Hierna kwam het woord des Heren tot Abraham in een gezicht: Vrees niet, Abraham, Ik ben uw schild; uw loon zal zeer groot zijn. Abraham zeide: Here Here, wat zult Gij mij geven, daar ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis, dat zal deze Damasener Eliëzer zijn. En Abraham zeide: Zie, mij hebt Gij geen nakroost gegeven, en nu moet een onderhorige mijn erfgenaam zijn. En zie, het woord des Heren kwam tot hem: Deze zal uw erfgenaam niet zijn, maar uw lijfelijke zoon, die zal uw erfgenaam zijn. Toen leidde Hij hem naar buiten en zeide: Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn. En hij geloofde in de Here, en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid (Gen 15:1-6)
Wachten op de belofte van God
In Genesis 12 en 13 lezen wij over de belofte van God, die Hij gaf aan Abraham en zijn nageslacht. In Genesis hoofdstuk 15 legt Abraham voor het eerst het probleem voor God neer, namelijk dat hij kinderloos is. God weet dit, maar belooft hem, dat Hij hem een eigen zoon zal geven die zijn erfgenaam zal zijn. Toen God dit beloofde en zijn nageslacht aan hem liet zien aan de hand van de sterren, geloofde Abraham Hem meteen. En dit geloof werd hem tot gerechtigheid toegerekend.
Een werk van mensen en niet van God
Toen Sara, de vrouw van Abraham, dit hoorde en wist dat zij geen kinderen kon baren, wilde zij God een handje helpen door haar Egyptische slavin Hagar aan Abraham te geven, zodat zij hem een zoon kon baren. Abraham luisterde naar haar en zo gebeurde het dat Hagar zwanger werd.
Dat zij zwanger werd was het werk van mensen en niet het werk van God. Het gevolg was dat Hagar haar meesteres Sara begon te verachten, aangezien zij het kind van Abraham droeg en Sara niet.
Sara ging hiermee naar Abraham en hij zeide dat haar slavin in haar macht was kon doen wat zij maar wilde doen.
Toen vernederde Sara Hagar en Hagar vluchtte weg. In de woestijn bezocht de Engel des Heeren Hagar en gaf haar de opdracht om terug te keren en zich te onderwerpen aan Sara. Daarnaast gaf Hij haar de belofte, dat Hij haar nageslacht zeer talrijk zal maken.
Hagar ging terug en baarde Abraham een zoon; Ismaël. Abraham was toen 86 jaar oud.
Het verbond
13 Jaar later, toen Abraham 99 jaar oud was, verscheen de Here aan Abraham en sloot een verbond met hem. Hij gaf hem de naam Abraham, omdat God hem tot een vader van een menigte volken zou stellen. Als teken van Zijn verbond met Abraham, moest het mannelijk nageslacht van Abraham, wanneer het 8 dagen oud was, besneden worden. Ook Abraham moest besneden worden. De besnijdenis zou een teken zijn van het verbond, dat God met hem en zijn nageslacht had gesloten.
God gaf niet alleen aan Abraham een nieuwe naam, maar ook aan Saraï. God gaf haar de naam Sara en beloofde, dat Hij uit haar een zoon aan Abraham zou schenken.
Sara was een negentig jarige vrouw en Abraham was bijna honderd. Daarom begon Abraham te lachen, omdat dit voor hem iets onwerkelijk was. Abraham wilde God weer een handje helpen door te vragen of Ishmaël voor Hem mocht gaan leven, met andere woorden, dat God door Ishmaël heen het nageslacht aan Abraham zou geven.
Maar God had al vanaf het begin van de schepping een plan dat vast stond.
God maakte geen grapje en zei wederom, dat Sara hem een zoon zou baren en dat hij die zoon Isaak zou noemen. Zijn verbond zou met Isaak zijn en niet met Ishmaël, maar God beloofde Abraham, dat Hij Ishmaël ook zou zegenen.
Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn?
Na een tijd, verscheen de Here weer aan Abraham en beloofde hem, dat Hij over een jaar zou terugkomen en dat Sara dan een zoon zou hebben.
Sara hoorde dit en begon in zichzelf te lachen, omdat dit voor haar iets onwerkelijke was, aangezien Abraham en zijzelf hoogbejaard waren. Maar de Here hoorde dat Sara de belofte in twijfel trok door te lachen. En de Here zei: “Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn?”
