In het leven zijn er vele beproevingen, waarin jij laat zien wat jij gelooft, naar wie jij luistert en uiteindelijk door het handelen, wie jij toebehoort. Jij kunt van alles zeggen, maar als er situaties zich voordoen, waarin jij wordt beproefd, dan zal pas blijken of jij daadwerkelijk gelooft in wat jij belijdt. Want door jouw handelingen bewijs jij, wat jij gelooft. Geloof jij in het Woord van God en blijf jij standvastig op het Woord van God staan, ongeacht de gevolgen, of niet?
De trouw van de Rekabieten aan de woorden van hun vader
Wij zijn in Christus een nieuwe schepping geworden en leven in het Nieuwe Verbond, dat bezegeld is met het bloed van Christus. Daarom kunnen wij ons niet meer vergelijken met diegenen, die in het Oude Verbond leefden en de oude mens waren. Maar alhoewel zij de oude mens waren, kunnen wij wel een voorbeeld nemen aan de houding van sommigen en hun toewijding en gehoorzaamheid.
Zo lezen wij in Jeremia 35 over de Rekabieten, die onder geen enkele voorwaarden concessies deden, maar samen trouw bleven aan de stem en woorden van hun vader.
De profeet Jeremia kreeg van God de opdracht, om naar het huis van de Rekabieten te gaan en hen naar één van de voortrekken van het huis van de Heere te brengen en hen wijn te drinken te geven.
Jeremia handelde naar de woorden van God en ging naar het huis van de Rekabieten en bracht het gehele huis naar het huis van de Heere en zette hen kannen met wijn voor en zei tot hen “Drinkt wijn!”.
Maar de Rekabieten weigerden om de wijn te drinken, aangezien hun vader Jonadab, de zoon van Rekab, hen en hun kinderen geboden had, om nooit wijn te drinken, geen huizen te bouwen, geen zaad te zaaien en geen wijngaard aan te leggen of in bezit te nemen, maar hun leven lang in tenten te wonen, opdat zij lang zouden leven in het land, waar zij als vreemdeling vertoefden.
De mannen, hun vrouwen, zonen en dochters waren trouw en gehoorzaam gebleven aan de stem en woorden van hun vader en hadden gedaan naar wat hij geboden had. Toen Nebukadnessar, de koning van Babel, tegen het land optrok, besloten zij vanwege het leger van de Chaldeeën en het leger van de Arameeërs naar Jeruzalem te gaan. En zo woonden de Rekabieten in Jeruzalem.
Het woord van de Heere voor Juda en de inwoners van Jeruzalem
Na het weigeren van de wijn en de getuigenis van de Rekabieten kwam het woord van de Heere tot Jeremia:
“Zo zegt de Heere der heerscharen, de God van Israël: Ga, en zeg tot de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem: Wilt gij hieruit geen lering trekken om aan Mijn woorden gehoor te geven? Luidt het woord van de Heere.
Het gebod dat Jonadab, de zoon van Rekab, aan zijn zonen heeft opgelegd, om geen wij te drinken, wordt gehouden, want tot op de huidige dag hebben zij geen wijn gedronken, omdat zij gehoor hebben gegeven aan het gebod van hun vader.
En Ik heb tot u gesproken, vroeg en laat, maar gij hebt Mij geen gehoor gegeven. Ik zond al Mijn knechten, de profeten, tot u, vroeg en laat, met de boodschap: Bekeert u toch, een ieder van zijn boze weg, betert uw daden en loopt geen andere goden achterna om die te dienen, dan zult gij blijven in het land dat Ik u en uw vaderen gegeven hebt; maar gij hebt uw oor niet geneigd en Mij geen gehoor gegeven, Ja de zonen van Jonadab, de zoon van Rekab, hebben het gebod dat hun vader hun opgelegd had, gehouden, maar dit volk heeft Mij geen gehoor gegeven.
Daarom zegt de Heere, de God der heerscharen, de God van Israël, aldus: Zie, Ik breng over Juda en alle inwoners van Jeruzalem al de rampspoed waarmede Ik hen gedreigd heb, omdat Ik tot hen gesproken heb, zonder dat zij gehoor gaven, en Ik tot hen geroepen heb, zonder dat zij antwoordden”.
