Ben jij een vriend van Jezus?

Jezus Christus, de Zoon van God, betoonde Zijn grote liefde voor Zijn Vader en Zijn vrienden, door Zijn eigen af te leggen. Diegenen, die gehoor zouden geven aan Zijn roep en Jezus zouden aannemen als Verlosser en Heer en Jezus zouden volgen, door te doen wat Hij heeft gezegd en geboden, diegenen zouden een vriend van Jezus zijn. Ben jij een vriend van Jezus?

Wanneer ben je een vriend van Jezus?

God zond Zijn Zoon Jezus naar de aarde met een opdracht. Jezus gehoorzaamde Zijn Vader en deed wat Hij Hem had opgedragen om te doen. Jezus wandelde in de liefde, door Zich te houden aan de geboden van Zijn Vader. Doordat Jezus de geboden van Zijn Vader gehoorzaamde, wandelde Jezus in gehoorzaamheid aan Zijn Vader in Zijn wil en vervulde de wet.

Zoals God Jezus zond naar de aarde en Jezus Zijn Vader gehoorzaamde en Zijn geboden onderhield, waardoor Hij Zijn wil deed op aarde, zo heeft Jezus ook Zijn discpelen gezonden en verwacht van hen dat zij Hem gehoorzamen en Zijn wil doen op aarde (Lees ook: ‘De geboden van God en de geboden van Jezus‘).

Alhoewel Jezus toendertijd tot Zijn discipelen sprak, spreekt Jezus nog steeds dezelfde woorden tot Zijn discipelen, die vandaag de dag op aarde leven.

De woorden van Jezus en Zijn geboden gelden nog steeds en bezitten nog steeds hetzelfde leven en dezelfde vrede en kracht.

Jezus zegt, dat een ieder, die doet wat Hij zegt en Zijn geboden onderhoudt, Zijn vriend is.

Zijn geboden zijn dezelfde geboden als de geboden van de Vader, waarin Jezus heeft gewandeld.

Want de geboden, die staan beschreven in de wet, vertegenwoordigen de wil van God en kun je samenvatten in twee geboden, namelijk: Heb God lief met heel jouw hart, ziel, verstand en kracht en heb jouw naaste lief als jezelf (Lees ook: Heb jij God lief met heel jouw hart? en Wat betekent heb je naaste lief als jezelf?)

De discipelen van Jezus hadden hun eigen leven afgelegd

Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijk Ik u heb liefgehad. Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied (Johannes 15:12-14)

Jezus sprak bovenstaande woorden tot Zijn discipelen, die Jezus had geroepen en die gehoor hadden gegeven aan Zijn roep. Zij hadden hun eigen leven en hun dagelijkse bezigheden, inclusief hun werk, opgegeven om zich te onderwerpen aan Jezus door bij Jezus te zijn, Hem te volgen, naar Hem te luisteren en te laten onderwijzen en door te doen, wat Jesus hen had opgedragen om te doen.

Jezus vertegenwoordigde het Koninkrijk der Hemelen en maakte zowel door Zijn woorden als door Zijn werken het Koninkrijk der Hemelen bekend, zodat Zijn discipelen bekend zouden worden met dit Koninkrijk. Jezus discipelde hen en deelde Zijn wijsheid, kennis en leven met hen.

Nadat Jezus het Koninkrijk der Hemelen aan hen had bekendgemaakt door Zijn woorden en had gedemonstreerd in kracht, gaf Hij Zijn discipelen de opdracht om in Zijn Naam; in Zijn gezag uit te gaan en het Koninkrijk der Hemelen, dat Hij aan hen had bekendgemaakt, te verkondigen en te brengen aan de verloren schapen, die tot het huis van Israël behoorden (Lees ook: Breng de verlorenen thuis!).

Zijn discipelen gehoorzaamden Jezus en gingen twee aan twee uit in Zijn gezag en verkondigden en brachten het Koninkrijk der Hemelen tot de verloren schapen van het volk Israël, door het verkondigen van het evangelie, boze geesten uit te drijven en zieken te genezen.

