Wat is het verschil tussen Jezus en de religieuze leiders? De religieuze leiders bezaten veel kennis en vonden zichzelf geweldig. Zij dachten vroom en goed te leven en alles op orde te hebben, maar niets was minder waar. In werkelijkheid waren zij het spoor bijster en zaten zij er volkomen naast. Dat zij het spoor bijster waren en er helemaal naast zaten werd zichtbaar toen Jezus, de Zoon van God, op het toneel verscheen en Hij de werken van deze vrome religieuze leiders aan het licht bracht. Toen Jezus op het toneel verscheen was het gedaan met al hun vrome hypocrisie. Natuurlijk waren niet alle religieuze leiders van Gods volk slecht. Maar het meerendeel van de religieuze leiders waren geestelijk corrupt en dat kon alleen gesignaleerd worden door Jezus; het Woord en de Heilige Geest. Alles wat in het hart was en in het duister gebeurde en niet openlijk zichtbaar was in de natuurlijke wereld was zichtbaar in de geestelijke wereld. En zo bracht Jezus alles wat in het duister gebeurde aan het licht.
De drie Joodse partijen
Vanaf ongeveer de helft van de 2e eeuw voor Christus tot aan de val van Jeruzalem in 70 na Christus, waren er drie Joodse partijen actief, namelijk de Farizeeërs, de Sadduceeërs en de Essenen. In de Bijbel worden alleen de eerste twee partijen benoemd.
De Sadduceeërs waren de politieke partij van het Joodse aristocratische priesterschap. Zij waren de priesters van het volk. Echter waren niet alle priesters Sadduceeërs. Want er waren ook priesters, die Farizeeërs waren.
De Farizeeërs waren de meest populaire en invloedrijke partij. Zij waren de religieuze leiders van het volk en formaliseerden en vertegenwoordigden de leer van de schriftgeleerden. Aangezien de Farizeeërs nauw samenwerkten met de schriftgeleerden, worden zij ook vaak in de Bijbel samen benoemd.
In dienst van God?
Alhoewel velen van hen waren aangesteld in de dienst van God, stond hun leven niet in dienst van God en behoorden zij God niet toe. Het was voor hen meer een beroep, dan hun leven.
Al deden zij zich vroom voor en spraken zij vrome woorden en hielden zij zich in het bijzijn van anderen aan de religieuze wetten en inzettingen van de wet van Mozes en de overlevering van de ouden (zoals bijvoorbeeld het wassen van handen voor het eten), maar hun hart en hun leven behoorden God niet toe (Jes 29:13).
Door hun status en vrome houding in het bijzijn van anderen, zagen de mensen tegen hen op en hadden ontzag voor de religieuze leiders. De religieuze leiders genoten van alle aandacht, die zij van de mensen kregen en hoe de mensen hen met ontzag behandelden (Mat 23:5-7).
Acteurs van het leven
Jezus noemde de religieuze leiders van het volk geen dienaren van God, maar zonen van de duivel en hypocrieten oftewel acteurs van het leven. Zij mochten dan wel de titel en rol van religieuze leiders hebben en de woorden van Mozes vroom in het bijzijn van anderen spreken, maar in werkelijkheid kenden zij God niet en waren zij niet bekend met Zijn wegen en Zijn gedachten en wil.
Hun leven kwam niet overeen met de woorden, die zij in het bijzijn van anderen spraken. Zij waren ver afgeweken van God, Zijn wil en Zijn gerechtigheid.
Jezus kende hun hart en ontmantelde hun ware aard en stelde deze openlijk tentoon aan het volk van God.
Meer gefocust op de formaliteit van een gebod dan
de gerechtigheid van een gebod
De religieuze leiders waren meer gefocust op de formaliteit en het houden van de wet en alle regels en wetten, die door overlevering erbij waren gekomen, dan met de gerechtigheid van de wet.
Zo zeiden zij bijvoorbeeld, dat Jezus niet door God gezonden kon zijn, aangezien Jezus op de Sabbath werken deed (o.a. genezing van de man met een verschrompelde arm, Zijn discipelen aren laten plukken).