Het woord van de Heere tot het huis van de Rekabieten
Maar tot het huis van de Rekabieten zei Jeremia:
“Zo zegt de Heere der heerscharen, de God van Israël. Omdat gij aan het gebod van uw vader Jonadab gehoor gegeven hebt en al Zijn geboden gehouden en naar alles wat hij u gebood, gedaan hebt, daarom, zegt de Heere der heerscharen, de God van Israël, aldus: Nimmer zal het Jonadab, de zoon van Rekab, ontbreken aan een man, die voor Mijn aangezicht staat al de dagen” (Jeremia 35)
God beproefde het huis van de Rekabieten en door hun gehoorzaamheid aan het gebod van hun vader, door te weigeren van de wijn te drinken, betoonden zij hun vreze, liefde en trouw aan het gebod van hun vader en werden zij een voorbeeld voor Gods volk.
Want Gods volk luisterde, in tegenstelling tot de Rekabieten, niet naar de geboden van God, maar waren rebels en ongehoorzaam aan God en Zijn geboden, ondanks al de waarschuwingen van God door Zijn knechten, de profeten en de oproep tot bekering.
Doordat zij geen gehoor gaven aan de oproep en de woorden van God, haalden zij zelf de rampspoed over zich heen (Lees ook ‘Het onheil, dat de mens over zich heen haalt‘ en ‘De rampspoed die zal komen’)
Helaas vindt dezelfde houding van Gods volk in het Oude Verbond ook in het Nieuwe Verbond plaats (Lees ook: ‘Terug naar het Oude Verbond?’).
Vele gelovigen bezwijken in plaats dat zij standvastig op het Woord blijven staan
In plaats dat de gelovigen standvastig op het Woord van God blijven staan en zij gehoorzaam blijven aan de woorden en geboden van Jezus Christus, die van de Vader afkomstig zijn, en net als de Rekabieten, zich door niets en niemand laten misleiden en verleiden, niet door de wereld en zelfs niet door profeten, predikers en voorgangers, die iets anders verkondigen dan het Woord, en zij onder geen enkele voorwaarde concessies doen, omtrent de woorden van God, laten velen zich verleiden en misleiden en verlaten de woorden van God en sluiten compromissen en passen de woorden en geboden van God aan en betreden de brede weg van de wereld.
Zij zeggen gelovig te zijn en dat zij van God houden en Hem toebehoren, maar hun handelingen bewijzen het tegenovergestelde.
Want Jezus zegt, “Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij Mijn geboden bewaren” en “Wie Mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door Mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren” (Johannes 14:15, 31).
Velen noemen Jezus Heere, maar onderwerpen zich niet aan Hem en doen niet wat Hij zegt, maar zij passen Zijn woorden aan en leven in rebellie naar Hem (Lees ook: ‘Het verschil tussen de schapen en de bokken‘).
De zonen van God luisteren naar hun Vader en geloven Zijn woorden en gehoorzamen hun Vader en breken met de ongerechtigheid
En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk (teken): De Heere kent de zijnen, en: Een ieder, die de Naam des Heeren noemt, breke met de ongerechtigheid (2 Timotheüs 2:19)
En zo zijn vele gemeenten door hun tolerantie en concessies wereldgelijkvormig geworden en wandelen naar het vlees en hebben in plaats van te breken met de ongerechtigheid, de ongerechtigheden en zonden toegelaten onder valse voorwendselen, waardoor vele gemeenten in de duisternis gezeten zijn (Lees ook: ‘De kerk gezeten in de duisternis’).
Maar God wil dat Zijn kinderen, die door de wedergeboorte Hem toebehoren, gaan wandelen naar de Geest in plaats van het vlees en breken met de ongerechtigheid en de zonden verwijderen en terugkeren naar Hem.
Hij wil dat Zijn kinderen op Hem vertrouwen en Hem gehoorzamen en standvastig op het Woord van God blijven staan.
‘Wees het zout der aarde’