Wat betekent leven onder de wet volgens de Bijbel? Aangezien er vaak een misopvatting is over het begrip ‘leven onder de wet’ en ‘leven onder de genade’. Er zijn Christenen, die denken dat het opvolgen van de morele geboden van God betekent, dat je onder de wet leeft. En de mens leeft in Christus niet meer onder de wet, maar onder de genade. Maar wanneer leef je onder de wet? Kan een Christen onder de wet leven?
Wat heb je nodig om Gods Woord te begrijpen?
Het is uitermate belangrijk om het Woord te begrijpen. Je kunt nog zoveel (hoofd)kennis hebben van de Bijbel, maar als het verstand ontbreekt, zul je niets aan al die kennis hebben.
Als jij een kind voorleest uit een studieboek voor het hoger onderwijs, dan zal het kind de woorden horen, maar er niets van begrijpen. Dat geldt ook voor de Bijbel.
Daarom is de wedergeboorte noodzakelijk en is de Heilige Geest nodig, om het Woord te begrijpen en je te onderwijzen in het Woord.
Het begrip ‘niet meer leven onder de wet’, wordt vaak door Christenen gebruikt, om hen te ontheffen van de morele geboden van God en de werken van het vlees te kunnen bijven doen en dus te kunnen blijven zondigen.
Maar zolang er woorden en begrippen uit de Bijbel worden aangehaald en gebruikt worden om de werken van het vlees (de zonde) te rechtvaardigen en te kunnen blijven doen, bewijst dit, dat de mens niet wedergeboren is en het verstand ontbreekt en hierdoor Gods Koninkrijk niet gezien nog begrepen wordt. (Lees ook: Waarom verkondigen Christenen geen duidelijke boodschap?).
Wat betekent de genade van God voor de mens?
De genade van God is niet gekomen, zodat mensen kunnen blijven wandelen in ongehoorzaamheid aan God naar de wil, lusten en begeerten van het vlees (zondige vlees) in onreinheid, hebzucht, zelfzucht, en kunnen leven in wetteloosheid (in zonde) zonder daarvoor gestraft te worden.
De genade van God betekent niet, dat je kunt leven als de wereld (de duisternis) in zonde en het loon van de rechtvaardige zal ontvangen (o.a. Romeinen 6:20-23).
Maar de genade van God is een kado van God aan de mensen om verlost te worden van de macht van de zonde en de dood, zodat de zonde en de dood geen heerschappij meer over de mens voert.
Laten wij kijken naar de twee geestelijke wetten, die regeren in de twee geestelijke koninkrijken; Het Koninkrijk van het Licht (Koninkrijk der hemelen, waar Jezus Koning is en regeert) en het koninkrijk van de duisternis (koninkrijk van de wereld, waar de duivel de overste van is en regeert).
De mens wordt verwekt uit corrupt zaad en in een gevallen staat als zondaar geboren
Adam en Eva waren volmaakt geschapen en leefden in gemeenschap met God. Zij waren geestelijk verbonden met elkaar tot aan de val van de mens.
Door de gehoorzaamheid van de mens aan de duivel en de ongehoorzaamheid van de mens aan God werd het zaad van de mens (Adam) corrupt.
Elk mens, dat geboren zou worden uit het corrupte zaad van Adam, zou in een corrupte staat (een gevallen staat) onder heerschappij van de duivel en de dood geboren worden.
Ieder mens, dat uit het zaad van de mens is geboren, bezit de zondige natuur van de duivel, die hoogmoedig en rebels is en zich verheft boven God en zich verzet tegen de woorden, geboden en inzettingen van God en Zijn Koninkrijk.
De gevallen mens leeft in zonde onder heerschappij van de dood
Aangezien de dood regeert in de gevallen mens, draagt de gevallen mens de vrucht van de dood; de zonde, tijdens het leven op aarde.
En omdat de mens leeft in zonde onder heerschappij van de dood, zal de mens, wanneer hij zijn ogen sluit terugkeren naar zijn meester, die hij heeft gehoorzaamd tijdens zijn leven, de overste van het rijk van de dood (de hel, Hades).
