Zondigen of niet zondigen, dat is jouw keuze. Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen leven en maakt een keuze om te geloven in God en Zijn Woord en te wandelen in de wil van God of niet. In Johannes 5:1-15 genas Jezus een man, die reeds 38 jaar ziek was (een zwakheid had). Deze man was verlamd en lag bij het bad Betesda in Jeruzalem. Toen Jezus de verlamde man zag, liep Jezus naar hem toe en vroeg hem of hij gezond wilde worden. De verlamde man antwoordde Jezus dat hij niemand had, die hem in het bad kon werpen als er beweging in het water was en als hij onderweg was er iemand anders hem voor ging. Jezus gebod de man om op te staan, zijn matras op te nemen en te wandelen. De man gehoorzaamde de woorden van Jezus en stond op en ging zijn weg.
“Zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkomen”
Daarna vond Jezus hem in de tempel en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome (Johannes 5:14)
De man ging naar de tempel. Na enige tijd vond Jezus de man in de tempel en zei tot hem, dat hij gezond was geworden en vervolgens gebood Jezus de man om niet meer te zondigen, opdat hem niet iets ergers zou overkomen.
Jezus had deze man genezen van zijn ziekte; zijn zwakheid. De man was ‘heel’ gemaakt en het Koninkrijk van God was tot hem gekomen.
Jezus had deze man, die een gevangene van het koninkrijk der duisternis was, bevrijd uit zijn gevangenschap.
Jezus bevrijdde de man van zijn geestelijke gevangenschap
Jezus had de man bevrijd van zijn geestelijke gevangenschap. Nu dat de man vrijgezet was, gebood hem om niet opnieuw te zondigen en de geestelijke wetten te overtreden. Met andere woorden Jezus gebood de man om zich te houden aan de geboden en inzettingen van God oftewel de wil van God en Hem te gehoorzamen in plaats van de wil van de duivel te doen en hem te gehoorzamen door te zondigen (Lees ook: ‘De wil van God vs de wil van de duivel‘)
Als de man zou besluiten om God niet te gehoorzamen door te zondigen, dan zou hij weer gevangen genomen worden door de machten van de duisternis en zou hem iets ergers kunnen overkomen.
Jezus waarschuwde de man, omdat de man vleselijk was en de geestelijke wereld niet zag en de geesten niet kon onderscheiden. Maar Jezus was geestelijk en was bekend met de geestelijke wereld en de geestelijke wetten. Jezus kende het Koninkrijk der Hemelen, maar ook het koninkrijk der duisternis en wilde niet dat deze man opnieuw een gevangene van de duivel zou worden, dus verzocht Jezus hem dringend om niet meer te zondigen.
“Ga heen, zondig van nu af niet meer”
En Jezus zeide: ook Ik veroordeel u niet. Ga heen, zondig van nu af niet meer (Johannes 8:11)
In Johannes 8:1-11, lezen wij over de overspelige vrouw, die op heterdaad betrapt was en door de schriftgeleerden en de Farizeeërs naar Jezus werd gebracht. Zij vertelden Jezus wat de vrouw had gedaan en dat zij volgens de wet van Mozes gestenigd moest worden.
Maar de woorden van de schriftgeleerden en Farizeeën kwamen niet uit een goed maar uit een kwaad hart. Jezus kende hun hart en wist dat zij Hem in verzoeking wilden brengen, zodat zij een reden zouden hebben om Jezus aan te klagen.
Jezus schreef met Zijn vinger op de grond en zei tot hen “Wie zonder zonde is werpen de eerste steen.”
Jezus wist, dat iedereen, die tot de generatie van de oude mens (de gevallen mens) behoort, vleselijk was en gevangen zat in de zondige natuur van het vlees.
De mannen liepen één voor één weg, totdat er niemand meer overgebleven was, behalve Jezus en de overspelige vrouw.
Op dat moment had Jezus de macht om de vrouw te oordelen, aangezien Hij wandelde in het gezag van het Koninkrijk van God (als de nieuwe schepping), maar Jezus zei tot de vrouw, dat Hij haar ook niet zou veroordelen, aangezien het Zijn tijd niet was om te veroordelen.
Maar Jezus keurde haar werken van overspel ook niet goed en gebood de overspelige vrouw om niet meer te zondigen.
De nieuwe schepping is gescheiden van de wereld
Wanneer jij door de wedergeboorte het Koninkrijk van God binnengaat, verlaat jij het koninkrijk der duisternis en ben jij op dat moment gescheiden van de wereld. Vanaf dat moment behoor jij de wereld niet meer toe, maar behoor jij het Koninkrijk van God toe. Jij bent verlost en heel gemaakt door het bloed van Jezus Christus en bent in Hem heilig en rechtvaardig geworden.
