Er zijn veel Christenen, die goed beginnen en leven naar de Geest vanuit het Nieuwe Verbond, maar gaande op weg gebeurt er iets, waardoor zij langzaam teruggaan naar het Oude Verbond en gaan leven naar het vlees. Hoe komt dit? Waarom gaan zoveel Christenen terug naar het Oude Verbond?
De schepping en de positie van de mens op aarde
Toen God de mens had geschapen, was de relatie tussen God en de mens volmaakt. Adam was de zoon van God, die naar het evenbeeld van God was geschapen. God wandelde met Adam; de mens en zij hadden een volmaakte relatie zoals God het had bedoeld. Totdat het moment aanbrak, dat Adam toegaf aan de verleiding in het vlees en de mens ongehoorzaam werd aan het gebod van God en zondigde, waardoor de relatie tussen God en de mens werd verbroken. De mens viel van zijn positie en verloor zijn gezag en heerschappij op aarde, die hij van God had ontvangen.
De geest van de mens stierf, waardoor de mens niet langer door de geest verbonden was met God, maar door het vlees verbonden was met de duivel. Door de gehoorzaamheid aan de duivel voer de zonde (gehoorzaamheid aan de wil van de duivel), met als resultaat, het loon van de zonde; de dood, in het vlees van de mens.
De mens was niet meer geestelijk, maar was zintuiglijk geworden. En de zonde en de dood regeerden in het vlees van de gevallen mens.
De duivel (de overste van de wereld; het koninkrijk der duisternis) had de heerschappij en het gezag van de mens op aarde ontnomen, door middel van leugens en het zaaien van twijfel. Doordat Adam de leugen van de duivel boven de waarheid van God geloofde en hem gehoorzaamde werd de gevallen engel Lucifer; de duivel, de vader van de gevallen mens.
De gevallen mens werd beneden de engelen gesteld en onderworpen aan de wereldgeesten.
De gevallen mens kreeg dezelfde natuur als zijn vader de gevallen engel Lucifer (duivel), waardoor de natuur van de duivel aanwezig zou zijn in het vlees van een ieder, die uit het zaad van Adam (de mens) geboren zou worden.
Uit liefde voor de mens vond God een weg om een relatie met de vleselijke mens te kunnen hebben, totdat de Messias, de Verlosser van de gevallen mens, zou komen en de verbroken relatie tussen God en de gevallen mens zou herstellen (Lees ook: ‘De vrede, die Jezus herstelde tussen de gevallen mens en God’ en ‘Jezus herstelde de positie van de gevallen mens’) .
Het verbond met Abraham en zijn Zaad
Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus (Galaten 3:16)
God richtte een verbond op met Abraham en zijn Zaad (Jezus), waarvan de besnijdenis in het vlees een teken was. De besnijdenis was vanuit God een teken van Zijn verbond en Zijn beloften en vanuit het vleselijke volk van God een teken van hun toewijding aan Hem.
De besnijdenis vond plaats op de achtste dag (Genesis 17:10-11). Zelfs als de achtste dag op een Sabbat of op een feestdag viel, werd er prioriteit gegeven aan de besnijdenis en vond deze plaats op de Sabbat of op een feestdag.
Zoals alles in het Oude Verbond een heenwijzing is naar het Nieuwe Verbond is ook de achtste dag een heenwijzing naar de dag van het Nieuwe Verbond en de nieuwe schepping, die besneden is in Christus, door het afleggen van het vlees in de waterdoop (Lees ook: ‘Wat betekent de besnijdenis in Jezus Christus?‘ En ‘De achtste dag, de dag van de nieuwe schepping’).
De Tora
430 Jaar na de belofte van God aan Abraham en zijn Zaad, verloste God Zijn volk van de heerschappij van Farao en leidde hen uit Egypte naar het beloofde land. God stelde Mozes aan als Zijn vertegenwoordiger en gaf Zijn volk de wet van de zonde en de dood.
