in Christus hebben afgelegd, willen zij door de wereld niet bestempeld worden als dom of dwaas. Zij willen erbij horen en geaccepteerd worden door de wereld. Daarom hebben zij het Woord van God aangepast aan hun eigen bevindingen en filosofieën, die besmet zijn door wetenschappelijke theorieën van mensen. Dit heeft er toe geleid, dat velen zijn afgeweken van het Woord van God.
Maar diegenen, die niet geloven en niet trouw blijven aan het Woord van God, maar in de evolutietheorie geloven, dat een leer is van mensen, behoren God niet toe. Want zij luisteren niet naar Hem en wandelen niet op Zijn weg, maar zij luisteren naar de woorden van vleselijke mensen en zijn op zelfverkozen wegen gaan wandelen.
Iedereen gelooft
Zij kunnen zeggen, dat zij in God geloven en dat het geloof een groot deel van hun leven inhoud en zij daar kracht uit putten. Maar waarop is hun geloof gebouwd?
De duivel en de demonen geloven ook in God en dat Hij bestaat, maar zij zijn niet gered. Hun vooruitzicht is de eeuwige poel des vuurs. Atheïsten geloven ook, zij geloven namelijk dat God niet bestaat (Ps 14:1).
Ieder mens, die op deze wereld leeft gelooft wel ergens in: dat God bestaat, dat God niet bestaat, dat er meerdere goden bestaan, dat de mens zelf god is etc..
Een vleselijk geloof
Vele Christenen hebben in de loop der jaren een eigen geloof ontwikkeld, dat aangetast is door de filosofieën van mensen, leringen van de duivel en voornamelijk gebaseerd is op gevoel. Er zijn maar weinigen, die de Bijbel bestuderen door de Heilige Geest en de zuivere waarheid van God’s Woord kunnen verdragen. Want de zuivere waarheid is vaak hard en het betekent dat jij je moet onderwerpen aan de Waarheid en dat wilt niet iedereen. Nee, de geest van autonomie beheerst vele levens en daardoor zit Jezus niet op de troon en is Hij niet Heer van hun leven, maar de mens zit zelf op de troon van zijn/haar leven en heeft zichzelf tot god verheven.
Daardoor wordt ook de Bijbel niet meer beschouwd als de Waarheid, maar aangepast aan de filosofieën en bedenksels van mensen, die voortkomen uit een vleselijk wereldgelijkvormig denken.
Hoeveel voorgangers staan er zondags niet vroom te preken uit de Bijbel, terwijl zij ondertussen de evolutietheorie aanhangen en daardoor God als de Schepper van de hemel en de aarde ondermijnen en verloochenen? Hoeveel gelovigen zijn er wel niet, die langzaam afgedwaald zijn van het Woord, omdat zij zich hebben gevuld met de kennis en waarheid van de wereld, via (wetenschappelijke) televisie programma’s, boeken, tijdschriften en/of social media en daardoor zijn gaan twijfelen aan God’s Woord? Dit zijn er heel veel! Er zijn vele Christenen, die geboren zijn in een christelijk gezin en dus vanuit overlevering zich Christen noemen. Zij noemen zich Christen en bezoeken wekelijks de gemeente, maar van binnen denken zij en leven zij als vijanden van het kruis en als verloochenaars van God. Zij belijden God met hun mond, maar hun hart is verre van Hem en behoort de wereld toe(Mat 15:8).
De Heilige Geest getuigt van God, de Schepper van de hemel en aarde
Als iemand zegt wedergeboren te zijn, dan wil dat zeggen dat de geest van de persoon door de kracht van de Heilige Geest uit de dood is opgewekt. De Geest van God, die in de persoon leeft is dezelfde Geest van God, die over de wateren zweefde, toen de aarde woest en ledig was en duisternis op de vloed lag. Diezelfde Geest is de Geest van Waarheid en getuigt van de Almachtige God; de Schepper van de hemel en de aarde en Jezus Christus; het Woord (o.a. Joh 14:17, Joh 15:26, Joh 16:13, Rom 8:9, 1 Cor 2:12, 1 Cor 3:16, 2 Cor 1:22, 1 Joh 4:13, 1 Joh 5:6-8)
Als iemand daarom de Schepper verloochent en het Woord aanpast, bezit diegene de Heilige Geest niet. Want God kan Zichzelf niet verloochenen. De Heilige Geest is een Getuige van de schepping en getuigt van de waarheid dat God de Schepper is van de hemel en de aarde en al wat daarin is en dat Hij de hemel en de aarde en al wat daarin is, in zes dagen heeft geschapen. Dat is de Almachtige God, die wij dienen! Waarvoor niets onmogelijk is!