Jij bent een nieuwe schepping geworden en zal de oude mens met zijn oude werken uitdoen. Jij zal niet langer meer de werken doen, die jij voor jouw bekering en wedergeboorte deed, aangezien jij je bekeerd hebt van deze lifestyle en werken.
Het is essentieel dat jij realiseert, dat jij niet meer een zondaar bent, maar dat jij een heilige bent geworden,
Want als jij je dit niet realiseert, dan zal jij altijd als een zondaar denken en leven en gevangen blijven in de zonde en blijven volharden in zonde en nooit verlost worden van jouw zonden (Lees ook: ‘Ben jij nog een zondaar?’)
Toen jij in het koninkrijk van de duivel wandelde, leefde jij in zonde en deed jij de zonde.
Jij behoorde in jouw gevallen staat de duivel toe en bezat zijn natuur en karakter en luisterde naar hem. Jij kon je niet onderwerpen aan God en Zijn wil doen, maar leefde naar het vlees in rebellie naar God.
Jij was rebels en leefde in zonde en geloofde en gehoorzaamde de woorden en de wil van de duivel. De Bijbel zegt, dat zolang jij zondigt, de duivel jouw vader is (Johannes 8:44).
De natuur van God zal Zijn wil doen
Als jij wedergeboren bent, moet er een afkeer zijn naar jouw oude leven, die vol zonde was. Er moet een verlangen in jou zijn om te luisteren naar de Vader en om de dingen van jouw nieuwe Vader te doen en naar Zijn wil te leven. Jouw wil moet volkomen ondergeschikt worden aan Zijn wil.
Een echte vader weet wat goed is voor zijn kinderen; hij wil alleen maar het beste voor zijn kinderen. Als een aardse vader al het beste voor zijn kinderen wil, hoeveel te meer onze hemelse Vader.
Daarom heeft Hij in Zijn Woord Zijn wil geopenbaard. Maar Hij heeft niet alleen geopenbaard wat Hem behaagt en wat Hem niet behaagt, maar ook de weg naar redding en verlossing, hoe jij de nieuwe schepping wordt en hoe jij behoort te wandelen als de nieuwe schepping in Zijn wil. Hij heeft jou een Routeplanner oftewel een kompas gegeven voor jouw hele leven.
Zondigen of niet zondigen
Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw vertand. Dit is het grote en eerste gebod. Het tweede, daaraan gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf (Mattheüs 22:37-39)
Jezus gebood de man, die genezen was en de overspelige vrouw om niet meer te zondigen. Dus, deze mensen hadden de macht om niet meer te zondigen en ‘nee’ te zeggen tegen de zonde.
De overspelige vrouw had dus macht om ‘nee’ te zeggen, want anders had Jezus haar ook niet opgedragen om niet meer te zondigen.
De vraag is, gaf zij gehoor aan Zijn gebod om niet meer te zondigen? Gehoorzaamde zij Hem? Of liet zij haar gevoelens, haar lusten en begeerten toch regeren over dit gebod; over de woorden van Jezus en gaf zij toe aan haar gevoelens, lusten en begeerten?
Onthoud, dat op dat moment de kruisiging en de uitstorting van de Heilige Geest nog niet had plaatsgevonden. Dus deze mensen waren nog niet wedergeboren en hadden nog niet de Heilige Geest in hun. Maar zij hadden wel de macht om niet meer te zondigen.
Jij hebt ook de macht om niet meer te zondigen. Jij maakt een keuze om te zondigen of niet zondigen.
Valse genade
Vaak wordt dit onderwerp weggelaten of overruled door de zogenaamde genade prediking. De genade, die vaak niet juist wordt uitgelegd, waardoor de Christenen hun oude leven niet meer afleggen en niet wedergeboren worden, maar blijven wandelen in hun oude zondige leven. Er vindt geen ommekeer plaats.
Dit is niet wat de genade van God inhoudt. De genade van God houdt in; de redding door Jezus Christus, dat jij geheiligd en gerechtvaardigd bent in Hem. Dat jij eens niet Zijn volk, nu tot Zijn volk behoort. Het houdt in de wedergeboorte, de Heilige Geest, die jij ontvangen hebt en daardoor de mogelijkheid hebt om heilig en rechtvaardig te wandelen als zonen van God in Zijn Waarheid en Zijn Wil.
‘Wees het zout der aarde’