Wie is Jezus werkelijk? Iedereen heeft weleens gehoord of gelezen over Jezus. Jezus wordt vaak omschreven als een zoetaardige Man, die vreugdevol, vredevol, liefdevol en vergevingsgezind is en tijdens zijn leven op aarde goede werken deed, zieken genas, demonen uitdreef en iedereen accepteerde zoals zij waren en alles goed vond. Maar als je de 4 evangeliën gaat bestuderen, zul je erachter komen, dat Jezus helemaal niet zo zoetsappig was en zeker geen doetje, die met alle winden meewaait en alles maar goed vindt. Het beeld van Jezus, wat mensen hebben, en de prediking over Jezus komen niet altijd overeen met het Woord. Laten wij kijken wie Jezus werkelijk is volgens de Bijbel.
Het doel van Jezus Zijn leven op aarde
Wanneer wij kijken naar de geslachtsregisters, zien wij dat Jezus niet de eerste Zoon van God was, die op de aarde gewandeld heeft. Adam was de eerste zoon van God, dit lezen wij in Lucas 3:38. Adam was de eerste zoon op de aarde, die de vloek; de zonde en de dood binnen liet. Hij werd ongehoorzaam aan God’s gebod, door de vrucht te eten van de verboden boom.
Jezus was de tweede zoon van God op de aarde en wandelde in volkomen gehoorzaamheid aan God. Jezus wandelde in heiligheid en rechtvaardigheid. Hij hield Zich volkomen aan de wet, die God gegeven had. Hij wederstond elke verleiding en zondigde niet.
Jezus werd een vloek en nam de zonde en ongerechtigheden van de hele mensheid op zich, door te te sterven aan het kruis (boom). Hij overwon de dood en stond op uit de dood.
Jezus herstelde zo de gemeenschap tussen God en de mens. Hij herstelde niet alleen de gemeenschap tussen God en de mens, maar Hij liet ook zien hoe de ‘nieuwe mens’, de ‘nieuwe creatie’; geboren uit de Geest van God, behoort te wandelen op deze aarde. Jezus gaf ons het voorbeeld. Laten wij kijken naar Jezus Zijn leven:
De geboorte van Jezus
Het begon allemaal met de belofte, die God, door de engel Gabriel aan de maagd Maria gaf, dat uit haar de Messias geboren zou worden.
De Heilige Geest overschaduwde de maagd Maria en door Zijn kracht werd Maria zwanger. Jezus werd geboren en groeide op en werd onderwezen in het woord. Hij werd krachtig en werd vervuld met wijsheid en de genade van God was op Hem (Lucas 2:40)
Jezus 12 jaar oud
Toen Jezus 12 jaar was, ging Hij met Zijn ouders naar het jaarlijks paasfeest in Jeruzalem. Toen het paasfeest was afgelopen en zij teruggingen naar huis, bleef Hij achter in de tempel. Zijn ouders dachten dat Hij bij het gezelschap was, maar toen zij Hem gingen zoeken, konden zij Hem niet vinden. Zij gingen terug naar de tempel en vonden Jezus te midden van de leraren. Zij stonden versteld, want daar zat deze Jongeman van 12 jaar, te midden van de leraren. Hij luisterde naar hen en stelde hen vragen.
Niet alleen Zijn ouders, maar iedereen die Hem hoorde, waren verbaasd over Zijn verstand en Zijn antwoorden. Toen zijn ouders Hem vroegen waarom Hij niet met hen meeging, antwoordde Hij: “Waarom hebt gij naar Mij gezocht? Wist gij niet, dat Ik bezig moet zijn met de dingen mijns Vaders?”
Zijn ouders begrepen er niets van, maar Jezus ging met hen mee (Lucas 2: 41-52).
Jezus 30 jaar oud
Toen Jezus ongeveer 30 jaar oud was, werd Hij gedoopt in de Jordaan, door Johannes de doper (o.a. Lucas 3:21-22). Na de doop ging Jezus in gebed en tijdens Zijn gebed, opende de hemel zich en de Heilige Geest daalde in lichamelijke gedaante, als een duif op Hem neder. Toen kwam er een stem uit de hemel: “Gij zijt mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbehagen.”
Na de doop werd Jezus, vol van de Heilige Geest, geleid naar de woestijn, vastende, waar Hij 40 dagen verzocht werd door de duivel (Lucas 4:2-13).
Jezus wederstond de duivel en trapte niet in zijn val, maar hield Zich aan het Woord van Zijn Vader en bleef Hem gehoorzaam.
Na de verzoeking in de woestijn, keerde Jezus terug naar Galilea. Vanaf dat moment lezen wij over Zijn wandel; Zijn leer en over de wonderen en tekenen die Hem volgde.
Jezus sprak als gezaghebbende, met autoriteit.
“Huichelaars, adderengebroed”
Jezus sprak met autoriteit en liep niet weg van de Farizeeën en Sadduceeën, maar Hij confronteerde hen met hun religieuze wandel en religieuze woorden. Jezus wist wat in hen was en bracht dat wat verborgen was aan het oppervlak. Hij sprak over hun hartgesteldheid en hun kwade gedachten. Jezus wist wie hun vader was.