Hoe groot zijn Uw werken, O Heere; zeer diep zijn Uw gedachten. Een redeloos mens verstaat het niet, en een dwaas begrijpt dit niet (Ps 92:6-7)
Maar zoals ook reeds besproken in de vorige blogpost ‘Kunnen de Bijbel en wetenschap samengaan?’ kan een ongeestelijk mens de waarheid van God en Zijn Koninkrijk niet zien nog verstaan. En daarom kan een ongeestelijk mens ook niet geloven, dat vanuit het niets iets kan ontstaan.
Jezus zei, dat tenzij een mens wedergeboren wordt, hij het Koninkrijk van God niet kan zien, nog kan binnengaan (Joh 3:3-5). En omdat velen niet zijn wedergeboren, leven zij naar wat hun zintuigen waarnemen en wat hun vleselijk denken, dat is gevormd door de wereld, kan beredeneren.
Door het geloof kun je de schepping verstaan
Het eerste werk van geloof, dat wordt beschreven in Hebreeën 11 is de schepping; het tot standkoming van de wereld. Het Woord getuigt dat God de Schepper is van de hemel en de aarde en al wat daarin is.
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet ontstaan is uit het waarneembare (Heb 11:3)
Alleen wanneer een persoon is wedergeboren is de persoon in staat om door het geloof te geloven, dat God, door Zijn Woord en Zijn Kracht de hemel en de aarde en al wat daarin is heeft geschapen.
Als jij daarom zegt te geloven in God en zegt wedergeboren te zijn, dan geloof je het Woord van God en geloof je dat God de hemel en de aarde en al wat daarin is in zes dagen heeft geschapen. Als je hier niet in gelooft, maar gelooft dat de wetenschappers de waarheid spreken en dat de evolutietheorie geen dwaalleer is, maar de waarheid, dan geloof je niet in God. Want indirect zeg je, dat God een Leugenaar is en dat wat beschreven staat in Zijn Woord niet de waarheid is, maar een leugen.
Is God de Schepper van de hemel en de aarde?
Ondanks wat de wetenschap zegt, zegt het Woord dat God de Schepper is van de hemel en de aarde en al wat daarin is. In de Bijbel staat niets beschreven over een oerknal en het evolutieproces van de aarde, planten, dieren, mensen etc..
De Bijbel; het Woord van God getuigt van God de Schepper. Het Woord erkent God als de Schepper van de hemel en de aarde en al wat daarin is. Ja, het Woord getuigt, dat de schepping zelf getuigt van Gods kracht en goddelijkheid, zodat niemand, wanneer zij voor de troon van God staan, geen enkel excuus kunnen aandragen en nooit kunnen zeggen dat zij het niet wisten. De mens zal geen verontschuldiging hebben:
Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, Zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit Zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben (Romeinen 1:20)
Dit is de dag, die de Heere gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen (Psalm 118:24)
Heere, God van Israël, die op de cherubs troont, Gij, Gij alleen zijt God over alle koninkrijken der aarde; Gij hebt de hemel en de aarde gemaakt (2 Koningen 19:15)
Gij toch zijt alleen de Heere, Gij hebt de hemel, de hemel der hemelen en al zijn heer gemaakt, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is, ja, Gij geeft hun allen het leven, en het heer des hemels buigt zich voor U neder (Nehemia 9:6)
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen (Psalm 19:2)
Door het Woord des Heeren zijn de hemelen gemaakt, door de adem van Zijn mond al hun heer. Hij verzamelt het water der zee al een dam, Hij legt watervloeden in schatkamers op. De ganse aarde vreze voor de Heere, al de bewoners der wereld moeten voor Hem ontzag hebben. Want Hij sprak en het was er, Hij gebood en het stond er (Psalm 33:6-9)
Gezegend zijt gij door de Heere, die hemel en aarde gemaakt heeft. De hemel is de hemel van de Heere, maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven (Psalm 115:15-16)