De wet, die beschreven staat in de Tora (Gen-Deu) was door God gegeven aan Zijn verbondsvolk naar het vlees; Israël, 50 dagen na Pascha. De Tora, het geschreven woord van God, bezat de instructies voor de oude mens, die gevangen zat in het zondige vlees, waarin de zonde en de dood heerste (Lees ook: ‘‘Wat gebeurde er 50 Dagen na Pascha?‘).
Een ieder, die uit het zaad van Israël werd geboren behoorden tot God’s verbondsvolk, waarvan de mannen volgens het Oude Verbond werden besneden in het vlees op de achtste dag. Een ieder, die tot God’s verbondsvolk (naar het vlees) behoorde, moest zich aan de wet van Mozes houden om in gerechtigheid te wandelen.
De wet van de zonde en de dood
Door de wet van Mozes kon God een relatie hebben met de oude mens, die zintuiglijk is en wandelt naar het vlees en waarin de zonde en de dood heerst. Daarom heet de wet ook de wet van de zonde en de dood (Romeinen 8:2).
Omdat de wet geboden bezat, die bedoeld waren voor de oude mens, die zintuiglijk is, de natuur van de duivel bezit en naar de lusten en begeerten van het vlees leeft, zei God “Gij zult niet….”
Want het vlees is hoogmoedig, zelfzuchtig, jaloers, afgunstig en rebels en houdt meer van zichzelf dan van God.
Het vlees doet datgene wat God niet behaagt en loopt andere goden achterna, liegt, bedriegt, steelt, pleegt overspel, is ontrouw etc.
Al de werken en praktijken, die God benoemden in de wet van Mozes en voor Hem een gruwel waren, werden bedreven door de gevallen mens en de heidense volkeren.
God wilde niet dat Zijn volk zich met deze onreine werken en heidense praktijken zouden inlaten.
Door het geven van de wet, maakte God niet alleen Zijn wil bekend, maar leerde Zijn volk ook Zijn weg kennen en het onderscheid van goed en kwaad; van gerechtigheid en ongerechtigheid.
Door gehoorzaamheid aan het levitische priesterschap en het houden van de wet met al zijn geboden, feestdagen, inzettingen (besnijdenis), rituelen, voedselwetten en offerwetten, kon God een relatie met Zijn vleselijke volk onderhouden, totdat Jezus de Messias zou komen en de mens zou verlossen van de heerschappij en het juk van de duivel, die werkzaam is in het vlees.
De tien geboden op de stenen tafelen
De Tora was door God gegeven en bedoeld voor de oude mens, die bestaat uit ziel en lichaam. Aangezien de geest van de oude mens dood is, maakte God, die Geest is, Zijn wil bekend door het geven van Zijn wet.
God schreef de tien geboden op twee stenen tafelen, die het stenen hart van de oude mens vertegenwoordigden.
Waarom schreef God de tien geboden op twee stenen tafelen? De geboden, die betrekking hadden op God en het eerste gebod ‘Heb God lief boven al, met heel jouw hart, ziel, verstand en kracht’ stonden op de ene steen. Op de andere steen stonden de geboden, die betrekking hadden op het tweede gebod ‘Heb jouw naaste lief als jezelf’.
Aan deze twee geboden hangt de hele wet en de profeten (Mattheüs 22:40).
De verlossing van het vlees van de oude mens
Want dit is verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israëls na die dagen, spreekt de Heere: Ik zal Mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn. En niet langer zullen zij een ieder zijn medeburger, en een ieder zijn broeder leren, zeggende: Ken de Heere, want allen zullen zij Mij kennen, van de kleinste tot de grootste onder hen. Want Ik zal genadig zijn over hun ongerechtigheden en hun zonden zal Ik niet meer gedenken. Als Hij spreekt van een nieuw (verbond), heeft Hij daarmee het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is niet ver van verdwijning (Heb 8:10-13)
Door de hele Bijbel heen, profeteerde God over de komst van de Messias, het nieuwe verbond en over de komst van de Heilige Geest, die in de (nieuwe) mens zou wonen (o.a. Genesis 3:15, Psalm 22; 16:10, Jesaja 7:14; 53:4-12, Jeremia 31:33-34; 32:40, Ezechiël 11:19-21; 34; 36:25-28; 37, Hebreeën 8:10-13; 10:15-16).
