Johannes getuigde van Jezus Christus, en zei, Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is vóór mij geweest, want Hij was eer dan ik. Immers uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vader is, die heeft Hem doen kennen (Johannes 1:15-17). Wat betekent de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen?
God zond Mozes om Zijn volk te verlossen uit de macht van Farao
Voorts sprak God tot Mozes en zeide tot hem: Ik ben de Heere. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met Mijn Naam Heere (JEHOVAH) ben Ik hun niet bekend geweest. Niet alleen heb Ik Mijn verbond met hen opgericht om hun het land Kanaän te geven, het land hunner vreemdelingenschap, waar zij als vreemdelingen vertoefd hebben; maar ook heb Ik de klacht der Israëlieten gehoord, die door de Egyptenaren tot slaven gemaakt zijn, en Ik heb gedacht aan Mijn verbond (Exodus 6:1-4)
God had een verbond gemaakt met Abraham en zijn Zaad. En als teken van dit verbond, had God de besnijdenis ingesteld.
De besnijdenis in het vlees vond plaats op de achtste dag en was een teken van het verbond tussen God en Abraham en zijn Zaad (Lees ook: De besnijdenis in het Nieuwe Verbond).
God was met Abraham en met de zoon van de belofte Isaak, en met zijn zoon Jakob oftewel Israël, uit wiens zaad 12 zonen werden geboren.
De twaalf zonen van Jakob (Israël) werden de 12 stammen van Israël: Ruben, Simeon, Levi, Juda, Zebulon, Issachar, Dan, Gad, Aser, Naftali, Jozef en Benjamin.
Uit de 12 stammen van Israël koos God de stam Levi, waaruit de verlosser en middelaar van Israël zou komen.
Deze verlosser zou het huis Israëls, dat in gevangenschap, in slavernij leefde onder de heerschappij van Farao, verlossen. De verlosser, die God uitkoos en aanstelde was Mozes.
Mozes vertegenwoordigde God en was aangesteld als middelaar tussen God en Zijn volk. God verloste Zijn volk door Mozes en deed grote tekenen en wonderen door de handen van Mozes.
God betoonde Zijn almacht door de tekenen en wonderen
De kinderen van Israël waren getuigen van de tekenen; de plagen, die God (Jehovah) over Egypte deed komen. Zij waren getuigen van Zijn verlossing, bescherming en al de wonderen, die God verrichtte door de handen van Mozes.
Zo maakte God voor de kinderen van Israël een weg door de Rode zee en deed hun vijand (het leger van Farao) verdrinken in het midden van de Rode zee. God leidde Zijn volk met de vuurkolom en de wolk. Hij maakte het bittere water zoet. Hij deed Manna uit de hemel regenen (brood uit de hemel) en deed water uit de rots komen. Ook versloeg God de Amalekieten.
Door al deze tekenen en wonderen had God Zich betoond als hun Heere (Jehovah), de Almachtige God en Schepper van de hemel en de aarde, hun Verlosser, Heelmeester, Herder, Voorziener, Rechter, Strijder en Beschermer.
Al de tekenen, die God in Egypte had gedaan voor de ogen van Farao, de inwoners van Egypte, en de kinderen van Israël, en al de wonderen, die God voor de ogen van de kinderen van Israël had verricht tijdens de uittocht en hun verblijf in de woestijn, getuigden van wie God was (en nog steeds is).
Maar God gaf uit liefde voor Zijn volk nog meer, om zichzelf te betonen en Zijn volk te onderscheiden van alle andere volken en als Zijn kinderen te doen wandelen op aarde.
De wet is door Mozes gegeven vanuit God
Nadat God Zijn almacht had betoond door de tekenen (plagen), en de verlossing van de kinderen van Israël uit de macht van Farao, en de wonderen in de woestijn, openbaarde God Zich door Zijn Woord.
God maakte Zijn hart, Zijn wil en natuur bekend aan Zijn volk. Dit deed God door Zijn woorden en het geven van de wet aan Mozes.
Alhoewel de wet niet bij machte was om de gevallen staat van de kinderen van Israël te herstellen (genezen), hun zonde te vergeven en hen te rechtvaardigen, en te verzoenen met God, werd door de gehoorzaamheid aan de wet wél hun zonde (tijdelijk) verzoend, door de offers en het bloed van dieren, en werden zij geheiligd (apart gezet van de andere volken en toegewijd aan God).
Door het houden van Gods geboden, wandelden zij rechtvaardig voor de Heere, terwijl zij nog steeds de oude schepping; de gevallen mens waren, die vleselijk (ongeestelijk) is. (o.a. Exodus 13:9-10, Deuteronomium 4; 28:9-14, Handelingen 13:39, Romeinen 7:12).
