Na de dood van Mozes, nam Jozua, de zoon van Nun, het leiderschap van Mozes over. Jozua was aangesteld door God om Zijn volk te leiden naar het beloofde land en het land als erfdeel in bezit te nemen. Jozua was getuige van Gods grootheid en in tegenstelling tot vele anderen, die tot Gods volk behoorde, had Jozua geloof in God en bewees dit door zijn vertrouwen in God en zijn gehoorzaamheid aan de woorden van God, die door de mond van Mozes werden gesproken, en de handelingen die daaruit voortkwamen. En zo nam Jozua het leiderschap van Mozes over en leidde het volk naar het beloofde land. Nadat het volk de Jordaan was overgetrokken en het beloofde land Kanaän was binnengegaan was Jericho de eerste stad, die het volk in bezit nam. De poorten van Jericho waren gesloten voor de Israëlieten, maar doordat de muren van Jericho vielen, konden zij Jericho aanvallen en in bezit nemen. Maar waardoor zijn de muren van Jericho gevallen?
Zoals God met Mozes was, zo was God ook met Jozua
Nadat Mozes was gestorven, beloofde God, dat Hij met Jozua, die oorspronkelijk Hosea heette, zou zijn. God gebood Jozua om de rivier de Jordaan over te trekken en het beloofde land in bezit te nemen. Al de plaatsen, waar Jozua zijn voetzool zou zetten, had God hem gegeven, zoals Hij tot Mozes gesproken had. Het enige wat Jozua en het volk hoefde te doen, was het land, dat de Heere hen had beloofd en gegeven, binnen te gaan en in bezit te nemen.
Niemand zou voor Jozua bestaan al de dagen van zijn leven. Want zoals God met Mozes was, zo zou God ook met Jozua zijn. God zou Jozua niet begeven en niet verlaten.
Jozua moest sterk en moedig zijn
Tot driemaal toe gebood God Jozua om sterk en moedig te zijn. Jozua moest sterk en moedig zijn om het land, dat de Heere beloofd had aan hun vaderen erfelijk in bezit te nemen en te verdelen onder de stammen van Israël.
Jozua moest sterk en moedig zijn om de gehele wet van God, die Mozes geboden had, te onderhouden en daar niet van af te wijken naar rechts noch naar links, zodat Jozua verstandig zou handelen en dus voorspoedig zou zijn, waar hij zou gaan.
Het Boek van de wet mocht niet uit de mond van Jozua wijke, maar moest continue in zijn mond zijn. Jozua moest het dag en nacht overpeinzen, omdat Joshua zou doen overeenkomstig alles wat erin geschreven staat, zodat Jozua op zijn wegen voorspoedig zou zijn en verstandelijk zou handelen.
God had Jozua en het volk Zijn Woord gegeven, maar het was aan Jozua en het volk of hun weg voorspoedig zou zijn of niet. God was hier niet verantwoordelijk voor, maar zij waren hier zelf verantwoordelijk voor (Lees ook: Is Gods weg jouw weg? en ‘Stop met God de schuld te geven!‘).
Jozua moest sterk en moedig zijn en niet bevreesd en ontmoedigd zijn, aangezien de Heere zijn God met hem zou zijn, waar hij ook naartoe zou gaan.
Jozua en het volk gehoorzaamden de woorden van God
Jozua wandelde en handelde in gehoorzaamheid aan de woorden van God en deed wat God hem had opgedragen om te doen en bracht de woorden van de Heere over aan het volk.
Het volk beloofde, dat zoals het volk Mozes had gehoorzaamd, het volk ook Jozua zou gehoorzamen en alles zou doen wat Jozua het volk zou opdragen om te doen. En wie hem niet zou gehoorzamen, die zou ter dood gebracht worden. Deze belofte werd gedaan door het volk, wat betekent dat een ieder, die tot Gods volk behoorde, hiermee instemde.
De stad Jericho
De stad Jericho was de eerste stad, die Jozua en het volk zouden innemen. Nadat de stad was doorzocht door de twee verspieders en zij terugkeerden naar Jozua en vertelden wat er gebeurt was en tegen Jozua zeiden, dat de Heere het gehele land in hun macht had gegeven en dat zelfs de inwoners sidderden voor hen, maakten zij zich klaar om het beloofde land in te gaan en de stad Jericho in bezit te nemen.
Jozua informeerde het volk en gebood hen om zich te heiligen. Het volk gehoorzaamde de woorden van Jozua en heiligde zich en maakte zich klaar om het beloofde land in te gaan.
Nadat God tot Jozua had gesproken en hem geïnformeerd had over de weg, die zij moesten gaan, sprak Jozua tot het volk en bracht de woorden van God over.
De priesters en het volk handelden overeenkomstig de woorden van Jozua.