Jezus de Christus zou de mens verlossen van het vlees, waarin de zondige natuur van de duivel heerst.
God beloofde het stenen hart van de oude mens te vervangen door een nieuw hart van vlees, waarin de wetten van God opgeschreven zouden staan. Deze belofte werd vervuld door de komst van de Heilige Geest.
Doordat de Heilige Geest in de nieuwe schepping woont en de schepping de natuur van God heeft ontvangen, staat de wil van God opgeschreven in het hart van de nieuwe mens.
De wet is de tuchtmeester voor de oude mens
Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden. De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester. Want gij zijt allen zonen van God; door het geloof in Christus Jezus. Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers één in Christus Jezus (Galaten 3:23-29)
De wet en al de geboden van God, die beschreven staan in de Tora, waren een tuchtmeester voor de oude mens. Zodat de oude mens, die zintuiglijk is en leeft naar het vlees, de wil van God en Zijn weg zou kennen en door zich te houden aan de wet God zou dienen en rechtvaardig zou leven.
De Tora had betrekking op – en was bedoeld voor het vlees van de oude mens. Maar aangezien het vlees door de wedergeboorte is gekruisigd in Christus en daardoor is afgelegd en niet meer leeft, is de Tora niet meer van toepassing op de nieuwe mens, die leeft naar de Geest.
Heilig en rechtvaardig door Jezus Christus
God heeft aan een ieder de mogelijkheid gegeven om door het geloof in Jezus Christus en Zijn verlossende werk aan het kruis verlost te worden van het vlees van de oude mens met al zijn begeerten, lusten, ongerechtigheden en zonden en door de wedergeboorte in Christus een nieuwe schepping; een zoon van God te worden.
De nieuwe schepping is niet langer meer een dienaar, maar is een zoon van God geworden, die geheiligd en gerechtvaardigd is door het volmaakte werk van Jezus Christus.
De nieuwe mens, die geboren is uit het Zaad van God en geest is geworden, zal wandelen naar de Geest en zal daardoor niet meer aangestuurd worden door zijn zintuigen, gevoelens, emoties en de lusten en begeerten, die regeren in het vlees.
God’s wil is de wil van de nieuwe mens geworden, omdat de nieuwe mens uit Hem is geboren en Zijn natuur heeft ontvangen.
Daardoor zal de nieuwe mens de wet vervullen, net als Jezus, die het levende Woord van God is en de wet vervulde door te wandelen naar de Geest, naar de wil van God.
De relatie tussen God en de mens hersteld in Christus
De volmaakte relatie, die God in het begin met Adam had werd hersteld in Jezus Christus, door Zijn bloed. In Jezus Christus werd de mens verzoend met God en kon God weer een levende relatie door de Heilige Geest hebben met de nieuwe mens; Zijn zoon.
De Tora kan niet meer toegepast worden op de nieuwe mens, die naar de Geest wandelt. Aangezien de Tora was bedoeld voor de oude mens, die wandelt naar het vlees en het vlees is gestorven in Jezus Christus.
Het enige van de Tora dat nog steeds geldig en van toepassing is, is de wil van God, die door Zijn geboden aan ons bekend is gemaakt door Jezus; het Woord en de inwoning van de Heilige Geest.
Vrij van veroordeling
Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest (Romeinen 8:1)
Een wedergeboren Christen, die heilig en gerechtvaardigd gemaakt is in Christus en wandelt in Zijn geboden naar de Geest, leeft niet meer in angst onder de veroordeling, die aanwezig is in het vlees. De persoon is vrijgemaakt van de wet van de zonde en de dood, die werkzaam is in het vlees door het afleggen van het vlees en wandelt naar de Geest en de wet van de Geest.
Zolang het vlees dood blijft is er geen veroordeling meer. Maar als de persoon terugkeert naar het koninkrijk van de duisternis en de werken van de oude mens weer oppakt en leeft naar het vlees in zonde, zal de wet van de zonde en de dood weer in werking treden en zal de persoon met angst, schuldgevoelens en veroordeling leven.
