In het tweede en derde hoofdstuk van het Boek Openbaring sprak Jezus tot Johannes over de zeven gemeenten in Asia en hun werken. Alhoewel de boodschap voor de zeven gemeenten verschilden van elkaar, was er één ding, dat Jezus tegen al de zeven gemeenten zei, namelijk, Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Dit was destijds van toepassing en dit is nog steeds van toepassing op de gemeenten. Maar wordt er in deze tijd nog wel geluisterd naar wat de Geest tot de gemeenten zegt? Hebben Christenen oren om te horen? Spreken voorgangers vanuit de Geest of vanuit zichzelf (het vleselijk denken) en de wereld tot de gemeente?
Johannes leefde in ballingschap op het eiland Patmos
Ik, Johannes, uw broeder en deelgenoot in de verdrukking en in het Koninkrijk en de volharding in Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het woord Gods en het getuigenis van Jezus (Openbaring 1:9 nbg)
Johannes was verbannen omwille van het woord van God en het getuigenis van Jezus Christus en leefde in ballingschap op het eiland Patmos.
Maar ondanks het feit dat Johannes in ballingschap leefde, weerhield de verbanning uit de maatschappij en zijn gevangenschap hem niet om in de Geest te zijn en naar de Heilige Geest te luisteren.
De ogen van Johannes waren niet gericht op zichzelf. Hij keek niet naar zijn situatie, de omstandigheden en zijn staat op aarde en klaagde en jammerde niet.
Maar de ogen van Johannes waren gericht op Jezus en Zijn Koninkrijk en daarom zocht hij de dingen die boven zijn, waar Christus is gezeten aan de rechterhand van de Vader.
Zijn liefde voor God de Vader en Jezus Christus en zijn gehoorzaamheid aan de Heilige Geest had hem immers daar gebracht.
Want als zijn liefde voor zichzelf groter was geweest, dan zijn liefde voor God, dan was hij nooit op Patmos terechtgekomen. Aangezien hij dan was bezweken door de druk van de maatschappij op hem als Christen, die een volger en getuige van Jezus Christus is, en had hij concessies gedaan en de woorden van God aangepast aan de wil van de mensen, die de wereld toebehoorden en had hij Jezus verloochend.
Maar Johannes hield van Jezus en schaamde zich niet voor Jezus en om een getuige van Jezus Christus te zijn. En daarom zweeg Johannes niet, maar verkondigde hij in vrijmoedigheid het evangelie van Jezus en sprak hij de woorden van God en was hij duidelijk Zijn getuige op aarde, wat consequenties had voor zijn leven op aarde. Maar Johannes had zijn eigen leven afgelegd en daarom was hij bereid en in staat, om dit alles, omwille van Christus te dragen.
Ondanks de vervolging en verdrukking en verbanning naar Patmos, was de Heilige Geest in Johannes en leefde Johannes in gemeenschap met Christus en God de Vader en hoorde dit alles bij het plan van God voor zijn leven (Lees ook: God heeft een plan met jouw leven).
Want in de ballingschap, in de stilte, ontving Johannes één van de grootste en belangrijkste visioenen, die in de Bijbel staan geschreven en openbaarde God hem, wat er in het einde der tijden zou plaatsvinden.
De boodschap van Jezus aan de zeven gemeenten
Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heeren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, zeggende: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea (Openbaring 1:10-11 nbg)
[En] ik was in den Geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin, Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn, [namelijk] naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea (Openbaring 1:10-11 sv)
Op de dag des Heeren, verscheen Jezus aan Johannes, die in de Geest was, en vertrouwde hem een deel van de schatten van Zijn Koninkrijk toe, door hem de toekomst tot aan de voleinding der wereld te openbaren en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde te laten zien.
Jezus begon met Johannes de opdracht te geven, om alles wat hij zou zien in een boek op te schrijven en dit te zenden aan de zeven gemeenten in Asia.
De boodschap van Jezus verschilde per gemeente, aangezien geen enkele gemeente gelijk is aan de ander.
Er was slecht één ding, dat Jezus tegen al de zeven gemeenten zei en dat was, ‘Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt (Openbaring 2:7, 11, 17, 29; 3:6, 13, 22).