Mijn hulp is van de Heere, die hemel en aarde gemaakt heeft (Psalm 121:2)
De Heere zegene u uit Sion, Hij, die hemel en aarde gemaakt heeft (Psalm 134:3)
Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn Hulpe heeft, wiens verwachting is op de Heere, zijn God, die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is (Psalm 146:5-6)
God sprak en de hemelen en de aarde en al wat daarin is werd geschapen (Psalm 148:5)
Gij, Heere, zijt het, die geschapen hebt de hemel, de aarde, de zee en al wat daarin is (Handelingen 4:24)
Ook wij zijn maar zwakke mensen zoals gij en verkondigen u, dat gij u van dit ijdel bedrijf moet bekeren tot de levende God, die de hemel, de aarde, de zee en al wat erin is gemaakt heeft (Handelingen 14:15)
Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van Zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft (Openbaring 14:7)
(Lees ook: 2 Kronieken 2:12, Job 38-41, Psalm 124:8, Jesaja 37:16)
Heeft God de aarde in zes dagen of in zes duizend jaar geschapen?
Is de schepping werkelijk in zes dagen geschapen, zoals het Woord van God zegt? Of is de schepping in zes duizend jaar geschapen, zoals sommigen zeggen?
Degenen, die met deze stelling zijn gekomen en beweren dat God er 6000 jaar over heeft gedaan om de wereld te scheppen, zijn niet blijven staan op de waarheid van Gods Woord. Maar zij hebben zich ingelaten met- en laten overrulen door de kennis en wijsheid van de wereld en geprobeerd om de evolutietheorie te mengen met de Bijbel.
Deze stelling is voortgekomen uit een vleselijk denken, dat niet kan geloven dat God er één dag over heeft gedaan om uit het niets iets te scheppen. Een vleselijk denken kan niet begrijpen, hoe je iets tot aanzijn kan roepen en tot stand kan brengen vanuit het onzichtbare in de waarneembare wereld.
Om hun filosofie en stelling en hun figuurlijke interpretatie van het woord ‘yôm’ te versterken worden de volgende teksten vaak aangehaald:
Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is, en als een nachtwake (Psalm 90:4)
Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Heere is als duizend jaar en duizend jaar als één dag (2 Petrus 3:8)
Maar bovenstaande Bijbelteksten hebben geen enkele betrekking op de schepping, maar hebben betrekking op het verschil van besef van tijd bij God en de (natuurlijke) mens.
Gods tijd is anders dan de tijd van mensen
Gods tijd is anders dan de tijd van mensen. In Psalm 90 gaat het over het leven en de vergankelijkheid van de mens en in 2 Petrus 3:8 gaat het over de terugkomst van Jezus.
Het Woord getuigt, dat God de hemel en de aarde in zes dagen heeft geschapen en dat Hij op de zevende dag rustte:
Alzo werden voltooid de hemel en de aarde en al hun heer. Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt Had. En God zegende de zevende dagen heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, toen zij geschapen werden (Genesis 2:1-4)
Want in zes dagen heeft de Heere de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag (Exodus 20:11)
Want in zes dagen heeft de Heere de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en adem geschept (Exodus 31:17)
Hoe kan het licht eerder bestaan dan de zon?
Er wordt vaak getwijfeld aan de echtheid en de betrouwbaarheid van Gods Woord, doordat in Genesis 1 staat geschreven dat het licht en de dag en nacht, eerder bestonden dan de zon, maan en sterren. Dit klopt niet, volgens velen. Want het licht komt voort uit de zon. En als de zon pas de vierde dag werd geschapen, hoe kan dan het licht en de de dag en nacht eerder bestaan dan de zon, maan en sterren?