50 Dagen na Pascha, maakte God in beide verbonden Zijn wil bekend
In het oude verbond maakte God 50 Dagen na Pascha Zijn wil bekend door het geven van de Tora aan Zijn vleselijke verbondsvolk, die behoorden tot de ongeestelijke generatie van de gevallen mens oftewel de oude mens (Het Feest Shavuot).
In het nieuwe verbond maakte God 50 Dagen na Pascha Zijn wil bekend door het geven van Zijn Heilige Geest aan Zijn geestelijke verbondsvolk, die behoort tot de geestelijke generatie van de nieuwe mens (Lees ook: ’Wist u dat……50 Dagen na Pascha?’).
De nieuwe mens is geboren uit God en een zoon van God geworden en leeft in vrijheid naar de Geest in gehoorzaamheid aan Christus. Aangezien de nieuwe mens een zoon van God is geworden, leeft de Geest van het zoonschap in de nieuwe mens, die roept Abba Vader (Romeinen 8:15, Galaten 4:4-7).
Vanuit het Nieuwe Verbond terug naar het Oude Verbond
Er zijn veel Christenen, die wedergeboren zijn en de nieuwe mens zijn geworden en goed beginnen, maar langzaam teruggaan naar het Oude Verbond en al de inzettingen, rituelen en feestdagen van het Oude Verbond gaan toepassen in het Nieuwe Verbond op de nieuwe mens. Maar dat is niet zoals God het heeft bedoeld.
Al de feestdagen, rituelen, offers, inzettingen en het priesterschap, die bij het Oude Verbond hoorden, horen niet thuis in het Nieuwe Verbond. Het heet niet voor niets het Oude Verbond.
Als het Nieuwe Verbond een beter verbond is en het Oude Verbond heeft vervangen, waarom keren er dan zoveel gelovigen terug naar dat Oude Verbond en pakken de feestdagen en rituelen, die van oorsprong voor God’s vleselijke volk Israël waren bedoeld, weer op? Dan zouden zij ook het offeren van dieren weer moeten oppakken.
Paulus waarschuwde hier meerdere malen voor en vroeg de gemeente wat er op hun weg was gekomen, waardoor zij vanuit de Geest weer teruggingen naar het vlees, oftewel vanuit het Nieuwe Verbond weer teruggingen naar de gebruiken en inzettingen van het Oude Verbond (o.a. Galaten 2; 3:1-5).
Het enige wat onveranderd is gebleven is het morele gedeelte van de wet oftewel de geboden, die de wil van God en Zijn natuur vertegenwoordigen.
De wil van God is in zowel de wet van de zonde en de dood, die betrekking heeft op – en werkzaam is in de oude mens, hetzelfde als in de wet van de Geest, die betrekking heeft op – en werkzaam is in de nieuwe mens.
Als jij niet vanuit de Geest en het denken van Christus het Oude Testament leest en bestudeert, maar vanuit het vlees en de gezindheid van het vlees (het vleselijk denken), dan is de kans groot dat jij wordt verleid en misleid en teruggaat naar het Oude Verbond en jezelf een juk gaat opleggen door allerlei inzettingen, rituelen en feestdagen toe te passen in jouw leven, die niet voor jou zijn bedoeld, maar die waren bedoeld voor de oude scheppingen, die door de natuurlijke geboorte tot God’s volk Israël behoorden.
Een nieuwe schepping in Jezus Christus
In het nieuwe verbond draait het maar om één ding en dat is of je bent besneden in Jezus Christus en werkelijk een nieuwe schepping bent geworden in Hem (Romeinen 8:9-17, Kolossenzen 2:9-12, Galaten 6:15, Titus 3:5-7).
Als jij een nieuwe schepping bent geworden in Christus en de Geest van Christus in jou woont, dan behoor je Hem toe en zul je Zijn geboden gehoorzamen en doen. Je zult wandelen naar het Woord en de Geest en de wet vervullen. Want allen die door de Geest Gods geleid worden en leven naar de wil van de Vader in gerechtigheid, zijn de ware zonen Gods.
‘Wees het zout der aarde’