Een zondaar (gevallen mens) leeft onder de wet van de zonde en de dood en is een slaaf van de zonde en de dood
De wet van de zonde en de dood regeert dus in elk mens, die in het vlees is geboren. Elk mens leeft onder deze wet, die regeert in het vlees van de gevallen mens en is een slaaf van de zonde en de dood. Niemand wordt onder een andere (geestelijke) wet geboren (o.a. Psalm 51:5, Romeinen 3:10-12, 5:17-19, 7:23, 8:2).
De zonde en de dood, die regeren in het vlees, voerden vanaf de val van de mens heerschappij over de mens. Maar de mens bezat wel een geweten met de kennis van goed en kwaad. Voor de val bezat de mens enkel kennis van goed, maar na het eten van de vrucht van de boom der kennis van goed en kwaad en de val van de mens, bezat de mens kennis van goed en kwaad, net als God, zijn Schepper (Genesis 3:22).
Een zondaar heeft altijd de mogelijkheid om een keuze te maken om iets wel of niet te doen. Want alhoewel de zondaar in een verdorven staat onder heerschappij van de duivel wordt geboren en tot het ontaard geslacht behoord, is uiteindelijk God nog altijd zijn Schepper en niemand anders. (Lees ook: De strijd en zwakheid van de oude mens).
De duivel en de gevallen mens kunnen de plaats van de Schepper proberen in te nemen, maar het zal hen niet lukken.
Uiteindelijk zal iedereen op de Dag van het Oordeel terugkeren naar de enige Schepper van de mens, en de hemel en de aarde en al wat daarin is, en voor Zijn troon der gerechtigheid staan, om het loon van zijn woorden en werken op aarde in ontvangst te nemen, hetzij ten leven hetzij ten dode.
God koos een volk uit en sloot een verbond
God koos Abraham uit om een verbond mee op te richten. Hij sloot Zijn verbond met Abraham en zijn zaad met als teken daarvan de besnijdenis in het vlees. De besnijdenis in het vlees was een teken, dat zij God toebehoorden en dat Hij hun God was en zij in een verbond met God leefden.
God was met Abraham, zijn zoon Isaak en Jacob (Israël).
Een ieder, die geboren werd uit het zaad van Abraham, Isaak en Jacob, werd geboren in dit verbond.
En de zaaddragers (van dit verbond) werden besneden in het vlees op de achtste dag overeenkomstig het woord van de Heere. (Lees ook: Wat betekent de besnijdenis in het Nieuwe Verbond?).
Alhoewel zij werden geboren in dit verbond, werden zij nog steeds in een gevallen staat geboren en leefden onder de zonde; onder de wet van de zonde en de dood, die regeerde in hun vlees.
Maar omdat zij geboren waren uit het zaad van de besnedenen, werden zij in dit verbond met God geboren, en behoorden zij God toe en werden zij gescheiden van al de andere heidense volken.
De wet van Mozes werd pas 430 jaar later ingevoerd en maakte pas 430 jaar later onderdeel uit van dit verbond.
De wet van Mozes was bedoeld voor de gevallen mens met de zondige natuur, die tot het huis Israëls behoorde
Na de verlossing van de kinderen van Israël van de heerschappij van Farao en de bevrijding uit hun slavernij, leidde God hen door de woestijn naar het beloofde land. Onderweg naar het beloofde land, maakte God Zijn natuur, wil en Koninkrijk bekend door het geven van Zijn Wet aan Mozes. De wet van Mozes kwam voort vanuit Gods Wet, die regeert in het universum, maar ‘aangepast’ was voor de gevallen mens. (Lees ook: Waarom zei God, Gij zult . En Jezus, Gij zult…?).
De wet van de zonde en de dood was dus al in werking in het vlees, voordat God Zijn wet aan Mozes gaf en voordat Zijn wet voor de gevallen mens in werking werd gesteld door Mozes, de vertegenwoordiger van God, en Aaron, de hogepriester, en Mirjam, de profetes.
De wet van Mozes had als doel, om Gods volk dat in ongerechtigheid was geboren (net als alle andere heidenen, die in ongerechtigheid waren geboren), af te scheiden van de heidense volken en heilig te doen wandelen als kinderen van God in de wil van God, en God en Zijn gerechtigheid en heiligheid te vertegenwoordigen door het houden van de wet en te wandelen in Zijn geboden.