Dit argument wordt vaak aangehaald om te bewijzen dat de Bijbel niet klopt en dat de evolutie theorie een waarheid is.
Maar waren de Christenen in het geestelijke maar net zo gepassioneerd voor het Koninkrijk van God, als wetenschappers in het natuurlijke voor de wereld zijn. Waren zij maar geestelijk en onderzochten en bestudeerden zij maar de Bijbel, zoals de wetenschappers onderzoek en studie doen in het natuurlijke.
Het licht dat God schiep op de eerste dag was het licht dat van Hem afkomstig was. Het licht is voortgekomen uit God en niet vanuit de zon. God heerst over het licht en niet de zon. Want God is het Licht.
Ik ben de Heere en er is geen ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet, opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben de Heere en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik de Heere doet dit alles (Jesaja 45:5-7)
God scheidde het licht van de duisternis en noemde het licht; de dag en de duisternis; de nacht.
De dag en de nacht bestonden dus voordat de hemellichamen; de zon, maan en sterren waren geschapen.
De zon, maan en sterren konden ook nog niet bestaan, aangezien de hemel nog geschapen moest worden.
Enfin, nadat de hemel, het droge land (de aarde) en de zeeën waren geschapen, was het tijd voor de schepping van de lichten aan het uitspansel; de hemel.
De
God had het licht al geschapen en had al scheiding gemaakt tussen de dag en nacht. Maar nu schiep God – en stelde God lichtdragers aan, die verantwoordelijk zouden zijn voor het licht op de aarde.
Het licht bestond al en de dag en de nacht bestonden ook al, maar nu gaf Hij de verantwoordelijkheid en heerschappij over aan de zon, maan en sterren. De zon, maan en sterren zouden vanaf de vierde dag verantwoordelijk zijn voor het licht op aarde.
Het is net zoals God aan de mens het gezag en de verantwoordelijk gaf om te heersen over de aarde en al wat daarin is. God had de hemel en aarde en alles wat daarin is al geschapen, maar Hij droeg de verantwoordelijkheid over aan de mens (Genesis 1:26-28, Psalm 115:16).
De schepping van de zon, maan en sterren op de vierde dag
Zo zegt de Heere, die de zon overdag tot een licht geeft, die de maan en de sterren verordent tot een licht des nachts (Jeremia 31:35)
Op de vierde dag schiep God de zon, maan en sterren en stelde de zon, maan en sterren aan om licht te geven overdag en gedurende de nacht. Dat was de opdracht, die God aan de zon, maan en sterren (Zijn maaksel) gaf.
God maakte de zon, maan en sterren verantwoordelijk voor het licht. Zij waren vanaf die dag verantwoordelijk voor de scheiding tussen de dag en de nacht en tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren en dat zij tot lichten zouden zijn aan het uitspansel van de hemel om licht te geven op aarde.
God gaf de zon heerschappij over de dag en de maan, samen met de sterren, heerschappij over de nacht. Zij waren aangesteld om licht te geven op de aarde en om te heersen over de dag en over de nacht en om het licht en de duisternis te scheiden. Toen God aan de zon, maan en sterren de heerschappij had gegeven om licht te geven en te heersen over de dag en de nacht, zag God dat het goed was (Genesis 1:14-19)
God is de Schepper van het licht en niet de zon
Uwer is de dag, Uwer ook de nacht; Gij zijt het, die hemellicht en zon hebt gesteld (Psalm 74:16)
Het licht is afkomstig van God en heeft God geschapen en niet de zon. De zon heeft niet de dag gemaakt en de maan en de sterren hebben niet de nacht gemaakt. Maar God schiep het licht en scheidde het licht van de duisternis. God heeft de dag en de nacht gemaakt en niet Zijn maaksel. God gaf de opdracht aan de zon om licht te geven op aarde, maar de zon blijft het maaksel van God en blijft dus een schepping van God’s hand en mag daarom nooit aanbeden worden.