Johannes was gewillig (zachtmoedig) en had een luisterend oor en kwam niet in opstand met zijn ja-maren, zijn eigen inzichten, ervaringen en opgedane kennis. Johannes luisterde en schreef in onderwerping en gehoorzaamheid aan Jezus alles op, wat Jezus hem gebood op te schrijven.
De boodschapper van de gemeente
Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe (Romeinen 8:9)
De gelovigen, die wedergeboren zijn in Christus en de Heilige Geest hebben ontvangen, behoren tot het Lichaam van Christus en vormen samen een gemeente in een plaats.
Elke wedergeboren Christen behoort de Heilige Geest te bezitten. Want zonder de Heilige Geest behoort iemand God niet toe en is de communicatie met Jezus en de Vader onmogelijk. Elke Christen behoort een levende relatie met Jezus Christus door de Heilige Geest te hebben (Lees ook: Religie of relatie?)
In elke plaatselijke gemeente is er een boodschapper oftewel een voorganger (een herder) aangesteld, die wedergeboren is en in Christus is gezeten en leeft naar de Geest en vanuit het Hoofd, Jezus Christus; het Woord, en de Heilige Geest de gelovigen o.a. onderwijst, corrigeert (terechtwijst) en behoedt.
Hierbij is gewilligheid (zachtmoedigheid) en een luisterend oor essentieel. Want als iemand niet gewillig is en geen luisterend oor heeft, dan is de persoon niet in staat om de woorden van de Heilige Geest te horen.
Wie een oor heeft, die hore wat de Geest tot de gemeenten zegt
Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het Mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het Mijne en zal het u verkondigen (Johannes 16:13-15)
Jezus gebood diegenen, die een oor hebben om te horen, om te luisteren naar wat de Geest tot de gemeenten te zeggen heeft.
De Heilige Geest spreekt niet vanuit Zichzelf, maar de Heilige Geest spreekt, wat Hij hoort van Jezus. Daarom zal de Heilige Geest de woorden van Jezus spreken tot de mens
De Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods
Maar, gelijk, geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in God is, dan de Geest Gods. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is (1 Korintiërs 2:9-12)
De Heilige Geest doorzoekt alle dingen en weet alle dingen. Hij is bekend met de diepten Gods en weet wat in God is.
Een ieder, die naar Hem luistert en door Hem geleid wordt, is bekend met de dingen van God. Zij zijn bekend met de gedachten van God oftewel de wil van God en Zijn wegen en weet wat God hen in genade geschonken heeft (Lees ook: Zijn Gods gedachten onze gedachten?).
De ongelovigen behoren God niet toe en bezitten niet de Heilige Geest maar de geest van de wereld, waardoor zij de Heilige Geest niet kennen en geen oren hebben om Zijn stem te horen en dus Zijn woorden niet horen. Zij kennen God niet en zijn niet bekend met de wil van God, maar zij wandelen naar het vlees op zelfverkozen wegen en worden geleid door hun ijdele gedachten.
Maar de gelovigen, die uit God geboren zijn, behoren God toe en bezitten de Heilige Geest. Zij kennen de Heilige Geest en hebben oren om Zijn stem te horen. Zij worden geleid door de Geest en zijn bekend met Zijn gedachten (Zijn wil) en wandelen op Zijn wegen en volgen Hem (Lees ook: Is Gods weg jouw weg?).
De Heilige Geest heeft voor elke gemeente een persoonlijke boodschap
Aangezien geen enkel gebied hetzelfde is, wat betekent, dat geen enkel dorp, stad of land hetzelfde is, verschilt de boodschap per plaatselijke gemeente.
Wanneer wij kijken naar de boodschap, die Jezus voor elk van de zeven gemeenten had, dan was geen enkele boodschap gelijk aan de ander.
Hoewel het Hoofd en de Geest van het Lichaam hetzelfde was, handelde en wandelde geen enkele gemeente hetzelfde. Dit kwam door de levens van de gelovigen en de verschillende (territoriale) machten, overheden, wereldbeheersers van de duisternis en de boze geesten in de hemelse gewesten, waarmee elke gemeente te maken had.
Hierdoor had Jezus voor elke gemeente een eigen specifieke boodschap en opdracht.