De discipelen waren nog niet wedergeboren. Zij waren nog de oude schepping. Maar Jezus had hen gezag gegeven over de gehele legermacht van de vijand en niets zou hen enig kwaad doen. Hieruit kun je concluderen, dat je niet wedergeboren hoeft te zijn om wonderen en tekenen te verrichten en o.a. demonen uit te drijven en zieken te genezen (Lees ook: Wat zegt de Bijbel over de oude mens?). en Moet je wedergeboren zijn om in het bovennatuurlijke te wandelen?)

Het denken gereinigd door de woorden van Jezus

Heilig hen in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid. Gelijk Gij Mij gezonden hebt in de wereld, heb ook Ik hen gezonden in de wereld; en Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid (Johannes 17:17-19)

De discipelen hadden hun denken vernieuwd en gereinigd met de woorden van Jezus, die afkomstig waren van de Vader. Zij waren door de waarheid van God geheiligd (apart gezet voor God, gezuiverd, (toe)gewijd). Echter konden de discipelen nog niet alles begrijpen wat Jezus hen vertelde, aangezien zij nog de oude schepping waren en dus ongeestelijk waren (Lees ook: Waarom is het vernieuwen van jouw denken noodzakelijk?).

Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen (Johannes 16:12-13)

De komst van de Heilige Geest

Nadat Jezus plaatsnam op de stoel van genade aan de rechterhand van God de Vader en God de Heilige Geest naar de aarde zond en de discipelen, die ééndrachtig in gebed in de bovenkamer waren, de Heilige Geest ontvingen, werd hun geest uit de dood opgewekt en verstonden zij datgene wat Jezus hen had verteld.

De andere Trooster; de Heilige Geest was tot hen gekomen, waardoor zij de kracht hadden ontvangen, die Jezus hen had beloofd en waarop zij moesten wachten in Jeruzalem. Dezelfde Heilige Geest; de Geest der waarheid, die in Jezus woonde, woonde nu in hen.

De Heilige Geest zal overtuigen van zonde

Toen de discipelen van Jezus de Heilige Geest hadden ontvangen en zij een nieuwe schepping waren geworden en in nieuwe tongen spraken, zoals Jezus hen had beloofd en geboden, waren zij in staat om in vrijmoedigheid de woorden van God te spreken en getuigen te zijn van Jezus de Christus, de Messias; de Zoon van de levende God; de Schepper van de hemel en de aarde en van het Koninkrijk der Hemelen, en de mens op te roepen tot bekering (Lees ook: De oproep tot bekering).

De discipelen waren niet meer gefocust op de tekenen en wonderen, zoals voorheen, toen zij nog de oude schepping waren en zich verheugden over het feit dat de boze geesten naar hen luisterden en zich onderwierpen aan hen. Maar de discipelen waren gefocust op het redden van verloren zielen door de verkondiging van de gekruisigde Christus, de redding, bekering en de wedergeboorte (Lees ook: Jezus volgen om de tekenen en wonderen).

De Heilige Geest, die in hen woonde, overtuigde de wereld van zonde, van gerechtigheid en van oordeel (Johannes 16:8-11).

Als eerste verkondigden de discipelen deze boodschap oftewel het evangelie aan het volk van Israel en vervolgens aan de heidenen.

De discipelen waren door de wedergeboorte een nieuwe schepping geworden; zonen van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen). Zij gehoorzaamden de woorden en geboden van Jezus en wandelden naar de wil van de Vader.

Zij vertegenwoordigden het Koninkrijk der Hemelen en spraken de woorden van Jezus en verkondigden de waarheid van God en riepen de mensen op tot bekering en de tekenen en wonderen volgden hen.

Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden

Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. Gij zijt Mijn vrienden, indien gij doet, wat Ik u gebied (Johannes 15:13-15)

Jezus had Zijn liefde betoond aan Zijn vrienden door Zijn eigen leven in te zetten voor hen. Hij gaf Zijn leven door te sterven aan het kruis en hun Plaatsvervanger te zijn. Jezus droeg de zonde en nam de straf op de zonde (de dood) voor Zijn vrienden op Zich, zodat zij de straf, die staat op de zonde niet hoefden te dragen en daardoor de dood niet zouden zien. Dat was de liefde, waarin Jezus wandelde. Jezus wandelde in gehoorzaamheid aan Zijn Vader en had Zijn eigen leven niet lief tot aan Zijn dood.

Bijna al Zijn discipelen, behalve Judas, beantwoordden Zijn liefde, die Jezus voor hen had betoond.

Zij beantwoordden Zijn liefde, door ook hun eigen leven af te leggen voor Jezus en Jezus te volgen door te wandelen naar Zijn geboden.

Zij behoorden de wereld niet meer toe en waren niet langer meer een vriend van de wereld. Maar zij behoorden het Koninkrijk der Hemelen toe en waren een vriend van Jezus (Jakobus 4:4).

Door het afleggen van hun leven en het gehoorzamen van Zijn woorden en geboden en het doen van Zijn wil en zich niet te schamen voor Hem, betoonden zij door hun leven, dat Jezus hun Vriend was en dat zij een vriend van Jezus waren en dat zij van Jezus hielden.

Zij waren een vriend van Jezus en spendeerden tijd met Jezus en hadden een levende relatie met Jezus.

Zij bleven Jezus gehoorzamen en getuigden van Hem bij de mensen, ondanks de weerstand, haat, vervolgingen, bespottingen, gevangenneming, mishandelingen, stenigingen etc. .

Ondanks alles, bleven zij hun Vriend Jezus trouw en bleven zij in Zijn liefde wandelen, door het gehoorzamen van Zijn geboden, tot aan hun dood (Lees ook: Belijd jij Jezus voor de mensen of verloochen jij Hem?).

Vele Christenen noemen Jezus Vriend

Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij. Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn (Mattheüs 15:8-9)

Vele Christenen noemen Jezus hun Vriend en zingen dat zij een vriend van Jezus zijn en dat zij van Jezus houden. Maar waaruit blijkt in hun dagelijks leven, dat zij een vriend van Jezus zijn?

Iedereen kan van alles zeggen en van alles zingen, maar wat zijn de vruchten van iemands leven? Hoeveel tijd spenderen zij dagelijks met Jezus; het Woord en luisteren zij naar Hem? Spenderen zij tijd in gebed? Doen zij wat Jezus zegt en wat Hij heeft gezegd en geboden in de Bijbel? Of luisteren zij naar hun vlees en naar wat de wereld zegt? Wat doen zij wel en wat doen zij niet, wat Jezus Zijn discipelen heeft geboden?

Helaas wandelen velen, die zeggen gelovig te zijn en een relatie met Jezus te hebben en een vriend van Jezus zijn, in hun dagelijks leven als vijanden van God, Jezus en de Heilige Geest.

Velen leven in ongehoorzaamheid aan het Woord, als vijanden van het kruis. Zij wandelen niet als de nieuwe schepping naar de geest in gehoorzaamheid aan het Woord en de Heilige Geest. Maar zij wandelen als de oude schepping naar het vlees in gehoorzaamheid aan de zonde en de dood.

Jezus heeft de macht van de zonde en de dood verbroken

De macht van de zonde en de dood, die Jezus heeft verbroken, door het sterven aan het kruis en de opstanding uit de dood, wordt door velen niet erkend. Zij geloven dat Jezus de zonde van de wereld op zich heeft genomen, maar zij geloven niet in de verbreking van de macht van de zonde. Want anders zou hun leven er heel anders uitzien en zouden zij niet blijven wandelen als werkers van de ongerechtigheid en als slaven van de zonde, die God bekend heeft gemaakt door middel van de wet en die Jezus heeft bevestigd (Lees ook: Geloven Christenen in de opstanding van Jezus Christus?).

De zonde heeft Jezus vermoord en leidde Hem naar de dood, maar de dood was niet krachtig genoeg om Jezus in het dodenrijk te houden (Lees ook: De zonde heeft Jezus vermoord).

