In 2 Korintiërs 2:11 schreef Paulus aan de gemeente in Korinthe, dat satans gedachten hen niet onbekend waren. Jezus kende Zijn tegenstander, Hij was bekend met de natuur van satan en satans gedachten. Jezus wist, waartoe hij in staat was en op welke slinkse wijze hij de mens tot zonde verleidde en afvallig maakte van de levende God en daarom waarschuwde Jezus de mens en riep hen op tot bekering. En net als Jezus, kende ook Paulus, die wedergeboren was en de Heilige Geest had ontvangen, zijn tegenstander en was bekend met de natuur van satan en satans gedachten. En zo zou een ieder, die een zoon van God is geworden (dit geldt voor zowel mannen als vrouwen) en de Heilige Geest heeft ontvangen, zijn tegenstander behoren te kennen en bekend moeten zijn met de natuur van satan en zijn gedachten en werken. Maar is dat nog zo? Zijn satans gedachten ons niet onbekend?
Veel Christenen zijn verblind door de god van deze wereld
In het vorige artikel kon je lezen, hoe de god van deze wereld het denken van de mens heeft verblind. Doordat het denken van de mens is verblind, kan satan zijn gang gaan en zijn missie voltooien (Lees ook: ‘Hoe de god van deze wereld het denken van de mens heeft verblind’).
Zo heeft hij o.a. een vals beeld gecreëerd van Jezus en van een Christen, die haaks staan op het Woord van God en dus haaks staan op de waarheid (Lees ook: ‘Een replica Jezus die replica Christenen voortbrengt’).
Hij heeft de mens boven God geplaatst en het middelpunt van de gemeente gemaakt en doen geloven, dat de mens er goed aan doet om de zonde; de werken van het vlees, te tolereren en accepteren in de gemeente.
Want door de zonde te accepteren, laat jij zien dat je liefdevol naar jouw naaste toe bent en bewogen bent met jouw naaste.
En zo heeft satan veel Christenen verblind door zijn leugens en hen doen wandelen in zijn leugens.
Zij denken, dat zij goede werken doen en bouwen aan het Koninkrijk van God, terwijl zij in werkelijk niet Gods Koninkrijk maar satans koninkrijk aan het bouwen zijn op aarde (Lees ook: ‘De werken van God vernietigen in plaats van de werken van de duivel’).
Zijn Christenen nog wel soldaten van Christus?
Veel Christenen zijn geen geestelijke soldaten van Christus meer en wandelen niet in de geestelijke wapenrusting en strijden niet meer met het Woord en weerleggen de leugens van satan niet meer met de woorden ‘Er staat geschreven…’, zoals Jezus deed, aangezien zij het Woord niet lezen en bestuderen en het Woord niet persoonlijk kennen en daarom niet weten wat er staat geschreven.
Zij weten veel over de levens van andere (bekende) Christenen en hun wandel met God en hun leer en (bovennatuurlijke) ervaringen, door het lezen van hun boeken, kijken naar hun programma’s en/of het luisteren naar hun preken, maar zij kennen het Woord niet persoonlijk. Zij kennen God de Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest enkel van horen zeggen.
Paulus kende het Woord en was bekend met satans gedachten
Doch indien iemand droefheid veroorzaakt heeft, dan heeft hij niet mij bedroefd, maar enigermate – om mij niet te sterk uit te drukken – u allen. Voor zo iemand is het reeds genoeg, dat het merendeel (van u) hem berispt heeft, zodat gij nu integendeel hem vergiffenis moet schenken en hem vertroosten, opdat hij niet door overmatige droefenis overstelpt worde. Daarom spoor ik u aan te besluiten hem liefde te betonen, want ook dit was het doel van mijn schrijven, dat ik zou weten, of ik op u rekenen kon, dat gij in alles gehoorzaam waart. Wie gij nu iets vergeeft, die vergeef ik het ook; want heb ik iets vergeven, gesteld dat ik iets vergeven heb, dan was het om uwentwil voor het aangezicht van Christus, opdat de satan op ons geen voordeel mocht behalen. Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend (2 Korintiërs 2:8-11)
Paulus had een persoonlijke relatie met Jezus Christus en de Heilige Geest en gehoorzaamde God in alles. Hij was niet bang om de gemeenten de waarheid aan te zeggen en hen te waarschuwen voor de werkwijze van satan, aangezien Paulus bekend was met satans gedachten en zijn werkwijze. Paulus was een soldaat van Christus en bracht satans werken aan het licht en vernietigde ze. Paulus spoorde de gemeenten aan om hetzelfde te doen als hij.