Dit zou in onze tijd hetzelfde kunnen zijn, als je bijvoorbeeld op zondag langs een eetkraampje loopt en jij de medewerker van het eetkraampje tegen een moeder met twee kleine kinderen hoort zeggen “nee, als je niet genoeg geld hebt, dan krijg je het niet.” Als je religieus bent ingesteld zul je denken “Nee, je mag op zondag ook niet kopen” en je zult vervolgens stug doorlopen. Maar als je bent wedergeboren en God’s natuur hebt ontvangen zul je de behoefte – en het gebrek van die vrouw en haar kinderen signaleren en zul je haar geven wat zij nodig heeft.
Dat deed Jezus ook. Jezus zag de nood en de gebreken van de mens. En Jezus herstelde wat ontbrak en maakte de mens weer heel.
Heb jouw naaste lief als jezelf
En zo zijn er in deze tijd ook vele leiders, die meer gericht zijn op de formaliteit van een gebod, dan met de gerechtigheid van een gebod.
Neem bijvoorbeeld het gebod ‘heb jouw naaste lief als jezelf’. Wat velen in deze tijd hebben verheven tot het eerste gebod. Zij hebben aan dit gebod hun eigen vleselijke interpretatie gegeven en gebruiken het te pas en te onpas om o.a. vreemde religies en filosofieën en de zonden van mensen te vergoelijken en te accepteren. Maar hier missen zij dus het geestelijk inzicht van de gerechtigheid van dit gebod.
Want als zij werkelijk uit God geboren zouden zijn (de wedergeboorte) en Zijn natuur zouden bezitten en een relatie met God zouden hebben, dan zouden zij net als God, Jezus en de Heilige Geest de werken van de duivel en de oude mens oftewel de zonden haten in plaats van accepteren (o.a. Ps 97:10, Sp 6:16; 8:13, Op 2:6).
De religieuze leiders hadden de ongerechtigheid lief
Alhoewel de religieuze leiders de wet van Mozes en de geboden van God als geen ander kenden en dus bekend waren met de wil van God, hadden zij de ongerechtigheid liever dan de gerechtigheid.
Zij hadden hun eigen leven liever dan God en daarom volgden zij de geboden van God, die Zijn wil vertegenwoordigden, niet op in hun leven.
In het bijzijn van anderen veroordeelden zij de zondige werken, maar in hun hart hadden zij de ongerechtigheid lief. En vanuit hun onbekeerde en onbesneden hart, deden zij de werken van de ongerechtigheid en vervulden de lusten en begeerten van hun vlees.
Alhoewel de schriftgeleerden druk bezig waren met het onderzoeken van de schriften en elk lettertje van de schriften onderzochten en daardoor alle regels en wetten kenden, kenden zij niet de Auteur van de schriften en misten zij de boodschap, waar het allemaal om draaide. Omdat zij de boodschap misten, misten zij ook Jezus de Christus.
Jezus haatte de ongerechtigheid
In tegenstelling tot de religieuze leiders, had Jezus een relatie met Zijn Vader en bracht veel tijd met Hem door. Jezus was bekend met de wil van Zijn Vader en wandelde in gehoorzaamheid aan Hem naar Zijn wil.
Jezus was (en is) het Levende Woord en had de gerechtigheid lief. Jezus haatte de ongerechtigheid, aangezien het de wil van de duivel was en tegen de wil van Zijn Vader en Zijn Koninkrijk inging (Lees ook: Wat haat Jezus?).
Jezus maakte geen onderscheid tussen mensen
Jezus wandelde niet naar het vlees en liet Zich niet liet leiden door Zijn zintuigen; door wat Hij zag, hoorde en voelde. Maar Jezus liet Zich leiden door de woorden van God en de Heilige Geest.
Jezus heulde niet met de religieuze leiders mee. Jezus praatte hen niet naar de mond en deed niet aardig, zoals men altijd denkt van Jezus, om aardig gevonden te worden en geaccepteerd te worden en om een plaats en spreekbeurt in de tempel te krijgen.
Maar Jezus sprak de waarheid en dus sprak Hij harde woorden, die vaak confronterend overkwamen en waar velen, inclusief de religieuze leiders, aanstoot aan namen.
De woorden van Jezus, zouden in deze tijd bestempeld worden als liefdeloos, kwaadsprekerij en het zaaien van angst en haat (Lees ook: De boodschap die niemand wil horen).