De duivel wil niet dat Christenen achter de waarheid komen. Hij wil niet dat Christenen weten, dat de zonde géén macht meer heeft over iemand, die het vlees heeft afgelegd.

De duivel wil dat gelovigen in zijn macht blijven en dat doet hij door hen te laten denken, dat zij altijd zondaren blijven en nooit van de zonde en de dood afkomen (Lees ook: Ben jij nog een zondaar?).

Maar dit zijn leugens, die worden geloofd, omdat Christenen de Bijbel niet meer lezen, bestuderen en daardoor het Woord niet kennen.

Zij zeggen en zingen wel dat zij een vriend van Jezus zijn, maar in werkelijkheid kennen zij Jezus niet en behoort hun leven Hem niet toe.

Veel Christenen hebben hun leven niet opgegeven voor Jezus, zoals een vriend doet. Hun leven staat niet in dienst van Jezus, maar in dienst van de duivel, die werkzaam is in het vlees. Hun vlees is nog springlevend en dicteert hun leven.

Velen zijn geroepen, maar weinig uitverkoren

Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen, zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, doch het niet kunnen (Lucas 13:24)

Vele mensen zijn geroepen, maar weinig zijn uitverkoren. Dit komt omdat niet velen bereid zijn om hun eigen leven af te leggen. Hun liefde voor Jezus is in werkelijkheid niet zo groot als dat zij met hun woorden belijden en zingen.

Niet een ieder, die tot Mij zegt: Heere, Heere, zal het Koninkrijk der Hemelen binnengaan, maar wie doet de wil Mijns Vaders, die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd en in Uw Naam boze geesten uitgedreven en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid (Mattheüs 7:21-23)

wedergeboren bovennatuurlijke te wandelen

Alhoewel deze gelovigen profeteerden en vele wonderen en tekenen deden in de Naam van Jezus, hadden zij géén relatie met Jezus en leefden zij niet in gehoorzaamheid naar de wil van de Vader (Lees ook: De wil van God vs de wil van de duivel).

Toen deze gelovigen tot Jezus kwamen en Jezus hun Heer noemden en zeiden dat zij in Zijn Naam hadden geprofeteerd, boze geesten hadden uitgedreven en vele krachten oftewel wonderbaarlijke werken hadden gedaan, zei Jezus tot hen, dat Hij hen niet kende en gebood deze werkers der wetteloosheid oftewel de werkers van de ongerechtigheid van Hem weg te gaan.

Het leek alsof zij Jezus toebehoorden, door het profeteren en de wonderen en tekenen, die zij deden, maar van binnen waren zij onveranderd gebleven en waren zij nog steeds de oude mens.

Hun leven was hetzelfde als voor hun bekering. Zij deden nog steeds datgene wat tegen de wil van God inging. Alhoewel de werken vanuit de Geest leken te zijn, werden deze werken in werkelijkheid vanuit het vlees gedaan. Want Jezus kende hen niet.

En zo zijn er vele Christenen, die net als deze mensen, Jezus hun Heer noemen en in de Naam van Jezus profeteren en vele wonderen en tekenen doen, maar Jezus niet werkelijk kennen en geen levende relatie met Hem hebben. Zij spenderen geen tijd met Jezus en doen niet wat Hij; het Woord zegt en leven niet naar de wil van de Vader, maar blijven de werken van het vlees doen en in zonde wandelen (Lees ook: Een replica Jezus die replica Christenen voortbrengt).

Alhoewel zij bovennatuurlijke werken doen en een deel van de grote opdracht, zijn zij werkers der wetteloosheid (ongerechtigheid (Lees ook: Het geheimenis van de wet en De wet vs genade)).

Ondanks hun woorden en de tekenen en wonderen, wandelen zij naar het vlees en leven als de wereld. In plaats dat zij de oude mens afleggen en de nieuwe mens aandoen en leven als de nieuwe mens en de vrucht van de Geest dragen, blijven zij leven als de oude mens en dragen zij de vrucht van het vlees; dezelfde vrucht als de wereld.