Door het gehoorzamen van de stem van God en het onderhouden van Zijn geboden en Zijn verbond zouden de kinderen van Israël Gods eigendom zijn. Zij zouden een priesterlijk koninkrijk en een heilig volk zijn (Exodus 19:4-6 (Lees ook: Leven Christenen als een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie en een volk Gode ten eigendom?)).
En zo gaf God aan Mozes, de middelaar van het Oude Verbond, de wet, waarin Zijn geboden, leefregels, instellingen, feesten en (offer, voedsel, reinigings) wetten stonden, en werd het Levitische priesterschap ingesteld, dat bedoeld was voor de oude mens (gevallen mens), die vleselijk is en behoorde tot het huis van Israël.
God betoonde Zich door de wet van Mozes
God schreef met Zijn vinger de Tien Geboden op twee stenen tafelen. De Tien Geboden maakten de wil van God bekend aan Zijn volk. Hierdoor kon nooit iemand zeggen, dat hij of zij het niet wist. (Lees ook: Waarom schreef God de wet op stenen tafelen?).
God had zich betoond door de wet van Mozes. Deze wet, die van God afkomstig was, werd door Mozes aan de kinderen van Israël gegeven en gaf kennis van goed en kwaad. De wet van Mozes openbaarde de zonde door de gerechtigheid van God en rekende af met de zonde.
De wet; het geschreven woord van God was een tuchtmeester, die Gods uitgekozen volk, door gehoorzaamheid aan de wet, in bewaring hield.
Het geschreven woord van God was van kracht tot aan de komst van de Messias; het levende Woord van God.
De komst van de Messias
Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid; in brandoffers en zondoffers hebt Gij geen welbehagen gehad. Toen zeide Ik: zie, hier ben Ik – in de boekrol staat van Mij geschreven – om Uw wil, o God, te doen.
In de aanhef zegt Hij: Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers, hebt Gij niet gewild, noch daarin een welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden. (Doch) daarna heeft Hij gezegd: Zie, hier ben Ik om Uw wil te doen. Hij heft het eerste op, om het tweede te laten gelden. Krachtens die wil zijn wij eens en voor altijd geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus (Hebreeën 10:5-10)
De Messias, die God had beloofd om naar de aarde te zenden, na de zondeval, was (en is nog steeds) Zijn Zoon; Jezus Christus.
In het Oude Verbond had God Mozes uitgekozen en aangesteld om de kinderen van Israël te verlossen van de macht van Farao. God zond niet alleen Mozes uit liefde voor Zijn kinderen. Maar God gaf ook uit liefde voor Zijn kinderen de wet; het geschreven woord, aan Mozes. De wet zou Zijn kinderen behoeden voor het kwaad en in bewaring houden, zodat zij behouden zouden blijven. (Lees ook: Gods heeft een plan met jouw leven).
In het Nieuwe Verbond gaf God uit liefde voor de mens Zijn Zoon Jezus Christus. God zond Jezus naar de aarde, om de (gevallen) mens te verlossen van de macht van de duivel en de zonde en de dood, hen te genezen en verzoenen met God en (eeuwig) leven te geven, door het geloof en gehoorzaamheid aan Hem.
Het Woord is vlees geworden
Jezus kwam vanuit de aanwezigheid van Zijn Vader, die in de hemel is, naar de aarde en werd geboren in een menselijk lichaam. Jezus is het Woord dat vlees is geworden.
Hij was de afspiegeling van God en kwam naar de aarde om de wil van God te doen.
Jezus betoonde genade en verkondigde de waarheid van God. Hij maakte Zijn wil en Koninkrijk aan de mensen bekend en maakte hen heel.
Jezus was één met de Vader en sprak enkel de woorden van Zijn Vader (o.a. Johannes 5:30; 14:10).
Zoals Mozes door het geven van de wet (het geschreven woord van God) de wil van de Vader bekendmaakte aan het huis Israëls en God door de handen van Mozes grote tekenen en wonderen deed, zo maakte Jezus (het levende Woord van God) door Zijn woorden en werken (de wil van) de Vader bekend aan het huis Israëls, en verrichtte God door Zijn handen grote tekenen en wonderen.
Toen Filippus Jezus vroeg om de Vader te laten zien, zei Jezus, Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien. (o.a. Johannes 5:30; 14:6-11, Handelingen 10:38).
Jezus wandelde in gehoorzaamheid aan de wil van God
Jezus was geestelijk en wandelde naar de Geest in onderwerping en gehoorzaamheid aan de wil van de Vader. Door Gods wil te doen, vervulde Jezus de wet van God.