Want Jezus hield niet Zijn mond om de zogenaamde lieve vrede, zoals de wereld vrede definieert, te bewaren.
Maar Jezus bracht de werken van de duivel, die volbracht werden door de levens van vele mensen, inclusief de Farizeeërs en schriftgeleerden, aan het licht en riep hen op tot bekering.
Jezus maakte geen onderscheid tussen mensen. In tegenstelling tot de religieuze leiders, die wel onderscheid maakten tussen de mensen.
De leer van de religieuze leiders
Toen sprak Jezus tot de scharen en tot Zijn discipelen, zeggende: De schriftgeleerden en de Farizeeën hebben zich gezet op de stoel van Mozes. Alles dan, wat zij u ook zeggen, doet dat en onderhoudt dat, maar doet niet naar hun werken, want zij zeggen het wel, maar doen het niet. Zij binden zware lasten bijeen en leggen die op de schouders der mensen, maar zelf willen zij ze met hun vinger niet verroeren. (Mat 23:1-12)
De religieuze leiders waren vertegenwoordigers van de wet van Mozes, het geschreven Woord van God. Zij leerden de mensen vanuit de wet van Mozes en maakten de wetten en de geschreven woorden aan het volk bekend.
De religieuze leiders mochten dan wel de juiste dingen spreken, maar omdat hun leven God niet toebehoorden, leefden en handelden zij niet naar hun woorden.
Alhoewel Jezus hen zonen van de duivel en hypocrieten oftewel acteurs van het leven noemden, zei Jezus wel tot God’s volk, dat zij hun woorden moesten navolgen maar niet hun daden.
Maar in de onderwijzing van Jezus zagen de mensen een hele andere onderwijzing. Zij zagen geen onderwijzing met alleen geboden, die opgedragen werden. Maar zij zagen een boodschap met kracht. Een onderwijzing, waarbij de woorden tot leven kwamen en het Koninkrijk van God zichtbaar werd.
De leer van Jezus
En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geëindigd had, dat de scharen versteld stonden over Zijn leer, want Hij leerde hen als gezaghebbende en niet als hun schriftgeleerden (Mat 7:28-29)
En allen werden zeer verbaasd (nadat Jezus een onreine geest had uitgedreven in de synagoge), zodat zij elkander vroegen, zeggende: Wat is dit? Een nieuwe leer met gezag! Ook de onreine geesten geeft Hij bevelen en zij gehoorzamen Hem! (Mar 1:27)
Jezus wandelde en onderwees God’s volk niet zoals de schriftgeleerden en legden de mensen niet alleen geboden op en maakten hen niet passief.
Maar Jezus was het Levende Woord van God en wandelde en sprak met gezag. Jezus maakte de wil van God bekend, riep de mens op tot bekering en Hij onderwees het volk, inclusief Zijn discipelen, als gezaghebbende en maakten hen actief.
Jezus produceerde geen zonen van de duivel en werkers van de ongerechtigheid voor het koninkrijk der duisternis, zoals de religieuze leiders deden (Mat 23:15). Maar Jezus produceerde zonen van God en werkers van de gerechtigheid voor het Koninkrijk der Hemelen.
Jezus gaf wat in Hem was en onderwees Zijn discipelen in de wil van God en zond hen vervolgens uit. Hij gaf hen macht over de gehele legermacht van de vijand; de duivel en zijn koninkrijk, die velen van het volk gebonden hadden.
Door hun geloof en hun gehoorzaamheid aan Jezus en Zijn woorden, wandelden zij ook als gezaghebbende net als hun Meester Jezus en zij waren onaantastbaar voor het koninkrijk van de duisternis.
De vervulling van de wet van Mozes
Jezus vertegenwoordigde niet alleen de wet van Mozes zoals de religieuze leiders, maar Jezus vervulde de wet van Mozes. Jezus was het levende Woord en wandelde in de wil van God, waardoor Jezus de wet vervulde. Het morele gedeelte van de wet van Mozes is door Jezus nooit aan de kant geschoven of vernietigd verklaard (Mat 5:17; 19:17-19, Mar 10:18-19, Lu 18:19-20, Rom 3:31).