Waarschijnlijk had God daarom het licht en de dag en nacht voor de zon, maan en sterren geschapen, om te voorkomen dat de mens de zon, maan en sterren zouden beschouwen als god(en) en zouden aanbidden, zoals in vele heidense culturen gebeurt. Op het aanbidden van de zon, maan en sterren stond in het oude testament zelfs de doodstraf (Deuteronomium 4:19, 17:3-5). Maar ondanks de woorden van God, dwaalden Zijn volk vaak af en gingen de weg van de heidenen op en aanbaden, ondanks Zijn waarschuwing, de zon, maan en sterren (2 Koningen 23:5-5, 2 Koningen 23:11, Ezechiël 8:16)
Maar de zon is geen god. En de zon zal ook nooit god worden. De zon is een schepping van Gods hand. De zon is een getuige en getuigt van Gods grootheid.
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijn er handen; de dag doet sprake toestromen aan de dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. Het is geen sprake en het zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen: toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld (Psalm 19:1-5)
Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden, de zon kent de tijd van haar ondergang ((Psalm 104:19)
Gods heerschappij over de zon
Toen Jozua tot de Heere sprak en de zon en de maan gebood om stil te staan, gehoorzaamden de zon en de maan Jozua. Hier zien wij het geloof van Jozua in God, die het maaksel van God de opdracht gaf om stil te staan. En God verhoorde de woorden van Jozua en deed de zon en de maan stil staan (Jozua 10:12-13, Habakuk 3:11).
De theologie beweert echter, dat het hier om een metafoor gaat. En wetenschappers zeggen dat dit fenomeen een zonsverduistering was. Maar door dit te zeggen ondermijnen zij God en Zijn grootheid en almacht.
Hetzelfde geldt voor het teken, dat God aan Hizkia gaf en de schaduw van de zon, die op de trap naar beneden afdaalden, tien treden terug deed gaan. En wederom gehoorzaamde de zon God en ging tien treden terug.
En dit zal u tot teken zijn van des Heeren kant, dat de Heere ook doen zal wat Hij gesproken heeft: zie, Ik doe de schaduw op de treden waarlangs zij door de zon op de trap van Achaz is afgedaald, weer tien treden teruggaan. En de zon ging tien treden terug op de treden die zij gedaald was (Jesaja 38:7-8)
De duisternis, die zal komen
Er komt echter een dag dat de zon, de maan en de sterren hun licht niet meer zullen geven. Dit komt omdat de zonde groot zal zijn op aarde en de schepping, waaronder ook de zon, maan en sterren daaronder gebukt gaan. Dit gebeurde ook toen Jezus de zonde van de wereld op Zich nam aan het kruis en de zonde over Jezus triomfeerde. Dit werd zichtbaar door de duisternis, die vanaf het zesde uur tot het negende uur over de aarde heerste (Mattheüs 27:45, Marcus 15:33).
Zie, de dag des Heeren komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om de aarde tot een woestenij te maken en haar zondaars van haar te verdelgen. Want de sterren en de sterrenbeelden des hemels doen hun licht niet stralen, de zon is bij haar opgang verduisterd en de maan laat haar licht niet schijnen (Jesaja 13:9-10)
Wanneer Ik u uitblus, befloers Ik de hemel en verduister Ik de sterren, de zon overdek Ik met wolken, en de maan doet haar licht niet schijnen. Al de stralende lichten aan de hemel verduister Ik om uwentwil: duisternis breng Ik over uw land – luidt het woord van de Heere Heere (Ezechiël 32:7-8)
Voor hun aangezicht siddert de aarde, beeft de hemel; de zon en de maan worden zwart en de sterren trekken haar glans in (Joël 2:10)
De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en geduchte dag des Heeren komt (Joël 2:30-31)
Te dien dage zal het geschieden, luidt het woord van de Heere Heere, dat Ik op de middag de zon zal doen schuilgaan en bij klaarlichte dag het land in het donker zal zetten (Amos 8:9)
Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen (Mattheüs 24:29, Marcus 13:24-25, Lucas 21:25-26)
En ik zag, toen Hij het zesde zegel opende en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgeboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt (Openbaring 6:12-13)
En de vierde engel blies de bazuin, en het derde deel van de zon werd getroffen en het derde deel van de maan en het derde deel van de sterren, zodat het derde deel daarvan verduisterd werd en de dag voor het derde deel geen licht had en de nacht desgelijks (Openbaring 8:12)
Hoe kan het licht zonder hemellichamen bestaan?
