De opstanding van Jezus uit de dood was het bewijs dat het offer van Jezus en Zijn kostbare bloed door God was aanvaard en het verlossingswerk voor de gevallen mens was volbracht op aarde. Maar wat betekent de opstanding van Jezus voor de mensheid? Wat betekent de doop in Christus Zijn dood en Zijn opstanding? Wat betekent het opstandingsleven in Christus?
Jezus was zowel de Eerstgeborene van de nieuwe schepping als de Eerstgeborene uit de doden
En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk (Openbaring 1:17-18)
Jezus was de Eerstgeborene van de nieuwe schepping, die in gehoorzaamheid aan de Vader naar de Geest wandelde en Zijn Koninkrijk verkondigde en bracht op aarde.
Toen Zijn tijd was aangebroken, gaf Jezus Zijn leven voor de gevallen mens, de zondaar.
Jezus werd omwille van de ongehoorzaamheid, de overtredingen en de ongerechtigheden van de gevallen mens gegeseld en gekruisigd en droeg de zonde van de wereld, die de Vader op Hem had gelegd, waardoor Jezus rechtmatig in het dodenrijk terechtkwam (Lees ook: Wat is de ware betekenis van het kruis? (o.a. Jesaja 53, Mattheüs 27, Marcus 15, Lucas 23, Johannes 19)).
Maar de dood was niet sterk genoeg om Jezus in zijn koninkrijk (het dodenrijk) te houden.
Jezus versloeg de dood en stond na drie dagen als Overwinnaar en Eerstgeborene (uit de doden) op uit de dood met de sleutels van de dood en het dodenrijk (o.a. Handelingen 3:15; 13:28-31; 26:23, Romeinen 1:1-4; 6:9, 8:29, Efeziërs 1:20, Kolossenzen 1:12-18, 2 Timotheüs 2:8, Hebreeën 11:19; 12:22-24; 13:20, 1 Petrus 1:21 (Lees ook: Wat deed Jezus in de hel?)).
Jezus had de plaats van de gevallen mens ingenomen, zodat in Hem de nieuwe schepping geschapen kon worden.
Het kostbare bloed van Jezus, dat vloeide op de geselplaats en aan het kruis, bracht verzoening voor de zonde van de mens en herstelde de (gevallen) staat en de (gevallen) positie van de mens en verzoende de mens met God, zodat de mens weer een relatie met God zou kunnen hebben en als zoon van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) zou leven op aarde.
In de doop sterft de oude mens in Christus en staat de nieuwe mens in Christus op uit de dood
Want ook Christus is eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de Geest, in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten , in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen gered werden. Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus, die aan de rechterhand Gods is, naar de hemel gegaan, terwijl engelen en machten en krachten Hem onderworpen zijn (1 Petrus 3:18-22).
Een ieder, die het evangelie van Jezus Christus hoort en gelooft dat Jezus Christus de Zoon van God is en in het vlees is gekomen en gelooft in Zijn verlossingswerk; Zijn sterven aan het kruis (om onze zonden) en de opstanding uit de dood (voor onze rechtvaardiging), en door de overtuiging van zonde zich bekeert en laat dopen, waardoor de persoon zich identificeert met het sterven en de opstanding van Christus, en vervuld wordt met de Heilige Geest, die zal gered zijn.
De waterdoop is het graf voor de oude mens en betekent de dood voor het vlees. De oude mens sterft in Christus en de nieuwe mens staat in Christus op uit de dood (Lees ook: Wat is de ware betekenis van de waterdoop?).
Maar daar houdt het niet op, daar begint pas jouw nieuwe leven en de wedloop van het geloof, dat vele moeilijkheden, weerstand, hindernissen en obstakels kent en waar jouw geloof, liefde, geduld en volharding op de proef wordt gesteld.
De nieuwe mens is levendgemaakt door de Geest en wandelt in het opstandingsleven
Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen (Romeinen 6:4)
God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om Zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden-, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar (Zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus (Efeziërs 2:4-7)
Als jij gelooft en gedoopt bent in water en de Heilige Geest hebt ontvangen, dan ben je een nieuwe schepping oftewel een zoon van God (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) geworden en zul jij in nieuwheid des levens in het opstandingsleven wandelen.
Elke zoon van God is in Christus gedoopt en is gerechtvaardigd in Christus en met Christus bekleed, waarbij er geen onderscheid is tussen Jood en Griek, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf of vrije, mannelijk en vrouwelijk, maar alles en in allen is Christus (o.a. Romeinen 4:24-25, Galaten 3:25-28, Kolossenzen 3:11)
Jouw geest, die onder heerschappij van de dood was, is levend gemaakt door de kracht van de Heilige Geest.
De duivel en de dood voeren geen heerschappij meer over jou, omdat jouw vlees, waarin de dood en de zonde regeren, is gestorven in Christus.