Ja, van buiten leken zij oh zo vroom, maar van binnen….. Jezus noemde hen huichelaars en vergeleek hen met witte graven (Mat 23:27). Hij noemde hen adderengebroed, slangen (Mat 23:33), huichelaars (wel 14 keer in Mattheüs (o.a. in Mat 15:7-9, Lucas 12:56)) gepleisterde graven en zonen van de duivel (Lucas 11:37-54), blinde wegwijzers (Mat 15:14, 23:24)
De wetgeleerden van toen, zijn niets meer of minder dan wat de priesters, voorgangers, pastors, theologen, leraars in deze tijd zijn. Moet je voorstellen, de schriftgeleerden, die voor het oog van mensen leefden, zoals de wet voorschreef. Zij waren vroom, spraken vrome woorden etc. Zij spraken eigenlijk dat wat God hen geboden had. De mensen hadden grote bewondering voor hen, hetzelfde als in onze tijd.
Echter Jezus wist wat in hun hart was, Hij doorzag hen volkomen. En deinsde niet voor hen terug, maar confronteerde hen met hun wandel. Hij liet Zich niet intimideren door hen, maar Hij bleef gehoorzaam aan Zijn Vader. Hij bleef de dingen doen, die Hij Zijn Vader had zien doen.
“Ga weg achter Mij, satan!”
Laten wij naar een moment gaan uit Zijn leven, toen één van Zijn trouwe discipelen Hem wilde behoeden voor het lijden dat zou komen:
Jezus zei tegen Petrus toen hij zijn lijden voor de eerste keer aankondigde; “Ga weg achter Mij, satan; gij zijt Mij een aanstoot, want gij zijt niet bedacht op de dingen Gods, maar op die der mensen (Mat 16:23).”
Hij noemde Petrus satan, omdat Petrus vanuit zijn gevoel (zijn vlees), sprak. Terwijl Jezus nog kort daarvoor tegen hem in Mattheüs 16:17 zei: “Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, die in de hemelen is.”
Moet je voorstellen, dat een geloofsgenoot dit tegen jou zou zeggen. Hoe zou jouw reactie zijn? Want Petrus bedoelde het goed, maar omdat het uit zijn emotie (zijn vlees) voortkwam, was het niet goed.
‘Maak het huis van Mijn Vader niet tot een verkoophuis’
En laten wij niet vergeten wat er in de tempel gebeurde, toen Jezus verkopers van runderen, schapen, duiven en de wisselaars daar vonden (Joh 2:13-18).
Jezus maakte een zweep van touw en dreef hen allen uit de tempel, de schapen en de runderen; en het geld van de wisselaars wierp Hij op de grond en hun tafels keerde Hij om. En tot de duivenverkopers zeide Hij: “Neemt dit alles hier vandaan, maakt het huis mijns Vaders niet tot een verkoophuis”.
Moet je nagaan, de verkopers en wisselaars waren daar, om offerdieren te verkopen aan de mensen, die naar de tempel kwamen, zodat zij deze dieren konden offeren voor God. De offerdieren waren voor God bedoeld. Je zou dus denken dat het goed was wat zij deden.
Maar Jezus kende de wil van Zijn Vader en daardoor nam Hij geen blad voor de mond en jaagde ze allemaal weg uit de tempel.
Jezus wist dat het huis van Zijn Vader een gebedshuis, een heilig huis was en geen verkoophuis, dat gericht was om winst te maken.
In veel kerken en gemeenten worden boeken en cd’s verkocht. Er zijn zelfs gemeenten met een eigen cafetaria/restaurant.
Zou jij daar naar binnengaan en alles uit de schappen halen en buiten op straat gooien?
Zou jij in het restaurantgedeelte de vitrine met een hamer stukslaan en tafels en stoelen omgooien? Wat zou er met jou gebeuren wanneer jij dit zou doen? Ik denk dat jij meteen opgepakt zou worden door de beveiliging of door een aantal Christenen.
Wie is Jezus werkelijk?
Enfin, dus was Jezus zoetsappig? Nee absoluut niet. Als je de evangeliën leest en bestudeert, dan zie je dat Jezus een bewogen en liefdevolle, maar ook rechtvaardige Man is.
Een Man, die in heiligheid leefde in volkomen gehoorzaamheid aan Zijn Vader.
Jezus had een respect en liefde voor Zijn Vader en daardoor kon Hij Hem volkomen gehoorzamen.
Hij nam geen deel aan de zonde en accepteerde dus geen zonde en ongerechtigheden van de mens. Nee, Jezus wees de mens op zijn zonde en ongerechtigheden, zodat zij zich zouden bekeren.
Jezus kende Zijn Vader door en door, omdat Hij veel tijd met Hem doorbracht. Hij was continue in gemeenschap met de Vader. Jezus sprak de woorden van de Vader en wat Hij de Vader had zien doen, deed Hij ook. De Vader had de Zoon lief en toonde Hem al wat Hij zelf deed (Joh 5:19-20).
Jezus wandelde in liefde; in de rechtvaardige liefde van Zijn Vader. Jezus wandelde in heiligheid en in het gezag van het Koninkrijk van God op aarde. Hij wandelde naar de wil van de Vader. Hij had geen deel aan de zonde van de mens, maar Hij confronteerde de zondaren met hun zonden en riep hen op tot bekering.
Jezus was in alles verzocht geweest, echter zonder te zondigen. Tot aan Zijn dood en ook daarna, bleef Jezus volkomen gehoorzaam aan Zijn Vader.
‘Wees het zout der aarde’