Hoe kan het licht zonder zon, maan en sterren bestaan? God is niet afhankelijk van de zon, maan en sterren. Want op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die zal komen, zullen de zon, maan en sterren er niet meer zijn. Maar God zal Zelf tot een eeuwig licht zijn en de heiligen zelf verlichten.
De zon zal u niet meer tot licht zijn bij dag, noch de maan tot een schijnsel voor u lichten; maar de Heere zal u tot een eeuwig licht zijn en uw God tot uw luister. Uw zon zal niet meer ondergaan en uw maan niet meer afnemen, want de Heere zal u tot een eeuwig licht zijn en de dagen van uw rouw zullen ten einde wezen (Jesaja 60:19-20)
En er zal geen nacht meer zijn en zij hebben geen licht van een lamp of licht der zon van node, want de Heere God zal hen verlichten en zij zullen als koningen heersen tot in alle eeuwigheden (Openbaring 22:5)
Is de mens geformeerd uit stof of is de mens een getransformeerde aap?
De Bijbel zegt, dat God de mens heeft geschapen uit de aardbodem, naar de gelijkenis van God (El-Elohim; God, het Woord en de Heilige Geest). God formeerde de mens uit het stof en blies er Zijn levensadem in. Maar volgens meneer Darwin zou de mens niet door God geformeerd zijn uit het stof van de aarde, maar zou de mens afstammen van de aap en dus een getransformeerde aap zijn.
De mens zou van dezelfde aapsoort afstammen als de orang-oetan, gorilla en chimpansee. De chimpansee is het stadium voor de evolutie naar mens. Deze theorie is gebaseerd op het feit, dat een chimpansee veel overeenkomsten heeft met de mens. Maar hoe kan een viervoeter een tweevoeter worden?
En als de mens inderdaad van deze aapsoort zou afstammen, waarom zijn de chimpansees dan chimpansees gebleven en ook niet getransformeerd tot mens of tot een ander wezen?
Als deze stelling waar zou zijn, hoe komt het dan, dat alleen één soort apen getransformeerd zijn en de andere aapsoorten niet? En hoe zit het met de andere dieren? Waarom zijn de andere dieren niet getransformeerd naar andere wezens, maar hetzelfde gebleven?
Het is ongelooflijk, hoe grote impact de woorden van één mens op de hele mensheid kan hebben. Een intellectueel mens (volgens de wereld) duikt op en verspreidt door zijn eigen filosofieën leugens, die gebaseerd zijn op eigen bevindingen en beredeneringen.
Of meneer Darwin op zijn sterfbed zijn theorieën heeft ingetrokken of niet, is niet belangrijk. Het gaat erom wat voor enorme impact zijn stelling en leer heeft op de moderne natuurlijke wetenschap en wat de mens vandaag de dag met zijn stellingen doet. Want de natuurlijke wetenschap heeft verder geborduurd op zijn bevindingen en theorieën en zijn nog steeds stellig overtuigd van zijn woorden. Zij geloven nog steeds in de evolutie theorie en dat de mens afstamt van de aap.
En omdat veel mensen, die zeggen te geloven, niet wedergeboren zijn en dus ongeestelijk zijn en leven naar het vlees, geloven zij ook de woorden van mensen, die de wereld toebehoren, boven de woorden van God.