Jij bent niet meer een zondaar, een zoon van de duivel. Jij bent geen slaaf meer van de zonde en de dood en zal daardoor de zonde niet meer dienen en onder veroordeling leven, aangezien jouw vlees in Christus is begraven in de doop.
Doordat jouw vlees is gestorven in Christus en dus niet meer leeft, voert de wet van de zonde en de dood geen heerschappij meer over jou en zul jij niet meer naar het vlees wandelen in zonde.
De wet van de Geest des levens regeert in de nieuwe mens
Want door de opstanding van jouw geest uit de dood regeert de wet van de Geest des levens in jou, waardoor jij naar de Geest zal wandelen in gerechtigheid (o.a. Romeinen 8:1-4).
Jij bent gerechtvaardigd en een heilige in Christus geworden, waardoor jij niet meer zal leven als zondaar, als slaaf van de zonde en slachtoffer van de duivel en de dood.
Jouw natuur is veranderd. Jij hebt deel gekregen aan de Goddelijke natuur, waardoor jij niet meer aangestuurd zal worden vanuit de wil, lusten en begeerten van het zondige vlees en de werken van het zondige vlees zal doen, maar aangestuurd zal worden door de wil van de Heilige Geest, die de wil van Jezus is, die de wil van de Vader is.
Jij leeft niet meer, maar Christus leeft in jou, waardoor jij niet meer jezelf zal zoeken en jouw wil zal doen en de Heere zal dienen omwille van zelfzuchtige redenen en eigen gewin, maar jij zal de wil van God zoeken, die geopenbaard is door Zijn Woord en Zijn Heilige Geest, en Zijn wil doen en Zijn Koninkrijk verkondigen en vestigen op aarde.
Als jij wandelt in het opstandingsleven, dan wandel je met God en doe je wat het Woord zegt en bewaar je de geboden van Jezus en wandel je in rechtvaardigheid in de wil van God.
In de kracht van de Heilige Geest, zul jij de oude mens afleggen en de nieuwe mens aandoen en weerstand bieden tegen de zonde en regeren over de zonde, in plaats dat de zonde regeert over jou.
Maar zolang jij jouw eigen weg blijft gaan en de werken van het vlees blijft doen en weigert om je te bekeren en het Woord te gehoorzamen, ben je niet wedergeboren in Christus en ben je nog geen nieuwe schepping geworden, die wandelt naar de Geest in het opstandingsleven, maar ben je nog steeds de oude mens met zijn zondige natuur, die hoogmoedig en rebels is naar God en zijn eigen gang gaat en zijn eigen regels maakt en zich daardoor verheft boven God en Zijn Woord.
De duivel komt als een engel des lichts met zijn vrome leugens, die altijd het Woord tegenspreken en uiteindelijk leiden tot de dood. En veel Christenen geloven nog steeds zijn leugens boven de waarheid van God.
Ondanks de waarschuwingen van God, blijven mensen geloven in de woorden van de duivel
Ondanks de openbaringen en de waarschuwingen van God in Zijn Woord, blijven veel mensen de duivel boven God geloven. Het maakt niet uit, hoe vaak het Woord de mens waarschuwt en de ware natuur en werken van de duivel en zijn zonen openbaart, de mens wil niet luisteren naar de waarheid van God, maar luistert naar de woorden van de duivel en gelooft zijn leugens. Waarom? Omdat zij nog steeds vleselijk zijn en de duivel en de wereld toebehoren en van (de werken van) de duisternis houden in plaats van (de werken van) het Licht.
Ik weet, dat gij Abrahams nageslacht zijt; maar gij tracht Mij te doden, omdat Mijn woord bij u geen plaats vindt. Wat Ik gezien heb bij de Vader, spreek Ik; zo doet ook gij, wat gij van uw vader gehoord hebt (Johannes 8:37-38)
Jezus zeide tot hen: Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij Mijn woord niet kunt horen. Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreek, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.
Maar omdat Ik u de waarheid zeg – Mij gelooft gij niet. Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet? Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt (Johannes 8:42-47)
Jezus zei tot de Joden, dat zij Jezus niet liefhadden, omdat God niet hun Vader was. Zij begrepen niet wat Hij zei, omdat zij Zijn woorden, die van God afkomstig waren, niet konden horen.
Zij waren niet uit God en hadden God niet als Vader, maar zij waren uit de duivel en hadden de duivel als vader en luisterden, geloofden en gehoorzaamden zijn woorden (zijn leugens) en wilden de begeerten van hun vader doen. En deze waarheid geldt nog steeds.
Veel mensen, die zeggen Christen te zijn, geloven niet meer in het Woord van God. Zij luisteren en gehoorzamen niet meer de woorden van God, maar zij luisteren wél naar de woorden van de duivel, die de woorden van God tegenspreken.