Dit kan ook niet, aangezien God Zijn wil bekend maakte aan Zijn volk door middel van de wet. De wet van de zonde en de dood was bedoeld voor de oude mens, die naar het vlees leeft en waarin de zonde en de dood regeert. Vandaar ook de naam, de wet van de zonde en de dood. Door de wet is de zonde oftewel datgene wat tegen de wil van God ingaat geopenbaard (Lees ook: De onthullende waarheid van de wet van de zonde en de dood).
De religieuze leiders konden niet voorzien in de behoeften van de mens
De religieuze leiders wandelden naar het vlees in het natuurlijke en waren niet in staat om de mensen vanuit het natuurlijke te geven wat zij nodig hadden.
Zij probeerden de mensen vanuit hun natuurlijke denken; wijsheid en kennis en met behulp van natuurlijke middelen, methoden en technieken te helpen. Maar helaas konden zij niet voorzien in de werkelijke behoeften van de mensen en daarom waren er vele verloren schapen onder God’s volk.
Jezus voorzag in de behoeften van de mens
Maar Jezus wandelde in het Koninkrijk van God naar de Geest en zag de behoeften en de gebreken van de mens. Hij zag het resultaat van de dwaalleringen en de werken van de duisternis in het leven van de mensen. En vanuit het Koninkrijk van God en in de Naam van God; in Zijn gezag en de kracht van de Heilige Geest, herstelde Jezus de mens en maakte Jezus de mens heel.
Jezus ‘opereerde’ niet vanuit Zijn vlees en menselijk denken. En Jezus gebruikte geen menselijke methoden en technieken. Maar Jezus ‘opereerde’ vanuit Zijn Geest, vanuit het gezag van God en de kracht van de Heilige Geest.
De religieuze leiders waren niet bewogen met de verlorenen
De religieuze leiders waren meer gericht op – en bewogen met zichzelf, dan met de verlorenen en gaven niet wat zij nodig hadden. Maar zij lieten hen begaan in hun zonden en veroordeelden hen.
Jezus was bewogen met de verlorenen
Maar Jezus wandelde naar de Geest en zag de verloren schapen van God’s volk. Hij zag de verloren zielen en was bewogen met hen. Jezus gaf de verlorenen wat zij nodig hadden, riep hen op tot bekering en het wegdoen van zonde en vervolgens was het aan hen of zij hun leven aan Jezus wilden geven en Jezus wilden volgen of niet.
Jezus wist wie Hij was en vertrouwde op God in plaats van titels
De religieuze leiders beroemden zich op hun positie, hun titels, graad en hun kennis en wijsheid. Maar Jezus beroemde Zich op God en had geen aardse positie, graad en/of titels nodig om Zich te bewijzen. Aangezien Jezus wist dat een aardse titel en/of graad niets betekent in de geestelijke wereld.
Jezus wist wie Hij was, waarvoor Hij was aangesteld en Hij vertrouwde volkomen op God.
De religieuze leiders verwierpen het Woord van God
De religieuze leiders bezaten veel hoofdkennis over het geschreven Woord van God, waardoor zij opgeblazen waren. Maar omdat zij de woorden van God niet gehoorzaamden en opvolgden, bleven deze woorden voor hen geschreven woorden, die geen leven voortbrachten in hun leven, nog in de levens van anderen.
Door hun ongeloof en het niet opvolgen van de woorden van God in hun leven, verhieven zij zichzelf boven de woorden van God en verwierpen het Woord van God.
Jezus was het levende Woord van God
De Geest is het die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven (Joh 6:63).
Maar Jezus Zijn hart behoorde God toe en daarom leefde Jezus naar Zijn wil. De wil van God was ook Zijn wil geworden en stond boven de wil van Zijn vlees.
Daarom leefde Jezus naar de woorden van de Vader en Hij leefde naar de woorden, die Hij sprak en waarmee Hij Zijn discipelen onderwees.
Zijn woorden vertegenwoordigden de wil van Zijn Vader, waardoor Hij de zonde van de mens door Zijn woorden openbaarde en de mens opriep tot bekering.
Zijn woorden vertegenwoordigden de wil van God en werden bekrachtigd door de Heilige Geest.
Het waren woorden vanuit de Geest, die het leven van God bezaten en leven voorbracht in de levens van mensen.