Maar de Bijbel spreekt elke bewering, waarop de evolutietheorie is gebouwd tegen. De Bijbel zegt, dat geen enkel vlees hetzelfde is. En daarom kan het vlees van apen niet hetzelfde vlees zijn van mensen:
Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van mensen is anders dan dat van beesten, en het vlees van vogels weer anders dan dat van vissen (1 Korintiërs 15:39)
Het Woord getuigt, dat God de mens heeft geschapen:
En God zeide: Laat Ons mensen maken naar Ons beeld, als Onze gelijkenis, opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen (Genesis 1:26-27)
Voorts plantte de Heere God een hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had (Genesis 2:8)
En gij zult het gewas des velds eten; in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem wederkeert, omdat gij daaruit genomen zijt; want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren (Genesis 2:19)
Toen de Heere zag, dat de boosheid des mensheid groot was op de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen tijde slechts boos was, berouwde het de Heere, dat Hij de mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem in Zijn hart. En de Heere zeide: Ik zal de mensen, die Ik geschapen heb, van de aardbodem uitroeien, de mensen zowel als het vee en het kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, want het berouwt Mij, dat Ik hen gemaakt heb (Genesis 6:5-7)
Wie des mensen bloed vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want naar het beeld Gods heeft Hij de mens gemaakt (Genesis 9:6)
De Geest Gods heeft mij gemaakt, en de adem des Almachtigen doet mij leven (Job 33:4)
Erkent, dat de Heere God is; Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe, Zijn volk, de schapen, die Hij weidt (Psalm 100:3)
Want Gij hebt mijn nieren gevormd, mij in de schoot van mijn moeder geweven. Ik loof U, omdat ik gans wonderbaar ben toebereid, wonderbaar zijn uw werken; mijn ziel weet dat zeer wel (Psalm 139:13-14)
Te dien dage zal de mens de blik richten op zijn Maker en zijn ogen zullen zien naar de Heilige Israëls (Jesaja 17:7)
Zo zegt God, de Heere, die de hemel schep en hem uitspande; die de aarde uitbreidde met alles wat daaruit ontsproot; die aan de mensen die daarop wonen, de adem gaf en de geest aan hen die daarop wandelen (Jesaja 42:5)
Ik ben het, die de de aarde gemaakt en de mens daarop geschapen heb; Mijn handen hebben de hemelen uitgespannen en aan al hun heer heb Ik Mijn bevelen gegeven (Jesaja 45:12)
Ik heb de aarde, de mens en het gedierte, dat op het oppervlak der aarde is, door Mijn grote kracht en Mijn uitgestrerkte arm gemaakt, en Ik geef ze aan wie het Mij goeddunkt (Jeremia 27:5)
Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt (Marcus 10:6, Mattheüs 19:4)
(Lees ook: Genesis 5:1-2, Job 4:17, Jesaja 64:8, Zacharias 12:1, Maleachi 2:10, Jakobus 3:9)
Het Woord van God
Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust (2 Tim 3:16-17)
Elk woord van God, dat beschreven staat in de Bijbel zijn geestelijke woorden en bezitten het leven van God. Elk woord van God, dat als zaad geplant wordt in het leven van de gelovige zal afhankelijk van de grond en de verzorging, vrucht dragen of niet. De Bijbel is het geestelijk Brood en het Kompas voor de nieuwe mens, die wedergeboren is in Jezus Christus en leidt de nieuwe mens in de waarheid van God.
Zodra je afwijkt van het Woord en je gaat leven vanuit jouw eigen denken, filosofieën, mening, gevoelens en ervaringen, zul je afvallen van de genade en vertrouwen op jouw eigen inzicht, kennis en wijsheid, die door de wereld zijn gevormd. Je zult niet door geloof naar het Woord leven en het Woord prediken, maar je zult prediken en wandelen door geloof in jezelf: jouw kennis, wijsheid en kunnen.
Te dien tijde hief Jezus aan en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard (Mat 11:25)
Paulus verkondigde Jezus Christus
Paulus geloofde in Jezus Christus en stond vast in het geloof. Hij deed geen concessies met de wereldse wijsheid en haar filosofieën, want de wijsheid en kennis van de wereld was voor hem een dwaasheid (1 Kor 1:20). Paulus was geen dom iemand, maar was naar de maatstaven van de wereld een geleerd man. Echter toen hij een persoonlijke ontmoeting had met Jezus Christus, legde hij zijn vleselijke kennis en wijsheid af en bekleedde zich met Jezus Christus en volgde Hem. Paulus was de nieuwe mens en de Heilige Geest woonde in hem. Hij gebruikte geen meeslepende woorden van mensen, maar hij kwam in de kracht van God en sprak Zijn woorden met autoriteit.