De boodschap voor de gemeente in Pergamus was absoluut niet van toepassing op de gemeente in Efeze. Aangezien de Christenen in Efeze de werken van de Nikolaïeten haatte, net als Jezus, en zich daar niet mee hadden ingelaten (Openbaring 2:6-7).
Maar in de gemeente in Pergamus waren er sommigen, die zowel vasthielden aan de leer van Bileam als aan de leer van de Nikolaïeten, die Jezus haatte. Daarom riep Jezus de gemeente in Pergamus op om zich te bekeren (Openbaring 2:14-17 (Lees ook: Wat zijn de werken en leer van de Nikolaïeten? en Wat is de leer van Bileam?).
Als de waarschuwende en corrigerende boodschap van Jezus, die bedoeld was voor de gemeente in Pergamus, in de gemeente in Efeze was voorgelezen, dan hadden de leden van de gemeente gezegd, maar wij houden ons toch niet aan de leer van de Nicolaïeten? Wij haten deze leer toch ook, net als Jezus? Waarom moeten wij ons dan bekeren? Waardoor er getwijfeld zou worden aan de betrouwbaar van de Heilige Geest en de betrouwbaarheid en relevantie van de woorden van Jezus.
En daarom is het nodig, dat elke voorganger, die de boodschap brengt, een oor heeft om te horen en tijd neemt om te luisteren naar wat de Heilige Geest tot de gemeente te zeggen heeft.
Hebben voorgangers oren om te horen wat de Geest tot de gemeente zegt?
Maar zijn de voorgangers, die wekelijks op de kansel staan, wel wedergeboren in Christus? Zijn zij gedoopt in Christus en geboren uit water en Geest? Woont de Heilige Geest in hen en zijn hun ogen en oren geopend, zodat zij zien en horen?
Hiermee wordt niet bedoeld, het zien en horen van de dingen, die in de natuurlijke wereld gebeuren en geleid worden door het nieuws. Want door de geschreven woorden in de kranten en op het internet en de gesproken woorden in het nieuws op de televisie is dit aan iedereen geopenbaard. Wereldwijd is iedereen op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt.
Maar het houdt in, zijn de geestelijke ogen en oren geopend door de wedergeboorte in Christus? Zijn zij het Koninkrijk van God binnengegaan en zien zij wat er in de geestelijke wereld achter de natuurlijke wereld gebeurt en bezitten zij het onderscheid van geesten?
Zien de ogen nog schep, waardoor de voorganger de dingen ziet, die de Geest laat zien? Is het gehoor nog goed, waardoor de woorden, die de Geest tot de gemeente spreekt gehoord worden?
Of zijn de ogen troebel geworden en zitten de oren verstopt en zitten er stoorzenders op het kanaal door hun vlees en de wereld?
De Heilige Geest openbaart de wil van God aan de gemeente
De Heilige Geest weet alles, niets ligt verborgen voor God. Hij is bekend met de gedachten en de werken van de mens. Hij weet wat er allemaal in de gemeente plaatsvindt en wat naar de wil van God is en wat niet naar de wil van God is en roept de gemeente, indien nodig, op tot bekering.
De Heilige Geest weet ook wat er plaatsvindt buiten de gemeente, in de levens van mensen, die in het gebied wonen waar de gemeente is gevestigd.
Hij weet welke machten, overheden, wereldbeheersers van de duisternis en boze geesten in de hemelse gewesten regeren en werkzaam zijn in een dorp of een stad.
En voor een gemeente is dit essentieel om te weten, aangezien de mensen geregeerd worden door deze (territoriale) boze machten van de duisternis, die toegang hebben gekregen door de levens van mensen.
Daarnaast weet de Heilige Geest wat er staat te gebeuren en openbaart Hij de toekomst, om de gemeente wakende te houden, klaar te maken en toe te rusten, zodat de gemeente zal blijven staan op de waarheid van God en een overwinnende kerk zal zijn.