Jezus was de Eerstgeborene van de nieuwe schepping (geboren uit water en Geest). Hij was de eerste Zoon van God, die wandelde in de waarheid en het gezag van Zijn Vader en Zijn waarheid en Koninkrijk verkondigde. Door de Heilige Geest maakte Jezus de geestelijke realiteit en Gods Koninkrijk bekend. Hij openbaarde en bracht het Koninkrijk tot de mens (Lees ook: Is de geestelijke wereld fictie of realiteit?).
Door in gehoorzaamheid aan Zijn Vader in goedheid, rechtvaardigheid en waarheid te wandelen naar de Geest, en de waarheid van God te verkondigen, openbaarde Jezus de duisternis en bracht de werken van de duisternis aan het licht.
Jezus spendeerde veel tijd met de Vader en leefde in eenheid met de Vader. Hij was een Getuige van Zijn Vader en Zijn Koninkrijk. En door Zijn gehoorzaamheid aan de Vader ging Jezus de lijdensweg, die leidde naar het kruis en de dood.
Uit liefde voor Zijn Vader en de mens, ging Jezus de weg, die voor zondaren (de gevallen mens) is bedoeld.
Jezus was vol van de Heilige Geest
Jezus, vol van de Heilige Geest, was in staat om die weg te gaan. Door Zijn gehoorzaamheid aan God, bracht Jezus een keerpunt in de geschiedenis van de gevallen mens, die vleselijk is en gevangen zit in een zondig vlees en door de zonde gescheiden leeft van God.
Want door de ongehoorzaamheid van de eerste Adam, zoon van God, wordt iedereen als zondaar geboren en leeft door de zonde gescheiden van God. Maar door de gehoorzaamheid van de laatste Adam, Jezus Christus de Zoon van God, heeft iedereen de mogelijkheid ontvangen, om door de genade en de waarheid van God, door het bloed van Jezus gerechtvaardigd te worden en door de wedergeboorte in Christus hersteld (genezen) te worden en Gods rust binnen te gaan en verzoend te worden met God, en door de Heilige Geest in eenheid met Hem te leven.
Dit kan een mens niet verdienen en kan een mens niet zelf bewerkstelligen. Dit is niet door eigen werken. Maar door de genade van God, door het volmaakte verlossingswerk van de Mens Jezus Christus, de Zoon van God.
De rust van God binnengaan
In het Oude Verbond hield de wet van Mozes Gods volk in bewaring. De werken van de wet leidden tot een rechtvaardige wandel en behoudenis. Maar niemand kon door het onderhouden van de wet van Mozes met al zijn wetten, geboden, rituelen en offers, en dus door zijn eigen werken en de offers, die gebracht werden, verlost worden van de macht van de duisternis, de zonde en de dood en genezen worden van zijn gevallen staat en gerechtvaardigd worden en het Koninkrijk van God binnengaan en verzoend worden met God.
En dat is nog steeds het geval. Alhoewel de wet de wil van God openbaart, leidt de wet niet tot God. Jezus Christus, en het geloof en de wedergeboorte in Hem, leidt tot God.
Want Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Jezus is de opstanding en het leven. En alléén door Jezus Christus en Zijn bloed kan iemand gerechtvaardigd worden en verzoend worden met de Vader en de rust van God binnengaan. (o.a. Johannes 14:6, Romeinen 3; 8, Hebreeën 3,4).
De genade en de waarheid van God door Jezus Christus redt de mens en leidt tot het eeuwige leven
Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, om ons op te voeden, zodat wij, de goddeloosheid en wereldse begeerten verzakende, bezadigd, rechtvaardig en godvruchtig in deze wereld leven, verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus, die Zich voor ons heeft gegeven om vrij te maken van alle ongerechtigheid, en voor Zich te reinigen een eigen volk, volijverig in goede werken (Titus 2:8-11)
Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland (en) God verscheen, heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar Zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest, die Hij rijkelijk over ons heeft uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland, opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn genade, erfgenamen zouden worden overeenkomstig de hoop des eeuwigen levens (Titus 3:4-7)
Daarvan hebt gij tevoren gehoord in de prediking der waarheid, het evangelie, dat tot u gekomen is. Immers, in de gehele wereld draagt het vrucht en wast het op, zoals ook bij u, sedert de dag, dat gij het gehoord hebt en de genade Gods in waarheid hebt leren kennen (Kolossenzen 1:5-6)
Jezus Christus is de Waarheid. Jezus verkondigde Gods waarheid en openbaarde en betoonde Gods genade en Gods liefde voor alle mensen. Door Jezus is de genade van God aan alle mensen verschenen
Alléén door de genade en de waarheid van God door Jezus Christus en het geloof en de wedergeboorte in Hem, kan een mens verlost worden van zijn zondige vlees en de macht van de duisternis en gered worden van de hel en gerechtvaardigd worden en de rust van God ingaan en het eeuwige leven ontvangen.