Zij vertrokken naar de rivier de Jordaan en op het moment, dat de priesters, die de ark van het verbond droegen, hun voeten aan de oever in het water van de Jordaan ondergedompeld hadden, bleef het water dat van boven afkwam staan en rees op als een dam, terwijl het water dat afvloeide naar de zee der Vlakte, de Zoutzee, volkomen werd afgesneden, zodat het volk door de Jordaan kon trekken.
Onderweg gaf de Heere bevelen aan Jozua, die Jozua allemaal opvolgden. En na de oversteek van de rivier de Jordaan, het oprichten van de twaalf stenen in Gilgal, de besnijdenis en het vieren van het Pascha op de vlakten van Jericho, toen Jozua bij Jericho was, verscheen de vorst van het heer des Heeren met een opgetrokken zwaard in de hand.
Jozua wierp zich op zijn aangezicht ter aarde en boog zich neer en vroeg hem, wat zijn heer tot zijn knecht te zeggen had. De vorst van het heer des Heeren zei tot Jozua, dat hij de schoenen van zijn voeten moest doen, aangezien de plaats waarop hij stond heilig was. En Jozua gehoorzaamde zijn woorden.
Jericho had zijn poorten gesloten omwille van de Israëlieten
Nu had Jericho de poorten gesloten omwille van de Israëlieten. Er was er geen enkele mogelijkheid om de stad Jericho binnen te komen. Maar niets is onmogelijk voor onze God!
De Heere zei tot Jozua, Zie, Ik geef Jericho met zijn koning, de krachtige helden, in uw macht. Gij moet om de stad heen trekken, terwijl alle krijgslieden éénmaal om de stad heen gaan; zó moet gij zes dagen doen, terwijl zeven priesters zeven ramshorens voor de ark uit dragen. Maar op de zevende dag moet gij zevenmaal om de stad heen trekken en de priesters zullen op de horens blazen. Wanneer men op de ramshoorn de toon aanhoudt en gij het geluid van de hoorn verneemt, dan moet het gehele volk een luid gejuich aanheffen en de stadsmuur zal ineenstorten en het volk moet daarop klimmen, ieder recht voor zich uit (Jozua 6:2-5).
Gods volk gehoorzaamde Zijn woorden en trok rondom Jericho
Jozua bracht de woorden van God over aan de priesters en het volk en instrueerde hen wat zij moesten doen.
Zodra Jozua tot het volk gesproken had trokken de zeven priesters, die de zeven ramshorens voor het aangezicht des Heeren droegen, voort en bliezen op de horens terwijl de ark van het verbond des Heeren hen volgde. De gewapende mannen gingen voor de priesters uit en de achterhoede kwam achter de ark aan, terwijl er voortdurend op de hoorn werd geblazen.
Jozua had het volk geboden om niet te juichen en hun stem niet te laten horen. Er mocht geen woord uit hun mond komen, totdat Jozua het volk zou opdragen om te juichen, dan pas zou het volk juichen.
Het volk gehoorzaamde de woorden van Jozua en trok met de ark van het verbond om de stad. Dit deden zij zes dagen lang.
Op de zevende dag stonden zij vroeg op en trokken overeenkomstig de woorden van God op dezelfde wijze zevenmaal om de stad heen. Alleen op die dag trokken zij zevenmaal om de stad heen.
Toen de priesters bij de zevende maal op de horens bliezen, sprak Jozua het volk toe en zei:
“juicht, want de Heere heeft u de stad gegeven! Doch de stad en al wat er in is , zal door de ban de Heere gewijd zijn; alleen de hoer Rachab zal in leven blijven, zij en allen die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden die wij uitgezonden hadden, heeft verborgen. Gij echter, neemt u in acht voor het gebannene, opdat gij niet, terwijl gij met de ban slaat, van het gebannene neemt en de legerplaats van Israël onder de ban brengt en in het ongeluk stort. Al het zilver en goud en de koperen en ijzereen voorwerpen zullen de Heere heilig zijn en het zal bij de schat van de Heere komen” (Jozua 6:16-19 (Lees ook: ‘Wat gebeurde er in het dal van Achor’)).
Het volk dan juichte, terwijl men op de horens blies. Toen gebeurde het, dat op het moment dat het volk het geluid van de hoorn vernam en een luid gejuich aanhief, de muur van Jericho ineenstortte.
De muren van Jericho vielen
De muren van Jericho waren gevallen en het volk klom de stad binnen, ieder recht voor zich uit, zoals de Heere geboden had. Zij namen de stad in en verbrandden alles wat in de stad was, behalve het zilver, goud en de koperen en ijzeren voorwerpen, die werden bij de schat van het huis des Heeren toegevoegd.
En zoals beloofd werd de hoer Rachab door de verspieders samen met haar vader, moeder, broeders en allen die haar toebehoorden, haar hele geslacht, naar buiten in veiligheid gebracht en een plaats aangewezen buiten de legerplaats, waar de Israëlieten verbleven (Jozua 1-6).