Maar het is aan de voorganger om op God te vertrouwen en zich te onderwerpen aan de wil van de Heilige Geest en zich door de Heilige Geest te laten leiden en (veel) tijd te spenderen in de stilte om naar Zijn boodschap te luisteren en Zijn woorden, die afkomstig zijn van Jezus, zonder vrees voor (de reactie en mening van) mensen te verkondigen in de gemeente, zodat de wil van God kenbaar gemaakt wordt en ziel en geest gescheiden worden van elkaar en er afgerekend wordt met de werken van het vlees en de gemeente heilig en rechtvaardig leeft en strijdvaardig is in het gebed in de geestelijke oorlogvoering.
Voorgangers hebben het te druk om tijd met God te spenderen
Vaak hebben voorgangers het te druk om tijd met God te spenderen in het Woord en in gebed en plannen zij hun dag zo in, dat zij continue bezig zijn met andere dingen. En als het weekend nadert, worden zij onrustig, aangezien zij nog geen boodschap voor de gemeente hebben en kijken naar wat zij snel in elkaar kunnen flansen.
Sommigen gebruiken de kennis, wijsheid en trends van de wereld als inspiratiebron en voegen er wat Bijbelteksten aan toe, zodat het lijkt alsof het door God geïnspireerd is.
Anderen pakken er Christelijke boeken bij of struinen het internet af, op zoek naar een goede boodschap, die zij kunnen gebruiken.
Maar het gebruik van de motiverende boodschap en woorden van de wereld of de boodschap (preken) en woorden van andere predikers zal niets uitrichten in de gemeente en zal geen verandering van levens teweegbrengen en een heilige en overwinnende kerk maken in de geestelijke strijd.
Dit komt, omdat de Heilige Geest voor elke gemeente in elk gebied en voor elke tijd een specifieke boodschap heeft.
Een boodschap, die nog steeds de onveranderde waarheid van God bezit en de prediking van het kruis, de opstanding van Jezus Christus en de nieuwe schepping, en nog steeds de mensen oproept tot bekering en een heilig leven naar de Geest, en de gelovigen toerust in het geestelijke leger van Christus en actief maakt in de geestelijke oorlogvoering.
Elke herder is verantwoordelijk voor het hoeden en weiden van de schapen. En dat kan alleen door de leiding van het Woord en de Geest. Zonder de leiding van het Woord en de Heilige Geest zal het licht van de gemeente doven (Lees ook: De duisternis dooft het licht).
De gemeente kan Jezus Heere noemen, maar als er toch niet geluisterd wordt naar wat Jezus door de Heilige Geest zegt en de gemeente niet doet wat Jezus zegt, waaruit blijkt dat Jezus de Heere en het Hoofd van de gemeente is? Waarom zou Jezus de kandelaar laten staan, als de kerk compromissen sluit met de wereld en de zonde blijft gehoorzamen en dienen in plaats van de gerechtigheid?
De geestelijke staat van vele gemeenten is erbarmelijk
De geestelijke staat van alle landen op aarde is erbarmelijk, enkel omdat de geestelijke staat van vele gemeenten erbarmelijk is.
Vele gemeenten zijn vleselijk geworden en in duisternis gezeten. In plaats, dat zij het licht zijn in een gebied, hebben zij compromissen gesloten en zijn zij één geworden met de duisternis, waardoor er géén verschil meer is tussen diegenen, die de gemeente toebehoren en de rest van de inwoners van dat gebied.
Ergens onderweg zijn de geestelijke leiders van de Gemeente van Christus afgedwaald van het geloof en afgezwakt naar het vlees en beïnvloed door de armelijke wereldgeesten.
Zij hebben zich ingelaten met de kennis en wijsheid van de wereld en de misleidende geesten, waardoor dwaalleringen zijn ontstaan, waarbij het vlees van de mens het middelpunt is geworden en de zonde is vergoelijkt (Lees ook: Levenscoaches in plaats van geestelijke vaders).
Maar Jezus wil dat de voorgangers van de gemeenten zich bekeren en terugkeren naar Hem en hun ogen en oren laten zalven, zodat zij de woorden van de Geest weer kunnen horen en door de Geest de staat van de gemeente en de toekomst kunnen zien. Hij wil dat zij in vrijmoedigheid de woorden van God verkondigen en een getuige van Jezus zijn, ongeacht de weerstand en vervolging van mensen en de consequenties. Zodat de zondaars zich bekeren en zielen gered worden en gered blijven.
‘Wees het zout der aarde’