Jezus wandelde in de kracht van de Heilige Geest
Gij weet van de dingen, die geschied zijn door het gehele Joodse land, te beginnen in Galilea, na de doop, die Johannes verkondigde, van Jezus van Nazaret, hoe God Hem met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd. Hij is rondgegaan, weldoende en genezende allen, die door de duivel overweldigd waren; want God was met Hem (Han 10:37-38)
Jezus wandelde in gehoorzaamheid aan God en aan Zijn woorden en wandelde in de kracht van de Heilige Geest. Alle tekenen en wonderen, die Jezus volgden, deed Hij in het gezag van Zijn Vader en door de kracht van de Heilige Geest.
De religieuze leiders verwierpen de Heilige Geest
Maar de Farizeeën hoorden het en zeiden: Deze drijft de boze geesten slechts uit door Beëlzebul, de overste der geesten (Mat 12:24).
En de schriftgeleerden, die van Jeruzalem gekomen waren, zeiden: Hij heeft Beëlzebul, en door de overste der boze geesten drijft Hij de geesten uit (Mar 3:22)
Doch sommigen van hen zeiden: Door Beëlzebul, de overste der boze geesten, drijft Hij de geesten uit (Lu 11:15)
De religieuze leiders wandelden in de duisternis en waren verblind voor God en Zijn werken. Zij kenden het Woord niet en zij kenden de Heilige Geest niet. Zij beschuldigden Jezus, dat Hij in de kracht van de overste Beëlzebul al de tekenen en wonderen deed en dat Jezus in de dienst van Beëlzebul stond.
En daarmee verwierpen zij niet alleen de woorden van Jezus, maar ook de tekenen en wonderen, die Jezus in de kracht van de Heilige Geest deed. Zij verwierpen het Woord en de Heilige Geest en bedroefden Hem.
Jezus verhief Zich niet boven de mensen
En Jezus riep hen tot Zich en zeide tot hen: Gij weet, dat zij, die regeerders der volken heten heerschappij over hen voeren, en hun rijksgroten oefenen macht over hen. Zó is het echter onder u niet. Maar wie groot wil worden onder u, zal uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, zal aller slaaf zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en Zijn leven als losprijs voor velen (Mar 10:42-45)
Alhoewel Jezus in het gezag van Zijn Vader op aarde wandelde als Gezaghebbende, harde woorden sprak en de zonde oftewel de werken van de duisternis aan het licht bracht en de mens opriep tot bekering, verhief Jezus Zich niet boven de mens, zoals de religieuze leiders deden.
Jezus had Zijn eigen leven afgelegd en diende de mens door hen de wil van God en het Koninkrijk van God bekend te maken en tot hen het Koninkrijk van God te brengen en hen op te roepen tot bekering.
Jezus liet Zich niet dienen en verhogen door Zijn discipelen, maar Jezus waste de voeten van Zijn discipelen, inclusief de voeten van Judas, die Hem zou verraden.
Jezus gaf het voorbeeld, hoe een zoon van God op aarde behoorde te wandelen. Jezus zei, dat wie groot wilde zijn in het Koninkrijk van God een dienaar zou zijn op aarde.
Jezus verhief Zich niet boven de mens. In tegenstelling tot de religieuze leiders, die hoogmoedig en opgeblazen waren door al hun aardse kennis en wijsheid, met hun titels pronkten en zich verhieven boven de mensen en hen als slaaf behandelden en uiteindelijk het levende Woord; Jezus Christus verwierpen en ter dood brachten (Mat 9:12, Lu 19:10).
Jezus bracht de verloren schapen thuis
Maar Jezus had Zijn eigen leven niet lief en ging de onderste weg. Uit liefde voor Zijn Vader en voor de mens gaf Hij Zijn leven en nam de straf van de zonde en de dood op Zich en stierf als Plaatsvervanger voor de gevallen mens aan het kruis.
Zodat een ieder, die in Jezus Christus de Zoon van God zou geloven, door de wedergeboorte zou worden verlost van de zonde en de dood, die heersen in het vlees en een nieuwe schepping zou worden, door de opstanding van de geest uit de dood en zou worden verzoend met de Vader en het Koninkrijk van God zou binnengaan.
En zo bracht Jezus, in tegenstelling tot de religieuze leiders, die de schapen verstrooiden, de verloren schapen thuis.
‘Wees het zout der aarde’
Source: Vine’s dictionary