Door het sterven van het vlees in Christus, verlaat de mens de duisternis en voert de wet van de zonde en de dood geen heerschappij meer over de mens. Aangezien de wet van de zonde en de dood regeert in het (zondige) vlees. (Lees ook: Wat is het geheimenis van de wet?).
De geest van de mens wordt levend gemaakt door de Geest en staat op uit de dood. Hierdoor wordt de mens een nieuwe schepping en gaat het Koninkrijk van God binnen. Vanaf dat moment regeert de wet van de Geest van het leven in de nieuwe mens.
Door de Heilige Geest staan de wetten van God opgeschreven in het hart van de nieuwe mens
Door de verandering van natuur en de inwoning van de Heilige Geest, waardoor de wetten van God staan opgeschreven in het hart van de nieuwe mens (nieuwe schepping), is de nieuwe mens in staat om door het geloof te wandelen naar de Geest in gehoorzaamheid aan God en Zijn Woord, en de wet van God te vervullen (o.a. Romeinen 2:14-16, Hebreeën 8:10-13; 10:15-18).
Alhoewel de nieuwe mens nog steeds werken doet, want geloof zonder werken is dood, komen deze werken niet voort vanuit het vlees (menselijke kennis, wijsheid, vaardigheden en natuurlijke methoden, technieken en middelen), maar vanuit de Geest door het geloof in Jezus Christus; het Woord en Zijn heerschappij en de kracht van de Heilige Geest.
De wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen
Johannes heeft van Hem getuigd en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van wie ik zeide: Die na mij komt, is vóór mij geweest, want Hij was eer dan ik. Immers uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade; want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen (Johannes 1:15-18).
En zo is de wet door Mozes gegeven, maar de genade en waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.
Jezus betoonde genade en openbaarde de waarheid van God en werd de Weg van verlossing tot het eeuwige leven voor een ieder, die gelooft.
De genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen en redt de mens. Maar wat gebeurt er als de mens de genade en de waarheid van God veracht?
Wat gebeurt er als je de genade en de waarheid van God veracht?
Indien iemand de wet van Mozes terzijde heeft gesteld, wordt hij zonder mededogen gedood op het getuigenis van twee of drie personen. Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der genade gesmaad heeft? Want wij weten, wie gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden! En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen. Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God! (Hebreeën 10:28-31)
In het Oude Verbond zorgde de wet van Mozes voor onderscheid tussen diegenen, die God geloofden en liefhadden en daardoor zich onderwierpen aan de woorden van God en de wet gehoorzaamden, en de rebellen, die ageerden tegen de geboden en instellingen van God en door hun ongeloof de woorden van de wet verwierpen. De wet rekende af met degenen, die waren geboren onder de wet en bekend waren met de wet van Mozes, maar de wet verwierpen.
In het Nieuwe Verbond zorgen Jezus en de Heilige Geest voor onderscheid tussen diegenen, die God geloven en liefhebben en de woorden van Jezus gehoorzamen en wandelen in Zijn geboden, en de rebellen, die ageren tegen het Woord en weigeren om zich te onderwerpen aan God en Zijn woorden verwerpen en hun eigen weg gaan en blijven volharden in zonde.
Maar de straf voor de persoon, die opzettelijk blijft zondigen in het Nieuwe Verbond zal vele malen erger zijn, dan voor de persoon, die opzettelijk zondigde in het Oude Verbond.
Wanneer iemand uit het zaad van Israël was geboren en in het Oude Verbond onder de wet leefde en opzettelijk zondigde, dan werd die persoon zonder mededogen (zonder genade) gedood op grond van twee of drie getuigen
Maar wanneer iemand opzettelijk blijft zondigen, nadat diegene tot erkentenis van de waarheid is gekomen, blijft er geen offer meer over, maar een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur, dat de weerspannigen zal verteren.
Door opzettelijk te zondigen heeft de persoon de Zoon van God met voeten getreden en het bloed van het verbond, waardoor de persoon geheiligd was, onrein geacht en de Geest van genade gesmaad. (Lees ook: Hoe kun je de Geest van genade beledigen?) .
Diegenen, die de wet van Mozes verwierpen werden gedood op grond van 2 of 3 getuigen. Maar wie Jezus verwerpen en de genade en de waarheid van God verachten, die zullen sterven tot in eeuwigheid.
‘Wees het zout der aarde’