Niets is te wonderbaarlijk voor God
Nee, voor de Heere is niets te wonderbaarlijk! En zo gebeurde het dat een jaar later Sara een zoon baarde en zij noemden hem Isaak. Abraham was 100 jaar oud toen Isaak werd geboren.
Het duurde 25 jaar, voordat de belofte van God werkelijkheid werd. God riep Abraham, toen hij 75 jaar was en gaf hem toen al de belofte, want Hij sprak over zijn nageslacht. Om de zoveel jaar, verscheen de Here weer aan Abraham om hem aan Zijn belofte te herinneren. Maar hoe ouder Abraham werd, des te moeilijk was het om de belofte van God te geloven. Zelfs Sara probeerde een handje te helpen, maar God had geen hulp nodig.
In de tussentijd bleef Abraham trouw aan de Here. Hij ging niet klagen en jammeren, nee, hij hield zich aan de inzettingen van God en bleef Hem trouw.
Wat zou er zijn gebeurd als Sara zich er niet mee had bemoeid? Hoe zou dit verhaal en de huidige situatie in het midden-oosten er dan uitzien?
Laten wij kijken naar de les die wij uit dit verhaal kunnen leren. Namelijk: wacht op de belofte van God, geloof in Hem en ga God niet zelf een handje helpen.
Blijf wachten totdat de belofte werkelijkheid wordt
Misschien heb jij ook een belofte van God ontvangen, maar zie je nog niets in jouw leven gebeuren. Leer van dit verhaal en leer te wachten.
Wat doe je in de tussentijd? Bouw jezelf op in je allerheiligst geloof. Houd vast aan God en Zijn belofte. Ga niet twijfelen, maar blijf trouw aan Hem. Het belangrijkste is, om je er niet mee te bemoeien, ga God géén handje helpen, want dit kan weleens averechts werken.
Neem niet zelf het heft in eigen handen
Ik kan je een voorbeeld geven uit mijn eigen leven, waar God mij ook een belofte gaf. Een paar maanden later gebeurde er iets, waardoor deze belofte serieuze vormen ging aannemen. Ik was erg verheugd. Een tijd later vroeg de Heere mij; “kun je wachten op deze belofte?” waarop ik volmondig antwoordde: “ja!”
Na ongeveer 2 à 3 jaar was er nog niets gebeurd en begon ik een beetje ongeduldig te worden. Ik wilde zo graag, dat die belofte van God nu weleens zou uitkomen. Toen ik deze belofte van God deelde met een mede-gelovige, werd ik aangespoord om zelf actie te ondernemen. Ik luisterde naar dit advies en nam dus zelf actie. Maar dit was géén goeie zet en het was alsof ik door mijn actie álles had verpest. Sterker nog, ik had het verpest. Ik had God voor de voeten gelopen, door zelf het heft in eigen handen te nemen en actie te ondernemen, in plaats dat ik wachtte op Hem en in de tussentijd er alleen maar voor zou bidden. Ik had zo’n spijt!
Maar ja, ik kon het niet meer terugdraaien. Nu wacht ik nog steeds op de belofte. Hoe lang het ook gaat duren; ik heb de tijd. Ik wil maar één ding en dat is, dat Zijn wil zal geschieden in mijn leven.
De grootheid van God openbaart zich juist in zaken, die voor het menselijk oog en in de natuurlijke (zichtbare) wereld onwerkelijk lijken. Kijk maar naar Abraham en Sara, die hoogbejaard waren en waarvoor het onmogelijk was, dat zij nog vruchtbaar zouden zijn. Maar de kracht en grootheid van God openbaarde zich hierin.
Wat voor de mens onmogelijk lijkt, is voor God mogelijk
Wees dus niet gefocust op tijd, maar wacht… Laten wij ons aan God’s belofte vasthouden en trouw blijven aan Hem en in Hem geloven dat Hij het zal doen!
In de volgende blog zal dit onderwerp verder worden behandeld en zal de partnerkeuze besproken worden ‘Wachten… op de juiste partner‘
Mocht je meer artikelen lezen over het onderwerp ‘wachten’? Dan kun je op de volgende links klikken:
‘Wacht op de Heere‘
‘Wachten…‘
‘Wachten totdat de droom werkelijkheid wordt‘
‘Wachten op de terugkomst van Jezus’
‘Wees het zout der aarde’