De val van Jericho
Toen de stad Jericho was vernietigd liet Jozua het volk zweren, “Vervloekt voor het aangezicht des Heeren is de man, die zich opmaakt en deze stad Jericho herbouwt; ten koste van zijn eerstgeborene zal hij haar grondvesten, ten koste van zijn jongste haar poortdeuren inzetten” (Jozua 6:26).
En zo gebeurde het, dat tijdens het koningschap van Achab, Hiël, de Betheliet Jericho herbouwde. Op Abiram zijn eerstgeborenen zoon, had hij haar gegrondvest en op Segub, zijn jongste zoon, plaatste hij haar poortdeuren (1 Koningen 16:34).
Waardoor zijn de muren van Jericho gevallen?
In de natuurlijke (zichtbare) wereld was het onmogelijk, dat de muren van Jericho zouden vallen. Maar wat onmogelijk lijkt in de natuurlijke wereld is mogelijk bij God.
De muren van Jericho zijn op zich niet gevallen door het rondtrekken om de stad, het blazen op de ramshoorns of het gejuich van het volk op de zevende dag. Maar de muren van Jericho vielen door het geloof in God en de gehoorzaamheid aan de woorden van God door Gods volk.
God zond Zijn woord en Jozua ontving het woord van God en gehoorzaamde Zijn woord en deed wat God hem had opgedragen om te doen, net als de rest van het volk.
De gehoorzaamheid was het gevolg van Jozua’s geloof in God. Jozua geloofde in God en in Zijn grootheid en had een vreze voor God oftewel een groot respect voor God. Hierdoor vertrouwde Jozua God en bleef Jozua trouw aan Zijn woorden en deed wat God hem had opgedragen om te doen. En door Zijn gehoorzaamheid en de handelingen, die voortkwamen uit zijn geloof in God, vielen de muren van Jericho.
Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen
Door het geloof zijn de muren van Jericho gevallen, als zij tot zeven dagen toe omringd waren geweest (Hebreeën 11:30 sv)
En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Hebt geloof in God. voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden (Marcus 11:22-23)
Door het geloof in God en Zijn Woord, waardoor zij de woorden van God gehoorzaamden en daardoor zeven dagen lang rondtrokken om de stad, zijn de muren van Jericho gevallen. Het rondtrekken om de stad, was een gevolg van hun geloof in God.
Door het geloof in God en Zijn Woord vond dit grote wonder plaats en vonden er vele andere wonderen plaats. En nog steeds vinden er door het geloof in God en het geloof in Jezus Christus en geloof in Zijn Naam, nog steeds wonderen plaats. Wonderen, die in de natuurlijke wereld onmogelijk lijken en onverklaarbaar zijn, maar mogelijk lijken en verklaarbaar zijn bij God.
Jozua, die nog tot de generatie van de oude mens behoorde, stelde zijn vertrouwen niet in zijn eigen werken oftewel zijn handelingen, in dit geval het rondtrekken om de stad. Maar Jozua had zijn vertrouwen gesteld in God.
Meer geloof en vertrouwen in formules dan in God
Helaas zien wij in deze tijd, dat vele gelovigen vaak meer geloof hebben in hun woorden en werken dan in God. Zij hebben meer geloof in het uitspreken van de juiste woorden en het volgen van de opgedane strategieën, methoden en technieken, dan in God en Zijn Woord.
Zij zeggen wel, dat zij geloof hebben in God en geloof hebben in Jezus Christus en Zijn Naam, maar hun handelingen bewijzen vaak het tegendeel.
Want als jij werkelijk in God gelooft, dan vertrouw jij op Hem en doe jij wat Hij zegt en ben jij gehoorzaam aan Zijn woorden.
Daarnaast is het zo, dat als jij in God gelooft, jij weet dat wat jij zegt zal geworden, als het naar de wil van God is.
Jij zal vasthouden en niet opgeven en blijven volharden en standhouden, in plaats dat jij twijfelt en jezelf afvraagt wat jij eventueel verkeerd doet en/of jij wel de juiste woorden hebt gesproken en/of de juiste methoden en technieken hebt gebruikt en/of de juiste strategieën hebt gevolgd en vervolgens op zoek gaat naar andere (tover)woorden en formules.
Geloof is niet, geloven in een formule, oftewel geloven in het uitspreken van de juiste woorden, het gebruiken van de juiste methoden en technieken en het volgen van de juiste stappen en strategieën. Maar geloof is weten wie God is en wat Zijn wil is en geloven in Zijn Woord, die Hij gezonden heeft, en Zijn kracht en vertrouwen op Hem en doen wat Hij zegt
Al de werken, die Jezus deed, deed Jezus door het geloof in God en geloof in Zijn Naam. Als jij gelooft in God, dan is alles mogelijk. Maar dan moet jij Hem wel kennen en dat kan alleen door Zijn Woord en door tijd met Hem te spenderen in gebed en Zijn woorden op te volgen in jouw leven.
‘Wees het zout der aarde’