Waarom was de wet van Mozes zwak?
De wet was zwak, in die zin, dat de wet niets kon doen aan de (geestelijke) gevallen staat van de mens, die door het corrupte zaad ziek was en gescheiden was van God. Niemand kon door het houden van de wet met al zijn geboden, inzettingen, rituelen, feestdagen en offers, daar een verandering in brengen en gerechtvaardigd worden.
De wet openbaarde de zonde aan de vleselijke mens door de gerechtigheid van de wet. En door het houden van de Wet van Mozes kon de mens door zijn gehoorzaamheid zijn liefde betonen aan God en rechtvaardig wandelen in de wil van God.
Door het houden van de offerwetten werd er (tijdelijke) verzoening voor de zonde en ongerechtigheden van de gevallen mens, die geboren was uit het zaad van Israël en besneden was in het vlees. Waardoor God gemeenschap met Zijn volk kon hebben.
De kinderen van Israël leefden onder de wet van Mozes (Thora)
Alleen degenen, die tot het huis Israëls behoorden, door de geboorte uit het zaad van Jakob (Israël) of door het vreemdelingschap (en de besnijdenis en het houden van de wet van Mozes), leefden (en leven) in het verbond met God onder de wet van Mozes.
De wet van Mozes was een tuchtmeester en hield Gods volk in bewaring, tot aan de komst van de belofte van God, namelijk de komst van Zijn Zoon Jezus de Christus de eeuwige Redder (en Verlosser van de zondige natuur en de macht van de duivel en de duisternis), Koning en Hogepriester voor de mens.
Ieder mens wordt onder de wet geboren en heeft verlossing nodig
Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; er is niemand, die verstandig is, er is niemand die God zoekt. Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut (nutteloos) geworden; er is niemand, die goed doet, er is ook niet tot één toe (Romeinen 3:9-12 sv)
Ieder mens leeft onder de wet van de zonde en de dood, die regeert in het vlees, ook het huis Israëls. Want alhoewel de kinderen van Israël door de natuurlijke geboorte en de besnijdenis in het vlees tot Gods heilige verbondsvolk behoren, werd (en wordt) niemand van hen in gerechtigheid geboren.
Zij zijn in een gevallen staat in het verbond onder de wet van Mozes geboren. En deze wet, die bedoeld was voor de vleselijke mens, die in een gevallen staat vanuit de zondige natuur leeft, hield hen in bewaring tot aan de komst van Jezus de Christus, de Redder en Verlosser.
Maar iedereen heeft redding en verlossing nodig, inclusief de kinderen van Israël. En door het geloof en de wedergeboorte in Christus kan iedereen gered en verlost worden van de wet van de zonde en de dood, die regeert in het vlees.
Dat is de genade van God, dat God Zijn Zoon heeft gegeven om onze zonden en ongerechtigheden op Zich te nemen en de straf die op de zonde staat, de dood, te dragen en de hel is ingegaan, om voor ons het verbond tussen de mens en de dood en het verdrag met de hel te verbreken, zodat wij door Hem en in Hem in vrijheid kunnen leven.
Kan een Christen leven onder de wet?
Hebben Christenen onder de wet geleefd? En kan een Christen onder de wet leven? Als hiermee de wet van Mozes wordt bedoeld, dan is het antwoord, nee.
Heidenen, die zich hebben bekeerd en door de geestelijke wedergeboorte in Christus een Christen (een kind van God) zijn geworden, kunnen niet zeggen dat zij niet meer onder de wet leven, aangezien zij niet door de natuurlijke geboorte tot Gods verbondsvolk hebben behoord en voor hun bekering nooit onder de wet van Mozes hebben geleefd.
Alleen diegenen, die tot het huis Israëls behoren en door het geloof in Jezus en de geestelijke wedergeboorte Christen zijn geworden kunnen zeggen, dat zij niet meer onder de wet van Mozes leven.
Maar een Christen kan natuurlijk het geloof in Christus verlaten en de genade van God verwerpen, en zich ontkleden van zijn nieuwe staat en zich onderwerpen en laten leiden door de armelijke wereldgeesten en zich bekeren tot het Jodendom en terugkeren naar het Oude Verbond en zich laten besnijden in het vlees en niet alleen de offerwetten, spijswetten, feestdagen, etc. weer invoeren en onderhouden en zich daarop beroepen, maar ook de strafwetten (inclusief de doodstraf), aangezien die ook onderdeel waren van de wet van Mozes. (Lees ook: Terug naar het Oude Verbond?).