In 2 Korintiërs 2, verwees Paulus naar een eerder incident in de gemeente, dat in de eerste brief beschreven staat.
In 1 Korintiërs 5 schreef Paulus, dat er gesproken werd van hoererij onder hen. Iemand leefde namelijk met de vrouw van zijn vader.
In plaats dat de gemeente bedroefd was en deze man uit haar midden verwijderde, was de gemeente opgeblazen en liet deze zonde van hoererij toe in de gemeente, waardoor de gemeente bevuild was.
Zoals vandaag de dag ook veel gemeenten bevuild zijn, door het toelaten van de zonde.
Veel gemeenten zijn bevuild door de zonde
In plaats dat voorgangers en oudsten zich onderwerpen aan Jezus Christus, die het Hoofd van de Gemeente is, en zij de wil van God gehoorzamen, hebben veel voorgangers en oudsten zichzelf op een voetstuk geplaatst en zijn hoogmoedig en opgeblazen door hun vleselijke kennis en onverschilligheid omtrent de zonde. Zij doen zich vroom voor, terwijl zij zelf in zonde blijven volharden en/of de zonde van anderen goedkeuren en toelaten in de gemeente (Lees ook: ‘Wat zegt de Bijbel over zonde in de Gemeente?).
Hoeveel leiders zijn er wel niet, die vallen in hoererij en enkel vergeving vragen, omdat zij betrapt zijn en hun positie in de kerk gevaar loopt, maar niet omdat zij werkelijk spijt hebben van datgene wat zij gedaan hebben naar God toe en zich werkelijk bekeren van hun zonde. Aangezien zij vaak na een tijd weer terugvallen in dezelfde zonde en dezelfde zonde telkens blijven doen.
En in plaats, dat anderen dit gedrag stoppen en zorgen dat de kerk niet langer bevuild wordt en het Koninkrijk van God niet langer beschadigd wordt, door de persoon uit hun ambt of bediening te verwijderen, laten zij de persoon zitten of herstellen na een korte tijd de persoon weer in hetzelfde ambt, en betonen volgens hen daardoor hun liefde en bewogenheid naar hun naaste.
Dit gebeurt, omdat zij vleselijk zijn en een besluit maken vanuit hun gevoelens en emoties, in plaats vanuit het Woord en de Geest (Lees ook: ‘Wat bedoelde Paulus met iemand niet te haastig de handen opleggen?‘).
Zij zijn niet geestelijk, maar vleselijk, en daarom zijn zij onwetend omtrent de wil van God en onwetend over satans gedachten en zijn werkwijze. Zij oordelen naar wat zij waarnemen met hun zintuigen en laten zich leiden door hun gevoel en niet naar wat het Woord en de Geest zeggen. Daardoor zijn veel gemeenten vleselijk geworden en bevuild door de zonde van mensen.
Zolang Christenen de werken van het vlees blijven doen en blijven volharden in zonde, bewijst dit, dat zij niet wedergeboren zijn en dat zij niet een nieuw hart van vlees hebben ontvangen, waaruit rechtvaardige werken voortkomen, maar dat zij nog steeds de oude schepping zijn en nog steeds een onvernieuwd hart van steen hebben, waaruit de zonde en de ongerechtigheden voortkomen (o.a. Mattheüs 15:19)
Paulus was geestelijk en handelde vanuit liefde
Maar Paulus en de andere apostelen waren niet vleselijk, maar geestelijk. Daarom waren zij niet onwetend omtrent satans gedachten, maar zij wisten precies waar hun vijand toe in staat was en wat hij probeerde te doen.