Volgens de woorden van Jezus bewijst dit, dat zij de oude schepping zijn, die de duivel als vader hebben en hem toebehoren en zijn natuur hebben en daarom ook zijn woorden geloven en gehoorzamen en zijn werken doen en hem dienen (Lees ook: Leringen van duivelen doden de kerk).
Wat zegt de Bijbel over iemand, die niet wandelt naar de wil van de Geest en de gerechtigheid doet, maar wandelt naar de wil van het vlees en de zonde doet?
Wij zijn Abrahams nageslacht (zaad) en zijn nooit iemands slaven geweest; hoe zegt Gij dan: gij zult vrij worden? Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde. En de slaaf blijft niet eeuwig in het huis, de zoon blijft er eeuwig. Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn (Johannes 8:33-36)
Derhalve broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt zult gij leven. Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods (Romeinen 8:12-14)
Wat zegt de Bijbel over iemand, die niet wandelt naar de wil van de Geest en de gerechtigheid doet, maar blijft wandelen naar de wil van het vlees in zonde? Getuigen de werken van de persoon, dat de persoon God toebehoort of dat de persoon de duivel toebehoort?
Jezus zegt, dat een ieder, die de zonde doet een slaaf van de zonde is en dus nog niet is vrijgemaakt van de zonde. Want als de Zoon iemand heeft vrijgemaakt, dan is die persoon waarlijk vrij en niet meer gebonden door het vlees aan de zonde en de dood.
Een ieder, die blijft volharden in zonde, wandelt naar het vlees en is nog steeds een slaaf van de zonde.
De persoon kan zeggen wat hij of zij wil, en met allerlei argumenten komen en Bijbelteksten aanhalen en gebruiken voor hun vlees om hun zondige werken en gedrag te vergoelijken, maar hun zondige werken en gedrag bewijzen, dat de persoon niet wedergeboren is en zijn vlees nog niet heeft afgelegd in Christus, maar dat de persoon nog steeds de oude mens oftewel de oude schepping is, die wandelt naar de wil, lusten en begeerten van het zondige vlees.
Diegenen, die in Christus zijn opgewekt en in het opstandingsleven hebben gewandeld, die zullen het eeuwige leven beërven
Zo wordt gij met alle kracht bekrachtigd naar de macht Zijner heerlijkheid tot alle volharding en geduld, en dankt gij met blijdschap de Vader, die u toebereid heeft voor het erfdeel der heiligen in het licht. Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden (Kolossen 1:11-14)
Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe. Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. En indien de Geest van Hem, die Jezus uit de doden heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij, die Christus Jezus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, die in u woont (Romeinen 8:9-11)
Maar nu, Christus is opgewekt uit de doden, als Eersteling van hen, die ontslapen zijn. Want, dewijl de dood er is door een mens, is ook de opstanding der doden door een mens. Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden (1 Korintiërs 15;2-22)
Diegenen, die geloven en hun eigen leven vrijwillig hebben afgelegd in dit leven op aarde en gestorven en opgestaan zijn in Christus, zijn van de dood het leven ingegaan.
Door de wedergeboorte in Christus zijn zij verlost van de macht van de duisternis; de macht van de duivel en de dood, en gerechtvaardigd en verzoend met God. Zij zijn levend geworden voor God en behoren de dood niet meer toe maar het Leven.
Zij zijn zonen van God geworden in wie de Heilige Geest woont en zij zullen naar de wil van de Geest leven in gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord.
Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven (Johannes 11:25-26)
En als zij trouw blijven aan Jezus en Zijn geboden onderhouden en wandelen als zonen van God in het opstandingsleven en volharden en de wedloop volbrengen en het geloof behouden en in Christus ontslapen, dan zullen zij opstaan in Christus.
En omdat zij in het Boek des levens van het Lam staan geschreven, zullen zij het eeuwige leven beërven en de poorten van de (nieuwe) heilige stad Jeruzalem op de nieuwe aarde binnengaan (o.a. Mattheüs 24:13, Johannes 14:19-24, Openbaring 21)
In tegenstelling tot diegenen, die de oude schepping zijn gebleven en de woorden van de duivel boven de woorden van God hebben geloofd en hebben gewandeld naar het vlees in zijn wil en de vrucht van de dood, de zonde, hebben gedragen (Lees ook: Wat is de wil van God en wat is de wil van de duivel?).
Zij zullen na het sterven op aarde en de opstanding uit de dood naar dezelfde bestemming gaan als hun vader, naar wie zij hun hele leven lang hebben geluisterd en wie zij hebben geloofd en wiens begeerte zij hebben gedaan en daarom zullen zij geworpen worden in de poel des vuurs en de tweede dood ondergaan.
‘Wees het zout der aarde’