Maar dit is waanzin! De mensen die dit doen zijn dwaas en zijn niet wedergeboren en hebben de Geest van de levende God niet in zich. Want hoe kun je Gods offer van Zijn geliefde Zoon, Jezus Christus en Zijn erfdeel, de Heilige Geest, inruilen voor de wet van Mozes, die bedoeld was voor het zondige vlees van de gevallen mens en niet levend maakt en de mens niet geneest en rechtvaardigt, maar enkel de zonde openbaart en de mens in bewaring houdt (door het houden van de wet (o.a. Galaten 3:19-22)).
Een Christen leeft niet meer onder de wet van de zonde en de dood, maar onder de genade
Want toen gij slaven waart der zonde, waart gij vrij van de gerechtigheid. Wat voor vrucht had gij toen? Dingen, waarover gij u nu schaamt; immers, het einde daarvan is de dood. Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven. Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heere (Romeinen 6:20-23)
Zo is er dan nu geen verdoemenis (veroordeling) voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods (Romeinen 8:1-2)
Ook kan een Christen niet onder de wet van de zonde en de dood leven. Aangezien een Christen in Christus wedergeboren is en een nieuwe schepping is geworden en door de genade van God onder de genade leeft.
Een Christen heeft met de doop in Christus het zondige vlees, waarin de wet van de zonde en de dood regeert, afgelegd.
Door de doop met de Heilige Geest regeert er een nieuwe wet in de nieuwe mens, namelijk de wet van de Geest des levens.
De oude mens, die vleselijk is, wordt geregeerd door de wet van de zonde en de dood (de zondige natuur).
Maar de nieuwe mens, die geestelijk is, wordt geregeerd door de wet van de Geest des levens in Christus Jezus. (Gods natuur).
Dus als iemand zegt, dat hij of zij een nieuwe schepping is geworden en vrijgemaakt is in Christus, maar nog steeds de vrucht van de dood (die regeert in de gevallen mens), de zonde draagt en in zonde leeft en volhardt, dan is deze persoon niet vrijgemaakt van de wet (van de zonde en de dood) en behoort God niet toe en leeft niet in gemeenschap met Hem. Maar de persoon is nog de oude schepping, die de duivel toebehoort en leeft onder de wet van de zonde en de dood als slaaf van de zonde en de dood (o.a. Romeinen 6 en 8, 1 Johannes 3).
De zonen van God dragen de vrucht van de Geest en de gerechtigheid
Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Heere; wandelt als kinderen des lichts, -want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid-, en toetst wat de Heere welbehagelijk is (Efeziërs 5:8-10)
Als jij een nieuwe schepping bent geworden en Gods natuur hebt ontvangen, dan zul jij niet in rebellie naar God toe in wetteloosheid blijven leven en wandelen naar het vlees (overeenkomstig de zondige natuur) en blijven volharden in zonde. Maar jij zult de duisternis en de werken van de duisternis (de zonde) haten, net als God, en deze wegdoen uit jouw leven en aan anderen de waarheid van het evangelie van Jezus Christus verkondigen en hen oproepen tot bekering.
God heeft aan al Zijn zonen (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen), die door het bloed van Jezus heilig en rechtvaardig zijn geworden, de macht gegeven om samen met Christus als koning te regeren over de zonde, de dood, en de gehele legermacht van de duisternis.
Als jij werkelijk leeft onder de genade, dan zullen de zonde en de dood geen heerschappij meer over jou voeren en zul je niet wandelen overeenkomstig de zondige natuur en leven in zonde.
Maar jij zult leven overeenkomstig de Wet van de Geest des levens in Christus Jezus en in gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord wandelen in gerechtigheid en de vrucht van de Geest en de gerechtigheid dragen (o.a. Romeinen 6, 8, Galaten 5:22-25, Efeziërs 5:9-10).
Jouw woorden en werken bepalen of jij onder de wet of onder de genade leeft.
‘Wees het zout der aarde’