Zij waren geestelijk wakker en wakende en zagen de geestelijke gevaren van hun vijand en spraken in vrijmoedigheid tot de gemeenten en waarschuwden de gemeenten, ongeacht de consequenties, afwijzing en vervolging van mensen.
En zo schreef Paulus ook aan de gemeente in Korinthe over de hoererij, die plaats had gevonden in de gemeente en omdat Paulus wist, dat een beetje zuurdeeg het hele deeg zuur maakte, had Paulus over de persoon, die deze daad had gedaan, een vonnis geveld en de persoon overgeleverd aan de satan (Lees ook: ‘Wat betekent iemand overleveren aan satan?’).
Alhoewel deze daad harteloos leek, deed Paulus dit uit liefde voor Jezus Christus, de persoon en de gemeente.
Uit liefde voor Jezus, omdat Paulus wist, dat Jezus de zonde haat en nooit concessies zou doen met de zonde en daarom onderwierp Paulus zich aan de wil van Jezus en voerde hij Zijn wil uit in de gemeente.
Uit liefde voor de persoon, omdat Paulus wist, dat zonde tot de dood leidt, ongeacht de liefde en genade van God, en daarom deed hij dit, zodat de persoon zich zou bekeren.
En uit liefde voor de gemeente, omdat Paulus wist, dat de zonde de gemeente zou bevuilen en de gemeente afvallig van God zou worden.
De gemeente verstond Paulus’ liefde voor de gemeente en gehoorzaamde de woorden van Paulus en zijn gebod, en verwijderde de persoon uit haar midden, waardoor de gemeente door haar gehoorzaamheid de beproeving had doorstaan en aan Paulus had laten zien, dat Paulus op de gemeente kon rekenen.
De berisping (bestraffing) van de gemeente bracht de man tot bekering, aangezien de man, waarvan gedacht wordt dat dit dezelfde man is als in 1 Korintiërs 5, vergeving vroeg aan de gemeente.
Satan kon geen voordeel over hen behalen
Paulus gebood de gemeente om de man te vergeven en te vertroosten en hun liefde aan de man te betonen door de man weer in de gemeente toe te laten (let op, het gaat hier om het toelaten in de gemeente en niet in het ambt).
Paulus had zijn vonnis over de persoon geveld en de gemeente gehoorzaamde de woorden van Paulus en berispte (bestrafte) de persoon, en zo bleven Paulus en de gemeente eensgezind. Op het moment, dat de gemeente de persoon vergaf, vergaf ook Paulus de persoon en was de persoon vergeven en bleven Paulus en de gemeente eensgezind, zodat satan geen voordeel over hen zou behalen, aangezien satans gedachten hen niet onbekend waren.
Paulus kende zijn vijand door het Woord. Hij wist met wie hij te strijden had en vanuit die kennis handelde Paulus en gaf de duivel geen voet.
Zijn satans gedachten de gemeente niet onbekend?
Helaas, is dit in veel gemeenten niet meer het geval en weet satan op slinkse wijze binnen te komen en door valse leringen de gemeenten te verleiden tot zonde. Veel gemeenten hebben voet aan de duivel gegeven door naar het vlees te wandelen en de zonde te omarmen. Satans werkterrein is het vlees. Zolang het vlees springlevend blijft, kan hij door het vlees tot zijn doel komen in het leven van de mens (Lees ook: ‘Dwaalleringen, die een belediging voor God zijn‘ en ‘Leringen van duivelen doden de kerk‘).
Ja, hij kan zelfs een hele gemeente in bezit nemen door één persoon, die vleselijk is en blijft. Hij heeft maar één persoon nodig om zijn doel te bereiken en de gemeente uit te schakelen en het licht te doven.
Daarom gebruikt hij vaak mensen, die geestelijk lijken, maar vleselijk zijn en invloed hebben in de kerk.
Hij gebruikt voorgangers, oudsten en vooral hun kinderen om een vleselijke gemeente te creëren, die aangestuurd wordt door het vlees; de zintuigen, gevoelens, emoties, werelds denken en de wil van mensen, in plaats van het Woord, de Heilige Geest en de wil van God.