Toen hij in Athene enige Epikureische en Stoïcijnse wijsgeren oftewel filosofen tegenkwam, die benieuwd waren naar deze nieuwe leer, die hij verkondigde, liet hij zich niet overrulen door hen. Ook liet hij zich niet door hen aan het twijfelen brengen. Maar Paulus verkondigde Jezus Christus en Zijn opstanding en door zijn prediking van het kruis kwamen enkele van hen tot geloof (Hand 17:17-34).
De vreze voor God is het begin van wijsheid
Het grote verschil tussen toen en nu is dat de profeten van het oude testament en de apostelen en discipelen van Jezus in het nieuwe testament een groot ontzag; een vreze voor God hadden. Door het grote ontzag, dat zij voor God hadden, bezaten zij de wijsheid van God. Zij erkende God als de Schepper van de hemel en de aarde en al wat daarin was en beschouwde alles wat Hij had gesproken en sprak tot hen als de waarheid.
Zij bleven trouw aan Hem, ondanks de vervolging van mensen. Want als je het oude – en nieuwe testament bestudeert, dan zie je dat geen enkele profeet, apostel of discipel, die door God was aangesteld en die Zijn waarheid sprak, werkelijk geliefd was.
Ja, zij waren geliefd als er iets moest gebeuren omdat zij in de problemen zaten of als zij wijsheid of iets anders nodig hadden.
Maar zodra een profeet, apostel of discipel hen namens God aansprak op hun gedrag en een oproep deed tot bekering of een toekomstbeeld doorgaf, dat niet zo positief en rooskleurig was, dan waren zij ineens niet meer zo geliefd en werden zij zelfs gevangen gezet.
Ja, sommigen moesten het zelfs met de dood bekopen. En het trieste van dit alles is, dat zij vaak niet tot zwijgen werden gebracht en werden omgebracht door de ongelovigen; de heidenen, maar door mensen van hun eigen volk.
En dat gebeurde niet alleen in de tijd van het oude testament, maar ook in de tijd van het nieuwe testament tot op de dag van vandaag (Mattheüs 23:31, Lucas 11:47, 1 Thessalonicenzen 2:14-16).
En zo zijn er nog veel meer argumenten om de evolutietheorie te weerleggen. Maar al zouden alle teksten uit de Bijbel en al het bewijs en alle argumenten aangehaald worden, het zou niets helpen om de (natuurlijke) mens te kunnen overtuigen van deze dwaalleer.
Het draait allemaal maar om één ding en dat is: geloof je in het Woord van God. Geloof je dat de Bijbel Gods Woord is en Hem vertegenwoordigt? Geloof je dat de Bijbel de Waarheid is? Want zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen. Het vlees en het vleselijk denken kan niet werkelijk geloven, omdat geloof een vrucht van de geest is en niet van het vlees.
Alleen de nieuwe mens, die geboren is uit God en waarvan de geest is opgestaan uit de dood, is in staat om de Bijbel; Gods Woord te geloven. Daarom zal de nieuwe mens ook luisteren naar het Woord en doen wat het Woord zegt. Omdat zij uit God geboren zijn, horen zij naar Zijn stem en geloven dat wat Hij zegt de waarheid is. Daarom geloven zij dat God de Schepper is van de hemelen en de aarde en al wat daarin is.
Voor alle andere mensen is de Bijbel één grote dwaasheid en daarom zullen zij ook luisteren naar – en geloven in de woorden van mensen, die de kennis en wijsheid van de wereld bezitten en vertegenwoordigen. Want een ongeestelijk mens behoort de wereld toe en zal daarom ook luisteren naar wat de wereld zegt en dus geloven in de wetenschap, waaronder de evolutietheorie.
Ieder mens heeft een vrije wil gekregen en daarom is een ieder vrij om te doen en laten wat hij of zij zelf wil. Iedereen mag zelf een keuze maken om te geloven in wat de Bijbel zegt of wat de wereld zegt. Maar het creationisme en de evolutietheorie kunnen niet samengaan. Het is het één of het ander.
‘Wees het zout der aarde’
Bron: NBG, Biological psychology – Kalat