In de gelijkenis van de schapen en de bokken spreekt Jezus over Zijn komst en het oordeel van de natiën. Want wanneer de Zoon des mensen zal komen in Zijn glorie en al de heilige engelen met Hem en Hij zal zitten op Zijn troon van glorie en alle natiën voor Hem opgesteld zijn, zal Hij hen één voor één scheiden. Zoals een herder zijn schapen van de bokken scheidt. Jezus zal de schapen aan Zijn rechterhand plaatsen en de bokken aan Zijn linkerhand. Dan zal Hij zeggen tot diegenen, die aan Zijn rechterhand zitten oftewel de schapen, “Kom, gezegenden van Mijn Vader! Beërft het Koninkrijk, welk is voorbereid voor de grondlegging der wereld”. Maar tot diegenen, die aan de linkerhand zijn gezeten oftewel de bokken, zal Hij zeggen, “Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, welke voor de duivel en zijn engelen bereid is.” Waarom zijn de schapen gezegend en de bokken vervloekt? Wat is het verschil tussen de schapen en de bokken in de Bijbel? Wie zijn de schapen en de bokken in Mattheüs 25?
In de gelijkenis van de schapen en de bokken, zijn de schapen gezegend
Dan zal de Koning tot hen, die aan de rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden, zeggende: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien en hebben wij U gevoed, of dorstig en hebben wij U te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en hebben U gehuisvest, of naakt, en hebben U gekleed? Wanneer hebben wij U ziek of in de gevangenis gezien en zijn tot U gekomen? En de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze Mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan (Mattheüs 25:34-40)
De schapen hebben zich onderworpen aan God en horen naar Zijn stem en doen wat Jezus; het Woord heeft opgedragen om te doen.
De schapen zijn niet koppig en rebels, maar volgzaam en hebben Jezus lief en daarom onderhouden zij Zijn geboden, die ook de geboden van de Vader zijn (Lees ook: ‘De geboden van God en de geboden van Jezus‘).
Dit betekent overigens niet, dat de schapen softies, schijnheilig en humanisten zijn en compromissen sluiten met de wereld en met diegenen, die de wereld toebehoren, om de zogenaamde lieve vrede en valse eenheid te behouden.
Maar dit betekent, dat zij een duidelijk keuze voor Jezus Christus hebben gemaakt en Jezus toebehoren en daarom stelling nemen voor Jezus Christus; het Woord en de Vader en het Koninkrijk van God en geen enkele compromis met de wereld en diegenen, die de wereld toebehoren, sluiten.
De schapen zijn niet zelfzuchtig, op zichzelf gericht en continue met zichzelf bezig. In hun leven draait niet alles om hen, maar om Jezus Christus en het Koninkrijk van God en het behagen van Jezus Christus en de Vader.
Daarom zullen zij de wil van de Vader doen en omkijken naar de armen, zieken, gevangenen en vreemden onder hun broeders en zusters en zullen zij voorzien in hun behoeften en noden. En omdat Jezus Christus in hun broeders en zusters woont, zullen zij het voor Jezus doen.
In de gelijkenis van de schapen en de bokken, zijn de bokken vervloekt
Dan zal Hij ook tot hen, die aan Zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht. Dan zullen ook zij Hem antwoorden en zeggen: Heere, wanneer hebben wij U hongerig gezien, of dorstig, of als vreemdeling, of naakt of ziek, of in de gevangenis en hebben wij U niet gediend? Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven (Mattheüs 25:42-46).
Maar de bokken zijn koppig en rebels en luisteren niet naar Zijn stem, maar naar hun eigen stem. Zij doen niet wat Jezus Christus; het Woord heeft opgedragen om te doen, maar zij gaan hun eigen weg en gaan hun vlees achterna.
In plaats dat zij zich onderwerpen aan Jezus Christus en doen wat Hij wil, willen zij dat Jezus zich aan hen onderwerpt en doet wat zij willen.
De bokken hebben alleen oog voor zichzelf en leven voor zichzelf. Alles draait om de bok.
En omdat zij zo druk met zichzelf bezig zijn, zien zij niet de behoeften en noden van hun broeders en zusters en kijken zij niet naar hen om.
Omdat zij niet de wil van de Vader hebben gedaan en wat het Woord hen heeft opgedragen om te doen, zijn de bokken vervloekt.
Door hun ongehoorzaamheid aan de woorden van God hebben zij Jezus verworpen. En omdat zij Jezus; het Woord hebben verworpen, zal Jezus; het Woord hen ook verwerpen op de grote Dag van het Oordeel, wanneer iedereen geoordeeld zal worden naar hun werken (Lees ook: ‘Jezus verworpen uit de kerk‘ en ‘Gods Woord heeft het laatste woord op de Dag van het Oordeel’).
Vervloekt is een ieder, die de wil van de Vader niet doet
Een ieder, die niet een nieuwe schepping is geworden en niet doet wat het Woord heeft opgedragen om te doen en de wil van de Vader niet doet, is vervloekt en zal door het Woord ten laatste dagen veroordeeld worden en in de eeuwige poel des vuurs worden geworpen, die bereid is voor de duivel en zijn engelen en voor al diegenen, die tijdens het leven op aarde naar zichzelf en de misleidende woorden van de duivel hebben geluisterd en hem hebben gevolgd en voor zichzelf hebben geleefd, in plaats dat zij Jezus Christus; het Woord hebben gevolgd en voor Hem hebben geleefd (Lees ook: ‘Het volgen van Jezus kost je alles‘).
“Mijn schapen horen naar Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij”
Jezus zegt: “Mijn schapen horen naar Mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij, en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze uit Mijn hand roven. Wat Mijn Vader Mij gegeven heeft, gaat alles te boven en niemand kan iets roven uit de hand Mijns Vaders. Ik en de Vader zijn Één (Johannes 10:28-30)
Jezus is de afspiegeling van de Vader en de wil van de Vader is ook de wil van Jezus. Dat heeft Jezus wel laten zien tijdens Zijn leven op aarde. Jezus had Zich volkomen onderworpen aan de wil van de Vader en bleef gehoorzaam aan de Vader en Zijn wil tot aan Zijn dood (o.a. Mattheüs 26:42, Lucas 22:42, Hebreeën 5:7-9).
Net zoals Jezus Zich onderwierp aan de Vader en Hem volledig gehoorzaamde en wandelde naar Zijn wil, zo behoren de volgelingen van Jezus Christus ook zich te onderwerpen aan Jezus Christus en de Vader en te wandelen naar Zijn wil.
Alleen door de gehoorzaamheid van de schapen aan Jezus Christus, zullen de schapen in de hand van Jezus Christus en in de hand van de Vader blijven en zullen zij beschermd zijn en zal niemand de schapen uit Zijn hand kunnen roven.
De enige manier om de hand van God te verlaten is door ongehoorzaamheid aan Zijn Woord (Lees ook: ‘In de hand van God blijven‘ en ‘Eens gered, altijd gered?‘).
Daarom kiest elk persoon er zelf voor om in de hand van God te blijven of om de hand van God te verlaten.
De eindbestemming van ieder mens op aarde zal afhangen van wat een persoon met de woorden van God doet.
Luistert de persoon naar de woorden van God en gelooft en gehoorzaamt de persoon de woorden van God en doet wat Hij zegt? Of luistert de persoon niet naar de woorden van God en gelooft en gehoorzaamt de persoon niet de woorden van God en doet niet wat Hij zegt?
‘Wees het zout der aarde’