Satan weet ook, dat de mens makkelijk de zonde kan veroordelen van mensen, die ver van de mens afstaan. Hoe verder een persoon van iemand afstaat, des te makkelijker is het om stand te houden op het Woord en om de zonde te veroordelen.
Maar… hoe dichter iemand bij de mens staat, des te moeilijker wordt het voor de mens om een keuze voor Jezus te maken en stand te houden op het Woord en dezelfde zonde te veroordelen.
Hoe satan binnenkomt in gezinnen, families en gemeenten
Neem bijvoorbeeld een ouder en een kind. Een christelijke ouder kan gehoorzaam zijn aan de wil van God en standhouden op het Woord naar anderen toe, die veraf staan, en hen confronteren met de wil van God en de zonde veroordelen. Maar als het kind van de ouder, datzelfde doet, wat tegen de wil van God ingaat en waar de ouder naar anderen toe van getuigt dat het niet naar de wil van God is, dan wordt het vaak wél getolereerd en geaccepteerd en doet de ouder concessies met de werken van de duisternis, uit angst, omdat de ouder bang is om door anderen veroordeeld te worden en/of bang is om het kind te verliezen.
En zo heeft satan een troef in handen en komt satan binnen in gezinnen, families en kerken, door gezinsleden en familieleden, die misschien vroom lijken, maar weigeren om zich te onderwerpen aan Jezus Christus en het Woord te volgen en de wil van God te doen en de werken van het vlees af te leggen, maar hun eigen wil doen en hun eigen gang gaan, en door de gevoelens van Christenen, die door het accepteren van de werken van het vlees, Jezus verloochenen en buigen voor satan en zich onderwerpen aan hem en bijstand geven aan zijn wil (o.a. Mattheüs 10:33-39, (Lees ook: ‘Belijd jij Jezus voor de mensen of verloochen jij Hem?‘ en ‘De geboden van God vs de geboden van de duivel’)).
Satan kent de mens. Door de woorden en handelingen van de mens weet hij precies wat de sterke kanten en de zwakke kanten van de mens zijn. Hierdoor weet hij, hoe hij de mens tot zonde kan verleiden en ervoor kan zorgen, dat de mens in ongehoorzaam aan de wil van God leeft, waardoor hij een voordeel oftewel een overwinning op de mens behaalt
Echter heeft God aan Zijn zonen, door Zijn Woord, de natuur van de duivel en zijn gedachten en werken geopenbaard, waardoor zij bekend zouden moeten zijn met de natuur, gedachten en werken van satan. Maar doordat veel Christenen niet zelf de Bijbel lezen en bestuderen, weten zij eigenlijk niets over hem en zijn zij onwetend over satans gedachten, waardoor zij zich makkelijk laten misleiden door de woorden van mensen en valse leringen en zich laten verleiden tot zonde.
Het Woord van God schift de overleggingen en gedachten van het hart
Want het Woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten des harten; en geen schepsel is voor Hem verborgen, want alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor Wie wij rekenschap hebben af te leggen (Hebreeën 4:12-13)
Door het Woord van God leer je de wil van God kennen en zul je geestelijke kennis verwerven, niet alleen over God en Zijn Koninkrijk en Zijn wil, maar ook over jouw tegenstander in de geestelijke strijd.
Het Woord van God schift (onderscheidt) de overleggingen en gedachten van het hart en legt alles open. Niets blijft verborgen.
Als jij in het Woord verblijft en het Woord verblijft in jou, dan zul jij door de Waarheid, goed en kwaad onderscheiden en zul jij de gedachten en werken van God van satans gedachten en werken onderscheiden.
Aangezien vaak iets van God afkomstig lijkt te zien en beschouwd wordt als een wonder, maar in werkelijkheid afkomstig is van satan, die ook kracht heeft en tekenen en leugenachtige wonderen doet, maar niet de beste intenties met jou voor heeft, maar de slechtste.
Neem daarom de Bijbel en bestudeer het Woord van God en leer Hem en Zijn wil kennen, zodat jij in staat bent om goed en kwaad te onderscheiden en jij bekend wordt met satans gedachten en voorkomt, dat hij de overwinning behaalt, door te zeggen, ‘Er staat geschreven…’.
‘Wees het zout der aarde’